S
Bericht
Mo. 2385
Vrljte 17 Jannarl 1896
21ste Jaargang
Een groot gevaar.
De Katholieke Gids.
Hoe zij ongelukkig werd 1
uL-
IIMSC
ABOJSnSTBMEHTSFBIJS
Per 8 maanden voor Haarlem. f 0,85
Voor de overige plaatsen ia Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlgke nummers 0,03
Dit blad varsehgnt
eikei) DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUBSATT: St. Janstraat Haarlem.
AÖITB MA HOU AGITATE.
PRIJS DEB ADVEBTENTIEK.
Vau 16 regels 50 Geuta
Elke regel meer 7^ a
Groote letter» worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per adyerientlo Contant.
Advertentiën worden niteclgk Maandag-, Woenad ag-
«a V r g d a g-a rond voor 6 uur ingewacht.
Re d a c t e u r-üitg ar er, W. KüFPERS.
De Administratie der NIEUWE HAAR-
LEMSCHE COURANT verklaart zich
gaarne bereid tot het in ontvangst nemen
van giften voor het R. K. Idiotengesticht,
door de St. Vincenlius- Vereeniging bg haar
5G-jarig Jnbilé te stichten. Van elke gift
hoe klein ook, voor bet goede doel ge
schonken, wordt melding gemaakt.
De Administratie.
Overstroomd wordt de wereld tegat.-
wcordig door allerlei geschriften ea pers-
prodncteo, maar vooral overstroomd door
z. g. neutrale couranten. En onder dien
ontzaglijken toevloed van geschriften en
dagbladeD, hoevele slechte en verderfelijke
bladen Zgn de slechte boeken de grootste
geesel van dan godsdienst, van de maat
schappij en van het huisgezinde slechte
dag- en weekbladen zgn die nog veel
meer, in nog erger mate. Het gevaar van
slechte couranten dreigt meer ongemerkt,
maar toch is dat gevaar ongetwijfeld het
grootste van allen. De slechte couranten
hebben het treurig en te bejammeren voor
deel van te kannen verzamelen en bijeen
garen al het vergift, al het bederf, hetwelk
in boekwerken, tegenstrijdig aan den gods
dienst en aan de goede zeden, is vervat.
In de kolommen der bladen wordt gestre
den, min of meer openlgk, tegen de grond
beginselen van den godsdienst, tegen de
rechten van de Kerk, tegen hare hiërarchie
en geestelijkheid, tegen alles wat aan die
Kerk dierbaar eo heilig is. Er wordt een
strjjd gevoerd, laaghartig en tegen de goede
zeden gericht.
De geest, die twjjfel en moeilijkheden
en vooroordeelen verlangt tegen de Kerk,
tegen de personen die de Kerk besturen
in den naam Gods, tegen de leer, welke
zg onderwjjzen of welke zij verdedigen en
handhaven; die geest vindt en ontmoet
dat alles in de artikelen, die in de slechte
couranten staan gedrukt. En het hart, dat
voedsel zoekt voor de booze hartstochten
en driften vindt dat bederfelijk voedsel in
het soms liederlijk feuilleton, waarin echt
breuk en meer te genieten valt.
In de slechte dagbladen ontbreekt er niets,
om op den dunr een onfeilbaar zeker nood
lottig uitwerksel op het gemoed der lezers
teweeg te brengen. Het is de waterdruppel,
die langzamerhand zelfs den hardsten steen
FEUILLETON.
{Vervolg.)
Jocliem was van meeningen die meening
deelden vele dorpsgenooten met hemdat Kaat
je hier of daar een geheime scbat verborgen
had.
Zoo kwam het dat hij bijzonder vriendelijk
jegens haar was; hij hoopte haar vertrouwen te
winnen en zoo achter 't geheim te komen.
//Ja, ja,// zei Kaatje, die op den rug zat,//ik
hoop u alles naar vermogen te vergelden.//
Jochem lachte. Wat wilde dit anders zeggen
als: ik bezit een schat.
Hij droeg Kaatje zijne woning binnen; daar
was alleen het kleine kind dat grimassen tegen
de blinde maakte en toen zeide: //boei, wat een
bakbeest!//
Die woorden sneden Kaatje door het hart.
Zij had ze ook eens gebezigd, toen zij nog zoo
ijdel en hoovaardig was.
Jochem zette de blinde op een bank neer; de
kruk ontviel haar, de kleine nam haar op liep
er mede weg en riep:
'Dat ding zal ik op het vuur werpen, dan
kunt ge geen voet meer verzetten, oude heks.//
De daad werd bij het woord gevoegd; de
kruk zou verbrand zijn wanneer Jochem haar
met had gered.
