N I E W E
Mo. 2317
Woensdag 7 Au&nstns 1895
20ste Jaargang
Modern liberalisme.
B i TK~ft L A X D.
Pei 8 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nuinmera0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BÏÏ3B Aïï: St. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels 50 Gentn
Elke regel meer7Va
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant.
Advertentiên worden uiterlijk Maandag-, Woensdag-
en V r ij d a g-a vond voor 6 uui ingewacht.
R«d«ctf or-ö'.ttav er, W. S V P K R 8.
Er bestaat een zeker liberalisme, hetwelk
zelfs in katholieke kringen vele bewuste,
nog meerdere onbewuste aanhangers en
volgelingen telt. Wjj bedoelen hier niet het
liberaliamp, hetwelk men den laagsten trap
van deze ketterg onzer eeuw zoa kunnen
noemen, n.l. het ongeloof in zgne verschil
lende gestalten. Al degenen, die op de eene
of andere wjjze den bovennatuurlijken gods
dienst in 't algemeen loochenen, zjjn hot
liberalisme toegedaan. De aanbidders van
het zuiver-natuurlgke menschdom, zooals
de aanhangers van den bloot verstandelij-
ken godsdienst, de aanhangers vaa het na
turalisme zoowel als van h6t rationalisme,
de naturalisten, agnostieken enz. enz.
zjj allen zjjn liberalen van het zuiverste
water.
Hec eigenigko moderne liberalisme ia het
sociale nationalismede buitensluiting van
den boveanatuurlgken godsdienst uit het
openbare, uit het staatkundige loven, uit
de staatsregeling en uit de wetgeving. Men
heeft dit stelsel in verschillende formulen
samengevat; zoo bgv.: «Godsdienst is pri
vaat-zaak, de Staat heeft zich daarover
niet te bekommeren,» «de Staat verkon
digt vrgheid van godsdienst en heeft zalf
volstrekt geen godsdienst;» «godsdienst
bestaat er voor den staatsman als zooda
nig niet, vooral geen bOTennatuorlgke;»
«de van de Kerk onafhankelijke Staat,» of
zooals de sluwe C a v o u r het uitdrukte:
«de vrge Kerk in den vrgen Staat,» of, zoo-
als het tegenwoordig algemeen heet: «Schei
ding van Kerk en Staat;» dit zjjn gebie
dende eischen van den modernen vooruit
gang, van de moderne politiek; dit zijn de
eenig gerechtigde grondstellingen over de
verhouaiog tusrchen Staat en Kerk.
Het ligt voor de haud, dat alle deze zoo
genaamde princiepen op meer of minder
verborgen wjjze allen billgken en rechtma-
tigeu invloed vaa de Kerk op deS aatknu-
dige wetgeving van de band wijzen, dat
zjj het koningschap van den Christus over
de maatschappij, bet maatsekappe'ijk ko
ningschap van dm Godmensch loochenen.
En hierin bestaat het innerljjk wezen van
het liberalisme. Onmiddellijke gevolgen van
dezen afval der maatscbappg van Christus
en van Zgne Kerk zijn o. a. de ontkerste
ning der huisgezinnen door verlaging en
minachting van het huwelgk, door de loo
chening of volslagen miskenning van zjjn
sacramenteel karakter, vervolgens de zooge
naamde neutrale scholeD, die godsdienst noch
FE U1L L E T O N.
Zij zoekt den schuldige
22. {Vervolg.)
„Zoo dicht bij het doel en toch verloren?'
fluisterde zij. "Kon men hem maar helpen."
Toen nam Wecker, die lang met zich zelf
streed een besluit.
/Heette hij Günther?// vroeg hij den gevangene
terwijl hij eene schrede dichter naar hem toe
trad.
Gelijk een veer naar omhoog stijgt, sprong
de man op. //Günther! Günther! dat is de naam!»
riep hij, terwijl hij een zucht slaakte, alsof hij
van een grooten last ontheven werd. //Thcodor
Günther!//
//Wecker, gij wist den naam? Waarom hebt
gij zoo lang gezwegen?// vroeg Erna verwijtend.
//Ik had een vermoeden.» antwoordde de ad
vocaat; //maar ik waagde het niet tc uiten; ik
wilde niet op een tweede valsch spoor treden
en nog eens een onschuldige in verdacht
brengen. Later zal ik dat ophelderen, laat ons
nu eens hooren wat die man nader weet.
//Hij heet Theodor Günther," herhaalde de
gevangene, «nu valt mij alles duidelijk in. hij
was een fijne heer met blond haar en een
rooden baard
„Hij is het!// riep Erna; Wecker liet zich
echter niet van zijn stuk brengen; gelijk een
uurwerk, dat opgetrokken zijn stukje atspeelt,
vervolgde hij:
God kennen,de volksplantingen der moderne
beschaving, d. i. vau het moderne indifferen
tisme, van hst moderne ongeloof. Op het
gebied der sociale vraag omtrent de verhou
ding tasschen arbeid-gevers en arbeid-ne-
mers doet dit liberalisme zich gelden volgens
de beginselen der Manchester-school, terwjjl
de geldzucht, het egoïsme zich «door geen
godsdienst voorschriften laat stellen,» en
daarom den arbeid van den medemensch
eenvoudig als waren of goederen behandelt,
en van dit standpunt af dien arbeid ook
aanbiedt en betaalt. Dat het katholicisme
met dit liberalisme ouvereenigbaar is, be
hoeft geen bewge.
Nu bestaat er echter een derde graad in
dit «nieuwe recht», zooals L e o XIII in zgn
Eocycliek over de «Inrichting der Staten»
dergeljjke theorieën noemt; een derde trap
van het tegenwoordige liberalisme, waartoe
zich somtgds vele overigens uitmuntende Ka
tholieken vanverscheideneEuropsescheStaten
voelen aangetrokken. Montalembert
meende in zijn tgd, de scheiding van Kerk en
Staat was weliswaar in beginsel niet de door
God gewilde verhouding van beide mach
ten, maar heden ten dage vorderde het
de geest des tijde, dat men die verhouding
overalin hot belaDg der maatschappij zoo
wel als der Kerk, zelfs den eiscb der Ka
tholieken zou verkondigen. Hem antwoordde
P i u s IX in den Syllabus, waarin hjj die
grondstelling verwerpt: «Kerk en Staat
moeten gescheiden zijn»; eveneens de andere
stelling:«tegenwoordig is het niet meer dien
stig, dat de Katholieke godsdienst ook als
Staatgodsdienst erkend worde.»
Hiermede heeft de Paus volstrekt niet
gezegd, dat de scheiding van Kerk en Staat
overal door de Katholieken inoet bestreden
worden. P i u s IX heelt het eveneens, als
Leo XIII, duideljjk uitgesproken, dat onder
zekere omstandigheden, in bepaalde lap
den, bgv. daar waar de godsdienstige ge
zindten gemengd zjjo, die scheiding niet
slechts als geoorloofd, maar ook als eene
socia'e behoefte kan erkend worden. Alzoo,
kunnen wg volgens hot gevoelen van alle
Katholieke Godgeleerden zeggen, dat de
politieke verdraagzaamheid, de wettelijke
erkenning van de vrge belijdenis en van
de vrge uitoefening, /an verschillende gods
diensten onder zekere omstandigheden eene
sociale noodwendigheid zgn kan ea dan
ook door alle burgers erkend moet
worden.
Maar de door God gewilde, normale ver
houding is en blijft bet harmonisch samen
werken van beide machten. Ook hier gold
steeds en geldt ook beden ten dage Dog
„Hij kwam met nog een anderen heer, wiens
naam ik echter niet gehoord heb, ik geloof
het gold eene weddenschapzij hestelden mij
den kleinen schedel met 't inschrift; de andere
heer betaalde vooraf en zei, dat Theodor Gün
ther het kunstwerk zou afhalen.
He laatste schreef mij ook nog de woorden
op, die ik erop moest zetten, en las ze, toen
het ding klaar was door den loup. Het deed
mij echter genoegen dat hij iets, wat nog meerdaar-
op stond, niet vond. Het C. B. en Berlijn had
hij niet ontdekt.»
Verder wist Wecker niets meer te vermelden
en wij hadden verder ook niets meer noodig
te weten. Eraa stelde de directeur der gevan
genis eene som gelds ter hand, dien deze
voor den gevangene besteden zou en beloofde
wanneer hij uit de gevangenis ontslagen zou zijn
voor hem te zorgen dan keerde zij, met een
gewichtigen wenk rijker, met hare begeleiders
naar Berlijn terug.
Onderweg vertelde Wecker, dat hij voor
eenige jaren herhaaldelijk in Berlijnsche res
taurants en winkels een jonge heer zich noe
mende Theodor Günther getroffen had, die als
de eenige zoon van welgestelde ouders eene
goede opvoeding genoten, maar na wier vroe
gen dood en hij bovendien nog het geluk of
ongeluk had, van een rijken oom te erven,
geen bepaald beroep gekozen, maar als een
lord geleefd, en zich nu hier dan daar,
maar hoofdzakelijk te Weenen opgebonden had
ofschoon hij van geboorte een Noordduitscher
was.
