NIEUWE N« 2368 Vrijdag 6 December 1885 20ste Jaargang De godsdienstloze volks school. B U I T E iVLA ft D. ABONNEMENTSPBIJS Pei 3 maanden voor Haarlem. t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. B U B E A TT: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NOW AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIBN, Van 16 regels 50 Gents Elke regel meer7Va Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Gents per advertentie Contant. Advertentiën worden niterljjk Maandag-, Woeoid ag es V r ij d a g-a vond voor 6 unr ingewacht. Redacteur-Uitgever, W. KOPPERS. Een ralicaal Fransch blad constateerde voor eenigen tijd geleden, dat het aantal van lieden, die niet kunnen lezen, in weer wil van het verplichte schoolonderwijs in Frankrijk legio is. Meer echter nog dan het verstand, ljjdt de ziel van de Fransche jengd. De verwereldlijking van het onder- wjj9 heeft in Frankrijk verechtikkelgke re sultaten voortgebracht, welke meo sinds laugen tijd ook voorzien en ook voorspeld heeft. Het school-systeem daar te lande heeft, trots zijne mislukking in en buiten Frankrijk, neg altjjd talrijke vrienden en de schoo'quaestie zal nog laogen tjjd het brand punt van den politieken strjjd wezen, zoo wel in Frankrijk als elders. Er zjjn in Frankrijk nog immer lieden, die weliswaar de volksschool aan den in vloed van den godsdienst wenschen te onttrekken, maar die toch zekere moreele grondbeginselen in de volksschool willen laten heerscheD. Zjj meenen, nadat zjj God uit de school verbannen hebben, dat de onderwgzers moeten verplicht worden, op de ziel van het kind in te werk?D,ten einde het tot het goede aan te sporeD, het te begees teren met verhevene ideeën, in bet kinder hart een «algemeene moraal» in te pren ten, onafhankelijk van de dogma's, welke het «patrimonium der menschheid» vormt. De ordervinding, de treurige ondervin- diog, bewijst echter dat deze droom een ntopie is; en zelfs de vrijdenkende maar deftige en ernstige courant Le Temps legt eeue bekentenis af, die vrjj is van alle arglistigheid, maar niet van alle droome- rjjeD. Het Journal heeft een onderzoek ge opend naar de «zedeljjke opvoeding der schooljeugd en levert vooraf een docomrnl van den eersten rang, de aanteekeningen van eene schoolinspectii» door den inspec teur Felix Peault, welke aanteekenin gen het eerst openbaar gemaakt werden in de Revue pédagogique. «Er is in deze aan teekeningen», zegt het Journal«ik weet niet welke hooghartige melancholie, de melancholie van eene krachtige eu op rechte ziel, welke constateert dat het doel niet bereikt werd.» Dan vervolgt het blad verder: «Zeker, de vooruitgang is be langrijk. Het onderwgs heeft in al zjjne deelen gewonneD. Maar deze vooruitgang is slechts oppervlakkig en bertaat alleenlijk in het wetenschappelijke. De kinderen we ten méér van de aardrgkskunde, geschie denis, rekenkunde, en men onderwgst deze FEUILLETON. Nog bijtijds. 49. Vervolg.) Benett opende het kistje met den kleinen gouden sleutel en onderzocht de papieren. Zijne oogen glinsterden, zijne handen beefden. Zou het niet slimmer zijn, met dezen schat, dien hem de voorzichtigste man ter wereld, een Londensch koopman, met waarlijk hartroerend vertrouwen had overgegeven,zoo ras mogelijk de wijde wereld in te gaan? Alice's liefelijk beeld, hare koninklijke ver schijning trad hem plotseling voor den geest. Hij zou die maagd de zijne kunnen noemen en dan toch op de vlucht gaan? Zich zeiven het brandmerk des misdadigers op 't voorhoofd drukken? Neen, sprak hij rustig en vastberaden (er- wijl hjj het kistje weer sloot en in den zak borg.Ik blijf hier, mag gebeuren, wat wil. Morgen vroeg naar Richmond, naar Alice. Of zij mij bemint? Dwaasheid! om te vluchten is het nog tijd genoeg eu de wereld is zoo ruim,zoo groot. Ik wil op mijne kamer dineeren, had hij den bediende