NIEUWE
No. 2428
Woensdag 29 April 1896
21gte JaargMg
Een rilling.
BUITENLAND.
Pei 8 maanden voor Haarlem. 1 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Aizonderlpbe nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BÏÏSEAÜ: St. Janstraat Haarlem:
Van 16 regels 50 Cents
Elke regel meer7V*
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant.
Advertentien worden uiterljjk Maandag-, Woensdag-
en V r d a g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
In een der bladen lazen wjj dezer dagen
het volgende afgeluisterde gesprek tusschen
twee werklieden:
«Ik schaam mg eigenlgk het te zeggen
maar als ik de Koninginnen'zie, dan voel
ik zoo iets raars over mg komen, zoo'n
koude rilling.»
«Kerel!» riep de andere «nu jjj 't zegt
wil ik het ook wel bekennen. Ik voel pre
cies hetzelfde.»
En wjj twgfelen er niet aan of onder
de daizenden en daizenden, die zich uren
lang staan en wachten getroosten om in
vliegende vaart het rijtuig der Vorstinnen
te zien voorbjj jjlen, zullen de meesten
al zjjn zg zelf er zich nauwelijks van be
wust aich die moeite en dien last op
leggen niet zoozeer uit nieuwsgierigheid
dan alleen om dat onverklaarbare, geheim
zinnige gevoel te ondervinden, die zonder
linge rilling, welke hen bevangt bjj het
zien naderen van die twee vrouwen, die
Moeder en dat Kind.
De meesten echter zwijgen er over als de
beide werklieden uit zeker soort vanschaamte,
misschien uit een verlangen om zich niet
te onderscheiden van anderen, de meesten
nit vrees van kinderachtig te schijnen zonder
te vermoeden dat die rilling niets anders
is dan een uiting van een hoog, diep, rein
gevoel, waarvan zg anders nauwelijks het
bestaan vermoeden.
En op die rilling, of liever op bet gevoel,
dat er aanleidingtoe gaf,heeft onze tegenwoor
dige materialistische geestesrichting het be
grepen ;zg heeft die rilling onderzocht zooals
zg alles onderzoekt, zg heeft er de diagnose
van opgemaakt, er over gelachen, er over
gespot.
Om den menschen haar te ontnemen
wordt van alle kanten herhaald, dat die
Vrouwen niets anders zgn dan gewone men
schen dat zij doch waartoe hier nog
eens te zeggen wat oppervlakkige groot
sprekers als het ten minste geen kwaad
willige onruststokers zgn tot walgens toe
ons te hooren geven zoodra wjj met geest
drift en bewondering spreken over de vrien-
deljjkheid, lieftalligheid, of de frissche jeugd
en gratie onzer dierbare Vorstinnen?
Die rilling zg overkomt ons niet alleen
bg het aanschouwen van den feeststoet
door onze straten. Wg voelen haar ook
als wg neerknielen in de kerk, als de sta
tige klanken van het orgel door de gewel
ven ruischen of als zg in eerbiedig ontzag
zwjjgen, wanneer de klokjes alleen weer-
FE U1LLETON.
De zoon van den speler.
11. {Vervolg.)
„Kun je het nog vragen,om je voet over dezen
drempel te zetten. "Weg, het bloed van dezen
ouden man
«Gertrude!" En de kreet, die uit deze woor
den uitklonk, had ternauwernood nog iets van
den toon der menschelijke stem. „Bij den Al-
machtigen God, ik zweer je
Haar hoofd was op de borst gezonken en
ook de uitgestiekte arm was slap langs het
lichaam neergevallen.
//Zweer nietonderbrak zij bem b^jna fluis-
terend. „Ik heb het zelf gezien.//
Diep zuchtend steunde hjj het voorhoofd tegen
den post der deur. «Ik loochen immers niets
kwam 't na een dof stilzwijgen met moeite uit
zijn borst, „maar bij alles,wat mij heilig is.Gertrud,
niet hem niet hem moest het gelden
«Wat verandert dat aan de zaak Kun je
hem daarmee weder in het leven terugroepen?//
En in eennieuw opvlammende heftigheid voeg
de zjj eraan toe«Ga, ga, ik wil je niet meer
zien.//
Reinicke maakte eene beweging,alsof hij aan
haar bevel gehoorzamen wilde, doch toen keer
de hij zich toch weder tot haar en viel voor
haar op de knieën.
„Wees barmhartig, Gertrude Ik ben immers
toch al half waanzinig geworden in dezen nacht.
klinken om ons te waarschuwen dat bet
heiligste oogenblik der Godsdienstoefening
is aangebroken, dat de Koning van Hemel
en Aarde op het Altaar is neergedaald, wg
voelen haar op het oogenblik dat de schare
onschuldige kinderen voor 't eerst ueder-
knielt aan de Tafel des HeereD, als in pro
cessie het Allerheiligste langs de in het stof
geknielde geloovigen wordt gedragen, maar
ook voelen wg zulk een rilling als ons een
verhaal wordt gedaan van verheven zelfop
offering van grootschen heldenmoed, in
dienst van God, van de menschheid van
het Vaderland, als de redenaar of de kun
stenaar snaren in ons gemoed aanraakt, die
niet dagelgks trillen als hg voor goede,
schoone, heilige dingen ons hart opent
onzen geest gloeiend maakt, als hg ons
ontrukt aan de alledaagscbheid van het ge
wone leven en voor enkele minuten of
seconden zelfs, bovens ons zelf verheft.
Dat gevoel zoo vol onbeschrgfelgke,
reine, heilige vreugde, ongelukkig hg, die
het niet kent, die door opvoeding of karak
ter er onvatbaar voor is maar nog onge
lukkiger die het werd door den spot
lach of de hooge wgsheid van anderen,
die geloof hechtte aan de woorden van
hen, die hem zeiden dat alles, waardoor
die fjjne snaren trillen niets is dan bedrog
of tenminste hersenschim, illusie.
Godsdienst, vaderlandsliefde, menschen-
min, hoogere kunst en de aandoeningen
door hen opgewekt niets dan illusie! Maar
zgn jaÏBt zg niet de hooge bezittingen,
waarde gevend aan ons aardsch bestaan
Zgn zg de zonnestralen niet die de grauw
heid van ons leven vergulden en verheer
lijken.
O wanneer wg niet somB door den gloed,
uitgaande van die emoties werden doortin-
teld, zonden wg dan niet al te spoedig
ondergaan in het nuchtere proza van den
strjjd des levens? Zelfs voor den armste
staat die bron van reine, zoete gewaarwor
dingen open, hg, de eenvoudige van harte
voelt die rilling meer misschien nog dan
meer ontwikkelden en beschaafden, gewoon
elk hunner gevoelens te ontleden en te
peilen.
Hg geniet ze ten volle ten minste zoo
lang hem niet geleerd is zich over deze
genietingen te schamen en ze te beschouwen
als iets den verstandigen man onwaardig,
als men hem niet verteld heeft dat die gods
dienst niets is dan een middel om hem te
verdrukken,en van zgn levensvreugde te be-
rooven, dat die Vorstinnen leven van zgn
zweet, en van zgn bloed, dat vaderlands
liefde niets beteekent en er niets dwazer is dan
Zeg mij, wat ik doen moet, om mijn schuld te
boeten.Ik wil heengaan en mijzelf aan het gerecht
overleveren, wanneer je het verlangt. Ik wil iede
re straf op mij nemen maar stoot me dan
ook niet voor immer van je af. Ontneem mij
niet iedere hoop, dat je me nog eenmaal ver
geven mjj weder genegen zijn zult, Gertrude.*
//Nimmernimmer meer. Jij bent de schuld van
mjjn vaders dood en ik haat je ik vervloek mij
zelve, dat ik je ooit heb kunnen liefhebben.//
Hij voer zich met beide handen woest door
het verwarde haar, wanhopig dwaalden zijne
oogen door het lage vertrek, en thans eerst werd
hij Isa gewaar, die sidderend en bijna bewuste
loos van angst tegen het voeteneinde van het
doodbed leunde. In de gansche razernij des toorns
van een mensch,die instinctmatig naar eene af
leiding zoekt, voor de verkropte woede, waar
mede hij tegen zich zelve vervuld is, schudde
hjj dreigend de vuist.
«Daarom dus ben je zoo onverzoenlijk voor
my Daarom ben ik je, ondanks mijn wanhoop,
ondanks mijn berouw zóó gehaat, dat je me
niet meer vergeven kunt Doch ik wil niet,
dat ze je tegen mij ophitsen de ellendelingen,
die ons ongelukkig gemaakt hebben, en die nu
nog bovendien komen om zich met eigen oogen
aan ons ongeluk te vermeien. Ze zullen er geen
pleizier van hebben ze zullen niet ze zul
len niet.//
Half krankzinnig van hartstocht wilde hij
zich op Isa werpen,doch met uitgebreide armen
plaatste Gertrude zich beschermend voor de
jonge dame.
„Wil je soms in het aangezicht van den dood
zich op te offeren voor zjjc medemeuscb, dat
de woorden van dien redenaar holle klan
ken zgn en dat kuust, die tot het hart
door oogen of ooren spreekt, niet meer
t'huis hoort in onzen tjjd.
Zoo tracht men die snaren de schoonste,
fjjnste, edelste, meest harmonische van ons
gemoed te doen springen en zgn ze eens
krachteloos geworden dan brengt niets meer
ons die rilling aan, welke wg voorheen a'.s
zulk een hoog genot beschouwden, maar
dan ook is ons leven beroofd van het
schoonste en verhevenste dat daaraan
waarde gaf, dan hebben wg onze idealen
verloreD, ons geloof in het Ware,Schoone
en Goede, dau blijft ons niets over dan de
dorre, sombere werkelijkheid wat zg
tenminste werkelijkheid noemen en dat
eigenlgk niets anders is dan het doode woord
zonder klank, de leege bolster zonder kern.
Dan is het voor goed uit met de ge
heimzinnige, zoete rilling waarmede ons
diepste zgn zich naar buiten openbaarde
en zoo wg dan nog rillen, het zal komen van
afschuw en misschien ook van angst voor
den akeligen woestjjn waartoe die onna-
denkenden of die misdadigers ons aardsch
bestaan hebben verlaagd.
Frankrijk.
Prins Ferdinand van Bulgar jje is
te Pargs aangekomen en ontvangen door
den chef van het secretariaat van den Pre
sident der Republiek generaal Tournier,
en den introducteur des ambassades, C r o-
z i e r.Eene compagnie republikeinsche gar
des vormde de eerewacht.
Hjj heeft een bezoek gebracht aan den
heer F a u r e en werd vorstelgk ontvangen.
Nu is prins Ferd inand door
verraad en ontrouw aan zgn godsdienst
toch een heuseljjke vorst geworden. Hem
wordt door de vorsten van Europa en zelfs
door den President der Fransche Republiek
de meeste hoifeljjkheid betoond en niemand
zou vermoeden, dat de Coburger van thans
eenige weken geleden geheel geïsoleerd
was.
Zgn glorie is begonnen met het ten offer
brengen van zgn kind. Dat was zgn eerste
knieval voor aardschen luister. Daarna ging
hg zich buigen tot in het stof voor den
Sultan van Turkge; vervolgens bood hg
zgn holde aan den Russischen Keizer
en dat was meer dan een knieval, hg
verloochende zgn trouwen eu vermoorden
minister Stambouloff.
een tweede euveldaad begaan, rampzalige
Met krampachtig gebalde vuisten was hjj
voor haar blijven staan, in zware rochelende
ademhalingen ging zijn breede borst op en neer.
Zijne met bloed beloopen oogen hadden de kracht
niet, om Gertrude aan te kijken.
Ongehinderd zou Isa thans hebben kunnen
ontvluchten, doch het scheen, alsof zij volkomen
de heerschappij over hare ledematen verloren
had. Niet eenmaal ware zij in staat geweest de
lippen te openen, ten einde om hulp te roe
pen, toen zjj den naderende op zich zag in
dringen.
En daar eensklaps te midden van dit
vreeselijke ademlooze stilzwijgen, waarin ieder
der drie den onstuimigen hartslag van den
andere meende te vernemen, klonken van
buiten de vrooljjke schetterende tonen van een
door horens en trompetten geblazen marsch naar
binnen, duidelijk verneembaar, begeleid door het
eentonig en regelmatig gedruischvanmarcheerende
soldaten.Geen wreeder spot. zou er in deze oogen-
blikkenvan dehoogste,bijna ondraaglijke opwinding
te bedenken zijn geweest, dan deze vroolijke
muziek, en terwijl Gertrude met een kreet de
beide handen tegen de ooren drukten, barstte
Reinicke in een woes ten lach uit.
„Daar komen zij onze vrienden, en broeders!//
riep bij, „die ons neer zullen schieten, wijl wij
den vermetelen wensch hebben om ook eens
mensch te zijn. Nu voor mijn part, mogen
zij met mij dan maar een begin maken. Dat
is altijd nog beter dan een paar jaar gevan
genis.//
Hij stormde naar de deur, doch een terugroep
Nu geniet de laffe verrader en ondank
bare de belooning voor zjjne schanddaden,
schooner dan hg zich ooit zal hebben ge
droomd en schooner dan iemand die hem
zal hebben voorspeld in de dagen toen
Stambonloft, de groote Bulgaar, die
zgn vaderland lief had boven alles, zelfs
meer dan zgn vorst, door sluipmoordenaars
huurlingen werd vermoord.
Prins Ferdinand amuseert zich te
Pargs en zgn opperste leenheer, bg wiens
gratie bg vorst van Bulgarge is, heeft hem
uitgenoodigd tegenwoordig te zgn bg zgn
kroning. Ook van keizer W i 1 h e 1 m ont
ving Ferdinand eepe uitnoodiging om
de Berljjnsche Tentoonstelling te komen
bezoeken.
Spotten de Vorsten nn niet met goeden
trouw en gezworen eeden En is het een
wonder, dat de tronen wankelen op hun
grondvesten, óndermgnd door ongerechtig
heden
Het Grootkruis van het Legioen van Eer is
door den heer vrjjmetselaar Faure op
des verraders borst gehangen, 't Is wel.
Transvaal.
Het proces dat te Pretoria gevoerd is
tegen de leden van het Hervorming-comité
heeft aan het licht gebracht, dat op bevel
van de Gharteréd-Company de inval in de
Transvaal van Dr. Jameson en zgn
bende heeft plaats gehad. Kolonel Rho
des, lid van den Raad van Beheer der
Chartered-Company is dan ook schuldig
verklaard aan hoogverraad.
Oostenrijk-Hongarije.
Men behoeft slechts de scheldwoorden
der Hongaarache vrgmetselaarspers te lezen,
om te beoordeelen van welke groote be-
teekenis de keuze is van Dr. L u e g e r tot
burgemeester van Weenen.
Dr. L u e g e r heeft zich evenmin door
belofte als door bedreigingen van het rechte
pad laten wegdringen. Gaarne zou hg, ter
wille des vrede?, zgn persoon aan de Re
geering ten offer hebben gebracht, maar
zgne vrienden hebben dit niet gewild, om
dat men onder de gegeven omstandighe
den waarde hechtte aan zgn persoon. De
quaestie gold niet een duel tusechen den
Hongaarscben-premier B a d e n i en Dr.
Lneger, maar wel een strjjd voor de
bevrjjding van het christelijk volk en de
onafhankelijkheid des lands van overmoe
dige Magyaarsche aspiraties.
Ten spjjt van Hongarjje gaan door ge
heel Oostenrijk juichkreten op en jubelt
de menigte een Hoch op Dr. L u e g e r'i
van Gertrude deed hem blijven staan.
//Niet daaruit, George I Ga door de keuken
en den tuin zoo kan niemand je zien.//
Haastig en afgebroken had zjj dit gesproken,
even alsof, zij elk woord er slechts met moeite
uit kon brengen. Op het verwoeste gelaat van
den jongen wever echter vertoonde zich een straal
van gelukkig makende hoop.
„Je wilt dus niet dat ze me dooden zullen. Je
bent dus weer een weinig goed op mij?
Afwerend en met afgewend hoofd wenkte zjj
hem te gaan.
«Neen, neen, tusschen ons is alles uit
voor immer en eeuwig. Doch er is thans al bloed
genoeg vergoten. Ben je een man, lever je zelf
dan aan het gerecht over en onderga je straf.
Thans als een beschonkene in de gelederen der
soldaten te loopen dat ware toch maar een
nieuwe lafheid I
„En dit afscheid het is dus je laatste
woord, Gertrude?
Hare schouders beefden, doch zjj knikte be
vestigend met het hoofd
Met een woest gebaar schudde Georga Rei
nicke zjjn vuisten tegen de lage zoldering.
«Je hebt geen vergiffenis voor mjj, en wilt
me toch bevelen, wat ik doen moet.Neen meisje
zoover is't ondanks alles,nog niet met me gekomen.
Ik wil niet in de gevangenis hoor je het wel
Ik wil niet.//
Wordt vervolgd.)
0 4iB.IEIHS(jUE C0DR4HT.
ABONNEMENTSPRIJS
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIBN