No. 2319. Zondag 41 Augustus 1895. 20ste Jaargang agite ma non agitate. Het nieuwe Personeel. Fantasietjes. BUITENLAND. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. Zij zoekt den schuldige Italië. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlemf Yoor de overige plaatsen in Nederland franco per post Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERD AG. Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS. MNXIENDKAT PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 1—6 regels. Elke regel meer 50 Cents. VL Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en V r ij d a g-a v o n d voor 6 uur ingewacht. Hoofdagenten voor liet BuitenlandCompagnie Générale de Publicitè Etrangère G. L. DA UBE f Co. JOHNF. JONES, Succ., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre Wegens den Feestdag van O. L. Vrouwe Hemelvaart zal de NIEUWE HAARLEM- SCIiE COURANT in plaats van Dinsdag, Woensdag a. s. in het groote formaat worden uitgegeven. Het dan volgend nummer verschijnt Zaterdag, 17 Augustus e. 7c. Met prjjzenswaardi'gen spoed heeft de Tweede Kamer het wetsontwerp der Re geering tot herziening der belasting op het Personeel ia de afdeelingen onder zocht, zoodat reeds in de afgeloopen week het Voorloopig Verslag het licht heeft gezien. Deze spoed was overigens wel noodza kelijk, indien zou kunnen worden voldaan aan den wensch van de Regeerirg om de nieuwe regeliüg den len Januari 1896 in te voeren.- Maar ook met het oog op het verband, dat de nieuwe belasting op het Personeel zal hebben met de door deRe- geering aanhangig gemaakte Kieswet was het noodig, dat de Vertegenwoordiging eerst de bedoelde belastingwet afhandelde om zich daarna met het kiesrecbtviaag- stnk te gaan bez:g houden. Over dat verband tusscfaen de belasting op het Personeel en het Kiesrecht werd in de afdeelingen dtr Kamer over het al gemeen niet ongunstig gedacht. Het spreekt van zelf, dat de volstrekte tegenstanders van het vei binden van kiesgerechtigbeid aan belastingbetaling liever de beide ont werpen tegelijkertijd balden behandeld geljjk dan ook in het Voorloopig Vei s'ag wordt te kennen gegeven zoodat zij over beide ontwerpen la mort sans phrases zou den kuDnen uitgesproken h 'oben, maar zeer terecht werd daartegen opgemerkt dat de regeling van het personeel in geen geval afhankelijk kan zgn van die van het kiesrecht. Elk ontwerp staat fntelgk op zich zelf en dient dus naar zijn inner lijke waarde te worden beoordeeld. Enkele opmerkingen ia het Voorloopig Verslag over het ontwerp op het Perso neel gemaakt, zijn naar onze meening voor onze lezers e iet van belang ontbloot. Het belasting-betalen is voor de meesten toch lang geen onverschillige zaak en, hoewel over het algemeen de belasting wetten weinig intereisaute gezichtspunten opleveren, verdient toch vooral het begin sel waarop de Personeel© belasting van den Minister Spreuger van Ejjk berust, zeer de aandacht. Wjj wezen 6r reeds vroeger op, dat de Minister van Financiën bet er op heeft toegelegd om het Personeel te maken tot eene verteringsbelasting.Daartegen hadden eenige leden principieel bezwaar. Zjj ach ten het niet billijk en niet practisch om iemand, die zjjne inkomsten aennutte der mqatsciiappg verteert, als het ware bp wjjze van straf wegens die verteringen te belasten en daarentegen d ngene, die zoo weinig mogelgk verteert, vrjj te laten. Het doen van verteringen behoorde huns inziens niet op die wijze te worden tegen gegaan. Hiertegenover was men nagenoeg aigemeen van meening,dat zulk eene be lasting niet kon worden gemist, hoewel er veil verschil van gevoelen bestond over de vraag, of zulk eene belasting van wege de Gemeenten zou behooren geheven te worden. FEUILLETON. 