De arme blinde vrouw had zeker niet slech
ter gehuisvest kunnen worden.
uitholt. Immers de slechte couranten komen
telken dage hun vergiftig voedsel aanbie
den. Zij maken gebruik zelfs van de kleinste
en geringste omstandigheden, om hun boos
aardig venijn in de harten der lezers over
te gieten. Zjj verzinnen zelfs zoogenaamde
«feiten», om steeds en voortdurend te zin
spelen op hetzalfde begrip, op dezelfde zaak.
De keuze der feiteD, de wijze waarop die
feiten worden voorgesteld of verdraaid, de
opmerkingen, die aan de mededeeüng wor
den toegevoegd; dat alles werkt geza
menlijk mede aan den triomf van een en
kel plan de uitdelging van den godsdienst,
de verstikking van de zedelijkheid, in het
hart der leesgrage menigte.
Eu dan zgn er nog katholieken die steun
verleeaen aan een z.g. neutrale vrijmetse
laarspers, die meenen dat zij dat alles straf
feloos mogen doen, en dat zij de menscben,
zelfs kinderen, da verderfelijke lectuur ge-
rustelijk in de handen mogen geven 1 Men
behoeft niet ta vragen; vanwaar komt het
in onze dagen, dat onder vele Katholieken
zoovele vooroordeelen,zoovele valscbe be
grippen, zoovele onrechtvaardige waardee-
riugen van de meest wettige en billijke
zaken worden aangetroffen Vanwaar bomt
het, dat er in onze dagen door zoovele Ka
tholieken onbescheiden goedkeuringen van
inderdaad afkeuringswaardige zaken en toe
standen worden gegeven Ongetwijfeld
komt dit hoofdzakelijk van de dageljjbsche
lezing van slechte dagbladen.
Men beschouwt bijna alles volgens zgn
dagelgkscbe courant. Dat is het kleurige
glas, hetwelk zgn tint en kleur aan alle
voorwerpen meedeelt.
De buitensporige en liederlijke romans
en feuilletons, in staat om de jeugd in merg
en been te bederven, moesten alleen reeds
een beweegreden zgn om de slechte dag
en weekbladen verrezeer verre ver
wijderd te houden uit den huiseljjken kring.
Vaders zeggen en herhalen het zoo dik
wijls, dat zg op dit of dat blad, op deze
of gene conraat geabonneerd zgn, omdat
zg die zoozeer noodig hebben voor hun
handel, voor hun bedrgf. Maar indien dit
werkelijk zóo is, waarom wordt dan zoo'n
blad openlgk in de huiskamer, schier vlak
onder de oogeu der kinderen, neergelegd,
als ware dat blad, die courant genomen
voor de kinderen Waarom dat blad, die
courant niet gehouden, buiten het hereik
van de kinderen, op kantoor of op de plsats,
waar het bedrgf wordt uitgeoefend? Of is
het verlies van de onschuld der kinderen
geen voldoende beweegreden tot de uiterste
voorzichtigheid
Vaders en moeders, meesters en mees-
De vrouw stond in de keuken bij den haard
en zeide tot haar man:
//Gij kunt voor dat blinde wijf zorgen, wees
verzekerd dat ik geen hand voor haar uitsteek.//
//Gij zult wel een ander liedje gaan zingen
wanneer gij maar eens weet wat ik weet. Zeg
haar ten minste dat gij niet kwaad voor haar
zult zijn.,/
//Kom maar mee, dan zult ge eens hooren wat
ik zeg,// hernam zij en ging toen naar het ver
trek waar Kaatje nog altijd op de bank zat.
//Iedereen weet nog van vroeger dat gij een
fluweelen tong in den mond hebt,// zoo sprak
zij de ongelukkige vrouw aan, //gij hebt dus
zeker Jochem weten te verleiden, doch ik zal
zoo dwaas niet zijn om mijn tijd aan je te ver
beuzelen, ik heb wel wat anders te doen,// Toen
volgde er een vloed van ver wij tingen die ein
digden met de vraag'waarom Ka zieh niet van
kant maakte, daar zij toch ieder tot last was
//Gij spreekt eene zondige taal," antwoordde
de bliide; //ik moet leven en lijden om mij te
beteren en om mij met God te verzoenen.,,
De vrouw verliet het vertrek en Kaatje zat
weer alleen. Zij boorde hoe met veel geweld
in de kachel werd gepookt; de vrouw scheen
op die wijze haar woede te willen koelen.
Toen het kind na eenigen tijd weder binnen
gekomen was, liet Kaatje baar aan de vrouw
zeggen dat zij gaarne behulpzaam wilde zijn in
het huishouden zij kon aardappelen schillen
en ook brood snijden. Het kind ging heen en
men boorde een oogenblik later hardop lachen.
//Wij zijn vies van je,// was het antwoord dat
het meisje bracht. Kaatje zuchtte en vroeg toen
tersssen, mogen er wel acht op geven, dat
van hen eenmaal rekenschap zal worden
gevorderd van eiken druppel vergift, die
in de zielen van de hun toevertrouwde
panden en telgen zal zgn neergedrnppold;
en wat doet eene slechte conrant anders
dan vergift en venijn, doodelgk vergiften
doodelgk venijn uitstorten in het hart der
lezers, voornamelijk in het voor alle in
drukken nog vatbare hart van jeugdige
lezers
In de oogen van eene lichtzinnige en
wufte wereld beteekent het weinig, om eene
slechte courant in een huisgezin te laten
rondslingeren en te laten lezen. Maar, ver
geten wjj het niet, wjj die nog in het bezit
zgn van de parel des geloofs, dat het laten
rondslingeren en het laten lezen van een;
slechte courant in een huisgezin inde oogen
van God is de verwaarloozing van een der
grootste plichten. Want al zou iemand
voor zgn persoon geen gevaar beloopeu
door de lezing van een slecht blad het
welk wg echter niet toegeven hg is
toch gehouden te zorgen, dat degenen,
die aan zijne hoede zgn toevertrouwd, niet
door dat gevaar worden bedreigd. De wet
der natuur, de wet van God on van da
Kerk verbieden als om strjjd het lezen van
slechte bladen en alleen zjj, die deze god
delijke en kerfceljjke wetten, die wet van
de natunr durven verkrachten, kannen
zich zeiven en anderea aan dat dreigend
gevaar blootstellen.
Het is in ouzs dagen, nu onder eene
vaDche verdraagzaamheid het woord vrede
op ieders lippen zweeft ea daardoor aller
lei neutrale de goede zeden bedervende
geschriften zich baan breken tot in de
huisgezinnen der Katholieken, een verblij
dend teeken, dat er nog mannen zjjn die hun
stem verheffen tot aanbeveling van Katho
lieke lectuur. Wjj verheugen ons, tegenover
hen, die eer en plicht vergeten om waar
zij kunnen de Katholieke pers zoo mogelijk
te vernietigen, indien zg niet loopt in het
gareel der allemansvrienden en teD profjjte
van hen, die op winstbejag nit zgn en den
godsdienst als het ware scbjjnen te ge
bruiken tot het bereiken van hun doel,
wanneer stemmen opgaao, die ware ver
diensten op prijs weten te stellen.
Zulke manuen breken niet af, zjj boawen
op en geven levenslast in den moeilijken
strjjd ter eere van God en de Kerk.
Id de Gelderlander van gisteren lezen
wg over De Katholieke Gids, nitgever W.
Küppers te Haarlem, bij de verschijning
of ze mocht weten waar de tafel stond en waar
de deur was, opdat zij zich nergens aan zou
stooten. Het meisje voldeed aan haar verlangen,
toen nu echter de blinde naar buiten wilde gaan
legde het een stoel dwars voor de deur neer.
De blinde struikelde en viel op den grond; zij
stond kreunend op en lastte zoolang rond tot
zij de bank bad teruggevonden. Het meisje was
lachend weggeloopen.
Jochem bad nu Kaatje aan de zorg zijner
vrouw toevertrouwd en was naar de herberg
gegaan met de troostende gedachte dat alles
wel beter zou worden, wanneer zijne vrouw tot
de overtuiging kwam dat er niets aan te ver -
anderen viel. Hij kwam eerst eenige uren later
terug en bracht de blinde naar een klein dak
kamertje waar ook het meisje sliep, 't Was
bitter koud. Kaatje vroeg aan het meisje of zij
wel warm genoeg lag, doch kreeg tot antwoord
dat dit baar niet aanging. Desniettemin onder
zocht zij het bed der kleine en toen zjj zag dat
het kind slechts weinig tot dekking bad, gaf
zij bet een deken en ook een kussen van haar
eigen bed; het norsche meisje sprak geen woord
van dank, maar sliep spoedig in.
De blinde was zou gelukkig niet, zij lag nog
uren lang wakend, de gebeurtenissen van den
dag hadden haar diep geschokt en herinnerin
gen opgewekt die baar smart veroorzaakten. Eens
hoorde zjj het kind //moeder,, roepen. Zij hui
verde want in den tijd toen zij nog zoo ijdel
was, had zij God zeer vertoornd door den wenscb
dat zij nimmer bij dien naam zou worden ge
roepen. Zij zuchtte, vouwde de handen, en smeek
te God om vergiffenis.
van de eerste aflevering van dit maandschrift
hat navolgende
„Het eerste, wat wij opslaan, is //Midden-
eeuwsche Vrouwen// van B. R. E. v a n V 1 jj m e n.
Hij, die zijn //Ter gedachtenis van J. A.
AlberdingkThijm» in een der vorige
jaargangen van den Katholieken Gids heeft gelezen
behoeft waarlijk niet gestimuleerd te worden,
deze recente pennevrueht te doorloopen en te
genieten
En gaat hij verder met de metrische vertaling
van S e e b e r' s 'Wandelende Jood" van den
handigen vertaler van W e b e r 's Goliath, den
schrijver van //Multatuli's Populariteit," den
dichter van Venezia enz., alle geplubliceerd in
den Katholieken Gids, den veelzijdig ontwik
kelden Rolducschen Prof A. H. M. R u ij t e n,
dan zou hem uit deze beide stukken reeds
blijken,dat de mhoud van ienKatholiekeGidsmeer
en meer vooruitgaat, een tijdschrift is geworden,
onmisbaar voor de wetenschappelijk ontwikkelde
Katholieken in ons land.
Bladert men de laatste en vorige jaargangen
door, dan vindt men de literarische producten
van schrijvers als Dr. Schaepman, Nuijens,
van den redacteur der //Maasboden Thomp
son, van den jjverigen medewerker P. M. B o t s
in de //Transfiguratie// en //Erasmus//, van
Mathilde, een Dr. A r i n s, van den red.
van het Centrum//, Koelman, inEduard
Drumont en de Joodsche Quaestie//van
Norbert vanReuthin «ijne literarische
fantasieën over I b s e n, Beets en de Ge-
nestet, Vondel; namen als C a t h. A1 b e r-
d i n g h T h ij m in het Ex-voto, Jhr. van
Nispen tot Sevenaer, red. van deResi-
dentiebode, in „Casimir Dela vignet», J. R. v. d.
Lans, E e r d. W i e r d e 1 s, red. van de Tijd
in //Een belangwekkende agitatie//, dan Pullus
en L. e. O. en
Maar lees den Katholieken Gidst, herlees
hem en als ge den inhoud kent, als ge weet,
wat krachten in ons Katholiek Nederland schui
len, werk dan van uw kant mede, om die
mannen, die arbeiden tot ontwikkeling van
allen, tot steun der Kerk, tot verdediging uwer
edelste gevoelens, ook uwe hulp te bieden, door
dit maandschrift aan te hevelen bij uwe vrienden
en kennissen.
Niet alleen dat dit in se reeds goed is, maar
tevens wordt er dan voldaan aan datgene, wat
Z. H. Leo XIII zegt in zijn schrijven aan de
„Tijdn
Hes ut sunt apud vos, numeris vestri officium
non ultimum esse, omni occasione dïligenter uti
qua liceat firmamentum admovere lumenque
afferre animis ds religione sollicitisDat, gelijk
de toestand bij u te lande is, een der eerste
plichten van uw ambt bestaat in het vlijtig be
nuttigen van elke gelegenheid, die zich voordoet,
om degenen, die den godsdienst ter harte nemen,
te bevestigen en te verlichten.
Hoe zou de redactie van tijdschriften, zooals
de //Katholieke Gids//, of dagbladen dat kunnen,
zonder den steun van Neerlands Katholieken
En zou men niet aan dit woord gehoor geven
Zou men nu nog niet den strijd aanbinden met
Jochem had nog laat met zijne vrouw zitten
praten. Hij vertelde haar dat Kaatje hier of daar
een schat had verborgenzij had zich daar dik
wijls heen laten brengen door de nicht die nu
overleden was.
'tWas dus in hun eigen voordeel dat zjj haar
goed behandelden. De vrouw wilde er eerst
niets van hooren, want dan zou Kaatje zich
niet openlijk laten uitbesteden. Jochem was ech
ter van gevoelen dat zij nog altijd op de terug
komst van haar man hoopte: hij wist intusschen
zeker dat zij ergens een se,hat verborgen had,
zjjnë zuster had dit van de overledene nicht
gehoord en hem aangeraden Kaatje in huis te
nemen, in de verwachting dat voor haar ook
iets zou overschieten wanneer de schat gevon
den werd. De vrouw begon nu ook anders over
de zaak te denken en beiden besloten eindeljjk
hun best te doen om het vertrouwen der blin
de vrouw te winnen, ten einde daardoor achter
het geheim te komen.
Toen de dag aangebroken was, kwam de vrouw
boren en vroeg op vrij vriendeljjken toon aan
Kaatje of zij met baar naar beneden naar de
hniskamer ging. De bliade nam dankbaar bet
aanbod aan en zeide dat zij wel spoedig zou
leeren overal alleen te gaan, want zjj wilde geen
overlast veroorzaken. Het kleine meisje wilde
echter aan tafel geen plaat» voor de //oude heks//
inruimen, doch Kaatje zeide:
//Blijf maar zitten, ik zal wel zoolang wach
ten. Gjj heet Betje, nietwaar?// zoo vervolgde
zij. //Ik heb ook eeD zusje gehad dat dienzelf
den naam droeg, maar't is jong gestorven.»
{Wordt vervolgd.)