No. 2319.
Zondag 41 Augustus 1895.
20ste Jaargang
agite ma non agitate.
Het nieuwe Personeel.
Fantasietjes.
BUITENLAND.
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem.
Zij zoekt den schuldige
Italië.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlemf
Yoor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERD AG.
Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS.
MNXIENDKAT
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 1—6 regels.
Elke regel meer
50 Cents.
VL
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en V r ij d a g-a v o n d
voor 6 uur ingewacht.
Hoofdagenten voor liet BuitenlandCompagnie Générale de Publicitè Etrangère
G. L. DA UBE f Co. JOHNF. JONES, Succ., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre
Wegens den Feestdag van O. L. Vrouwe
Hemelvaart zal de NIEUWE HAARLEM-
SCIiE COURANT in plaats van Dinsdag,
Woensdag a. s. in het groote formaat worden
uitgegeven. Het dan volgend nummer verschijnt
Zaterdag, 17 Augustus e. 7c.
Met prjjzenswaardi'gen spoed heeft de
Tweede Kamer het wetsontwerp der Re
geering tot herziening der belasting op
het Personeel ia de afdeelingen onder
zocht, zoodat reeds in de afgeloopen week
het Voorloopig Verslag het licht heeft
gezien.
Deze spoed was overigens wel noodza
kelijk, indien zou kunnen worden voldaan
aan den wensch van de Regeerirg om
de nieuwe regeliüg den len Januari 1896
in te voeren.- Maar ook met het oog op het
verband, dat de nieuwe belasting op het
Personeel zal hebben met de door deRe-
geering aanhangig gemaakte Kieswet was
het noodig, dat de Vertegenwoordiging
eerst de bedoelde belastingwet afhandelde
om zich daarna met het kiesrecbtviaag-
stnk te gaan bez:g houden.
Over dat verband tusscfaen de belasting
op het Personeel en het Kiesrecht werd
in de afdeelingen dtr Kamer over het al
gemeen niet ongunstig gedacht. Het spreekt
van zelf, dat de volstrekte tegenstanders
van het vei binden van kiesgerechtigbeid
aan belastingbetaling liever de beide ont
werpen tegelijkertijd balden behandeld
geljjk dan ook in het Voorloopig Vei s'ag
wordt te kennen gegeven zoodat zij over
beide ontwerpen la mort sans phrases zou
den kuDnen uitgesproken h 'oben, maar
zeer terecht werd daartegen opgemerkt
dat de regeling van het personeel in geen
geval afhankelijk kan zgn van die van
het kiesrecht. Elk ontwerp staat fntelgk
op zich zelf en dient dus naar zijn inner
lijke waarde te worden beoordeeld.
Enkele opmerkingen ia het Voorloopig
Verslag over het ontwerp op het Perso
neel gemaakt, zijn naar onze meening
voor onze lezers e iet van belang ontbloot.
Het belasting-betalen is voor de meesten
toch lang geen onverschillige zaak en,
hoewel over het algemeen de belasting
wetten weinig intereisaute gezichtspunten
opleveren, verdient toch vooral het begin
sel waarop de Personeel© belasting van
den Minister Spreuger van Ejjk
berust, zeer de aandacht.
Wjj wezen 6r reeds vroeger op, dat de
Minister van Financiën bet er op heeft
toegelegd om het Personeel te maken tot
eene verteringsbelasting.Daartegen hadden
eenige leden principieel bezwaar. Zjj ach
ten het niet billijk en niet practisch om
iemand, die zjjne inkomsten aennutte der
mqatsciiappg verteert, als het ware bp
wjjze van straf wegens die verteringen te
belasten en daarentegen d ngene, die zoo
weinig mogelgk verteert, vrjj te laten.
Het doen van verteringen behoorde huns
inziens niet op die wijze te worden tegen
gegaan. Hiertegenover was men nagenoeg
aigemeen van meening,dat zulk eene be
lasting niet kon worden gemist, hoewel
er veil verschil van gevoelen bestond
over de vraag, of zulk eene belasting van
wege de Gemeenten zou behooren geheven
te worden.
FEUILLETON.
24.
(Vervolg
//Laat mij maar aan mijn lot over,// gaf hij
Wecker ten antwoord, //'t helpt immers niets.
Men wil mij schuldig vinden en men zal mij
veroordeelen//.