Heze Günther had steeds de zegswijze ge-
het woord; «Wat God verbonden heeft,
mag ook de meusch niet scheiden».
«Staat en Kerk moeten», zooals Sint Bar
nardus uitdrukt, «elkaar wederkeerig on
dersteunen en verdedigen, wederkeerig el
kanders lasten dragen.» In 't bijzonder is
het de plicht van den Staat, godsdienst en
Kerk ta beschermen.
Hoe rjjmt het echter nu met deze leer,
wanneer meu de scheiding van Kerk bd
Staat hoort prijzen en verheerlijken als een
idealen toestand? Wanneer men luide hooit
verkondiger: dat scheiding van Kerk en
Staat in alle landen en staten het hoofd
beginsel moet zgn! Dat zgn uitingen die
de Katholieke leer miskennen en het libe
ralisme de behulpzame hand bieden.
Het ergste, het meest betreurenswaardige
verschijnsel is, dat menigeen, dia zooge
naamd nog voorwendt de Katholieke leer
aan te hangen en te volgen, met boven
genoemde uitiugeD, die lijnrecht in strjjd
zijn met de Katholieke leer, hoogst tevre
den instemmen en aldus bewast of
onbewust: we laten het in 't midden ver
kapts liberalen zgn.
Bulgarije.
Stamboeloft's vriend en partijge
noot, de heer M a t a k i e f f, is te Tatar-
Bazardsjik, eene stad van 15.000 inwoners
vermoord. Hjj werd overdag op straat, in
de nabijheid nog wel van een politie-bn-
reau, aangevallen en door een dolksteek
doodeljjk gewond. De moordenaar wist ook
nu, even als bij den moord op S t a m b o e-
1 o f f te ontkomen.
Da Duitsche bladen vinden in dezen
tweeden moord aanleiding tot heftige aan
vallen tegen vorst Ferdinand. Het
Berliner Tageblattt beschuldigt de Bulgaar-
sche regeering van haar gezag Diet te kun
nen handhaven.
Vorst Ferdinand zal met zgne vronw
Maria Louisa van Panna en prins
Boris den II Augustus a. s. naar zjjn
land terngkeeren. Aan een journalist, da
coirespondect van de Matin heeft Fer
dinand verteld, dat da Bulgaarsche re
geering niet betrokken is in de moordge
schiedenissen, maar hg beschuldigde den
vermoorden Stamboeloff waaraan hg
zgn kroon te danken heeft, dat de oproe
rige beweging in Macedonië uitslnitend te
wijten is aan de bemoeiingen van Stam
boeloff, die tijdens zgn ministerschap
de Maeedooiërs steeds tegen de Porte op-
bruikt«Liever slecht dan arm//, wat toen uit
den mond van den rijken man koddig geklon
ken had en waarover veel gelachen werd. Het
vervaardigen van den kleinen schedel scheen
ook een gevolg der scherts, die men daarover
gemaakt had. Later had hij den jongen
zwerver uit 't oog verloren, hij wist met of
hij weer te Berlijn geweest was en wat hij an
ders bedreven had. Eerst de ontdekking van het
schrift op den ivoren schedel had hem weer
den persoon voor den geest geroepen, die ge
noemde zegswijze steeds bezigde; de beschrijving
die Erna en Treuenfeld van den verdachten
reiziger gegeven, had ook op hem gepast; niet
tegenstaande had hij zijn vermoeden niet dur
ven bekend maken.
Hij had zich tegen de gedachte verzet, dat
een mensch van zulken stand zoo diep zinken
kon.
«Men gelooft het toch van Benno Treuenfeld,//
zei Erna op verwijtenden toon.
„Maar men houd hem niet voor een roof
moordenaar», antwoordde Wecker; „dat kan ik
niet gelooven.//
//Van een mensch, wiens devisie luidt: «Lie
ver slecht dan arm», geloof ik alles», verklaarde
de Inspecteur //maar gij hebt toch recht ge
handeld; ik geef ook de voorkeur aan posi
tieve zekerheid?»
„Waar zullen wij den misdadiger vinden?»
vroeg Erna.
