No. 2458. Zondag 12 Juli 1896 21ste Jaargang Landbouw en Handel. B T E N L A H D, ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,10 Voor het buitenland x1,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERD AG. Redacteu r-U i tg e v e r, W. KÜPPERS. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels. 50 Cents. Elke regel meer7Jls» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicité Etrangère G. I. DAÜBE 8f Co. JOHNF. JONESSucc., Parijs 31 its Faubourg Montmartre. Een jubileum, dat in de liberale pers met geestdriftige artikelen werd herdacht, heeft aan de Arnh. Ct. aanleiding gegeven om enkele opmerkingen te maken over eene beweging, die in den jongsten tjjd hier te lande als gevolg van een onhoud- baren toestand is ontstaan? Het jubileum betrof den 50 jarigen herinneringBdag van de afschaffing der graanrechten in Engeland, welk feit door de meeste liberale bladen werd beschouwd Ris de wedergeboorte van den handel en het herleven van de welvaart en den voor spoed op elk gebied. De Arnh. Ct. is echter niet tevreden met het steken van de loftrompet over bet bjj uitnemendheid liberaal dogma van den 'rijen handel, en meent bjj deze gelegen heid ook eens baar pjjlen te moeten rich ten op de «reactie tegen het vrjjhandele- stelsel». Het blad erkent in de allereerste plaats, dat sedert vele jaren in alle landen migestatigheid en malaise heerscheo in de economische en industrieele toestanden, •o den meest algemeenen zin genomen, en zegt dan dat niets natuurljjker is dan °m deze aan de samenwerking van een Rantal verschillende oorzaken te wijten omstandigheden verbeterd te willen zien door een enkel, afdoend middel. Het blad zegt niet, welke deze omstan digheden zjju, doch begint na deze inlei ding dadeljjk met een felle bestrijding van d« pogingen, die in de jo. gste jaren zjjn Rangewend om hier te lande op enkele Rrtikelen een beschermend recht te ver zijgen. Ook wjj erkennen, dat er vooral plaatselijke omstandigheden kunnen op genoemd worden, die oorzaak zjjn, dat de Rene of anders industrie niet tot bloei kan geraken of dat eene vroeger bloeiende njj- 'erheid tot verval is gekomen, maar befaal- 'e deze bjjzondere oorzaken van malaise ongestadigheid mag niet uit het oog borden verloren, hoe in verschillende lan den van ons werelddeel en daarbuiten getracht wordt, om de locale nadeelen te bestrijden door den gedrukten tak van ijjverheid te beschermen. Dit laatste vooral moet het standpunt bepalen, waarop men zich ook in ons 'aderland heeft te plaatsen. Het gaat niet Ran om maar te beweren, dat deze of die theorie in abstracto g06d is en deze der halve, ondanks de feiten het tegendeel doen wonschen, moet worden doorgevoerd. Men mag dus niet beweren, dat het vrjj- handelsstelsel behoort te worden gehand haafd, omdat het beginsel van den vrjjen handel, mits consequent iu alle landen en 'n ieder opzicht doorgevoerd, zeer wensche- 'Ük kan heeten. En in geen geval behoeft °R8 kleine vaderland een voorbeeld te ge- 'en aan al de andere volkeren der wereld door, ondanks de verloochening der leer 'an den vrjjhandel door andere stateD, te 'olharden bjj de theorie en dientengevolge Rnorme schade te ljjden. Het vasthouden aan znlk een leer moet ®®n klein land ten verderve voeren. Ware het nog, dat wjj voor sommige artikelen R'enals vrosgar, de wereldmarkt beheersch- dan zon er veel te zeggen zjjn 'oor het slandpnnt om, ten minste wat die artikelen aangaat, geen belemmering ®Ra den handel in den weg te leggen. Maar thans, nu de markten iu ons vader- FEU1LLETON. De zoon van den speler. (Vervolg.) De vrijheer richtte zich met moeite en steu nend op. Beide handen zwaar op de leuning RR den stoel steunende, zeide hij met een jep op de borst gebogen hoofd en met eene SR a toonlooze stem: "Ik heb sinds geruiiren tijd schuld aan den ^Welier Ehrenfried Klingenberg. De schaamte eerhield mij, je mjjn nieuwe verlegenheid te ®vnen' nadat je me reeds herhaalde malen *e edelmoedige offers gebracht hadt, en ik °pte dan ook voortdurend op eene