//Maar zco wij dan den moordenaar ter plaatse
brengen?-/
//Ik vrees, ook dat zou niet helpen, men
zal mij dan voor zijn medeplichtige verklaren,//
antwoordde Benno met hoon.
Maar zij zullen hem niet vinden.'/
//Ik hoop dat zij hem vinden en zelfs zoo
dit niet is hebben wij dan niet bewijzen voor
't bestaan van den moordenaar".
//Bewijzen van een gevangene//, sprak Benno
schouderophalend, //men zal ze niet geldig
oordeelen.//
//Ik zal ze wel geldig weten te maken//.
//Het zal u niet helpen; ik heb maar eene
hoop
//Welke
//Dat men mij ter dood veroordeele en 't
vonnis maar spoedig nitspreke//.
//Zoo scherp schieten de Pruisen toch niet//,
schertste Wecker, //hou moed, manl Wie al met
zooveel tegenspoed te kampen heeft gehad en
steeds overwonnen heeft, moet niet verzaken;
Dit laatste (hoewel een zeer belangrijk
punt,) in het midden latende, meenen wjj,
dat de Minister een verstaDdigen weg
heeft ingeslagen met aan het Wetsontwerp
het karakter van eene verteringsbelasting
te verleenen. Daardoor toch zal door een
ieder worden betaald aan den fiscus,
naar mate hg van zijn geld of goederen
geniet. Degene, die om geen belasting te
betalen, ook zoo weinig mogelgk verteert,
heeft geen genot van zgn rgkdom en dat
hg dan ook minder betaalt, heeft hg zich
verworven ten koste van versehiilende ge
nietingen, welke hg thans moet missen.
Het is echter eene vraag, of bij de aan
wijzing der grondslagen voor de Dieuwe
Personeele Belasting juist die zijn aan
genomen, welke als de meestj geschikte
moeten beschouwd worden. Zoo konden
vele lieden zich niet vereenigen met den
grondslag haardsteden, in het bgzonder,
waar de Minister den grondslag deuren
en vensters bad doen vervallen. Het schijnt
ook in ocs oog eene inconsequentie om,
waar laatitgenoemae grondslag is ver
dwenen, aan eerstgenoemde te bljjven vast
houden. Beide gronds'agen bezitten het
zelfde karakter en leveren geljjken maat
staf op voor de beoordeeling der gegoed-
beid van de belastingschuldiger. Wel
worden niet de haardsteden belast, die men
io eeu bu s heeft en wenscht de Minister
uitsluitend te treff«n die haardsteden, welke
worden gebruikt, maar men behoeft niet
scherpzinnig te wezen om in te zier, dat
deze onderscheiding in de practgk heel
wat bezwaren zal opleverer.
In het stelsel van den Minister had
dus de haaidsteden-belasting, evengoed
als die der deuren en vensters, moeten
vervallen. Doch dan zou de nieuwe Per
soneele Belasting nog minder opbrengen
dan van baar thans wordt verwacht. Na
rteds raamt de Minister, dat het nieuwe
Prrsoneel 2 miilioeu gulden minder zal
opleveren, en (gelijk men weet) heeft hij
in eene verhoogiDg der successiebelasting
het equivalent voor die mindere opbrengst
trachten te vinden. Ware nu de grond
slag haardsteden ook vervallen, dan zou
de opbrengst vau het nieuwe Personeel
nog geringer zjjn geweest.
Dit is volkomen waar, doch men moet
niet voorbijz'eo, dat er nog wel andere
zaken zgu te belasten dan de Minister
thans heeft voorgatteid, in het bgzonder
wanneer men wil vasthouden aaa het ka
rakter vau verteringsbelasting. Zoo wer
den ia de Afdeelingen der Kamer ver-
sohilleude andere grondslagen genoemd,
als rjjwielen, rjjtuigeD, voor zoover zij niet
bestemd zjjn lot uitoefening van beroepen
of bedrgven; pleizlervaartuigen; piano's
biljarten in woningen vau bjjzondere per
sonen; honden, bu ten een bedrjjf gehou
den; speelkita'tcn; wapens op portieren
vau rijtuigen en ook eene reisbelasting.
Zonder nu onze onverdeelde instemming
met alle hiergenoemde, voor belasting
vatbare artikelen te wiilen betuigen, valt
het niet te ontkennen, dat nit deze wel
eene keuze zou kunnen gedaan worden om
de voorgestelde regeling van het Personeel
te vermeerderen met een paar grondslagen
die wal degeljjk in het kader der wet
passen.