„Wij kunnen de ontdekking aan de crimi-
neele rechtbank te Gmededeelen en dier
hulp inroepen; ik vind het echter beter, dat wij
in het geheim zoeken», meende de Inspecteur.
zette, met het doel om hem, den Vorstin
moeiljjkheden te brengen.
Bij de terugkomst der Bulgaarsche depu
tatie van St. Petersburg te Sofia, heeft de
metropolitaan Clement op het balkon
van zgne wonÏDg staande naast den minis
ter-president S t o 1 o f f, eene redevoering
gehouden waarvan de slotsom was, dat Rus
land betverledeo had vergeten. Tevens ver
zekerde bij, dat de deputatie Daar St. Pe
tersburg wai gezonden overeenkomstig den
wensch van den Vorst, de Regeering eu
het Bulgaarsche volk.
Italië.
Te Genoa is het bankiershuis T r a t e 11 i
Bin gen voor ongeveer 40 jaren geleden
opgericht door (nu wglen) Maximiliaau
Bingen en Adolf Binge n, afkomstig
uit Bonn, met een tekort van minstens 4
millioen lire er onder door gegaan. Deze
firma stond met de meeste voornaamste
Europecsche bankinstellingen en bankiers
firma's in relatie. Men vreest in Italië dat
ook andere faillisementen zullen volgen.
Hetscbgnt dat, behalve reusachtige benrs-
engagementeD,B i n g e n ook op hnnne bui-
tonlaudfche correspondenten belangrgke
cheques hebben afgegeven en de tegen
waarde daaivan in ontvaugst hebben ge
nomen, maar zonder voor de noodige dek
king te zorgen, en verscheidene Engelsche
Duitsche en Fransehe banken zgn aldus bg
de catastrophe voor aanzienlijke bedragen
geïnteresseerd.
Tegen alle protesten in heeft koning
Umberto aan den Burgemeester van
Rome medegedeeld, dat het Hof 20 Septem
ber e. k., den dag waarop de Italiaansche
troepeu Rome als overweldigers binnentrok
ken, feesteljjk zal berdenken. De geheele
Hofhouding zal meedoen aan het vergui
zen vao Z. H. den Paus, die op 20 Sep
tember 1870 vbd zgn Staten werd beroofd,
door een gewetenloos gouvernement onder
Victor Emanuel, 's konÏDgs vader,
daartoe aangezet door de vrjjmetselarjj.
Frankrijk.
Te Douai is een anarchistische aanslag
gepleegd op den mijn-ingenieur V u i 11 e-
m i n. Hg herdacht zjjn 50-jarigen ambts
tijd, toen bg het uitgaan der kerk een anar
chist een pistoolschot op den Jubilaris loste,
dat hem in de wang trof, zonder dat het
schot zgn leren in gevaar heeft gebracht.
De moordenaar wilde na het schot gelost
te hebben eene bom onder de feestvierenden
werpen, het projectiel ontplofte echter,
voor dat hg zgn voornemen ten uitvoer
„Denkt gij hem te vinden?»
//Zoo gij mij vrij spel laat, genadige vrouw,
sta ik er borg voor."
„Ik vertrouw u. Slechts een behoud ik mij
voor; waar gij ook heen reist, ik vergezel u."
„Daar heb ik niets tegen", antwoordde Wec
ker en inziende dat elke tegenkanting vergeefsch
zou zijn, willigde hij in.
Dank de rijke geldmiddelen, die Erna ter
beschikking stellen kon, en de wenken en dra
den, die de Inspecteur in handen had, was het
spoor van den misdadiger spoedig gevonden,
mevrouw Von Rehfeld en Schwarz reisden voor
eerst naar Weenen, waar hij zooals zij vernamen,
nog steeds op grooten voet geleefd bad; doch
men hield zijne financiën reeds lang uitgeput.
Men kon vast aannemen, dat hij op dien
namiddag met den sneltrein uit Weenen ver
trokken was; na weinige dagen was hij daar
weer teruggekeerd en had hij een bankier te
gen Oostenrijksch bankpapier, Eransch goud
gewisseld, waarmee hij zich naar Parijs begaf.
De vervolgers reisden hem na; Schwarz stel
de zich met de Parijsche politie in verbinding
en men vond 't spoor van den gezochte, hij
zelf was echter voor enkele dagen vertrokken.
In 't hotel waar hij woonde, had hij gezegd, dat
dat hij naar Brussel ging en kon men uit alles,
wat hij verteld had afleiden, dat hij ook Ostende
bezocht.
{Wordt vervolgd.)
HttRiitisnimirimi.
ABONNEMENTSPRIJS
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.