gunstige v,eRding in mijn lot De som, die het betrof, as oorspronkelijk niet eens zoo hijzonder groot. Rzend thaler zouden voldoende zijn geweest de er.. me weer bovenop te helpen,// klaagde j-j.'rljheer zijn zoon vei der, //en wanneer ik zd 'iDpnberg desniettemin om zevenduizend ver- 0t' ',^an geschiedde dit, wijl ik met het te rscR°t een klein, bescheiden bestaan dacht te ^r.01KtveBter.. Maar ongelukkigerwijze beschik- V .1!l£enbcrg destijds zelfs niet over de vol- c°RtftRten, en ik meest er mij mee ver genoegt^0111 'oor mlin wisset van zevendui zend mark---Pn bnllanten sieraad te ontvangen, dat volgens zijne boeken eene gelijke waarde vertegenwoordigde. "Natuurlijk, dat ik nu Diet in eigen persoon die juweliers van Berlijn kon afloopen, om detgeen te vinden, die het land zjjn overvoerd met buitenlandsche producten en fabricaten, is het de dwaas heid zelve om als eenling tegenover alle andere staten vaat te honden san den free trade. Bovengenoemd blad heeft het vooma- meljjk tegen de pogingen, die bjj ons wor den aangewend ter bescherming van den landbouw. Het blad betoogt, dat van een algemeenen wenscb naar terngkeer tot het protectionisme in Nederland geen sprake is. Noch bjj de fabrieksnijverheid, noch bjj den handel wordt die waargenomen, daar die beide door hun voorbeeld heb ben getoond, dat het vijjbandelsstelsel aan energie en bekwaamheid de gelegenheid geeft niet alleen tot een groote, voordeelige ontwikkeling van de industrie zelve, maar tot welvaart en welzjjn van de arbeidende bevolking. Alleen voor den landbouw wordt eene beweging levendig gehouden, pas nog door den laatsten naar de meaning der Am. Ct. in meer dan een zin zjjn laat sten maatregel van de oprichting van den Christelijk-economischen Boerenbond, om dien tak van bedrjjf door matige graanrechten te beschermen. Wjj geven toe, dat bjj de fabrieksnij verheid en bjj den handel de neiging tot be scherming niet in die mate wordt aange troffen als bjj den landbouw. De fabriebs- njjverhsid bepaalt zich bjj ons slechts tot enkele artikelen, waarvao er zjjD, die geen protectie behosvee, en wat den ban- del betreft, indien er een tak van volks welvaart door de overheid wordt gepro tegeerd, dan is bet toch wel deze. Wat werd er in de jongste tientallen van jaren door RegeeriDg en Vertegenwoor diging niet gedaan om den handel te be schermen. Men zie er de jaarljjkscha Staats begrotingen maar eens cp na, om tot de overtuiging te komen, dat de handel een troetelkind mag heeten van den Staat. Het zjjn niet uitsluitend energie en bekwaam heid, die den Nederlandsehen handel tot zjjn tegenwoordigen bloei hebben gebracht, maar ook en voornameljjk de protectie van overheidswege. Indien de landbonw wordt gewezen op het voorbeeld van den handel, dan kunnen de landbouwers ge rust wezen, want dan hebben zjj reden om te verwachten, dat ook hnn bedrjjf gelijke bescherming zal genieten als het handelsbedrjjf. Maar zoover zal het niet komen en zooveel zal ook niet worden verlangd. Tot nog toe heeft de beweging naar pro tectie zich voornamelijk beperkt tot een matig invoerrecht op de graneD, waar door de landbouwer zou kunnen concur- reeren met het buitenland. Doch het libe ralistisch dogma gedoogt niet, dat deze wensch in vervulling zal komen, zelfs Diet, waar aan de schatkist een niet on aanzienlijk bate door znlk een invoerrecht zou ten deel vallen. Ter bestrjjding van de beweging tot heffing van een graanrecht wordt voorts door genoemd blad beweerd, dat alleen de zoodanigen daarvan voordeel zouden trekken, die bet graan telen op eigen grond en de voordeelen er van niet in booge pachtsommen hebben over te dra gen aan de grondeigenaars, die zich niet willen schikken in de verliezen door de verlaging van den rentestandaard te weeg gebracht, waaraan alle andere kapitalisten wel gedwongen zjjn zich te onderwerpen. groots! e bedrag voor de steenen wilde betalen, doch ik moest den verkoop toevertrouwen aan een commissionnair, dien Klingenberg mij als eerlijk en betrouwbaar bad aanbevolen, en