bevolen; deze verscheen thans, om te dekken, bij welke gelegenheid hij meldde, dat een oud heer heden reeds tweemaal naar hem gevraagd had. Toen Sir Benett zich aan tafel zette, verscheen de oude ten derde male en werd dadelijk bin nengeleid. leervakkeu aan hen op verstandiger ma nier; maar de opvoeding van den mensch in de school, is die beter? De opvoeding vau het verstand, de vorming van het hart, de zsdeljjke beschaving, alle die eigenschappen van de zie!, waarvoor geen objectieve sta tistiek, geen examen bestaat, zijn die in voor- of achternitgaDg?» «Geen mensch zal zich inbeelden», zegt de inspecteur Peault, «dat onze natio nale welvaart afhangt vau een grooter kennis op 't gebied van rekenen of teeke- nen, wanneer deze zaken niet innig samen hangen met de vorming vau het geweten eu van deu wil. Wat aan de vormiDg van onze nationale jeugd ontbreekt, ia eene krach tige ziel, d. w. z. een vast geloof, hetwelk zich verheffen kan boven het alledaagscbe; naar hetwelk de ziel getrokken wordt en waar voor die ziel verre gezichteinders ge opend worden.» Ziedaar het kwaad, het euvel: het ma- (erial sme, hetwelk de zielen tot zich trekt, hetwelk alle edele opwekking verstikt. De Temps heeft dit euvel nog veel beter ge kenschetst. «Onder de kleur van gods dienstige neutraliteit heeft men sedert tien jaren de zedelgke opvoeding in de school op het wetenschappelijke positivisme ge grond, d. w. z. op de bevestiging van 's menschen waardigheid, op de liefde tot het vaderland, en den eerbied voor of aan bidding van de menschheid. Maar ter- wjjl aan het kind in de school eeD glorie vol beeld van den menscb, van het vader land en van het menscbe'gk geslacht ge toond werd, leerde het tot jongeling gergpte kind, teen het 't eigenlijke leven intrad, toen het de couranten begon te lezen, toen het in werkplaatsen of in de herberg met menschen omging, opeens dat de mensch een zeer boosaardig en verkwjjnd schepsel is; dat men in dat vaderland, hetwelk men hem zoo schoon had voorgesteld, slechts door list en geweld tot aanzien en macht ge raakt; dat deze menschelgke maatschappij, welke het vereeren en vtrtronwen moes», vol misdrgven en vol onverdiend Ijjden is. Welk eene tegenstelling tusschen datgene, wat men in de school zeide, en tnsschen de ondervinding van het dagelgksch leven! De wtarbeid is, dat de school in weerwil van bare onvolmaaktheid nog beter is dan de volwassen maatschappij, welke het kind omgeeften dat het kind in den mensch en in de menschheid zijn geloof verliest. Het is een geheime oorzaak van teleur stelling, welke de positivistische leer aan de kinderen geeft en geven zal. Ook wjj begrijpen, dat het kind spoedig Mijn naam is Thomas Rissle,aldus be gon de oude,heb ik de eer met Sir Horatio Donaldson te spreken. Benett verbleekte zichtbaar, herstelde zich echter spoedig en zei, opstaande: Ge hebt de eer te spreken met Sir Hora tio Benett, mijn waarde beer Rissle! Wel, dat is hetzelfde, nikte deze, hem rustig aankijkende, uw oom, Sir John Benett, zendt mij, zijnen ouden dienaar hierheen. Benett sprong op, zijn gelaat was aschvaal geworden, de lippen vertrokken en hij opende ze meermalen, zonder een woord te kunnen uiten. Mijn oom, stamelde hij eindelijk, is hij dan niet dood? Helaas, ja, antwoordde Thomas Rissle, treurig het hoofd buigende; hij stierf reeds in denzeifden nacht, waarin ge hem verlaten hebt, mijnheer Donaldson! Noem mij niet zoo, mijn naam is Benett! riep deze, trots het hoofd verheffende; hij zag een dreigend gevaar voor zich in dien grijs aard. Vergeef zulks eenen ouden man, mijnheer Benett! bad Thomas Rissle, nog dieper het hoofd buigende. Ik hoorde van mijnen heer, als hij van zijn' neef sprak, dien altijd maar Donaldson noe men. Mijn goede heer zaliger, ik moest, daar ik zelf doodziek lag, in zijn stervensuur voor zijn bed gedragen