NIEUWE
pre 2358
Woensdag 13 November 1895
20ste Jaargang
Te goed.
BUI TE KL A 1\D.
Pei 8 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlgke nummers0,03
Dit blad verschgnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BÏÏSEAÜ: St. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels 50 Cent»
Elke regel meer7Vi
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie Contant.
Advertentiën worden niterlpk Maandag-, Woensd ag-
en V r jj d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Redacteur-Uitgever, W. KüPPBRS.
Wie zou het willen gelooven dat een der
meest algemeene kwalenwaaronder de
wereld thans ljjdt, is een overmaat van goed
heid? Kan er waarlgk te veel goedheid be
staan? Is goedheid niet een der grootste
deugden? Is zjj niet een der eigenschappen
welke ons dienen om deGodheidaan te duiden?
Is er wel onder de namen onze liefde en
dankbaarheid door onzen Hemelsohen Vader
gegeven, eene treffender en meer omvattend
dan die van Oneindige Goedheid? En toch
bekl agen wg ons dat de goedheiddie
deugd des hemels te algemeen, te groot
werd? Helaas! Wg zgn in de treurige nood
zakelijkheid dit droevige feit te bevestigen.
Goedheid, te groote goedheid is oorzaak van
vele rampen en ellenden rondom ons. Om
een deugd te zgn moet goedheid gepaard
gaan met veratand, oordeel en vooral ge
weten. De sterke, die tevens goed is kan
oneindig veel zegen verspreiden, in de han
den van den zwakke is goedheid een ge-
vaarlgk wapen.
Wie 't niet geloove [zie maar eens om
zich heen en luistere naar 't geen men
zoo dikwgls hoort zeggen, als er 't een of
ander gebeard ia, dat liefst anders moeat
zgn.
«Och ja! dat komt doordat hg te goed was!»
Te goed! Ja dat zgn de ouders die hun
kinderen van jongs af verwennen, toegeven,
alle grillen inwilligen. «Die arme stumpers!
Wie weet hoe hard zjj 't later te verant
woorden zullen hebben. Laat hen dus maar
hun zin volgen, zoolang wg er iets aan
kunnen doen
En de kinderen worden hoe langer hoe
lastiger, hoe onhebbelgker,hoe onhandelbaar
der, hoe veeleischender, zich zelf hun ouders,
der maatschappij tot een kruis en als dan
de ouders radeloos den ondergang dier lie
velingen moeten aanzien, dan znchten zij
nog:
«Ach! We deden toch voor hen wat we
konden. Wg waren t e go e d, dat was onze
eenige fout!»
En de man die zgn jeugdige vrouw
geen wensch durft weigeren, die geniet als
zjj vroolgk is, als zjj dure japonnen, kost
bare hoeden, stijlvolle meubels koopt, als
zjj menschen wil zien en door hen gezien
worden, als zjj van 't eene vermaak holt
naar het andere, terwgl haar man werkt,
tobt, zwoegt, vroeg vergrgst boven de cjj-
fers, die maar niet willen kloppen, zooals
hjj wenscht en het noodig heeft, die zelf
geen behoeften kent en alles opoffert aan
de grillen van zgn afgod, is hg niet het
FEUILLETON.
Nog bijtijds.
38. {Vervólgd
De dokter keek haar verschrikt aan.
Zulk eene vraag had hij niet verwacht.
Ik versta u niet, miss Palmer!
Hebt ge niet van de voorvallen in de
Jockey-club gehoord?
Ab, de snoode belastering, waarvan mijn
beer Francis bet slachtoffer is, nikte de oude
dokter. Jawel, welk edelman zal iets dergelijks
gelooven; de geschiedenis is zoo ongerijmd en
de oorsprong er van is te duister.
Er wordt des ondanks aan geloofd, riep miss
Alice met glinsterend oog. Hoor mij, bid ik
u, geduldig aan, mijnheer "Wilson! Wilt ge?
Dat beloof ik u, miss Palmer.
De jonge dame vertelde nu halfluid de ge
schiedenis van dien eersten avond, toen Sir
Benett in haar salon verschenen was en mijn
heer Francis zich vijandig tegenover hem had
gesteld, tot aan de gedwongen, geheimzinnige
afreis van den laatste.
Wat, is mijnheer Francis naar het vaste
land gereisd, zonder met den lasteraar eerst
afgerekend te hebben? vroeg de dokter ver
baasd.
Miss Alice knikte.
