NIEUWE Woensdag 18 September 18®5 20ste Jaargang De roman. BUI TEft JTObT 2334 i. Spanje (01 RUT. ABOHNEMENTSPBIJS Pei 3 maandsn voor Haarlem. 0,85 Voor de overige plaatsen ia Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlgke nummers 0,03 Dit blad vsrschgnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BÏÏEIAÏÏ: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA ïfOXÏ AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTEIÏTIEK. Van 16 regels 50 Cent» Elk8 regel meer7V* Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Gents per advertentie A Contant. Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woeusdag- en Vrjda g-a vond voor 6 uur ingewacht. Redacteu r-U i t, g e v e r, W. K P P E E S. Verre van ons de gedachte om den roman in het algemeen te veroordeelan Er zgu onverschillige romans, fatsoenlijke romans, godsdienstige romans. Nemen wij de wer ken van onze'vooruame Eollandsche schrgf- sterMathilde,Melati van Java,van derheer B a njn i u g, onzeViaamsche schrg- vers de heeren Dr. Ang. Snieders, Dr. J. Rattier Snieders en Con 8- c i e n c e.VerderFabiola van kardinaal W i- s e m a n, Callista van kardinaal New man, De Jood van Verona van pater B r e s c i a n i, alsook de romans die in onze tijdschriften en bladen als feuil leton verschijnen. Dat zijn goede romans. Maar wilt gij de goede van de slechts on derscheiden. Volgt dan den raad van den graaf de M ais t re. Hij zegt: «Daar be staat een vaste regel om over boeken en menschen te oordeelen, zelfs zonder hen ta kennen het is genoeg om te weten, door wie zij worden bemind, door wie zjj niet worden bemind. Deze regel bedriegt nooit.» Welke romans zullen wg bespreken Het zjjn de slechte romans. Zeker, deze be staan in grooten getale. De goede romans kent men ternauwernood, en met vuile romans wordt de wereld overstroomd. Wie schrjjven die vuile romans? Kennen de lezers er van wei het bjjzondere leven van hunne auteurs Wie verspreiden die romans Zjjn het niet de aanhangers en volgelingen van eene godsdiensthatende secte De Vrijmetselarij zond een gouden pen aan den vnil-schrg- ver Engène Sue. Waarover handelen die romans? Oter de zegepraal der misdaad, over de verwon nen of belachelijke deugd, over de kloos ters en diepbedorven huizen, over den on trouwen kloosterling, over de zoogenaamde wreedheden der Kerk, over den priester voor gesteld als een weetniet of als een heiligschen der enz. Immer en altijd de ongeoorloofde liefde, de verachting van het huwelijk, de afschuw van het kerkelijk celibaat, de ver dediging van het tweegevecht en van den zelfmoord, de haat tegen de geordende maatschappij, de afgodendienst van het geld, de verheerlijking van het wereldsche ge- lnk, de verachting van de grooten en vor sten, de vernieling van allen zedelgken of godsdienstigen breidel, het onheil dat de godsdienst over individuen, over familiën en volken brengt ziedaar altemaal de onderwerpen, die de vuile romans plegen FEUILLETON. Nogbijtijds. 14. Vervolg.) De blauwe zee, die bekoorlijke verte met liare lokkende beelden hadden den knaap reeds aangetrokken, en alleen des vaders strenge wil had hem aan de studietafel gehouden. Toen was het wilde jaar 1848 gekomen, dat zelfs rijpe mannen in zijn draaikolk had meegevoerd hoeveel gemakkelijker dus de begeesterde jeugd? De zeventienjarige Harald ontvluchtte het ouderlijke huis, toen de conservatieve en koningsgezinde vader de revolutionnaire vrij heidsdenkbeelden uit het hoofd drijven wilde en schaarde zich onder de banier der vrijheids mannen. Als gewor.d vluchteling keerde hij in 't vaderhuis terug. De liefde der moeder ver pleegde den zoon, totdat eindelijk ook de Vader hem vergiffenis schonk en hem weer de vroegere liefde bewees, nadat hij beloofd had aan den strijd geen deel meer te zullen nemen. Als de revolutie terneer geworpen was, hare laatste stuiptrekkingen in 't grijze Europa voor bij waren, ging Harald naar de Universiteit, met tegenzin in het diepste zijns harten, met den onbedwingbaren trek naar zee, naar de ide alen der vrijheid in het jeugdige gemoed. Meegesleept door den stroom des studentenle vens vergat hij wetenschap en ouderenhuis. Een heethoofd, die zich wierp in den wervelwind der revolutie, ging weldra met hem er door, en te behandelen, hetzg openlijk, hetzg bedekt. Waï de geschiedenis betreft, daarmede wordt allerminst rekening gehouden. De historie wordt vervalscht, ten einde aldus tegen de Kerk op te treden. Allerlei fou ten worden opgespoord, worden openbaar gemaakt, sterk overdreven en vergroot, ge heel verzonnen het goede wordt verdon keremaand, alleen het kwade wordt luide uitgebazuind. Alle middelen zjjn goed, wan neer het geldt de leuze van Voltaire in beoefening te brengen, n.l. «den eerlooze te verpletteren», ecraser Vinfame JeanJacques Rousseau, die zjjn wonderbaar niet te miskennen talent heeft misbruikt, zeide van zjjn eigen werk, ge titeld: la Nouvelle Héloïse«Wee de jon- gedochter die mjja bock leestZjj is redde loos verlorenIn zjjn Confessions scbrjjft hij«Ik kan geen mjjner boeken zonder te hui?eren aanzien. In plaats van te voe den, vergiftig ik in plaats van te onder richten bederf ik en met al mjjne schoone woorden ben ik niets dan een misdadiger.» De zedelooze schrijver en vertrouwde vriend van den godloochenaar Voltaire, Diderot, sloot zjjaa romans met de grootste zorgvuldigheid weg en verbood zjjne dochter ten strengste om die romans te lezen. En een ander Fransch romanschrijver zeido: «Wjj zijn schuldig door onze twijfe lingen, door onze godslasteringen, door onze droomen vol van phantastische wulpschheden, door onze ziekeljjke verzin sels, waarin al onze booze hartstochten de hoofdrol spelen, door onze romans, treurige spooksels, die hnnne ontvleeschde handen opheffen tegen de beleedigde maatschappjj, tegea de onwaardig gehoonde gosde zeden.» En zulke romans worden als geestes voedsel aangebodenDe jeugd leest die boeken zonder schaamte,wein'g goeie lectuur is onder haar bereik. Uren en oren ach tereen is zjj alleea met den slachten roman bezig, zjj leest gretig de vermetele gesprek ken, en vuile taal. L o d e w jj k XVI, sprekend over V o 1- t a i r e en over Rousseau, zuchtte «Die twee mannen hebben Frankrijk bedorven Maar zouden wij aan die droevige woorden niet kunnen toevoegen De romanschrjjvers hebben geheel de wereld bedorven Ze ker, de slechte romans hebben een onbe rekenbaar, een onmeteljjk kwaad gesticht en zjj doen dit heden ten dage nog. Elke zedelooze roman is e8ne stelling óf tegen de maatschappjj óf tegen de geschie denis óf tegen deh godsdienst. Men verbeeldt zich een slachtoffer vaa de maatschappjj, een boosdoener. Men schept typen; men voor zijn universiteitsjaar voorbij was, was Harald reeds op de vlucht. Het vaderhuis durfde hij niet meer op te zoeken. Hoezeer zijn harte hem ook huiswaarts dreef om afscheid te nemen van eene dierbare moeder, van eene beminde zuster voor im mer, gelijk hij zich maar al te droef bekennen moest. Den vader, welke hij zoo zwaar gekrenkt, jegens wien hij zijn woord geschonden had, durf de hij in 't oog der regeering niet verdacht maken. Die diep geslagen man moest met open gelaat zweren kunnen, dat hij van de verblijf plaats zijns zoons niets wist. Daar lag ze toen voor den jeugdigen Harald, die blauwe zee, die verre, vreemde wereld met hare geheimvolle aanlokkelijkhedenHet schip voerde hem over den oceaan, voerde hem een nieuw leven in, wiens wilde branding den ramp zalige maar al te ras aangrijpen en op zonder linge paden voeren zou. Het ging met onzen jongen student, gelijk het met duizend anderen gaat, die in den vreemde bitter teleurgesteld worden, wijl ze de menschen, die overal dezelfde zijn, zich daar gansch anders droomden dan in hun eigen land. Na tallooze teleurstellingen en harde ontbe ringen kwam de jonge vluchteling eindelijk in dienst bij een Eranscb handélshuis in New-York. Dat huis, Lecombe en Zoon, bezat een hoofd nederzetting te Parijs, welke de overige Euro- peesche hoofdsteden van filialen voorzag. Daar om kwam maandelijks een gevolmachtigd agent in New-York, om persoonlijk een rekeningsbericht over te leggen. EeD dezer agenten, een genaamde //Monsieur vereenigt in een enkel persoon alle de on deugden, welke elkaar ontmoeten of kunnen ontmoeten in verscheidene personen; die typen blpven; volgens deze aangrijpende typen beoordeelt men eiken persooD, eiken misdadiger; en deze persoon wekt in n alle de gevoelens op, welke die typen hebben opgewekt; gg besluit van het bjjzondere tot bet algemeene; gg onderzoekt zelt niet meer, gg oordeelt a priori. Al heeft de roman niet op juiste wjjze getroffen, hg heeft toch sterk getroffenen helaasde indruk bljjft duurzaam. Werpt een blik rondom q: wat ziet gij? Het familieleven verdwjjnt; de echtschei dingen, do zelfmoorden, de tweegevechten nemen toe; mannen, die tot de hoogste rangen der maatschappij behooren, worden monsters van losbandigheid en diefstal. Is dit niet het in beoefening breDgen, de na volging, de toepassing vaa de romans? Hebben de gerechtszalen de bekentenissen niet vernomen van boosdoeners, waarin zjj openlgk getuigden, dat de romans hen tot de misdaad hadden gebracht? Wat betee- bent een «roman-held» anders dan een ellendeling Daar is in den measch eene nbiging tot overdrjjving; die neiging wordt door den roman gestreeld, evenals de roman al het kwade, dat in onze natuur verscholen is, vleit en streelt. De roman vervalscht alle begrippen, hjj bedertt alle gezond oordeel. Neen, do taal bedriegt niet. Welnu, over- arjjf eens eene gebeurtenis; wat zegt men? Het is een roman. Yerlaat eens de werke lijkheid, zweef in een denkbeeldige wereld; men noemt u een romantisch hoofd. Huisvaders beklagen zicb, dat hunne dochters zich tehuis vervelen, dat hunne zonen gedrukt worden door den atmosfeer vaD den huiselijken kring. Maar is dit wel te verwonderen? Die zonen, die dochters lezen zoo vaak sensatie-romans; vandaar hebben zjj behoefte aan sterke indrukken, aan buitengewone gebeurtenissen. Welnu, in den hoiseljjken kring vinden zjj dat niet, en ziedaar waarom zij zich tehuis vervelen. Hef is bij hen als bjj de zeelieden, die aan dsn oceaan gewend zijn, voor wie het verbljjf op het land onver draaglijk is, omdat zg op het land het schrille geloei der stormwinden, het schorre gehuil der orkauen niet vernemen, en daar de draaikolken en rotsen en klippen niet hebben. En vervolgens; hoort wat F n 1 o n zegt: «Eene arme jongedochter, vervuld van het weeke en wonderbare, dat haar be koord in hare lectuur, is er verwonderd Benard, die ter vervanging van een oud trouw bediende des huizes, den dienst waarnam, gaf een valsch bericht over en verduisterde eene som van fl&OjOGO franken in wissels. Voor dat het bedrog ontdekt kon worden, was de bedrieger die middelerwijl de wissels ten gel de gemaakt bad, ontvloden. Mijnheer Francis, de schrijver, was de eerste die de vervalsching ontdekte, waardoor hij den bijzonderen lof van den chef verdiende Dadelijk werd hij tot hooger ambt bevorderd. Hij zou nu met zijn lot tevreden kunnen geweest zijn, zoo hem niet juist de betrekking onzegbaar tegen stond. Na eenige jaren nam hij dan ook met beide handen 't aanbod zijns chefs, om in Indië een handelshuis te gaan ordenen, aan. Hoe vroolijk en verlicht ademde Francis voor de eerste maal weer, toen de wijde oceaan hem droeg en het eindelooze hemelgewelf in onbe schrijfelijke majesteit zich boven hem uitstrekte. Daar in New-York was hij als in een gevange nis geweest; dagelijks werd hij lastig gevallen door nieuwsgierige ongelukkige landslieden, wat hem elk zijner wandelingen vergalde. Toen hij eensdaags vernomen had, dat zijne moeder over leden was, ging hij enkel in den donkeren nacht uit, teneinde geen ongeluksprofeet meer te ontmoeten. Het moedergraf hAd hem, zoo meende hij in bittere smart, den terugkeer naar 't vaderland onmogelijk gemaakt. Thans lag New-York, de gehate stad, ach ter hem en daarmede tevens het verleden, dat begraven en vergeten zou zijn voor eeuwig. Voor hem lag de eindelooze oceaan met den fabelachtigen Indischen hemel op den ach- over, dat zg op de wereld geen personen aantreft, die waarlgk gelgken op de helden harer lectuurzg zou willen leven evenals die denkbeeldige prinsessen, die in de ro mans altgd bekoorlgk zjjn, altjjd worden aanbedeD, altgd boven alle gebreken verhe ven zgu. Welk een afkeer heeft zg ervan om af te dalen tot de lage bijzonderheden van het huishouden Ach, hoevele verwoestingen worden aan gericht door de romans! Hoe kan men van den jongeling vorderen, dat hg in reinheid leve? Hg heeft de verdediging, de bekoor lijkheid, het gelnk van de ondengd gele zen. Hoe kan men van de jongedochter vorderen dat zjj eerlijk en eerbaar bljjve in de armoede? Hit hare lectunr heeft zjj geleerd, dat zjj door wangedrag er toe ko men kan eene koningin van de wereld te worden. Hoe kan men de echtgenooten overtui gen vau de eenheid eu onverbreekbaarheid des huweljjks? Men heeft hun gesproken van het huweljjk als vau een juk, van een verbond tegen de natuur; men heeft de echtbreuk verheerlijkt. Hoe kau men verkrggen, dat de kinderen hunne oudera eerbiedigen? Zjj hebben de leerschool der verachting bezocht; zij heb- bso den vader, het huisgezin, den priester, God en godsdienst hooren bespotten Hoe kan men deu werkman de onder werping, aan het volk de gehoorzaamheid aan het gezag prediken Anderen hebben hun den haat tegen den eigendom, de rech ten van den mensch zonder de plichten, het socialisme gepredikt. Anderen hebben hun verkondigd, dat het gezag eene onrecht matigheid iszg hebben alle banden ver broken, die deu mensch aau de eerbiedi ging der goede orde verbonden zij hebben den mensch voorgelogen, dat «eigendom diefstal is», dat «God het kwaad is,» dat er geeD toekomstig leven, geen hel, geeD God bestaat En wanneer de werkman en het volk dan in hun toorn tot opstand overslaaD, dan kunt gg, romanschrjjvers, uitroepen: Ziedaar ons werk, ziedaar de vruchten van de romans, die wjj dikwijls hebben geschre ven ter voorziening in onze levensbehoef ten, om geld te verdienen. (<S/o< volgt.) In Spanje staat het uitbreken van eene ministerieela crisis voor de deur. Het tegenwoordige Ministerie toont zich zeer zwak tegenover de Cubaansche opstande tergrond in 't geheimzinnige verschiet. Na een gevaarvolle reize landde 't schip ein delijk te Madras, de wondervolle stad, die tege lijkertijd Europa en Azië in haar uiterlijk te aanschouwen geeft, wijl zij in twee geheel ver schillende aeelen, de witte en de zwarte stad, gescheiden,een hoogst verrassenden aanblik biedt. Harald Francis betrad het wonderland met het besluit ncoit weer naar New-York terug te keeren, maar hier een nieuw leven aan te vangen. De zaken die hem hierheen gevoerd hadden, bracht hij tot eene gunstige regeling tot te vredenheid zijns chefs, welken hij onmiddellijk bekend maakte, tevens met het bovengenoemde besluit. De jonge man was nu weer vrij en ademde in volle teugen de krachtige lucht des toover- lands in zonder te vermoeden, welke slangen onder die kleurenrijke tooverpracht verborgen lagen. Voor alles wilde hij 't land leeren ken nen, alvorens ergens een vast besluit opzichtens zijne toekomst nemen. Daar zjjne spaarpennin gen hem dit veroorloofden, gaf hij zich met de zorgeloosheid der jeugd over aan het aanlokke lijke leven der tropenlanden. De Europeesche bevolking in Indië echter stond op een vulkaan, wiens vreeselijke los barsting allen verrassen zou. In onverklaar bare zorgeloosheid hadden de Engelschen elk voorteeken van een naderenden opstand niet gemerkt en zich met vloekwaardige verachting der onderdrukte inboorlingen zich op den krater het leven veraangenaamd. Zij en met hen zoo vele onschuldigen moesten daarvoor gruwelijk boeten, Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1895 | | pagina 1