Natunrlgk halen de liberale en radicale
verloren is hij alleen, die zich zelf verlo-
loren geeft."
Benno antwoordde alleen door een diep
zuchten en verzonk opnieuw in een diep ge
peins, waaruit hij moeielijk en slechts voor
korten tijd ontwaakte.
Ook den morgen waarop de publieke te
rechtzitting zou plaats hebben, was hij met ge
wone onverschilligheid van zijn bed opgestaan,
harl zich gekleed, toen mechanisch het ontbijt
gebruikt en het oogenblik verwacht, waarop
men hem naar de gerechtszaal zou brengen.
Maar dit oogenblik liet zich lang wachten; de
uren verliepen zonder dat iemand kwam.
Benno wachtte eerst onverschillig, geduldig;
maar hoe meer tijd er verliep, des te onrus
tiger, des te zenuwachtiger werd hij. Hij luis
terde naar elk gedruis, elk geritsel in de
gangen en meende veel heen- en weerloopen,
veel spreken en roepen te hooren; hij hoorde
stappen bij de deur; hij sprong op maar
zonk teleurgesteld weer neer, zij gingen voorbij.
Yan den kerktoren in de buurt hoorde hij
elk kwartier slaanals een leeuw in zijn kooi
zoo wandelde hij in zijne cel op en neer.
//Waarom komt men niet?// sprak hij, //waar
om dit vreeselijk, dit ontzettend uitstel!//
//11c had mijne zeiiuwen gestaald ik wilde de
gapende nieuwsgierige menigte verachting too-
nen, maar ik voel het de laatste kracht der
verachting, van trots verlaat mij; ik word
moedeloos, de krachten begeven mij, ik word
bewuste'ooslv
Als gevoelde Benno Treuenfeld deze onmacht
reeds naderen, zoo zonk hij steunend op een
financiers over d8ze «kleine» middelen
glimlachend de schouders op. Zg kuuncn
er zich niet mede vere8Digen omdat hun
ideaal, eene algemeens inkomstenbelasting
daardoor wtdsr op den achtergrond taakt.
Het liefst zouden zij waarsebgulgk eeu
totaal fiasco van alle belasting-wetten zien,
om dan zooveel te meer op het noodza
kelijke der invoering van eaue Rijks-in
komstenbelasting te kunnen wgzeo.
Zulk eene belasting-polit'ek verdieut
echter in de hoogste mate afkeuring. De
belastingen, welke aan een volk worden
opgelegd, moeten twee voorname eigen
schappen bezitten, ramelgk zg behooren
rechtvaardig en weinig drukkend te zjjo.
Ea nu valt het niet te ontkennen, dut
eene belasting van tal van luxe-artikelen,
als daar evan zgn genoemd, niet slechts
rechtvaardig, maar ook weia'g drukkend
moet geacht worden,bet,geen van eene al-
gemeene inkomstenbelasting door ons niet
zoo grif zal woideo toegegeven.
Iudien men instemt met het karakter
van veitsrings-belasting, aan de nieuwe
regeling van het Personeel gegeven, dan
moet men consequent zich ook kunnen
vereenigen met de heffing vau eens belas
ting op verschillende artikelen, die uit
sluitend tot weelde of vermaak dienen.
Wg golooven niet, dat bg het inslaan
van dezen weg door de gegoeden minder
artikelen van dien aard zou ien worden
aangeschaft en dus nadeel zou worden
toegebracht aan de rrijverheid, maar wel
zgu wg de meeciug toegedaan, dat in
dit geval werkelijk zou gesproken kan
nen worden van eene ontheffing van deu
middenitund, geljjk thans ook wordt gc-
z'gd, dat zal geschieden bg de invoering
van het Regteringsontwerp.
Hoe dit evenwel zg, wg hopen, dat de
versteikmg van 'sRyks middelen, door de
Rsgeeriug voorgesteld, op zoodanige wjjze
zal worden tot stand gebracht, dat de
belastingbetalende.!, die reeds op zware
lasten zitten, niet nog zwaarder zullen
worden gedrukt, en voorts, dat de groote
tnoeilgkheden, welke de fir aucieele quaes-
tie oplevert, RegeerÏDg en Volksvertegen
woordiging er toe mogen leiden om bg
het bfstaden van 's lands geld da metst
mogelijke zuinigheid te betrachten.
ii.
Wel, wel, wat schettert die Maasbode
vau 27 Juli tegen dat onuoozel artikeltje
in De Katholieke Gids over Thomas
van Kempen! Ze verg-lijkt het met
een Pransch versje dat op nonsens geba
seerd is en van nousens aan elkaar hangt;
als wat De Katholieke Gids schrjjft daar
mee geljjk staat, is 't ook niet noodig, dat
men er zoo vinnig tegen te velde trekt;
maar dat nu nog daargelaten, wat betee-
kent dan al dat geschetter? De Maasbode
zegt: «Als de Hollandismeu italismen
kunnen zgn, is hst nog niet bewezen, dat
zij het inderdaad zgo, en een Hollander
het boek niet kan geschreven hebben.»Maar
voor zoover ik zien feaD, zegt Robertus
Pullus in zjjn Gids-artikeltje ook niet,
dat een Hollander de Imitatio niet kan
Ingezonden.
stoel en sloeg de handen voof het gezicht.
//Eindelijk! eindelijk!// riep hij opspringend.
Wederom had hij schreden en stemmen ver
nomen en ditmaal zag hij zich niet bedrogen.
Zij hielden voor zijne cel stil, de sleutel knarste
in het slot, de deur draaide in de hengsels,
Benno trad den binnentredende eene schrede
tegemoet maar week met een kreet terug.
Bij de deur stond Erna.
//Benno!// riep zij, op hem toespringende;
maar hij weerde haar af. «Is het reeds zoover
met mij gekomen, hallucinaties!// steunde hij.
//Ik wist immers dat ik waanzinnig zou wor
den
De jonge vrouw wierp door schrik be
vangen eenen blik op haren begeleider, die haar
in de cel gevolgd was; dan wendde zij zich
met eene uitdrukking vol liefde en medelijden
tot den oDgelukkigen vriend en sprak met eene
stem, wier klank de booze geesten bezweren
moest:
//Bezin u Benno, 't is geen droom; ik, Erna
ben 't die voor u staat. En ik kom niet alleen
vervolgde zij, daar hij haar nog altijd onge-
loofelijk bleef aanstaren, „daar is ook onze
vriend Wrecker.//
//Ik begrijp," zei Benno, terwijl hij de hand
van 't voorhoofd nam, met dolle stem. //Gjj
komt heden om mij naar de gerechtszaal te
halen; gij wilt mij dien mocielijken gang niet
alleen laten doen. Ik dank u, ik wacht al
I lang.//
I Hij reikte Erna de eene hand en Wecker
j de andere en wilde naar de deur gaan; maar
de advocaat hield hem terug.
geschreven hebben of dat ze van eea Ita
liaan zou zijn. En dan over die Bloem
lezing. De verg lij king met Voudel gaat
niet on, want wat «op openbare scholen»
van Voudel gelezen wordt, is geen bloem
lezing uit zijne we.ken, maar eeeeverza-
meling van die gedichten, welke voor de
le/rlingen eener school geschikt en te be
vatten zij-; eene bloemlezing nit Vondels
werken zou te hoog zgn voor schoolge
bruik. Zulk eene verzameling bevat dan
ook gewoonlgk niet het beste, wat de au
teur heeftvoortgebracht; wat bjj eene
bloemlezing wè! 't geval behoort te zgo;
Dat nu de Imitatio in de door Pullus
bedoelde bloemlezing niet is opgenomen,
zou, mjjns inziens, juist een bewjjs voor
de waarheid zij eer bewering zg'e.
Eu is dat geen inconsequentie? Eertt
durft Putins (altijd volgeus de Maas-
bode) niet beweren, dat de Imitatio niet
vanT horna s vanKempen is en later
schrijft hg (ook alweer volgens die Con-
rant) dat Thomas van Kempen niet
de schrijver, maar de kopiïst is. Wanneer
Robertus Pullus dit werktlgk ge
schreven had, zou hij zieb-zelf tegenspre
ken, doch in 't ander geval heeft men bier
weer een heel weinig steekhoudend argu
ment van de Maasbode.
Om kort te gaaD, de Maasbode geeft
geen enkel doorslaand bewjjs en spreekt
zieb-zelve bovendivn nog telkens tegen
zoo ook hier«Pullus vraagt: is T h o-
mas van Kempen warkeljjk de schrjj-
ver der Navolging en antwoordt dan in
een 50-tal regels ontkennend»; dat is, dunkt
me bes'isf genoeg. Eu wat verder beweert
de Maasbode dat Pullus niet durft zeggen,
dat T h o m a s de schrjjver niet is.Dat is met
elkaar in tegenspraak! Wie de schrgver
der Imitatio is, weet ik natuurlijk ook
niet, uiaar Jat artikel iu de Maasbode Ve-
teekent, mg dunkt, niets. «Afbreken» is de
titel van het Rotte-ops'e', doch van 'fc Gids-
opstel af te breken is natuurlgk geen
sprake.
Nog iets. De Maasbode schrgft: «Na
tuurlgk zulleu er hier en daar oppositie
geesten gevonden worden, die in de handen
kloppen en jubelend uitroepen: Neen, cesn,
Thomasa Kempis heeft de Imitatio
niet geschreven, foi de Pullus!»
Een oppositie-geest ben ik niet hè,
die nare geesten! maar wel klap ik in mgn
banden. En waarom? Omdat Pullus
den moed heeft openlgk te zeggen wat ik
allang in mgn binnenkamer voor de waar
heid hield. Ook roep ik uit: Neen, ceeu,
Thomas a Kempis heeft de Imitatio
niet gfschreven! Doch ik doe dat niet
«jubelend» en ook niet «foi de P u 11 u s.»
Eiudigend wil ik nog over eeu paer
uitdrukkingen van onze Roiterdamsche
vriendin mgn gevoelen zeggen. Zg schrgft:
«Nu is applandisseeren al zeer gemak
kelijk.» Gemakkelgk? Ja, als men een bart
heeft, en dan wordt het werkeljjk eene be
hoefte, doch in het tegenovergesteld geval
is het zeer moeiljjk. Ik geloof dat de Maas
bode in deze zaak wel een woordje zon
kunnen meespreken. Ongetwijfeld kent zg
dit moeten we natunrlgk veronderstel
len, anders zgn we n:et beleefd de vol
gende uitspraak van een veel gelezen
schrgver. II faut que les grands hommes
et les grands idees aient leur public qui
//Bedaard, bedaard, vriendje, met de gerechts
zitting heeft 't geen haast."
//Is zij uitgesteld?//
//Ja, tot op een nooit komenden dag; me
vrouw Von Rehfeld heeft mijn roemrijk plei
dooi onnoodig gemaakt!''
Nog altijd vol twijfel, keek Benno van de
een naar den anderen, maar reeds hrak gelijk
eene zonnestraal, de lang teruggehouden hoop
door.
//Erna, Wecker, gjj knnt niet zoo wreed
schertsen, wat brengt hij?//
De //vrijheid!// riep de advocaat juichend.
«De vrijheid// sprak Erna weenend. fUwe on
schuld is bewezen, de ware moordenaar ge
vonden en tot bekentenis gebracht.//
//Door u! Erna door u!// Meer kon hij niet
zeggen.
Zijne heide handen vattende en aan haar
liart drukkend, antwoordde Erna liefdelijk er
zacht: //Voor u en voor mij!"
Het binnentreden van den Rechter, die 't
onderzoek tegen Benno Treuenfeld geleid had,
onderbrak de hartroerende scène; bij kwam
om hem in alle vormen zijn ontslag uit de
gevangenis mede te deelen en deed dit vol
schaamte. Hij zag nu in, dat hij vol blinden
ijver gehandeld en in de meening, dat Treuen
feld de moordenaar was, alle onderzoek naar
den waren misdadiger verzuimd had.
Er moest nog aan enkele formaliteiten vol
daan worden en Benno kon de plaats verlaten,
waar hij vier weken lang onder een vreeselijke,
onteerende aanklacht gesmacht had.
Wecker en Erna hegeleidden hem in triomf
comprend s'il pent, et qui applaudit tou-
jours. Van haar te eischen dat ze een
groot man begreep, gaat Dstuurljjk niet
aan, doch waarom niet toegejuicht? Ocb,
ik voor mij geloof, dat zoo'n krant, zou'n
papieren ding geen hart heeft.
Nog vraagt de Rotterdansche: «Waar
om wederi gt Pa 11 as pater Allard
niet, alvorens met een afgeziagd argu
ment voor den dag te komen?» Wel, al
thans voor zoover ik z"en kaa, argumen-
tiert Pullus heelemaal niet, doch spreekt
eenvoudig zgn gevoelen nit.'tSchgntechter
dat als men de eer heeft mst de Maasbode
van gevoelen te verschillen, men dan ter
stond door HaarEdele voor dol wordt ver
klaard. «Is het ook dol?» roept ze triom-
faukelgk uit. Of is zoo'n uitval soms in
het oog der Maasbode een argnment?
Best mogelglr, maar dan ben ik toch zoo
vrg te zeggen dat ik nog niet ganech en
al overtuigd ben. «Is het ook dol Ja,
wie i3 er nu eigenlgk dol? Saw.
Het Italiainsebe expeditie-leger heeft
het in Oost-Afrika hard te verantwoorden,
zoodat de Regeering het hoog r.oodig acht
haar strgdkrachten aldaar te versterken.
Tot dat doel is door de ministers O r i s p i
en M o c e n n i aan generaal B a r a t i e r i
volmacft gegeven tot het uitrusten van
een legercorps vaa 20,000 manschappen.
Dit leger zal bestaan uit 5000 Italianen,
8000 geregelde inlandsche troepen en 7000
inlanders, die nog moeten worden aange
worven.
Generaal B a r a t i e r i zal echter niet
tot dan aanval overgaan, maar zich er toe
bepalen, den aanval af te weren 'der Abes-
simë'S, indien deze daartoe in het najaar
nog mochten besluiten.
Als hst waar is wat de telegraaf ons
als ee. e verrassing breagt, dan sluit de be-
grootiog van deu Minister van Financiën
in Italië met een batig slot van 9.500.000
lire. De begroot'mg vaa het vorige jaar
sloot meteen tekort van 137.000.000 lire.
A's de Minister van Financiën zich na
maar niet verrekend heeft, want zoo iets
gebei.rt wel meer in hetéene Italië, waar
dag iu dag uit de grootste ficancieele te
leurstellingen plaats vinden.
De Italiaansche regeering kan n:et eens
eone subsidie verleenen, tot het boren van
een tunnel door deu Simplon gelijk r\j den
Zwitserschen Gezant verklaard heeft, Zg
wil de stad Milaan en andere Noord-
Italiaanscbe steden, die bg deze nieuwe
spoorljjn belang hebben, «gaarne toestaat»
de onderneming te snbsk iëeren, maar zelve
is zg wegens den financitelen toestand
des lands niet in staat, daartoe bgiragen
te verleenen zooals bg den aanieg van
den Gothard-tnnnel.
Zulk een getuigschrift van onvermogen
zichzelven nit te reiken, moet toch voor
het «glorierjjkc» eene Italië Diet pleizieng
zjjn, al bluft thans een Minister van Finan
ciën over den gunstiger financieelen toe
stand van het land. Verstandige mtnschen
en kenners van zaken trekken eenvoudig
do schouders op, over de verraising door
deu Minister gebracht.
naar de woning der laatste; maar zij moesten
een gesloten rijtuig nemen en zijstraten inslaan,
want de opgewonden menigte drong zich om
het gerechtsgebouw en was nieuwsgierig om
Benno Treuenfeld té zien; 't was niet te voor
zien, wat men in den eersten vreugderoes met
denzelfden man doen zou, dien men voor een
uur nog als moordenaar gevloekt had en nu
tot in de wolken verhief.
De zitting van 't Gerechtshof was door den
President geopend en terstond weder gesloten
met de verklaring, dat de behandeling heden
niet zou plaats hebben daar men den waren
moordenaar van den heer Von Rebftld gevon
den en deze alles bekend had, dientengevolge
was de dusverre beschuldigde heer als vol
komen onschuldig bevonden en zooeven in
vrijheid gesteld. De President rekende het
zich tot plicht voor den zoozeer in zijn eer en
goeden naam gekrenkten deze verklaring pu
bliek te doen en de luide bijvalsbetuiging, die
zijne rede beantwoordde bewees, hoe hij het
ware hart getroffen had.
Het onderzoek-tegen Theodor Günther nam
niet veel tijd in beslag,
De ellendige was naar geest en naar lichaam
al te diep gezonken om tegenover den Rechter
zijn onschuld langer vol te houden. Na eenige
vergeefsche pogingen de feiten te loochenenlegde
bij reeds te Ostende eene volle bekentenis af. Met
eene door de justitie afgegeven protocol was
Erna onmiddellijk vertrokken en reeds enkele
uren voor de opening der gerechtszitting te
Gaangekomen. Vergezeld van Wecker
spoedde Zij zich mar den President der recht;