Dus heeft sir Palmer hem daartoe ge
dwongen? vervolgde de oude heer haastig.
Voor zaken, bemerkte Alice verachtelijk.
ideaal van den goeden echtgenoot Wanneer
de ouvermjjdeljjke ramp volgt, als armoede
en schande wellicht nederdalen over dat
geziu, wat is dan het eenige vonnis, dat
men over den ongelukkige velt
«Hg was te goed, veel te goed
De meesten, die niet staande big ven in den
strjjd des levens, die vallen en zondigen,
waaraan is hau fout toe te schrjjvan, meest
aan hun goedheid Men is te goed om te wei
geren, te goed om te veroordeelen, te goed
om te berispen en af te keuren, te goed
om te verbieden en te straffen en te goed
ook om zich zelf iets te laten ontberen.
Men is te goed voor zgn kinderen, voor
zgn huisgezin, voor zija vrienden, voor zgn
vganden wg bedoelen voor hen, die ons
op de een of andere maaier kunnen bena-
deelen maar vooral voor ons zelf. Uit
die goedheid jegens zgn eigen persoon ont
spruit ook die overdreven goedheid jegens
anderenmen is goed omdat het zoo ge
makkelijk is en 'fc zoo goed staat, 't Is
mode goed te zgn of te schgnen en wat
mode is dient men toch te doen.
Door die te groote goedheid daalt ook
de moreele standaard. Vroeger kon men
den mensch beklagen, maar zgn misstap of
misdaad big ven verafschuwen thans weet
men er zoovele verontschuldigingen voor te
vindeu dat het haast niet mogelgk meer
schjjnt iets kwaads te doeD,
«A heeft gestolen Och, hg is nog zoo
jong! B vergat zich op een andere manier.
Dat komt door zgn opvoeding, door zgn om
standigheden.»
Uit te groote goedheid laat men de
moordenaars vrjj rondloopen en geeft hun
levenslang of bijna levenslang vrjj lo
gies wanneer iemand een onteerend von
nis heeft ondergaan of als een vronw zich
op een minder eervolle wjjze gedroeg, dan
bejjvert men zich hen vriendelijk te gemoet
te komen. Men is te goed om hnn te doen
voelen dat zg misdreven hebben, men is
barmhartig jegens hen uiet uit Christelijke
liefde en vergevensgezindheid maar menver-
kleint hun schuld alleen om goed jegens hen
te kunnen zgn. Uit te groote goedheid laat
men het kwaad hoe langer hoe luider de stem
verheffen, men ziet er tegen op met kracht
daartegen op de treden. Door dwaze goed
heid tracht men zgn doel te bereiken en
eerst wanneer het onrustwekkende hoogten
bereikt heeft, moet men zuchtend bekennen
dat het middel niet hielp en dat men t e
goed is geweest.
Omdat men ook te goed is, verzaakt
men zgn beginselen, overtreedt men zgn
plicht, 't Is zoo onaangenaam voor onze
Wellicht handelt het zich om eene som gelds,
een handvol guldens; genoeg is het, dat mijn
heer Francis op den avond, waarop hem de
lasteraar in de Jockey-Club verwachtte, met sir
Gerald is afgereisd.
Dat is mij onbegrijpelijk, riep mijnbeer
Wilson, ongerust op en neer wandelende. Een
man als die Francis, voor wiens eer ik mij
thans nog onvoorwaardelijk borg stel, neen
't is niet mogelijk. Wie was het toch, die
dezen dokter M'Lean in de Jocey-Club bin
nenvoerde?
Als ik mij niet vergis, een zekere kapi
tein Brandon
Ab, die, hm, dubbelzinnig patroon,
speler van beroep, ken hem; moesten zich
schamen de jonge beeren, met dien ellendeling
om te gaan en zulk eene introductie toe te
staan. Was mijnheer Francis maar hier ge
bleven! En mijnheer Gerald mee? Ja, maar
miss Palmer, is dan die begeleiding niet de beste
getuigenis voor onzen vriend? Wie zal zich ver
meten eenen steen te werpen naar Gerald's
eer.
Niemand, mijnheer Wilson! maar nu
verdraait men de geschiedenis weer anders,
doordat men Francis beschuldigt van waanzin.
Aha, en waardoor wil men die bewijzen?
Ge herinnert u, dat mijn vaders levensred
der het geweigerd heeft, compagnon der firma
te worden
Wijl hij de eenvoudigste menschenplicht,
zich met zooveel woeker niet wilde laten betalen
miss Palmer!
