N E W E
ft 2405
Woensfeg 4 Maart !?196
Siste Jaargang
Twintig jaar.
Een gevaar.
BUITENLAND,
Van 1
r
50 Cenu
7%
Eene moeder en haar kind.
Spanje.
Frankrijk.
ABONNEMENTSPRIJS
Pei 3 maanden voor Haarlem. 0,85
Voor de overige plaatse*» ia Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzondarlgke nummers 0,03
Dit blad varsefcgnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BÏÏEBAU: St. Janstraat Haarlem.
PRIJS DER ADVERTENTIE»
6 regels
meer
AGITE MA NON AGITATE.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant.
Advertentiên worden uiterlijk Maandag-, Woensdsg-
en Vrijda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
E e d a c t e u r-U 11 g v a W. XiiPPERS.
Het is nu twintig jaren geleden, dat wjj
het proefnummer deden verschjjoen van de
Nieuwe Haarlemsche CourantWat al een
aantal artikelen zjjn in ons blad geschreven
over verschillende onderwerpen en zaken.
Met moeiljjkheden hebben wg te kampen
gehad. Maar de gedachte waar geen itrjjd
is, daar is ook geen overwinning schonk
ons steeds nieuwe krachten op den inge
slagen weg.
De vervolgers van den godsdienst trach
ten de geloorigen het kostbaarste goed te
ontrooven, zjj zjjn maar al te vaak er op
uit om den godsdienst iu minachting te
brengen. Daartegen moest gestreden worden,
want eertgoede naam is beter dan kostelijke
olie, schreef eens een wjjzeder oudheid, en
wg allen weten hoe heerlgk het is te goe
der naam en faam als geloovige bekend te
staan. Wat doen de mau&cben veel moeite
om een goeden naam als zoodanig te ver
dienen; hos jjverig hebben ook wg daarvoor
gearbeid, hoe krachtig ons selve beheerscht.
Twintig jaren geleden schreven wjj niets
te zullen pretendeeren, volstrekt niet eenig
gewicht te zullen leggen in de schaal der
Regeering, noch die van de stad, noch die
van het land. Zoo ijdel ware» wg toen niet,
zulk een grooten dunk koesterden wg toen
en nog niet vau ons zeiven, wg beloofden
meer objectief te zullen optreden en oas
voornamelijk te bepalen tot het openbaren
onzer meening over toestanden en zaken en
waar het te pas kwam raad en toelichting
te zullen geven en: slechts waar het gevor
derd mocht worden of noodzakelijk blijken zou,
handelend op de treden.
Dat alles hebben wjj betracht en wg zeggen
in de wederwaardigheden des levens, en in
den moeïljjken strjjd die ons ook in de toe
komst wacht, den dichter Jonckbloet
in zjjn eJVaar Bovenna:
Kind der smarte,
Menschenharte,
Peinzend wend u hemelwaart;
Slechts een tweede en beter leve*
Kan der ziel verklaring geven
Yan haar aanzijn hier op aard!
De maatschappij beweegt zich tegen
woordig op een gevaarlijk terrein. Tever
geefs zon men dit nog kunnea loochenen.
Noodlottige, verwoestende leeringen en stel
sels worden met vreeselijke snelheid onder
de lagere klassen der maatschappij ver-
FE PILLET ON.
16.
Vervolg.)
Zij had altijd verkeerde denkbeelden gehad;
bedorven, aanbeden, geloofde zij in ernst, dat
bet leven slechts een lange vreugdedag was en
dat alle plichten bestonden, als zij braaf bleef,
in zich te vermaken, en zich door weelde te
omringen.
Zij bad Parijs verlaten, haar buis verkocht,
en al den glans harer jeugd en schoonheid aan
de veroveringen verzaakt, waarop zij zoo trotsch
was; zij had haar leven op het land gesleten,
zonder eenige tegemoetkoming, omdat zij geene
genegenheid in hare naaste omgeving jocht; zij
geloofde het recht te hebben, zich als een slacht
offer te beschouwen, en hoog te moeten op
geven van de offers, die zij had gebracht. Wie
echter meer dan zij had de gaven van God ont
vangen? Rijk en schoon, aangebeden door baar
echtgenoot en baar zoon, behoefde zij slechts te
willen, hare armen en haar hart te openen, om
gelukkig te zijn en een rijke bron van liefde
deelachtig te worden. Zij begreep het niet; zij
bewees de burgerlijke beleefdheid aan bare bu
ren, die vreemdelingen voor kaar bleven; koud
•n onverschillig, bewees haar niemand een'ge
genegenheid. Zij werd oud, van grijze haren had
zij een afkeer, de bevalligheid harer gestalte
had voor gezetheid plaats gemaakt; haar ge
laatskleur was bleeker geworden; al die sporen
breid. Die leeriogen en stelsels, aanvan
kelijk alleen verkondigd in de werkplaatsen
van groote steden, beginnen nu ook het
platteland reeds te overstroomen,
De godsdienst, de eigendom, het haia-
gezin, het gezag en de wet zjjn het mik
punt van de aanhoudende aanvallen,welke
de verkondigers der valscbe leerstelsels
voortdurend, eiken dag, wagen. Daar zjjn
redenaars, journalisten, wjjsgeeren, staat
huishoudkundigen, ja zelfs dichters opge
staan, die om strgd de absolute gelgkheid,
de gelijkstelling van alle maatschappelijke
standen, de afschaffing van den persoon
lijken eigendom, den haat tegen alle gezag,
de wettigheid van alle hartstochten, pre
diken aan het volk.
De scuokken, die Europa hebben geschokt;
de onweders, die zich aan den poütieken
horizon hebben vertoond; deslroomeu bloeds,
die de straten van verschillende steden heb
ben gepurperd en geteekend; dat alles
beeft aan degenen, die beweerden dat er
niets was te duchteu, bewezen, datdepro-
pogauda van de vernielende sloopers niet
ouvrnehtbaar gebleven is.
Omdat de gewapende macht voor een
oogeublik de uitbarsting bedwongen heeft,
verbeelden sommigen zich weinig ver
trouwd als zjj zjjn met de lessen der historie
en met de geheimen van het menscbeljjk
hart dat het aanwenden der bajonetten
voldoende zal wezen om de veiligheid in
den Staat en de goede orde in de geesten
der menschen te herstellen. Maar hoezeer
bedriegen zich dezulken! De gewapende
macht zal dit wonderwerk niet tot stand
kunnen brengen. Wèl kan zij eenige sekta-
rissen neerslaan, eeuige geheime samenkom
sten doen uiteengaanjmaar steeds is zij mach
teloos gebleken tegen de leerstelsels, die
diepe wortelen in de massa des volks ge
schoten hadden. De meening moet bestreden
worden door da meeniug. Men moet zich
richten tot het veretaud des volksmen
moet hes volk doen begrgpen, dat de
leerstelsel», welke het wil aannemen, in
plaats van geluk en rjjkdom en genotvolle
vrijheid te brengen, (zooals de zoogenaamde
volksvrienden beloven), daarentegen ellende
ea verdierljjking, geweldenarjj en bar-
baarschheid zullen baren. Kortom, het ver
stand des volks moet verlicht wordener
moet gesproken worden tot het hart des
volks. Ziedaar het eenige, werkdadige en
krachtdadige geneesmiddel. De Pranscbe
adel rekende, tjjieu» de dagen vau revolutie
en schrikbewind, ook op een gewapende
vnachteen gedwee en getrouw leger.
Welnu, op een beilissend oogeoblik, ging
van den tijd beschouwde zij met vrees en af
schrik. Haar geest was gesloten voor het geloof,
hare ziel voor de hoop, haar hart voor de liefde.
Naast het kasteel woonden Baptist en Sientje;
beiden waren oud geworden zonder het te weten.
Niets bad de zoetheid van hun huiselijk leven
geschokt; het werk was gezegend geweest; zij
hadden brood voor den ouden dag. De arme
die voor de gastvrije deur stil hield, vond er
voedsel eween dak. Zij namen de tijden gelijk
zij kwamen, zonder betere dagen te wenschen;
en God, die dit kinderlijk vertrouwen beloont,
had hen rijkelijk gezegend. Marcellus was in
de nederige woning goed ontwikkeld; het on
derwijs, dat hij met Jacob genoten had, en hem
boven zijns gelijken verhief, maakte hem niet
trots; hij benutte bet alleen, om zijne verrukte
ouders wat voor te lezen, of om den toestand
en de verachtende denkbeelden der naburige
pachters te veibeteren. Hij was geworden wat
zijne jeugd beloofde. Terwijl op het kasteel het
vaderschap in een dagelijksch kruis was veran
derd, was de jeugdige tak op de pachthoeve
zoo sterk geworden als de stam waarvan hij het
sap had ontvangen. Reedsjsedert eenige masnden
heeft Marcellus zijn vijf en twintigste jaar be
reikt; op het dorp, is dat de leeftijd om te
huwen; zijn ouders sporen hem daartoe aan, en
hij geeft spoedig aan hunne bede gehoor.
In het naburig gehucht, in eene kleine hoeve
in de vallei, tusschen heestergewas verborgen,
woont alleen met hare grootmoeder, wier trotsch
en hoop zij is, eene vrees van achttien jaren.
Eeeds sedert laag bewondert Marcellus het moe
dige meisje, dat met den leeuwerik aan het werk
de koninklgke garde zich aansluiten bjj
het volk. Vele andere dergelgke voor
beelden zonden wg hierbjj kunnen voe
gen.
De gewapende macht, het leger, bestaat
hoofdzakelijk uit kinderen des volks. Vooral
in onze dagen, zjjn de gedachten en de
wenschen des volks spoedig de ge
dachten en de wenschen van de gewapende
macht, van hst leger. En als dit inderdaad
werkeljjkbuid geworden is, waar blpven
dan de beschermende bajonetten
Tegenover de propaganda van wanorde,
van anarchie en plundering, die tegen
woordig woelt en bruist, te midden van de
talrjjksle en bggevolg machtigste klassen,
moet gesteld worden als tegenwesr een
propaganda van orde, van godsdienst, van
vrede, van moraal en van verstandigen voor
uitgang. De zorg voor de maatschappelijke
propaganda overlaten aaMdiegenen, die men
terecht als de vjjandeD der maatschappij
beschouwt, dit zon een onvergeeflijke mis
daad en een nimmer te verontschuldigen
laaghartigheid tevens zjjn.
Vandaar is het noodzakelijk, dringend
noodzakelijk, dat wg allen, die het wèl mea-
nen met het heil van de maatschappij,
ieder voor zich, in zjjn eigen maatschappe-
lijken kring, naar best vermogen strjjden
tegen de noodlottige,bedriegelijke leerstelsels
van liberalisme en socialisme; want dit
zjjn vooral de stelsels, die de tegenwoordige
maatschappij ondermijnen. Het liberalisme
beeft het socialisme voortgebrachthet
liberalisme is de vader van het socialisme.
Die vader wil zgn zoon als zoodanig wèl
niet erkennen; maar toch, bet is niettemin
een publiek geheim. De zoon is den vader
boven het hoofd gewassen, en werkt op
geheel andere wjjze dan zjjn achtbare vader.
Want de zoon komt meer openljjk uit voor
hetgeen hjj beoogt, terwgl de vader zich
steeds in een geheimzinnig waas tracht te
hallen bjj al zgn werken en streven.
Zeker, wg geven het gaarne toe niet
alles is volmaakt in de tegenwoordige maat
schappij. Daar bestaan ongetwgfeld vele
misbruiken daar kunnen! en moeten vele
smarten en pgnen gelenigd worden. Het
socialisme is eene utopie, maar de gebreken
der hedeudaagsche maatschappij zijn werke
lijkheid, treurige werkelijkheid.
Doch de middelen, welke bet socialisme
aangeeft, zgn uiteraard allerminst geëigend
om de bestaande misbruiken en gebreken
van den tegenwoordigen maatschappeljjken
toestand uit te roeien en te verbeteren,
We hebben dit reeds dikwerf en herhaalde
malen aangetoond. En ieder, die over eenig
gaaten zoo zorgvuldig de grootmoeder verzorgt
die steeds bedlegerig is. Anna bezit geen stui
ver. Haar huwelijksgift bestaat in bare blauwe
oogen; wanneer zij bidt zeggen zij zoo welspre
kend: ik bezit godsvrucht! In hare nederige
houding, in de onschuld, die op haar voorhoofd
schittert, in den eenvoud harer kleediag, dit
alles zegt: ik beu deugdtaam. Welke betere
huwelijksgift kon Marcellus wenschen? En echter
aarzelt hij. Marcellus is beangst het geluk van
den armen Jacob wiens leven verwóest en ver
nietigd is te zullen storen.
En nochtans moet hij er toe besluiten. Zijne
ouders komen altijd op hetzelfde onderwerp te
rug. En als soms een ander aan Marcellus de
gezellin eens mocht ontrooven, waarop hij den
blik geworpen heefi! Hij neemt thans een man
moedig besluit. Hij gaat naar Anna en roept
haar zijn gewonen morgengroet toe. Stilte,
zegt Anna, terwijl zjj haar vinger op hare lip
pen legt: grootmoeder slaapt.
Marcellus gaat zitten; men spreekt zacht om
de goede oude niet te wekken. Anna geelt hare
vrees te kennen, dat hare grootmoeder, die da
gelijks in krachten afneemt, haar woldra zal
verlaten. Marcellus spreekt haar moed in, en
bekeut haar eindeljik zijne liefde. En de oude
moeder, die ontwaakt is, zegent het verbond
der jonge lieden.
Baptist en Sientje komen den volgenden dag;
weer bj;een;men is het spoedig eens en weldra is
de huwelijksdag vastgesteld.