worden, om zijnen laatsten wensch aan te hooren. Hij wenschte namelijk, dat ik na mijn herstel naar Londen reizen en, indien gjj nog niet naar New-York zoudt zijn teruggekeerd, u zelf de tjjding van zijnen dood overbrengen zijn geloof aan de menschen en aan de «menschheid» verliezen zal. De openbare zeden, en ergernissen, welke dag aan dag zich vertoonen, rechtvaardigen dit ver schijnsel. Maar na alles, wat da Temps geschreven heeft, welk geneesmiddel stelt hg voor, om aan de ziel den levenwekken- den ademtocht te geren? O, zg zgn immer en overal dezelfde, die z. g. nentrale menschen in hun onder wgv, in bun geheel doen en laten. Opdescheol bederven zg de kinderen en in de samen leving verpesten zij door hnu couranten en andere lectuur jongelingen an joagedochters, ze'.fs ouderen van dagenhetzg ze in Frankrijk, hetzg in eeu ander land wonen, zij prediken een verdraagzaamheid die den mensch langzamerhand zgn geloof aan deu eenen eu waren God doet verliezen. Vol strekt niets godsdienstigs, geen dogma, een weinig moraal en algemaeoe gods dienst, ziedaar huu pograra. «Het gods dienstig onderricht laten zg over aan de Kerk, wat de mannen der godsdieEst'ooze school wel willeD, is e«n gemeeozamen grondslag van den algemeenen godsdienst, die zich aan ellen opdringt en die van ge slacht tot geslacht den vooruitgang van het menscbelgk geweten bevorde-t, deze baa niet, zeggen ze, nit het programma der scholen geschrapt worden, zonder dat die scholen in hare grondvesten verwoest worden.» («Algemeene godsdienst», dien niemand kent en die waarscbgnlgk aan de gcdidienstloozen van dienst geweest is om bres te schieten in alle godsdiensten!)» Met dit bedorven middel, met dezrn «ge- meenscbappelykeu band, die de menschheid omslingert,» wil men toch de kinderen voor den doodelgken ademtocht van het materialisme bewaren. De gebeurtenissen van den laatsten tjjd hebben dus de menschen nog niet genoeg geleerd. Moeten zg nog haadtastelgker lessen hebben? Het voorbeeld, dat de godsdienstlooze school ons geeiv, bewgsl, dat een zedeleer zonder God tot naakt materialisme voert. Mochten daaruit zeer velen eenige levenswijsheid opdoen Duitschland. Na de opening van dön Duitschen RgLs- dag werd door de Afgevaardigden drnk gepraat over eene ministerieele crisis. Het gerucht loopt, dat de minister Von K 1- 1 e r zgn ontslag den Keizer beeft aange boden over oneenigheid met den minister van oorlog Bronsart, in zake de her- zou. Ach, mijnheer Donaldson, ik wil zeggen, Benett, ge gelooft niet,hoezeer de oude heer ver langde naar zijnen neef Zulks te vernemen, is mij eene g1 oote vreugde, mijn brave Thomas! sprak Benett een weinig vriendelijker. Ge moet het me echter niet ten kwale duiden, mijn vriend, dat ik een klein bewijs van u wensch, niet dat ik mistrou wen koester, want uw eerwaardige grijsheid is mij ten waarborg, maar. Daarin hebt ge volkomen gelijk, Sir! viel de oude glimlachend in; hij haalde zijn zakboek je uit en legde eenige papieren op tafel. TYilt ge dit even lezen, mijnheer Donald. mijn heer Benett? Het was eene booze gewoonte van den oude immer dien hatelijken naam te herhalen en ook, wat wilde de oude nar in Londen? Benett keek de papieren opmerkzaam na en gaf ze dan aan den oude terug. -Het was verder de wensch van uwen oom zaliger gedachtenis vervolgde deze, dat ik mij geheel aan uwen dienst wijden zou, Sir! O, mijn oom is zeer zorgelijk geweest, ik moet hem in 't graf nog danken, riep Benett. Mij dunkt echter,mijn oude Thomas, dat ge thans wel de verdiende rust genieten kondet en ik ontsla u van elke verplichting jegens mij. Dat John Benett's erfgenaam voor den ouden trou wens dienaar ruimschoots zorgen zal, behoeft ge niet te betwijfelen. Neem nu maar eens een kijkje in Londen en keer dan gerust naar New- York terug, daar ik in deze dagen met de mij door oom bestemde bruid huw en na eene huwe lijksreis op 't vasteland mij ook naarNew-York vorming der militaire rechtspleging. Ook moet minister V o n K 11 e r bet aan den stok gekregen hebben met den Rjjks-kan- selier VonHohenlohe wegens zgn«gro> ten slag» tegen ds sociaal-democraten. Hjj had als Minister van Bionenlandsche Zaken de sociaal-democratische vereenigingen doen sluiten,zonder zich vooraf te verzekeren van de toestemming vau het geheele Ministerie. De toestand heeft daardoor das eenige overeenkomst met dien welke korten tjjd voor G a p r i v is val bestond. Toen trad echter niet Eulenburg alleen af, maar zooals men weet, ook geheel onverwacht C a p r i v i zelf, die wel ia waar destjjds behalve de Bismarckianen nog eene invloed rijke militaire partjj tegen zich had. Keizer Wilhelm heeft te Breslau iu het officierscasino aan een feestmaal ge zeten, in eene rede gesproken over zjja moeitevol en arbeidzaam leven,dat hem slechts enkele uren van ontspanning gunde. Hg zeide; «Hoe meer men zich achter groote woorden en partgoverwegingen terugtrekt, des te vaster en zekerder reken ik op mjjn leger, en te beslister verwacht ik dat mjjn leger, hetzg tegenover het buitenland of het binnenland, mgn wenschen en wenken zal ter haite nemen. Ik herinner daarbjj aan de woorden die mgu vader te Goblenz sprak na den moeieljjken tgd van 1848 het revolutiejaar toen bjj bjj de ontvangst aldaar het officierscorps zag«Dat zgn de heeren op wie ik mg verlaat.» Te acht uur bracht de Keizer met zjjn gevolg een bezoek aan den prins-bisschop Mgr. K o p p. Breslau was schitterend ver licht en de uitwerking vaa de prachtige verlichting der straten werd nog verhoogd door de omstandigheid, dat het 's middags gesneeawd had. Amerika. In zjjn boodschap aan het Congres heeft president Cleveland in betrekking tot Engeland gezegd, dat de Yereenigde Staten zich bepaald zullen verzetten tegen geweld dadige vergrooting van het grondgebied, aan eenige Europeesche mogendheid op het vasteland van Amerika toebehoorend. Da Yereenigde Staten moeten protesteeren tegen de vergrootiog van Britsch-Goyana, tegen de rechten en den wil vau Yenezuela. De President wierp het denkbeeld op, het geheele geschil met Groot-Brittanië, aan een ecbeidsrechteljjke uitspraak te onderwerpen. In de aangelegenheden van den opstand op Cuba tegen Spanje, verklaarde O le ve la n d, dat de Yereenigde Staten, hnnne neutraliteit betrachten en bewaren. Wat begeven wil. Daar zult gij intu9schen, mijn goe de Thomas, alles in gereedheid brengen vpor eene waardige ontvangst niet waar, oude vriend? Bij die vriendelijke woorden reikte hy Thomas Rissle de hand, welke de oude man licht druk te, waarbij hij onmerkbaar van afschuw beefde. Dan verliet hij met eene stijve buiging het ver trek. Benett keek hem enkele minuten nadenkend na; zijn gelaat had eene vijandelijke uitdrukking aangenomen. Die ontbreekt me hier nog op ditoogen blik, mompelde hij in zich zelve, de pest over dien ouden nar! Of zou wellicht die zoo moeie- lijke reis eene bijzondere oorzaak hebben? Waar toe die dwaze wensch van den stervende, mij door dien grijsaard het doodsbericht te laten brengen? Dat eeuwige verwisselen van de namen Benett en Donaldson? Zeker, die oude is een spion, een bespieder. De politie weet echter den neef van John Benett niet recht op 't spoor te komen, daar niemand hem kent, niemand hem in New-York gezien heeft. Maar de oude John heeft hem zeker nog uitgestameld voor zijn einde, de dosis vergift is niet sterk genoeg geweest, die Tomas Rissle is een spion. Zoo trilde het fluisterend met afgemeten vol zinnen van zijne lippen en dan greep hjj weer onwillekeurig naar zjjnen schat en in honend triomfgelach overtoog een blos zjjn vaal gelaat. {Wordt vervolgd.) LïRSf mrni

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1895 | | pagina 1