Goed, een Engelsch koopman houdt iets
vrienden, mede-stndenten of andere medge-
zellen te ondervinden, dat wg onwrikbaar op
ons standpunt staan; het is eenstil verwgt aan
hun adres. Uit goedheid om hen niet te
kwetsen,handelen wij tegen onze eigeu betere
overtniging.
Wg zouden onze voorbeelden nog met
vele kunnen vermeerderen; maar het dient
tot Diets. Hetgeen wg hierboven opgaven
bewjjst, hopen wg genoeg, dat vele rampen,
ongerechtigheden inconsequentiën, lafhe
den, vergoêljjkt worden door het zoo zoet
klinkende woord van «Te goed!»
En toch deze soort van goedheid is niets
dan een caricatnur, een parodie op de heer-
ljjke, goddeljjke deugd der Goedheid.
Men noemt ze aldus uit eigenbelang of
omdat de eigenljjke beteekenis van het
woord «Goed» langzaam is verloren gegaan,
en men slechts leeljjke benamingen in de
plaats daarvan kannen dienen.
Toegevendheid, lafhartigheid, gebrek aan
karakter, egoïsme maar vooral zwakheid,
ziedaar wat het masker «goedheid» genaamd
bijna altjjd verbergt.
Da menschen zgn ta goed omdat zjj zoo
zwak zjja geworden; zg vergeten dat toe
geven alleen volstrekt geen goedheid is;
dat om te weigeren en pal te staan men
niet enkel sterk maar ook goed moet zgn.
L o d e w g k XVI ging door voor een goeden
vorst; maar door zgn al te groote goedheid
stortte hg zich zelf, zgn gezin en zgn koniuk-
rjjk is een afgrond van rampen. Daar hg
zoo goed was, durfde de boosheid haar stem
zoo luid verheffen als nooit te voren en zoo
gaat het met zoovelen. De meeste onge-
lukkigen hebben hun ongeluk te wgten aan
hun zwakheid, die anderen en zjj zelf zoo
goed zgn te bestempelen met den eeretitel
van «goedheid.»
Oostenrijk-Hongarije.
De inwoners der stad Weenen verkeeren
in groote spanning nu een nieuwe verkie
zing van den Burgemeester zal gehouden
worden. De candidatunr van den leider der
anti-semieten Dr. L u e g e r wordt door de
meerderheid van den Gemeenteraad die ge
noeg heeft van de Joodsche overheeraching
met alle kracht gestennd.
Keizer F r a n s J o z e f, die de verkiezing
van Dr. L n e g e r tegen alle rechtschapen
heid in bjj de eerste keuze niet heeft wil
len bekrachtigen, komt, nu Dr. L u e g e r
hoogstwaarschijnlijk weer gekozen wordt,
in een zeer moeilgk geval.
dergelijks voor waanzin. Heb ik u reeds de
geschiedenis verteld van den goudvos der ko
ningin?
Neen, miss!
Alice verhaalde den luisterenden arts nu die
zinsnede van den correspondent die zelfs door
haar vader voor bewijs van waanzinnigheid ge
houden werd.
Mijnheer Wilson blikte nadenkend voor zich
uit; op zijn gelaat spiegelde zich eene diepe be
zorgdheid.
Zonderling, zonderling, mompelde hij hoofd
schuddend. Mij wordt de zaak immermeer raadsel
achtig, immer meer verward.
Kunt ge mij dit duister eenigszins verlichten
mijnheer Wilson vroeg Alice, hem smeekend
de hand reikende.
Beproeven, zal ik het, miss Palmer 1 hernam
de oude heer, de hand diep bewogen drukkende.
Tot nog toe geloof ik vast aan de eer van
mijnbeer Francis zoowel als aan zijne on
gestoorde geestvermogens, En evenals ge mij,
den ouden dienaar van uw huis, uw vertrou
wen geschonken hebt, zoo bid ik u, die de hel
dere overtuiging misschien ontrooven konden,
Dog verder uw vertrouwen te schenken en tot
geen te haastig genomen besluit over te gaan.
Mijnheer Francis waarschuwde mij voor
den Amerikaan, die hij eene hyena noemde,
zei Alice, den arts strak aankijkende. Hij scheen
in hem een anderen te herkennen; hij hoopte
hem het masker af te rukken, ja meende zelfs,
dat gij mijnheer Benett's vader gekend hadt.
Ja, ja, onderbrak baar Wilson, ik kende
eens eenen mijnheer Benett, die naar Indië ging;
België.
De Londensche correspondent van de
Indépendance seint aan zgn blad
«üp grond van offfcieele inlichtingen
kan ik verzekeren, dat er tusschen de
Mogendheden, wat Turkjje betreft, in zoo
ver volkomen overeenstemming bestaat,
dat de regeeringen niets zullen doen, voor
dat men het volkomen eens is geworden
over hetgeen moet worden gedaan. De be
wegingen der vloten van eeuige staten zjjn
het gevolg van deze overeenkomst. Het
bgeenroepen eener conferentie wordt alge
meen als een gevaar beschouwd, indiende
verschillende regeeringen niet eerst hebben
bepaald, welke middelen tot het herstel van
de rust in het Oosten moeten worden aan-
gewend. Geen der Mogendheden heeft eenige
neiging betoond om op eigen hand op te
treden.»
Engeland.
Te Londen loopt het gerucht dat de
Engelsche vloot naar Konstantinopel zal
gezonden worden om daar eene demonstratie
te houden.
De correspondent van de Frankfurter
Zeitung noemt den toestand te Konstanti
nopel zeer hacheljjk. Het Engelsch comité
gevormd tot bescherming van de Christenen
in Armenië, bljjft dan ook met kracht aan
den arbeid. De voorzitter dezer commissie
de Hertog van Westminster, heeft nu
weer een nota gezonden aan alle ge
zanten te Londen, waarin wordt aange
drongen op eene interventie der Mogend
heden. Tevens wordt den gezanten ver
zocht, dit besluit van het comité ter kennis
hnnner regeeringen te brengen.
Koning Carlos van Portugal amu
seert zich kostoljjk in de Engelsche Hof
kringen. Z. M. vertoeft te Balmoral, ko
ningin Victoria's buitenverblijf in
Schotland, als gast van H. M. de Koningin.
Frankrijk.
In het scbatrjjke Frankrijk is ook ai en
wel ia de stad Parjjs een financieele crisis
uitgebroken. Hos is dat mogelgk, zal men
vragen en toch het is zoo.
De minister van financiën, de heer
D o u m e r, heeft een onderhoud gehad met
verscheidene toongevende financiers. Naar
men zsgt, was de uitslag dezer conferentie
dat eene bgeenkomst heeft plaats gehad
van vertegenwoordigers der voornaamste
krediet-instellingen, ten einde de middehn
te beramen, waardoor de gewone toestand
ter Pargsche beurze kau worden hersteld.
deze zoon 'gelijkt niets op hem. Mij wordt van
die dingen het boofd verward, miss Alice. Mjjn
oprechte raad is, u niet voorbarig tot iets te
verplichten. Als de geschiedenis van het vos-
paard op waarheid berust.
Dan zend ik mijnheer Benett met eene wei
gering naar huis, onderbrak hem Alice, de hand
als tot een eed verheffende.
Zoo is het goed, mjjn waarde missl nikte
de heer Wilson. En wat in mijne macht staat,
zal aangewend worden, om een lichtstraal te
verschaffen. Vertrouw uwe gelukster, die niet
naar 't Westen duikt en uwe oude vrienden.
Ik dank u van harte, mijnheer Wilson en zal
uw voorschrift stipt volgen.
Hjj drukte haar de hand en begeleidde haar
naar buiten tot aan haar rijtuig. Daarna keerde
hij in huis terug, om daar nog eene heele poos
over de geschiedenis van 't goudvospaard na te
denken.
Hm, bm! mompelde hij immer ongerus
ter wordende. De geschiedenis is toch drommels
dom. Een vospaard, door de koningin zelve of
tot verkoopen bevolen? Onzin! Hoe kan een man
met gezonde zinnen zoo iets verzinnen. De zaak
is wezenlijk bedenkelijk. En dan zijne verdacht
making van den Amerikaan, zijn hardnekkig
vragen naar Horatio Donalson. Inderdaad, het
moest voor enkele oogenblikken niet wel zijn
geweest in 't brein van den anders zoo prach-
tigen man. Hm, jammer, jammer, die, twee pas
sen anders zoo mooi bij elkander; die domme
Francis, hij kon compagnon der firma zjjn en
wat nu
Wordt vervolgd.)
HAIRIEMSCHECOIIRAIIT.
ABONNEMENTSPRIJS
AGITE MA NON AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIEN.