NIEUWE N« 2356 Vrijdag 8 November 1895 20ste Jaargang Patroon en werkman. BUITENLAMP abonhsmektspbijs Pei 8 maanden voor Haarlem. t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BUBBATT: St. Janstraat Haarlem. Van 16 regels 50 Cents Elke regel meer7Yi Groote letters worden berekend naar plaatsruimte., Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie A Contant. Advertent iën worden uiterlijk Maandag-, Woesid ag- en V r ij d a g-a vond voor 6 uur ingewacht. Redacteur-Uitgever, W. KüFFIRS. In onze dagen doen de socialisten niets anders dan den werkman ophitsen en op ruien tegen zjjn patroon. Zeker, er doen zich misbruiken voor bg sommige patroons; maar die enkele misbruiken worden door de socialisten gegeneraliseerd, als voorko mende bij alle patroons [en daarom worden alle" patroons zonder onderscheid aangevallen. Het is inderdaad boosaardig om, onder voorwendsel van de misbruiken uit te roeien, tot revolutie aan te hitsen; boosaardig, ja satanisch is het om alle rgke menschen en alle patroons als ondeagende en booze wezens af te schilderen. Geheel de taktiek van den socialist is erop aange legd den werkman, wieu bij ook zjjn moge, te vleien en den patroon, wien bij ook zijn moge, te bezwalken. De socialisten streven niet zoozeer naar de uitroeiing en hervorming der misbruiken, als wel naar het verei geren van den toe stand der werkliedeö. Al hun lawaai heeft geen ander doel dan den armen man te verbitteren en het hart van dien armen mensch te vervullen met haat en b.tie ren gal. Is dat dan het zekere middel om de har telijke betrekkingen tnsscben de patroons en de proletariërs, te doen herboren worden? Ongetwijfeld niet. Door het lgdeD der werklieden al te zeer te verergeren, loopt men gevaar om van die zwakke zielen de prooi te maken van de socialisten. Zg zgn werklieden, en zg moeten zich moeite geven, terwgl de pa troons genieten; dat men derhalve den patroon onderdrukke; en de werkmau, op zjjne beurt patroon gewordeD, zal evenals hg kunnen genieten? Dat is een hersen schim, waarmelemen de wonden verergert, die men genezen moet. Wie ziet den ga penden afgrond niet, die, breed en diep, tusschen het kapitalisme en het proleta riaat ligt? Eu is het te verwonderen, dat de patroon aldns beschouwd wordt als de vgaud van den werkmaD, en de werkman als da vgand van den patroon? Om den strijd te beslechten tus<chen pa troons en werklieden, stelt men verschil lende maatregelen voor: o. a. minimum werkloon, beperking van den arbeidstgd. Men meent daardoor de goede betrekkin gen tusschen kapitaal en arbeid te knnoen herstellen, opdat de meuschen niet als twee vgandige strgdkampen tegenover elkander staaD, maar men vergeet, dat de strjjdom persoonlijkebelarg-m hier op aarde onver mijdelijk is en blgven zal. De ellende FEUILLETON Nog bijtijds. F'ervolg XYI. De eerbiedwaardige mijnheer Warrens. Met den nachttrein, die van Londen naar Dover afreed, besteeg een heer, te oordeelen naar gestalte en baren, een zeventiger, een cou pé eerste klasse. Bleek was zijn gelaat en gerimpeld. Een aan houdende hoest scheen hem het ademhalen te willen beletten. Niet heel alleen, fluisterde hij den trein- beambte toe, hem een goudstuk in de hand drukkende. Ik ben zoo bang met dien hoest De trein was zeer bezet. De conducteur wend de zich tot een krachtigen heer met zwarten snor baard, die voor zich door eene buitengewone fooi een ledige coupé verkregen had. Ge ziet, alles is bezet, SirGe moet dit coupé dus maar met dezen ouden heer deelen. Ik kan u verder niet helpen Bah, wat hindert je dat? fluisterde een ande re heer aan diens zijde den snorbaard toe. Die oude doet je niets, een hulpeloos grijsaard. Goed, verder echter niemand, bromde de snor. Gelukkige reis, mijnheer Law! riep de zil nooit verdwgnen van deze wereld maar door de rechtvaardigheid aan te kwee- keu, door de christelijke liefde te beoefenen; zal men de ellende vermindereu! Ja, tegen de onverschilligheid iu het godsdienstige moet er worden gestreden! Ia werkplaats en magazijn, moet de godsIien3t weer ver schijnen van eeu God, die arm geworden is om de menschen. Dit wil na niet zeggen, dat hot niet dringend noodig is den toestand der werk lieden te verbeteren. Nood: men moetaau den werkman tegelijk met den godsdienst ook zooveel mogelijk welstand trachten te geven; men moet hem tooneu, dat God op deze wereld niet minder, dan in het andere leven hiernamaals, het geluk vau Zgn schepsel verlangt, maar dat wg hier op aarde wel altijd ons aandeel zullen hebben in de ellende en rampspoeden. Indien allen, patroons en werkliedeö, goed hanne plichten begrepen, zooals deze verklaard worden door Paus Leo XIII in zga encycliek Rerurr. Novarumdan zou het sociale vraagstuk opgelost zgn. De werkman moet, volkomen en trouw, het werk verrichten, waartoe hg zich door eene billgke en vrjje overeenkomst verbon den heefthg mag geen nadeel toebren gen noch aan de goederen noch aan deD persoon des patroons; hg moet zich onthou den van gewelddadigheden, wanneer hjj zgne rechten wil verdedigen, en nooit tot opstand aanhitsen; hjj moet de booze lie den ontvluchten, die met listige en gesle pen redevoeringen hem overdreven verwach tingen willen inblazen en hem grootsche beloften doen, die nergens anders op uit- loopen dan op onvruchtbaar verdriet en op den ondtrgang vau de fortuin. De patroonhg mag nimmer den werk man behandelen als een slaaf; want het handwerk, de arbeid heeft niets vernede rends; hg mag dien mensch uiet gebruiken als een laag werktuig om winst te behalen, en evenmin de krachten van dien mensch overschatten. Onder de hoofd-plichten van den patroon moet op de eerste plaats gesteld worden de plicht van aan ieder het hem toeko mend werkloon te geven. Omtrent dit punt moet de patroon zich herinneren, dat de verdrukking en exploitatie van behoeftigen met het oog op zgne persoonlijke belangen, tegenstrijdig zgn metde goddelgke en men- scbelgke wet; dat het weigeren aan den werkman het hem toekomend loon, eene zonde is tegen den H. Geest. Daarenboven, de patroon mag de geeste lijke belangende godsdienstige belangen van geleider, toen zich de snorbaard, tegenover den grijsaard bad neergezet. Dank je, mijnheer Smith, nikte de snor; daarop sloot de conducteur het portier en wel dra reed de trein af, De heer, die daar even zijn vertrekkenden gezel had toegefluisterd, keek den trein eene poos na en mompelde dan nog eens: Gelukki ge reis, kapitein Ned! Langzaam schreed hij voort, steeg in een rij tuig en reed naar 't middendeel der stad. De beide reisgezellen in de coupé eerste klas se bekeken elkaar eene poos met nieuwsgierige blikken; waarbij de oude de eene hoesbui na de andere kreeg en aanhoudend uit eene doos pil len at. 'n Leelijke hoest! mijn waarde Sir! bemerkte mijnbeer Law, wien het uitzicht op een kalm slaapje hierdoor ontnomen werd. //Gij moest thuis blijven aan den warmen haard en niet op reis gaan, vooral niet 's nachts.// Noodige zaken, Sir! kuchte de oude met pieperige stem. Ik moet in persoon naar Parijs, waar mijn neefje te sterven ligt,mijn eenige erfgenaam. o, die hoest! Belachelijk, bromde Law in zijnen zwar ten snorbaard; bij kan zich in Parijs er mee laten begraven, de oude nar, en mij tot erfgenaam be noemen. Spreek een weinig luider, Sir! hoestte de oude opnieuw. Ik zei, dat dit uw dood kon zijn, Sir. Ach, God, ja! Ik ben een arm, oud man, die geen enkele bloedverwant meer bezit. Wat baat mij al mijn geld? Gaat ge ook naar Parijs, Sir? zgne werklieden niet uit het oog verliezen. Hg is verplicht hun den tgd te geven om hunne godsdienstplichten te vervallen. Hij mag in hen den zin voor spaarzaamheid en hniselgkheid niet laten uitdooven, noch hen belasten met meer werk dan zg kannen verrichten. En onder dit opzicht bestaat er inderdaad een grof misbraikhet is de arbeid op Zondag opgelegd aan geheele scharen van menschen; en vandaar dat verwaarloozenvan godsdienstplichten. Is het, dat het socialisme zoovele troawe volgelingen vindt, helaas! vele patroons zgn daarvan de oorzaak. Hoe heter de patroon zgn plicht zal ver vallen, des te meer zal hg ook het hart van den werkman winnen. Hierdoor zal de klove, die de maatschappelijke standen van elkander scheidt, grooteudeels aangevuld wordeD. Zeker dit zal van den kaut des patroons groote toewgding, maar van den kant des werkmans ook onderwerping en bescheidenheid vorderen. Welnu, die deug den worden alleen door bet Christendom geschonken; en ziedaar waarom de terug keer tot een levend geloof het zekerste ge neesmiddel is, hetwelk toegepast kan worden op de ziekte, waaraan de tegenwoordige maatschappij lgdt. Maar nog eens, hoe groot en geducht zij ook mogen zgn, de stoffelgke behoeften zgn niet de meest dringende. Het bederf der zeden is een veel grooter ramp. Vóór alles moeten de oogen hierop worden ge richt; en dit is de taak van de Kerk, die vooral den ons meesleependen maalstroom moet beteugelen en tegenhouden. Zoo er geluisterd wordt naar de leer der Kerk, znllen de vrede en de eendracht heerschen in de maatschappijwant het Christendom alleen kan verzachten, wat van nature hard en pjjnlgk is in de ver houdingen van dienaar tot meester. Zoo er geluisterd wordt naar de Kerk, zullen de rechtvaardigheid en liefde alle maatschap pelijke verhoudingen beheerscheD, en zal de Christus overal regeeren. Zoo niet, dan zal het brutale socialisme de zege behalen; het zal de victorie zgn van de vijanden van den Christns, en met hen het rijk van de tweedracht, van den haat, van den diefstal, in één woord de ondergang der maatschappij. België. Koning Leopold II, zegt het Han delsblad van Antwerpenis zeer bedroefd over den val van het Fransche ministerie, Z. M. had de Congo-zaken netjes geregeld met den minister H a n o t a u x, en na moet Eigenlijk niet, sprak mijnheer Law, ofschoon ik enkel voor mijn pleizier reis! Och, vergezel mij dan naar Parijs, Sir, het zal gewis uwe schade niet zijn. Genadige God, die hoest brengt mij om. Ja, Sir, die is gruwelijken des te erger wijl ge alleen reist. Ge bezit dus geen bloed verwant dan uw op sterven liggenden neef Niemand verder op de wereld. Waarom hebt ge geen bediende meege nomen, Sir? Helaas, die schurk heeft zich in een cou pé der tweede klasse gezet en zich verder om mij niet meer bekommerd, kuchte met klagen de stem de oude. Zijplunderden mij allen, de spitsboeven; ik heb hem echter mijn reiskoffer niet gelaten, den deugniet. Ik begeleid u naar Parijs, opdat ge niet bestolen wordt; mijn waarde Sir. Zal ik mij aan u voorstellen? Ik heet mijnheer Law. Ah, duizendvoudigen dank, mijn beste mijnheer Law. Ik heet mijnheerWarrens. Zoo ge weer inEngeland mocht terugkeeren, moet ge mij eens in Warrenhouse bezoeken Gaarne, Sir. Ik zal die uitnoodiging niet vergeten. Het gesprek bleef steken, daar mijnheer War ren's hoest niet ophield en de oude man daar na de oogen sloot, welk voorbeeld door Sir Law gevolgd werd. De regelmatige ademhaling van beiden duid de weldra aan, dat zij in vasten slaap verzon ken lagen. Stilte heerschte nu in de coupé, al leen onderbroken door het gesnork van Sir Law. Daar verhief de oude heer Warrens plotse- hg met het nienwe Ministerie van meet af aan beginnen en trachten de nienwe mi nisters over te halen ten opzichte van zgn plan. 't Is hard! Het getal stakende letterzetters te Gent is omtrent 200. Men tracht ook te Brussel en Antwerpen eene staking te doen uitbre ken. De bladen Indépendant en het Vader land zgn gisteren-middag verschenen in antographie. Majoor T h g s, luitenant L e m a i r e en de Belgische ingenieurs die den stand van den Congo-spoorweg hebben opgeno men, zgn weer op weg naar Enropa. Frankrijk. Door het Hof van appel te Pargs is het vonnis waarbg CornelinsHerz, tot dus verre rustig in Engeland vertoevende, beves tigd. Hg werd veroordeeld tot 5 jaar gevan genisstraf. De markies d e N a y v e, die door zgne vronw beschuldigd werd, haar zoon te heb ben vermoord door hem in Italië in een afgrond te storten, is voor de Rechtbank te Bourges vrijgesproken. De president van het nienwe Fransche radicale ministerie,de hesr Bourgeois, heeft in de Kamer een program ontwik keld van werkzaamheden, dat de socialist Jo arde deed nitroepen: Bravo! Dat is eerst de taal van een Repablikein Een aantal radicale Afgevaardigden bebbeD de Ministers geluk gewenscht met hnn eerste optreden. Italië. Bg de onthulling van het standbeeld voor Garibaldi te Milaan heeft de afgevaar digde C a v a 1 o t t i eene feestrede gehou den. Na aloop der onthulling had een groote optocht plaats van democratische arbeiders- veraecigingen. KoniogU mberto had een paar kransen gezonden. Bandieten in Italië. Een eigenaardig licht werpt het navolgende op de Italiaansc'ne toe standen. Twee beruchte bandieten, de gebroeders Erat- tarolo, legden dezer dagen een onverwacht be zoek af bij een rjjk edelman op zijn buiten te Yico Garganico bij Eoggia. De onwillige gast heer stond juist gereed om te vertrekken en zijn paard stond gezadeld, zoodat de komst der bandieten hem niet zeer verheugde. Hij hield zich echter goed, daar hij hen niet durfde be- leedigen. Zij spraken hem ook zeer beleefd aan en verzochten hem niet bang voor hen te zijn, omdat zij naar zij beweerden, in niets van andere gewone menschen verschilden. Nadat hij met de bandieten een tweede ont- bjjt had gebruikt en hun sigaren had aangebo- ling het hoofd, om zijn snorkenden reisgezel te begluren. Gedruischloos als eene slang schoof de oude zich dan naar de andere zijde nader bij den slapende. Nu hief hij beide handen omhoog en wierp bliksemsnel een witten doek, die eene onaan gename geur verspreidde en in chloroform ge drenkt scheen, in het gelaat des snorkende. De ze echter inplaats van zijn bewustzijn te verlie zen, vloog met een vloek op en wierp den ouden grijsaard in een hoek terug. Nu ontwikkelde zich een strjjd, die gruwe lijk had kunnen worden, indien niet de beide mannen elkaar de pruiken van 't hoofd getrok ken hadden. litis? riep mijnheer Law woedend en ver baasd. Ben jij het? Heeft de schuldige Boh u overgehaald, om mij onderweg te vermoorden? Gij wist, dat ik tegenover je zat Ja, kapitein Ned, ik kende je, mijn jon gen! riep litis. Je staat me ook in den weg. Och, domheid! Laten we de zaak over leggen, litis! Die Bob vreest mij, wjjl ik al zij ne plannen ken en daarom heeft hij ons bei den zoo schandelijk in list overtroffen. Niet waar, eerst moet je mij van kant helpen, en dan twee heeren in Berlijn, een zekeren heer Erancis, wien 't vooral gold, en dan nog mijn heer Gerald? litis keek hem zoo verbaasd aan, dat kapitein Ned in een luid lachen uitbarstte. {Wordt vervolgd.) HAARLEMSCHECOERMT. AGITE MA HOST AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTEWTIEH 36.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1895 | | pagina 1