X
Jacob verheugde zich over het geluk uan zijn
zoogbroeder ten deel gevallen, hij wilde in zijne
gezond verstand beschikt en dat verstand
ook raadpleegt, zal volmondig moeten er
kennen, dat het socialisme onmogeljjk
verbetering kan aanbrengen io den toestand
der maatschappij, wèl echter rampen.
En daarom gestreden tegen liberalisme
en socialisme, tegen vader en zoon en
gebeel bun aanhang; gestreden, onver
moeid en onbevreesd, maar eendraohtig en
eenparig en eensgezind 1
Te Bareelona zjjn wanordelijkheden ge
pleegd tegenover de Vereenigde Staten.
De hoofden der republikoinsche partjj
organiseerden eene manifestatie om te pro
testeeren tegen de debatten voor Cnba in
den Amerikaanschen Senaat gehouden. Daar
iseene resolutie aangenomen, waarbjj de
Cubanen als oorlogvoerende partjj worde»
erkend. President Cleveland werd uit-
genoodigd, Spanje te bewegen om Cnba's
onafhankelijkheid te erkennen.
Ongeveer 15.000 manifestanten sloegen
den weg in naar het Amerikaansche Con
sulaat onder het geroep: Weg met de Yan
kees. De ruiten in het Consulaat werden
verbrjjzeld.De politie maakte eene charge,
waarbjj verscheiden personen gewond werden.
Ook in de opera te Madrid was een
manifestie op tonw gezet tegen den heer
Taylor, gezant der Yereenigde Staten.
De Gezant, blijkbaar ingelicht, verscheen
echter niet.
De studenten daarover teleur gesteld, ver
gezeld van eene groote volksmenigte, ver
zamelden zich Zondag voor de universiteit
en de kazerne; men hoorde het geschreeuw:
Weg met J onathan! Alle toegangswe
gen waren bezet door de gendarmes, die
de manifestanten niteenjoegen. Eenige per
sonen werden in hechtenis genomen; ern
stige ongevallen.hebben niet plaats gehad.
De President der Pransche Republiek
heeft te Lyon een tocht door de stad ge
maakt, de hospitalen bezocht en een revue
over de troepen gehouden.
Bjj het dejeuner hem aangeboden door
da Kamer van Koophandel antwoordde de
heer F a r e den vice-voorzitter op eene
rede, waarin de houding van den Staat,
tegenover de «oenvres de prévojance» word
afgekeurd, dat de Regeering geen stelsel
wil, dat alleen enkelen bevoordeelt. Zg' wil
de vrjjheid eerbiedigen, maar acht haar
tusschenkomst ten bate van de werklieden
vreugde deelnemen en vraagde om op tie brui
loft uitgenoodigd te worden. Isdereen, zoowel
Baptist en Sientje als hinne vrienden prezen
ten hoogste de edelmoedigheid van Jacob.Twee
dagen voor de bruiloft begaf zich Jacob naar
de hoeve, om met de brnid, in wier vrooljjke
inborst hij behagen schiep, kennis te maken.
Hij bracht haar zijn bruidsgeschenkeen gou
den kruis mede. Bij zijn vertrek drukten hem
al en harteljjk de hand en slechts met weemoed
verliet hij eene woning, waar hem zoovetl bljj-
ken van genegenheid werden gegeven.
De klokken worden geluid, want het is he
den de trouwdag van Marcellus en Anna. Het
is mooi weder en vrooljjk schiet de zon hare
stralen neder. Maar op welke wijze eene dorps
bruiloft te beschrijven? Opgewektheid, vreugde,
onschuldige vermaken zjjn hier de hoofdzaken.
Daar Marcellus rijk is, zoo zjjn de uitnoodi-
gingen talrijk, en uit de naburige gehuchten
snellen bloedverwanten, vrienden, vrooljjke gas
ten toe. Hoevele linten zijn er ni«t voor het
feest gekocht; hoeveel spiegels zjjn er niet door
jonge meisjes geiaadpleegdl Anna is niet be
haagziek. Het witte kleed hangt over een stoel
tot dat het bed der grootmoeder gespreid is,
het eenvoudige meisje vemcht als altjjd hare
bezigheden; haar geluk zou te duur gekocht zjjn
indien het der grootmoeder een offer kostte. Het
uur nochtans nadert; een ongewoon gedruisch doet
zich in de nabijheid hooren, jenge meisjes, in het
wit gekleed naderen en roepen uit: //Gjj zjjt nog
niet gereed!Hoe, nog niet gekapt,nog niet ge
kleed?Waar denkt gjj aan?De optocht nadert
—Men wacht u.// Wordt vtrvolgd.).