B W
Woensd&ff Jannart
21ste Jaargang
j
De Venezolaansche quaestie.
BUITENLAND.
JL
Hoe zij ongelukkig werd l
Frankrijk.
Duitschland.
Engeland.
*'s
lm
irnsiUEniiKtu.
ABONNEMENTSPRIJS
Pel 8 maanden voor Haarlem. t 0,8o
Voor de overig® plaatsen ia Nederland fr. p. p. 1)10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummer» 0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUBBAïï: St. Janstraat Haarlem.
PRIJS DER ADVERTENTIBM.
Van 16 regels
Elke regel meer
50 Cents
7%
AGITE MA NON AGITATE.
Groote letter» worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie A Contant.
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woenad ag
on Vrjjda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
Toen de «trjjd tusschen Engeland en
Venezuela een zoodanige hoogte had bereikt
en het voor de Vereenigde Staten noodza
kelijk scheen, om maatregelen te nemen
ten einde met voldoende zekerheid vast te
stellen welke de ware grensscheiding is
tosschen de Republiek Venezaela en Britsch
Gaianekwam president Cleveland
met zjjn krijgshaftige Boodschap in het
Huis te Washington.
Het was den President der Vereenigde
Staten van Amerika ernst toen hij in het
volle bewustzijn zjjner verantwoordelijkheid
en van de gevolgen, zjjn Boodschap gaf.
In beide hnizen van het Congres werd
de voorlezing der Boodschap met de grootste
opmerkzaamheid aangehoord en zoodra het
slot der voorlezing bereikt was, volgde een
bewjjs van goedkeuring zooals in den Se
naat Dog niet is voorgekomen. De leden
van alle partgen gaven bunnen bjjval door
een aanhoudend handgeklap te kennen.
De Amerikaansche pers was eenstemmig
vol lof over den toon dien president C 1 e-
v eland in zjjn Boodschap heeft aange
slagen en uit alle deelen des lands stroom
den brieven en telegrammen naar het Witte
Huis om den President gelnk te wenschen
met de cordate houding door hem aange
nomen en den waren Amerikaanschen geest
in zijn Boodschap uitgedrukt. Geen staats
document sedert de oorlogsverklaring van
Noord aan Zaid en de emancipatie van de
slaven in de Vereenigde StateD, is het heele
land door met zulk een bljjdschap begroet
al» deze Boodschap.
Velen meenden dat na een oorlog van
Amerika met Engeland voor de deor zou
staan. John Buil echter bleef bedaard,
bjj trok zijn begeerige vingers terog, hg
liet zich overbluffen, zjjne handen reeds
te vol hebbende met Europeesche verwik
kelingen.
Dat de Boodschap van den heer C1 e-
v e 1 a n d aan de Engelsche pers niet be
viel was te voorzien. De Londen Chronicle
wees er dan ook op en zeide:
«De Boodschap zal in dit land met recht
matige verwondering gelezen worden. Eene
AmenkaaD8che Commissie om te beslissen
walk terrein eene Eogeleche kolonie als
haar eigendom kan beschouwenen wan
neer wjj daarmede niet tevreden zjjn, oor
log met Groot-Britannië te water en te
land. Is dat werkelijk de spraak van de na
komelingen van die kleine scheepslading
Eogelscbeu die in de Mayflower den Oceaan
FEUILLETON.
2 {Vervolg.)
Bjj Kaatje komende, lachte zij hem toe en
hare tanden glinsterden als twee rjjen paarlen.
Zij had zeer goed geweten dat hij zou komen
en begreep nu meer dan ooit dat zij hem om
haar vinger kon winden. Toen Jacob nu nog
maals over de vernedering sprak die zij zijne
moeder had aangedaan, verzocht zij hem die
oude koeien niet meer uit de sloot te halen,
"Want dat verveelde haar.
De moeder liep vele dagen lang met een
treurig gelaat in huis ronden sprak geen woord.
Jacob drong er met alle kracht op aan dat
Kaatje, ook slechts een enkelen keer, naar cle
oude vrouw zou gaan en haar vergiffenis vragen
doch het meisje verzekerde dat zjj dit niet wil
de doen. //En als ik dan nu eens niet terugkom?//
"vroeg hij.
//Dat doet gij evenmin als ik vergiffenis vra
gen// antwoordde zij.
En zij had gelijk.
Jacob kon intusschen niet verdragen dat de
verstandhoud ng tusschen zijne moeder en zijne
aanstaande vrouw zoo sl.'cht bleef, daarom ver-
z°n hjj een leugentje, dat hij geoorloofd achtte.
Eens op eene dag zeido hij tot zijne moeder
dat Kaatje haar duizendmaal vergiffenis vroeg;
zij kon echter niet goed tot haar komen, dat
kruisten Wjj znlleu toch de zaak niet
ernstig opnemen maar liever aannemen,
dat de President der Vereenigde Staten den
leeuw weder eens een weinig in den staart
heeft willen knijpen. Amerika moet wel be
denken, dat het op geen Internationaal
recht aanspraak kan makeo, zonder ook
een gelijken plicht over te nemen.»
De Engelsche pers in het algemeen be
schouwt de Boodschap van den heer Cl e-
v eland als een bluf en een compaign-
docament.
Ia Venezaela jis men natuurljjk met de
Boodschap zeer ingenomen en zjj werd daar
met de hoogste geestdrift en voldoening
ontvaDgen. Voor de Amerikaanscbe legatie
werd een vergadering gehouden van 10.000
personen bjj welke gelegenheid de voor
naamste Venezuelaneu redevoeringen hiel
den, waarin de Vriendschap van de Ver
eenigde Staten werd veiheerljjkt.
Frissche kransen van bloemen werden
op het standbeeld van George Was
hington gelegd en aan president C 1 e-
veland werden telegrammen van dank
betuiging gezonden.
Waarover liep de quaestie? Dit in een
volgend nummer.
De Fransche pers is zeer ingenomen
met het optreden van Daitschland's Keizer
tegenover Engeland. Le Radical betnigt
zelfs zjjn leedwezen, dat het eerste tele
gram, waarbij president K r n g e r met de
overwinning der Boeren werd geluk ge-
wenscht, is uitgegaan van den Duitschen
Keizer en met van president Fanre.
De 7emps wjjdt weer een artikel aan
het telegram, door keizer Wilhelm aan
president K r u g e r gezonden en betoogt,
dat deze manifestatie van den Dnitschen
Keizervan groot behwg is om drie redenen:
lo. Omdat het besluit des Keizers moet
beschouwd worden als een regeeringsdaad
van bjjzonder gewicht. Immers, het tele
gram werd niet verzonden door den Keizer,
onder den indruk van de eerste opwelling
van verontwaardiging over J amesons
rooftocht, maar na rjjp overleg met den
rijkskanselier prinsVon Hohenlohe en
den minister van buitenlandsche zaken V o
Marschalk
2o. Omdat daaruit blqkt,dat de Mogend
heden, die nu nog met elkaar op vriend-
8Ghappelrjken voet staan, bereid zjjn samen
te werken, ten einde ten gunste van
Transvaal op te treden.
zat nu eenmaal in haar aard. Als moeder nu
het meisje een bezoek wilde brengen om zijnent
wil, dan was alles uit den weg geruimd. Aan
Kaatje vertelde hij dat zijn moeder niet kwaad
op haar was en reeds alles vergeven had.
Kaatje knikte met het hoofd, maar sprak geen
woord.
De oude vrouw liet zich bewegeneen moe
der doet zooveel voor haar zoonen zeide tot
Kaatje, die aan haar werk zat:
//Ik vergeef u alles en vergeef het mij nu ook
dat ik u een hard woord heb toegesproken toen
gij den spot met mij dreef. Laat ons doen als
of er geen kwaad woordtus3chen oas is voorge
vallen, dat zal wel het beste zijn."
„Ja, ja, dat zal wel het beste zjjn,//antwoord
de Kaatje; zij beet den draad af en deed alsof
zij niet zag dat de oude vrouw haar de hand
toestak.
«Gij zijt schoon, dat moet iedereen bekennen,'/
hernam de moeder, «maar mag ik u wel eens
wat zeggen?//
«Gerust.waarom niet?//
„Zie, ik ben nooit mooi geweest, maar ik
kan mij toch zeer goed voorstellen hoe da> is.«
«Zoo? En hoe is dat dan?//
„'t Moet wel een geluk zijn, een groot geluk.
Doch wanneer men daar altijd aan denkt kan
het toch niet goed gaan, het maakt jjdel en
hoovaardig en in een ijdel en hoovaardig hart
kan de vreeze Gods niet wonen.//
De oude vrouw voegde er nog veel meer bij.
Kaatje bewoog zich ongeduldig op haar stoel
en zeide eindelijk vrij snibbig:
«Nu ja, ik zal er aan denken.//
3o. Omdat het telegram direct gericht
is tot president K r u g e r, want daarait
bljjkt, dat de Duitsche Keizer Engeland's
protectoraat over de Zuid-Afrikaansche Re
publiek niet erkent.
De Temps eindigt het artikel met eene
beslrjjding van de betoogen der Engelsche
bladen, dat bet optreden der Duitschers
ten gunste van de Transvaler» aan min
der edele beweegredenen moet worden toe
geschreven.
Het Comité tot bescherming der
Fransche belangen ia de Transvaal heeft
in een gehouden vergadering een motie
aangenomen van den volgenden inbond
«Overwegende de noodzakeljjkheid om
de Fransche kapitalen (meer dan een mil
liard fr.«.) in Transvaal geplaatst, niet over
te laten aan de avonturen der anarchie
welke zoowel in Transvaal als in verder
Zuid-Afrika moet voortkomen uit da hande
lingen der Chartered Company.
«Overwegende van den anderen kant,
de onmogelijkheid voor de beschaafde we
reld, om niet te noemen handelingen toe
te laten,als den gewapender-bandschen iuval
in Transvaal, waaraan de Engelsche Maat
schappijen zich in het Zwarte werelddeel
schuldig maken.
«Overwegende eindelijk de onmacht van
de Engelsche regeering om de orde en de
veiligheid te verzekeren in de streken waar
zij zich invloed jjheeft aangematigd.
«Spreekt den wensch uit: lo. dat de
Fransche regeering in overleg trede met
de bij de zaak betrokken regeeriogen om
collectieve maatregelen te nemen die den
daadwerkeljjken weerstand van Transvaal
verzekeren tegen den inval der benden die
zichzelf buiten de wet hebben gesteld 2
dat de Engelsche regeering toone dat zjj
de handelingen der charter-maatschappijen
verwerpt, door onmiddellijk en zonder aar
zelen ten aanzien dier maatschappijen de
dwangmaatregelen te nemen waartoe de
charters zelf haar verplichten.»
Voorzitter van de vergadering was de
heer Léon Tharel.
Keizer Wilhelm beeft van den heer
K r u g e r, president der Transvaal het
volgende telegram ontvangen
«Ik betmig Uwe Majesteit mjjn zeer inni-
gen en diepgevoelden dank voor den wel-
gemeenden gelukwensch, mjj door nwe
Majesteit gezonden. Met Gods hulp hopen
wjj ook verder te doen, wat in ons ver
mogen is, tot handhaving onzer zoo dnur
Toen echter de moeder vertrokken was, ging
zij voor den spiegel staan, zag met welgevallen
haar beeld aan, groette lachend hare schoone
tanden en was zeer tevreden over Eich zelve.
Het was herfst geworden en Jacob en Kaatje
werden in de kerk als bruidegom en bruid af
gekondigd.Men wenschte de oude vrouwgeluk met
haar aanstaande schoondochter; zij echter knikte
de mrnschen toe zonder een woord te antwoor
den. Haar hart wa» te vol, want zij had er een
voorgevoel van dat Kaatje verlangde de moeder
eenige uren van daar hij haar zuster zou gaan
wonen. Dat was waar, doch Jacob had haar ge
smeekt de oude vrouw niet uit het huis te ver
drijven: hij kon haar niet verlaten, hij wilde
haar bij zich houden tot de dood haar riep. Bij
zijn tante kon zij niet wonen wantdaar ging
het zoo onordelijk toe. Kaatje gaf eindelijk haar
toestemming, doch zeide met een schalkschen
glimlach, waarbij hare tanden weder een groote
rol speelden:
„Weet gij waarom ik er in toestem?//
«Omdat gij een goed hart hebt en mij gaarne
een pleizier wilt doen!//
«Misgeraden. Ik geef alleen mijne toestemming
dewijl gij zoo verstandig zijt van niet tc dreigen,
niet te willenwant dat kan ik niet verdragen
Er werd bruiloft gehouden en in langen tijd
had zulk een flink bruidspaar niet voor het al
taar gestaan. Men was vol vreugde, er werd
gejuicht en geschoten, doch de oude moeder
bleef in dezelfde droefgeestige stemming al
trachtte zij dit ook zooveel mogelijk te verber-
gen.
Jacob had nu de mooiste vrouw van het dorp,
gekochte onafhankelijkheid en tot bevesti
ging onzer dierbare Republiek.»
De Koningen van VVurtemberg en Sak
sen, de Groot-hertog van Baden en de
Prins-regent van B neren hebben den Kei
zer telegrammen gezonden, waarin zij bun
instemming betuigen met zjjn optreden ten
gnnste van de Transvalers. De Londensche
correspondent van de Figaro zegt uit goede
bron vernomen te hebben, dat de Daitscbe
gezant, graaf H a t z f e 1 d, bij zjjn onder
houd met Lord Salisbury, Daitsch-
lands standpunt in deze quaestie heeft uit
eengezet. Volgens dezen correspondent
komt dit hierop neer, dat de Duitsche
regeering den Engelschen zelf» het recht
ontzegt, invloed te oefenen op Tranvaal's
buitenlandsche politiek en den toestand der
Znid-Afrikaansche republiek langs interna
tionalen weg wil regelen.
Ia de Figaro beschouwt de heer J a c-
q n e 8 St. C r e de zaak van een ander
standpunt. De schrijver vraagt welk voor
deel de Fransche diplomatie kan trekken,
nu Dnitschland en Engeland beiden in moei
lijke omstandigheden verkeeren. «Wp ho
pen zegt bp dat de heer B e r t h e-
1 o t er aan zal denken zjjn voordeel
te doen met hetgeen eerst in Venezaela,
China en Tarkjje en in Transvaal is voor
gevallen.»
De Engelsche bladen protesteeren tegen
het optreden van keizer Wilhelm, waar
door Z. M. op krachtige wjjze in de bres
is getreden voor de Transvalers.
Het booze plan van Engeland tegen de
Transvaal ondernomen, was in de eerste
plaats een benrs-manoenvre, met het doel
om ook deze Zaid-Afrikaansche republiek
bp bet gebied der Kaap-kolonie in te
lpven.
Voor rekening van een troep Engelsche
bankiers vrienden van Sir Cecil Rho
des, die president K r u g e r ten val wilde
brengen, moet de inval hebben plaats
gehad. Te Berlpn had men kennis gekre
gen van deze plannen en moet president
Krnger in tjjds zjjn gewaarschuwd. In
hoeverre na de Eogelsche regeering in de
zaak betrokken is, is nog niet algemeen
bekend.
De Times heeft een scherp artikel tegen
keizer Wilhelm gericht, waarin ver
klaard werdt, dat het volk der Britten ge
reed itaat om aan Dnitschland zjjn aan
Engeland vijandige gevoelens met intrest
terng te betalen en de Times komt daarbp
en wist hï vroeger in de smederij lustig den
hamer te hanteeren, hjj scheen thans met nieuwe
kracht bezield te zijn. Wanneer hij daar stond
met zjjn naakte armen den zwaren hamer zwaai
ende zoodat het aanbeeld trilde en een regen
van vonken om hem heen spatte, dan bleven
de menschen voor de geopende deur staan om
zich in den krachtigen werkman te verlustigen.
In huis was het echter niet zooals het be
hoorde.
De moeder beklaagde er zich over d»t haar
schoondochter haar norsch bejegende, dat zjj
haar nooit een goed woord toesprak en zij werkte
toch als een meid, als twee meiden. Daar zag
zij nu wel niet tegen op, doch men wilde ook
graag een goed woord hooren. Kaatje liet zich
echter van den morgen tot den avond bedienen
alsof dat zoo behoorde. Jacob bracht in het
midden dat zijn vrouw gewoon was te borduren
en dus niet veel verstand had van huiswerk;
daarenboven zouden hare handen ook ongeschikt
worden voor fijn werk wanneer zij moest schrob
ben en schuren.
De moeder zeide op haar beurt weder dat zjj
gaarne al het huiselijk werk voor hare dochter
wilde verrichten, doch Kaatje kon toch wel eens
zeggen: ik dank u, moeder, of: dat hebt gij
goed gedaan, moeder, zij beweerde zelfs dat
Kaatje een afschuw van haar had.
«Ik vrees ik vrees, sprak zij dan ten slotte,
«dat uwe vrouw haar trotsch hoofd niet zal bui
gen alvorens eens een ongeluk of ramp komt;
ik zou het haast voor haar wenschen, zoo gij
er maar niet onder te lijden hadt.//
Wordt vervtlgd