NIEUWE Fit. 2322 Woensdag 2! Augustus 1895 20ste Jaargang Schrik in de gelederen. Fantasietjes. BIHTfiNLAiM 1). ABONNEMENTSPBIJ8 Pei 3 maanden voor Haarlem. t 0,85 Voor de overige plaatsen ia Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlgke nummers 0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BUBBAÜ: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NON" AGITATE. PRIJS DEB ADVEBTENTIEN, Van 16 regels 50 Cent* Elke regel meer7Vs Groote lettert worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Gents per advertentie it Contant. Advertentiën worden uiterlgk Maandag-, Woentd ag- gn V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS. Toan wjj dezer dagen een weinig ver strooiing zochten ia Gods vrge- en lieve natuur, waar het zoo prettig is te verpoo- zeD,vooral als men zich wel wat veel met gees- tes-arbeid onledig heeft te houden, voerde onze weg langs de weilanden aandeLeid- schevaart in den Zuid-westenhoek onzer Spaarnestad, waar men bezig is de nieuwe Haarletnsche Kathedraal te bouwen. Daar kwamen ons bp het aaascbouwen van dit werk zinrijke beelden en figuren, als op Zepbyrswiekeu aangedreven in de gedachten. Wjj verplaatsten ons in Engeland's hoofd stad waar de grocdsfceenlegging eener nieuwe Kathedraal, niet zooals in Haarlem van alle zjjdeu met vriendelijke oogen wordt beschouwd. In Londen is de aldaar in aanbouw zpnde ontzagwekkende Kathedraal een doorn in 't oog van vele Anglikanen. De voortdu rende toeneiging tot Rome, die zich ia de Anglikaansche kerkvereeuiging, zoowel als in de Anglikaansche kerken meer eu meer openbaart, bjjzonder door het aannemen bp velen van het katholiek rituaal, vervult de kleingeestigen eu de Roomsche Kerk vp- andig gezinden met toorn en afschrik. Het bestaande der Anglikaansche «Church As sociation» meende daarom de gelegenheid der groote katholieke feestviering niet te mogen laten voorbijgaan, zonder hunne stem tegen de verzoening met Rome te verheffen. Aan het slot van het geopen baard manifest wordt bemerkt «Met leedwezen kan de Anglikaansche «Chnrch Association» het feit niet verbergen dat eene eroistige crisis in de geschiedenis der Anglikaangche Kerk is aangevangen, doordien hare Bisschoppen zelf den Paus hebben aangezocht, om den brief san het Engelsche volk te ricbteD, en doordien dat zjj deze onheilige alliantie met hem op bouwen, en zp op trouwelooze manier ka tholieke gebruiken in protestantsche gods dienstoefeningen invoeren. Wanneer aan dit schrpven geen einde gemaakt wordt is de nederval der Anglikaansche en de weder opvoering der katholieke Kerk onver- mijdbaar.Wie zal echter aan;dit«drpven,»een einde maken, dat zich immer uit innige over tuiging een grooteren kring vormt Dit schrijven van het bestuur der Angli kaansche «Chnrch Association» is wel een degelpk bewgs, dat in Engeland de neiging tot overgang tot de ware Katholieke Kerk FE U1LLETO N. Nog bijtijds. Hij stond op, schikte zijne kleedij en ging op zijn gemak naar de ontvangstzaal, welke eene verdieping liooger lag. De jonge edelman, die hem daar tegentrad en zich als Horatio Benett uit New-York,, voorstelde, was van een fraai uiterlijk, toch was hij niets minder dan van eene aangename per soonlijkheid. Zijne middelmatige grootte, slanke gestalte miste heelemaal die voorname deftig heid, welke onwillekeurig zich uit de houding openbaart. Haar en baard waren blond en daar door te minder geschikt, de gele bleeke ge laatskleur minder opvallend te zijn. De grauw blauwe oogen maakten een kouden, ongevoeligen indruk. Na de wederzijdscbe plichtplegingen, vroeg de koopman: TJ komt rechtstreeks uit New-York? Ja, mijnheer Palmer! luidde het antwoord. Mijn oom heeft mij last gegeven, hem bij u te verontschuldigen wegens zijne te late