24. (Vervolg //Laat mij maar aan mijn lot over,// gaf hij Wecker ten antwoord, //'t helpt immers niets. Men wil mij schuldig vinden en men zal mij veroordeelen//. //Maar zco wij dan den moordenaar ter plaatse brengen?-/ //Ik vrees, ook dat zou niet helpen, men zal mij dan voor zijn medeplichtige verklaren,// antwoordde Benno met hoon. Maar zij zullen hem niet vinden.'/ //Ik hoop dat zij hem vinden en zelfs zoo dit niet is hebben wij dan niet bewijzen voor 't bestaan van den moordenaar". //Bewijzen van een gevangene//, sprak Benno schouderophalend, //men zal ze niet geldig oordeelen.// //Ik zal ze wel geldig weten te maken//. //Het zal u niet helpen; ik heb maar eene hoop //Welke //Dat men mij ter dood veroordeele en 't vonnis maar spoedig nitspreke//. //Zoo scherp schieten de Pruisen toch niet//, schertste Wecker, //hou moed, manl Wie al met zooveel tegenspoed te kampen heeft gehad en steeds overwonnen heeft, moet niet verzaken; Dit laatste (hoewel een zeer belangrijk punt,) in het midden latende, meenen wjj, dat de Minister een verstaDdigen weg heeft ingeslagen met aan het Wetsontwerp het karakter van eene verteringsbelasting te verleenen. Daardoor toch zal door een ieder worden betaald aan den fiscus, naar mate hg van zijn geld of goederen geniet. Degene, die om geen belasting te betalen, ook zoo weinig mogelgk verteert, heeft geen genot van zgn rgkdom en dat hg dan ook minder betaalt, heeft hg zich verworven ten koste van versehiilende ge nietingen, welke hg thans moet missen. Het is echter eene vraag, of bij de aan wijzing der grondslagen voor de Dieuwe Personeele Belasting juist die zijn aan genomen, welke als de meestj geschikte moeten beschouwd worden. Zoo konden vele lieden zich niet vereenigen met den grondslag haardsteden, in het bgzonder, waar de Minister den grondslag deuren en vensters bad doen vervallen. Het schijnt ook in ocs oog eene inconsequentie om, waar laatitgenoemae grondslag is ver dwenen, aan eerstgenoemde te bljjven vast houden. Beide gronds'agen bezitten het zelfde karakter en leveren geljjken maat staf op voor de beoordeeling der gegoed- beid van de belastingschuldiger. Wel worden niet de haardsteden belast, die men io eeu bu s heeft en wenscht de Minister uitsluitend te treff«n die haardsteden, welke worden gebruikt, maar men behoeft niet scherpzinnig te wezen om in te zier, dat deze onderscheiding in de practgk heel wat bezwaren zal opleverer. In het stelsel van den Minister had dus de haaidsteden-belasting, evengoed als die der deuren en vensters, moeten vervallen. Doch dan zou de nieuwe Per soneele Belasting nog minder opbrengen dan van baar thans wordt verwacht. Na rteds raamt de Minister, dat het nieuwe Prrsoneel 2 miilioeu gulden minder zal opleveren, en (gelijk men weet) heeft hij in eene verhoogiDg der successiebelasting het equivalent voor die mindere opbrengst trachten te vinden. Ware nu de grond slag haardsteden ook vervallen, dan zou de opbrengst vau het nieuwe Personeel nog geringer zjjn geweest. Dit is volkomen waar, doch men moet niet voorbijz'eo, dat er nog wel andere zaken zgu te belasten dan de Minister thans heeft voorgatteid, in het bgzonder wanneer men wil vasthouden aaa het ka rakter vau verteringsbelasting. Zoo wer den ia de Afdeelingen der Kamer ver- sohilleude andere grondslagen genoemd, als rjjwielen, rjjtuigeD, voor zoover zij niet bestemd zjjn lot uitoefening van beroepen of bedrgven; pleizlervaartuigen; piano's biljarten in woningen vau bjjzondere per sonen; honden, bu ten een bedrjjf gehou den; speelkita'tcn; wapens op portieren vau rijtuigen en ook eene reisbelasting. Zonder nu onze onverdeelde instemming met alle hiergenoemde, voor belasting vatbare artikelen te wiilen betuigen, valt het niet te ontkennen, dat nit deze wel eene keuze zou kunnen gedaan worden om de voorgestelde regeling van het Personeel te vermeerderen met een paar grondslagen die wal degeljjk in het kader der wet passen. Natunrlgk halen de liberale en radicale verloren is hij alleen, die zich zelf verlo- loren geeft." Benno antwoordde alleen door een diep zuchten en verzonk opnieuw in een diep ge peins, waaruit hij moeielijk en slechts voor korten tijd ontwaakte. Ook den morgen waarop de publieke te rechtzitting zou plaats hebben, was hij met ge wone onverschilligheid van zijn bed opgestaan, harl zich gekleed, toen mechanisch het ontbijt gebruikt en het oogenblik verwacht, waarop men hem naar de gerechtszaal zou brengen. Maar dit oogenblik liet zich lang wachten; de uren verliepen zonder dat iemand kwam. Benno wachtte eerst onverschillig, geduldig; maar hoe meer tijd er verliep, des te onrus tiger, des te zenuwachtiger werd hij. Hij luis terde naar elk gedruis, elk geritsel in de gangen en meende veel heen- en weerloopen, veel spreken en roepen te hooren; hij hoorde stappen bij de deur; hij sprong op maar zonk teleurgesteld weer neer, zij gingen voorbij. Yan den kerktoren in de buurt hoorde hij elk kwartier slaanals een leeuw in zijn kooi zoo wandelde hij in zijne cel op en neer. //Waarom komt men niet?// sprak hij, //waar om dit vreeselijk, dit ontzettend uitstel!// //11c had mijne zeiiuwen gestaald ik wilde de gapende nieuwsgierige menigte verachting too- nen, maar ik voel het de laatste kracht der verachting, van trots verlaat mij; ik word moedeloos, de krachten begeven mij, ik word bewuste'ooslv Als gevoelde Benno Treuenfeld deze onmacht reeds naderen, zoo zonk hij steunend op een financiers over d8ze «kleine» middelen glimlachend de schouders op. Zg kuuncn er zich niet mede vere8Digen omdat hun ideaal, eene algemeens inkomstenbelasting daardoor wtdsr op den achtergrond taakt. Het liefst zouden zij waarsebgulgk eeu totaal fiasco van alle belasting-wetten zien, om dan zooveel te meer op het noodza kelijke der invoering van eaue Rijks-in komstenbelasting te kunnen wgzeo. Zulk eene belasting-polit'ek verdieut echter in de hoogste mate afkeuring. De belastingen, welke aan een volk worden opgelegd, moeten twee voorname eigen schappen bezitten, ramelgk zg behooren rechtvaardig en weinig drukkend te zjjo. Ea nu valt het niet te ontkennen, dut eene belasting van tal van luxe-artikelen, als daar evan zgn genoemd, niet slechts rechtvaardig, maar ook weia'g drukkend moet geacht worden,bet,geen van eene al- gemeene inkomstenbelasting door ons niet zoo grif zal woideo toegegeven. Iudien men instemt met het karakter van veitsrings-belasting, aan de nieuwe regeling van het Personeel gegeven, dan moet men consequent zich ook kunnen vereenigen met de heffing vau eens belas ting op verschillende artikelen, die uit sluitend tot weelde of vermaak dienen. Wg golooven niet, dat bg het inslaan van dezen weg door de gegoeden minder artikelen van dien aard zou ien worden aangeschaft en dus nadeel zou worden toegebracht aan de rrijverheid, maar wel zgu wg de meeciug toegedaan, dat in dit geval werkelijk zou gesproken kan nen worden van eene ontheffing van deu middenitund, geljjk thans ook wordt gc- z'gd, dat zal geschieden bg de invoering van het Regteringsontwerp. Hoe dit evenwel zg, wg hopen, dat de versteikmg van 'sRyks middelen, door de Rsgeeriug voorgesteld, op zoodanige wjjze zal worden tot stand gebracht, dat de belastingbetalende.!, die reeds op zware lasten zitten, niet nog zwaarder zullen worden gedrukt, en voorts, dat de groote tnoeilgkheden, welke de fir aucieele quaes- tie oplevert, RegeerÏDg en Volksvertegen woordiging er toe mogen leiden om bg het bfstaden van 's lands geld da metst mogelijke zuinigheid te betrachten. ii. Wel, wel, wat schettert die Maasbode vau 27 Juli tegen dat onuoozel artikeltje in De Katholieke Gids over Thomas van Kempen! Ze verg-lijkt het met een Pransch versje dat op nonsens geba seerd is en van nousens aan elkaar hangt; als wat De Katholieke Gids schrjjft daar mee geljjk staat, is 't ook niet noodig, dat men er zoo vinnig tegen te velde trekt; maar dat nu nog daargelaten, wat betee- kent dan al dat geschetter? De Maasbode zegt: «Als de Hollandismeu italismen kunnen zgn, is hst nog niet bewezen, dat zij het inderdaad zgo, en een Hollander het boek niet kan geschreven hebben.»Maar voor zoover ik zien feaD, zegt Robertus Pullus in zjjn Gids-artikeltje ook niet, dat een Hollander de Imitatio niet kan Ingezonden. stoel en sloeg de handen voof het gezicht. //Eindelijk! eindelijk!// riep hij opspringend. Wederom had hij schreden en stemmen ver nomen en ditmaal zag hij zich niet bedrogen. Zij hielden voor zijne cel stil, de sleutel knarste in het slot, de deur draaide in de hengsels, Benno trad den binnentredende eene schrede tegemoet maar week met een kreet terug. Bij de deur stond Erna. //Benno!// riep zij, op hem toespringende; maar hij weerde haar af. «Is het reeds zoover met mij gekomen, hallucinaties!// steunde hij. //Ik wist immers dat ik waanzinnig zou wor den De jonge vrouw wierp door schrik be vangen eenen blik op haren begeleider, die haar in de cel gevolgd was; dan wendde zij zich met eene uitdrukking vol liefde en medelijden tot den oDgelukkigen vriend en sprak met eene stem, wier klank de booze geesten bezweren moest: //Bezin u Benno, 't is geen droom; ik, Erna ben 't die voor u staat. En ik kom niet alleen vervolgde zij, daar hij haar nog altijd onge- loofelijk bleef aanstaren, „daar is ook onze vriend Wrecker.// //Ik begrijp," zei Benno, terwijl hij de hand van 't voorhoofd nam, met dolle stem. //Gjj komt heden om mij naar de gerechtszaal te halen; gij wilt mij dien mocielijken gang niet alleen laten doen. Ik dank u, ik wacht al I lang.// I Hij reikte Erna de eene hand en Wecker j de andere en wilde naar de deur gaan; maar de advocaat hield hem terug. geschreven hebben of dat ze van eea Ita liaan zou zijn. En dan over die Bloem lezing. De verg lij king met Voudel gaat niet on, want wat «op openbare scholen» van Voudel gelezen wordt, is geen bloem lezing uit zijne we.ken, maar eeeeverza- meling van die gedichten, welke voor de le/rlingen eener school geschikt en te be vatten zij-; eene bloemlezing nit Vondels werken zou te hoog zgn voor schoolge bruik. Zulk eene verzameling bevat dan ook gewoonlgk niet het beste, wat de au teur heeftvoortgebracht; wat bjj eene bloemlezing wè! 't geval behoort te zgo; Dat nu de Imitatio in de door Pullus bedoelde bloemlezing niet is opgenomen, zou, mjjns inziens, juist een bewjjs voor de waarheid zij eer bewering zg'e. Eu is dat geen inconsequentie? Eertt durft Putins (altijd volgeus de Maas- bode) niet beweren, dat de Imitatio niet vanT horna s vanKempen is en later schrijft hg (ook alweer volgens die Con- rant) dat Thomas van Kempen niet de schrijver, maar de kopiïst is. Wanneer Robertus Pullus dit werktlgk ge schreven had, zou hij zieb-zelf tegenspre ken, doch in 't ander geval heeft men bier weer een heel weinig steekhoudend argu ment van de Maasbode. Om kort te gaaD, de Maasbode geeft geen enkel doorslaand bewjjs en spreekt zieb-zelve bovendivn nog telkens tegen zoo ook hier«Pullus vraagt: is T h o- mas van Kempen warkeljjk de schrjj- ver der Navolging en antwoordt dan in een 50-tal regels ontkennend»; dat is, dunkt me bes'isf genoeg. Eu wat verder beweert de Maasbode dat Pullus niet durft zeggen, dat T h o m a s de schrjjver niet is.Dat is met elkaar in tegenspraak! Wie de schrgver der Imitatio is, weet ik natuurlijk ook niet, uiaar Jat artikel iu de Maasbode Ve- teekent, mg dunkt, niets. «Afbreken» is de titel van het Rotte-ops'e', doch van 'fc Gids- opstel af te breken is natuurlgk geen sprake. Nog iets. De Maasbode schrgft: «Na tuurlgk zulleu er hier en daar oppositie geesten gevonden worden, die in de handen kloppen en jubelend uitroepen: Neen, cesn, Thomasa Kempis heeft de Imitatio niet geschreven, foi de Pullus!» Een oppositie-geest ben ik niet hè, die nare geesten! maar wel klap ik in mgn banden. En waarom? Omdat Pullus den moed heeft openlgk te zeggen wat ik allang in mgn binnenkamer voor de waar heid hield. Ook roep ik uit: Neen, ceeu, Thomas a Kempis heeft de Imitatio niet gfschreven! Doch ik doe dat niet «jubelend» en ook niet «foi de P u 11 u s.» Eiudigend wil ik nog over eeu paer uitdrukkingen van onze Roiterdamsche vriendin mgn gevoelen zeggen. Zg schrgft: «Nu is applandisseeren al zeer gemak kelijk.» Gemakkelgk? Ja, als men een bart heeft, en dan wordt het werkeljjk eene be hoefte, doch in het tegenovergesteld geval is het zeer moeiljjk. Ik geloof dat de Maas bode in deze zaak wel een woordje zon kunnen meespreken. Ongetwijfeld kent zg dit moeten we natunrlgk veronderstel len, anders zgn we n:et beleefd de vol gende uitspraak van een veel gelezen schrgver. II faut que les grands hommes et les grands idees aient leur public qui //Bedaard, bedaard, vriendje, met de gerechts zitting heeft 't geen haast." //Is zij uitgesteld?// //Ja, tot op een nooit komenden dag; me vrouw Von Rehfeld heeft mijn roemrijk plei dooi onnoodig gemaakt!'' Nog altijd vol twijfel, keek Benno van de een naar den anderen, maar reeds hrak gelijk eene zonnestraal, de lang teruggehouden hoop door. //Erna, Wecker, gjj knnt niet zoo wreed schertsen, wat brengt hij?// De //vrijheid!// riep de advocaat juichend. «De vrijheid// sprak Erna weenend. fUwe on schuld is bewezen, de ware moordenaar ge vonden en tot bekentenis gebracht.// //Door u! Erna door u!// Meer kon hij niet zeggen. Zijne heide handen vattende en aan haar liart drukkend, antwoordde Erna liefdelijk er zacht: //Voor u en voor mij!" Het binnentreden van den Rechter, die 't onderzoek tegen Benno Treuenfeld geleid had, onderbrak de hartroerende scène; bij kwam om hem in alle vormen zijn ontslag uit de gevangenis mede te deelen en deed dit vol schaamte. Hij zag nu in, dat hij vol blinden ijver gehandeld en in de meening, dat Treuen feld de moordenaar was, alle onderzoek naar den waren misdadiger verzuimd had. Er moest nog aan enkele formaliteiten vol daan worden en Benno kon de plaats verlaten, waar hij vier weken lang onder een vreeselijke, onteerende aanklacht gesmacht had. Wecker en Erna hegeleidden hem in triomf comprend s'il pent, et qui applaudit tou- jours. Van haar te eischen dat ze een groot man begreep, gaat Dstuurljjk niet aan, doch waarom niet toegejuicht? Ocb, ik voor mij geloof, dat zoo'n krant, zou'n papieren ding geen hart heeft. Nog vraagt de Rotterdansche: «Waar om wederi gt Pa 11 as pater Allard niet, alvorens met een afgeziagd argu ment voor den dag te komen?» Wel, al thans voor zoover ik z"en kaa, argumen- tiert Pullus heelemaal niet, doch spreekt eenvoudig zgn gevoelen nit.'tSchgntechter dat als men de eer heeft mst de Maasbode van gevoelen te verschillen, men dan ter stond door HaarEdele voor dol wordt ver klaard. «Is het ook dol?» roept ze triom- faukelgk uit. Of is zoo'n uitval soms in het oog der Maasbode een argnment? Best mogelglr, maar dan ben ik toch zoo vrg te zeggen dat ik nog niet ganech en al overtuigd ben. «Is het ook dol Ja, wie i3 er nu eigenlgk dol? Saw. Het Italiainsebe expeditie-leger heeft het in Oost-Afrika hard te verantwoorden, zoodat de Regeering het hoog r.oodig acht haar strgdkrachten aldaar te versterken. Tot dat doel is door de ministers O r i s p i en M o c e n n i aan generaal B a r a t i e r i volmacft gegeven tot het uitrusten van een legercorps vaa 20,000 manschappen. Dit leger zal bestaan uit 5000 Italianen, 8000 geregelde inlandsche troepen en 7000 inlanders, die nog moeten worden aange worven. Generaal B a r a t i e r i zal echter niet tot dan aanval overgaan, maar zich er toe bepalen, den aanval af te weren 'der Abes- simë'S, indien deze daartoe in het najaar nog mochten besluiten. Als hst waar is wat de telegraaf ons als ee. e verrassing breagt, dan sluit de be- grootiog van deu Minister van Financiën in Italië met een batig slot van 9.500.000 lire. De begroot'mg vaa het vorige jaar sloot meteen tekort van 137.000.000 lire. A's de Minister van Financiën zich na maar niet verrekend heeft, want zoo iets gebei.rt wel meer in hetéene Italië, waar dag iu dag uit de grootste ficancieele te leurstellingen plaats vinden. De Italiaansche regeering kan n:et eens eone subsidie verleenen, tot het boren van een tunnel door deu Simplon gelijk r\j den Zwitserschen Gezant verklaard heeft, Zg wil de stad Milaan en andere Noord- Italiaanscbe steden, die bg deze nieuwe spoorljjn belang hebben, «gaarne toestaat» de onderneming te snbsk iëeren, maar zelve is zg wegens den financitelen toestand des lands niet in staat, daartoe bgiragen te verleenen zooals bg den aanieg van den Gothard-tnnnel. Zulk een getuigschrift van onvermogen zichzelven nit te reiken, moet toch voor het «glorierjjkc» eene Italië Diet pleizieng zjjn, al bluft thans een Minister van Finan ciën over den gunstiger financieelen toe stand van het land. Verstandige mtnschen en kenners van zaken trekken eenvoudig do schouders op, over de verraising door deu Minister gebracht. naar de woning der laatste; maar zij moesten een gesloten rijtuig nemen en zijstraten inslaan, want de opgewonden menigte drong zich om het gerechtsgebouw en was nieuwsgierig om Benno Treuenfeld té zien; 't was niet te voor zien, wat men in den eersten vreugderoes met denzelfden man doen zou, dien men voor een uur nog als moordenaar gevloekt had en nu tot in de wolken verhief. De zitting van 't Gerechtshof was door den President geopend en terstond weder gesloten met de verklaring, dat de behandeling heden niet zou plaats hebben daar men den waren moordenaar van den heer Von Rebftld gevon den en deze alles bekend had, dientengevolge was de dusverre beschuldigde heer als vol komen onschuldig bevonden en zooeven in vrijheid gesteld. De President rekende het zich tot plicht voor den zoozeer in zijn eer en goeden naam gekrenkten deze verklaring pu bliek te doen en de luide bijvalsbetuiging, die zijne rede beantwoordde bewees, hoe hij het ware hart getroffen had. Het onderzoek-tegen Theodor Günther nam niet veel tijd in beslag, De ellendige was naar geest en naar lichaam al te diep gezonken om tegenover den Rechter zijn onschuld langer vol te houden. Na eenige vergeefsche pogingen de feiten te loochenenlegde bij reeds te Ostende eene volle bekentenis af. Met eene door de justitie afgegeven protocol was Erna onmiddellijk vertrokken en reeds enkele uren voor de opening der gerechtszitting te Gaangekomen. Vergezeld van Wecker spoedde Zij zich mar den President der recht;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1895 | | pagina 1