aankomst, daar eene gewichtige handelszaak mijne afreis eene halve maand verschoven heeft. De goede oom was te lijdend om die zaak het han delde daarbij om een half millioen zelf af te doen. Daardoor moest ik de zucht naar hierheen, naar u en naar mejuffrouw uwe doch ter beteugelen. Ja, sir Benett, antwoordde Palmer, de koopman moet steeds zijn belang behartigen veel grooter is dan tot dns verre algemeen bekend was. Vandaar dan ook het verzet van de Anglikaansche «Chnrch Association.» De dwazen, hnn Kerk is slechts op zand gevestigd. En als de onafwendbare dag daar is, dat de slagregen nederstort, en de stor men losbreken, zal dat gebouw vallen, en die val zal groot zjjn. in. Wat in de nieuwste aflevering van De Katholieke Gids door Jasten Eisen over den Zaid-nederlandschen dichter A I- brechtRodenbach en de Vlaamsche studentenwereld in een keurig opstel ten beste wordt gegeven, is uiterst belangwek kend. Mag hetzelfde gezegd worden van het eveneens in het Augustus-nummsr van ge noemd maandschrift voorkomende artikel over J. P. Van Kasteren door R o- bertus Pullus? Ik antwoord des te liever bevestigend, omdat ik een paar aanmerkingen op dat artikel wensch te maken, die overigens, dit beken ik gaarne, niet van afbrekenden aard zgn. Waarom dan, zoo vroeg ik voor eerst, heeft Robertus Pullus goed gevonden alles wat Van Kasteren in de schoone Daitsche taal geschreven heeft, met minachtend?stilzwpgen voorbp te gaan? Waarom ook gewaagt Pullus met geen enkel woord van 't geen Van Kasteren leverde in De Wetenschap pelijke Nederlander en in De Studïèni Waarom uit een gedicht van Van Kastoren juist die strophen aangehaald, welke in een onzer tijdschriften als minder goed geslaagd werden aangewezen? Nataarlpk: de gustus non est disputandum, zooals het spreekwoord zegt. Ten bewjjze wil ik zelfs het vers van Albreoht Rodenbach aanhalen, dat door Justus Eisen ons als een pronk juweel vertoond woidt: «Ik moet er niet van weten, van die Zuidsche vrouwezielen, Die voelend het noodlottig leed hun longeren ver nielen, Te midden het onthlad'ren van de haomen, kneu teren gaan Dat 't jammer is van hen en van hun lief en van de blaan. Zijt gij het, die ik rochelen voel hier rond mijn hert, Vernieling? Ziit gii het, God verplette U, worm, die mijner jeugd bezieling Verknagen moet. Het lijf wierp enz. enz. en al het andere als bijzaak beschouwen. En is die zaak gunstig uitgevallen? Gewis, Sir; mijn oom was tevreden over mij. Het was, als het ware, mijn proefstuk, daar ik eerst eenige dagen te voren te New-York teruggekeerd was uit Indië, waar ik van af mijn twaalfde jaar heb verblijf gehouden. Mijne ouders woonden te Madras; na hun dood liet mijn oom mij daar bij eenen ouden, trouwen vakgenoot, die, helaas, nu ook reeds dood is. Uw oom, mijnheer Benett, schreef mij vroeger reeds daarover, nikte Palmer, wijl hij ongehuwd was, mocht, noch kon hij zich met uwe opvoeding belasten, Sir! Als zijn eenige bloedverwant, zijt ge natuurlijk zijn algemeene erfgenaam. Ik hoop, dat uw oom u tevens met het hoofddoel uwer reis bekend gemaakt heeft. Jawel, Sir! sprak de jonge edelman met eene lichte buiging. Mijn oom heeft mij bekend gemaakt met de eer, uw schoonzoon te kunnen worden. En sedert ik mejuffrouw Palmer's por tret gezien heb, brand ik van verlangen haar in persoon te leeren kennen. Welnu, dat kan spoedig gebeuren^hernam Palmer, zijn uurwerk raadplegende met een vluchtigen blik. Ik verzoek u bij mij ten eten, wij zullen aanstonds naar huis rijden. Waar hebt gij uw intrek genomen, Sir! Ie de nabijheid van het Hyde-park, op de Grosvenor-kaai. Ah, dat is voortreffelijk, ook ik woon bij bet Hyde-Park, waar ik een huis bezit dit oude gebouw is alleen voor de koopmanszaak. Hij wierp eenen onderzoekenden blik op zijn gast en schudde dan licht het hoofd. Zijt ge in Indië geboren, Sir? Neen, ik zei u reeds, dat ik van af mijn Doch om op Van Kasteren terug te komeD, hadde ik uit zgn Prins Bon- de w jj n iets moeten aanhalen, dan ware mjjne keuze gevallen op 't geen er van onze Koningin in voorkomt. En hier mag iemand die Fantasietjes schrjjft, wel ver tellen dat hg onlangs zoo gelukkig is ge weest de Koningin te naderen en een oog slag van haar op te vangen. Ook wie haar niet gekend badde als de belangwekkendste vrouwelgke figuar van onzen tgd, om de vele en gewichtige belangen, die zich aan baren persoon hebben vastgehecht, zou haar toch nog den prgs der bevalligheid hebben toe gekend, zooals ze zich daar bewoog in dat kleed van witte damastzijde; eene reine pracht, die goed stond bg het kinderlgk eenvoudige barer trekken en houding. Noch hare gestalte, noch hare schoonheid zgn ten volle ontwikkeld; zg heeft nog de teedere tengerheid van dieD leeftgd, waar- ia de groei des lichaams toeneemt ten koste vaa zgn bloei; hare wangen hebben niet meer den frisschen blos der kindsheid en nog niet diea anderen, welke ze later met zulk een aantrekkelijk rozenwaas kleurt; hare oogen zelfs schitteren nog niet met dien hellen glans, welken de hartstocht er kan doen flikkeren, of die zachter tinte ling, welke het gevoel er in zal leggeD. Maar bon schoone hlenr; de schranderheid die ze nu reeds uitdrukken; de fraaie pin kers, die ze overwelven, beloven reeds, wat ze eenmaal wordeu kannen, als de ziel zal gesproken hebben. Het kostbare hemdje van zilverkant kan gevulder hals bedekken maar nooit blanker; fgner voetje heeft zich nooit verscholen tusschen rood fluweel, met paarlen bestikt, en geene bnive van blauw satjja, met goud doorwerkt, heeft ooit vaa glanBrjjker lokken en zachter voorhoofd, met nijdige ijverzucht, de schoon heden verborgen. Zou het mogeljjk zgn dat men mg ver gaf en alles met den mantel der liefde bedekte, zoo ik hier niets meer bflvoeg en dit Fantasietje zonder meer eindig? Ik vrees. San. Duitschland. Te Berljjn is Zondag de eerste steen ge legd voor het monument ter eere van keizer Wilhelm I. Zgn kleinzoon, de tegenwoordige Keizer van Duitschland, las de oorkonde voor. twaalfde jaar daar geweest ben. O, ja ik meende slechts wijl uwe gelaats kleur dat tegenspreekt. Nog eens, mijnheer Be nett, mijne dochter weet niets van het hu welijksplan, verraad dat dus niet al te ras, ten einde de zaak niet te bederven. Miss Alice is zeer trotsch, koud en schander. Drie zeer te waardeeren eigenschappen in eene dame, bemerkte sir Horatio een weinig spottend. Het zal dus geen lichte taak zijn, vooral voor u, mijnheer Benett, mijne dochter te win nen, vervolgde de koopman, hem eenen veelbe- teekenenden blik toewerpende. Ah, ge meent, dat ik de man niet ben, om Miss Alice's hart te winnen, schokschouderde de jonge man. //Veroorloof mij eene vraag mijn heer Palmer. Heeft die erg trotsche, koele dame toch een hart?// Of vervolgde hij ras, als de oude heer eene onwillige beweging maakte, //zal zij voor den invloed der liefde zich gevoelig toonen?// //Daarover kan ik mij nog geen oordeel veroorloven, sir Benett", antwoordde Palmer kortaf. //Ik gevoel mij verplicht, u deze aan duidingen te doen en voeg er hij, dat ik, hoe aangenaam ook mij de verwezenlijking van dit huwelijk ware en hoezeer ge mij als schoonzoon zoudt bevallen, geen dwang op mijne doch ter kan noch wil uitoefenen. Vooral ook, wijl zij eene menigte aanbidders bezit, die allen van verlangen branden, haar behalve hart en hand, een aanzienlijken rijkdom kunnen schenken. Uw oom is de vriend mijner jongelingsjaren ge weest. Op dien grond zou ik zeer gaarne zijnen lievelingswensch vervuld zien en u tot schoon zoon kiezen, wijl gij zijn eenige bloedverwant zijt. Dit durf ik u echter wel verzekeren, Daarin werd vooral gewezen op de geest drift waarmede het Daitsche volk te wapen snelde onder aanvoering van zgn grootva der, die den Dnitschen volkstammen de zoo vurig verlangde eenheid teruggaf. «De tot alle oflera bereide, eenstemmige steun der Duitsche vorsten, de goede raadgevin gen en de krachtige balp van prins Von B i s- m a r c k, de volmaakte krggskunst van den genialüD YonMoltke, de meesterlijke leiding der bevelhebbers,onder wie de Kroon prins vooral op den voorgrond trad, da onwrikbare tronw der door den minister Von R o o n geoefende soldaten dit alles verzekerde den Duitachers de overwin ning. Evenwel, ook tot bevordering van de werken des vredes en behartiging van de belangen der wer! lieden bleef keizer W i 1- helm I, tot zgn dood werkzaam.» Nadat deze oorkoude was voorgelezen, werd den Keizer een hamer overreikt, waar mede hg den eersten slag voor het monument deed, terwijl hg deze woorden uitsprak «Ter nagedachtenis van de gesneuvelden, tot waardeering van de lerenden en als een voorbeeld ter navolging voor het toekom stige geslacht.» Keizer W i 1 h e ljm woonde ook de her denking van den Blag bij Metz door de eerste infanterie-brigade te Potsdam, bg. Z. M. hield bij deze gelegenheid eene toe spraak waarin hg o. a. zeide, dat de gunstige uitslag van den oorlog vooral te danken was aan keizer Wilhelm I, die als op perbevelhebber het geheele Duitsche leger aan een wil ondergeschikt wist te maken. Verder wees de Keizer op de voornaamste eigenschappen, welke den soldaat moeten kenmerken dapperheid, eergevoel, onvoor waardelijke gehoorzaamheid en trouw. Wanneer wg» zeide de Keizer «deze eigenschappen in eere houden, zal het Duitsche leger de grondslag vormen van den Enropeeschen vrede en het gezegde recht vaardigen van Vou Moltke; «Niet alleen zgn wg steik genoeg,om dan vrede in Europa te handhaven, maar ook zelfs om aaderen daartoe te kunnen dwingen.» Met een Hoch op het leger eindigde de Keizer zjjne toespraak. Oostenrijk-Hongarije. Keizer Frans Jozef heeft ia goede gezondheid zgn 65sten verjaardag gevierd. Ter gelegenheid van bet gonden Re- geerings-feest van den Keizer in 1898 wil men o. m. te Weeaen een «Volke- Sir, dat miss Alice in een man geest en moed hooger schat dan uitwendige schoonheid." Ik dank u, Sir, voor deze ophelderingen, hernam Horatio Benett, zichtbaar bevredigd,//en verzoek u slechts de beantwoording dezer vraag: Vraag vrij uit, Sir!// Is miss Alice's hart nog vrij? De heer Palmer fronste de dikke wenkbrau wen en blikte zijnen gast verwonderd aan. Ziedaar eene wonderbare vraag, Sir!" bromde hij hoofdschuddend. ,Mijne dochter vordert van haren toekomstigen echtgenoot geene dwaze, ijverzuchtige liefde, maar vooral ver stand en moed -twee eigenschappen, die zij hij hare talrijke aanbidders niet in overvloed vindt, al het overige is voor haar bijzaak.// Bij deze woorden drukte hij op eenen knop aan zijne schrijftafel, om den bediende te schel len en hevel tot inspannen te geven//. Davis!// Sir?// Verzoek mijnheer Erancis, even hier te komen." De bediende verdween. Na eenige mi nuten, waarin tusschen de twee heeren stilzwij gen heerschte, trad een jong, hooggewassen man van ongeveer dertig jaar de kamer binnen. Zijn licht gebruind gelaat was van eene buitenge, wone, mannelijke schoonheid. Diep, geheimvol was die heldere blik, buigen moest men onder den indruk van dat ernstige oog, voor dien on- gewonen man, ofschoon de uitdrukkingsvolle ge laatstrekken, omringd door een donkerbruinen vollen baard, het lachen scheen afgeleerd te hebben, want trotsch en vast drukten de lippen zich op elkander. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1895 | | pagina 1