het geschiedde dan zeker ook wel meer ten ge volge van een ongelukkig toeval dan van eene bedriegerij van dezen man, dat de opbrengst van dit sieraad maar bijna de helft van de waarde bereikte. Zoo was ik zevenduizend mark schuldig geworden, ofschoon ik na aftrek der vergoeding, welke de commissionnair eischte, sleehts drieduizend honderd mark bekomen had, en van een overschot, dat voldoende zou zjjn geweest om een bestaan te grondvesten, was natuuiljjk geen sprake meer. Dat ook later geen mijner verwachtingen meer verwezenlijkt werd, is je bekend. Na afloop van de drie maanden was ik verplicht om Klingenberg om prolongatie van den wissel te verzoeken. Toen ook dit. galgenuitstel verstreken was, waren er zoo veel ongelegenheden bijgekomen, dat ik niet alleen niet in staat was, om mijne verplichtingen na te komen, maar dat ik eene verdere som van duizend thaler allerdringendst noodig had. Klingenberg was inmiddels wan trouwend geworden. Hjj wilde zonder voldoen de zekerheid noch mjj eene nieuwe som leenen noch in eene verlenging van de oude schuld treden. Ik moest er dus op bedacht zijn, dat hij mij zou laten vervolgen, wanneer het mij niet gelukte, om de gevorderde borgstelling te bezorgen. Waar zou ik die echter vandaan ha len? Ik geloof niet, Hellmutb, dat gij in staat bent om je het wanhopige van mijn toestand voor te stellen. Ontbering, schande en ellende Alweder denken wjj hierbjj aan den handel en vragen, of de groothandelaars genoegen zonden nemen met de geringe winsteD, die de grondeigenaars in den tegenwoordigen tjjd van hun kapitaal ge nieten. Wjj gelooven het niet. De groote handelsondernemingen, die op een goede basis zjjn gevestigd, kunnen zich iu uit stekende winsten verheugen en hebben, dank zjj de bescherming van Staatswege aan den handel verleend, ook goede voor uitzichten. Hier speelt de vjjandscbap van het Arn- bemsche blad tegen dea grondeigendom een groote rol. Misschien is de liberale schrjjver wel een voorstander van de op heffing van het privaat bezit en meent hjj dat verheven doel ook ta kunnen helpen bereiken door het den landeige naar zoo moeielgk mogeljjk te maken. Het gewone argument tegen de graan rechten, dat het brood duurder zal wor den moet natuurljjk ook weer dienst doen en dan gelooft bet blad niet, dat eene de mocratische Kamer en eene democratische Rfgeering hiertoe zullen medewerken. Wjj zullen thans niet dit veel bestreden argument bespreken, waar het herhaalde lijk in het licht werd gesteld, dat bjj ver meerdering der welvaart voor het product, waarvan invoerrecht wordt geheven, gaar ne iets meer wordt betaald, maar als een staaltje van argumenUeren, willen wjj ten slotte de volgende zinsneden van het Arnhemeche blad aan het oordeel onzer lezers onderwerpen. «Indien graanbouwers en grondeige naars zegt het blad in 'c algemeen geholpen moeten worden, dat men dan eene beweging op tonw zette om hen nit de schatkist door subsidie te ondersteunen. Ziedaar een eerljjk, afdoend middel, dat gelegenheid geeft deze klasse van Staats- burgers zoo te helpen, dat iedereen naar draagkracht er toe bjjdraagt, niet de min vermogende veel zwaarder dan de anderen wordt belast. Dit zal wel niet gebeuren. Toch zou zulk eene beweging evenveel recht van bestaan hebben als die ten gunste van graanrechteu; maar ze zou op rechter,meer recht op 'tdoel afgaande zijn.» Eigenljjk behoelt zulk eene redeneering geen bestrjjding, maar wjj k nnon toch den last Diet bedwingen van er op wjjzen, dat, indien werd overgegaan tot dsn na- tuurlgk niet gewenschten maatregel om de graanbouwers en grondeigenaars tssub- sideerehun eigenljjk dan pas dezelfde bescherming werd verleend, die thans en reeds zooveel jaren vroeger aan den han del werd geschonken. Maar wat wjj voor dezen laatsten tak vau bedrjjf steeds hebben afgekeurd, wen- schen wjj ook niet voor eene andere bron van volkswelvaart. Wat echter wel ge- wenscht en geëischt mag wordan ie, dat de Regeering en Volksvertegenwoordiging niet langer ter wille van e me theorie vasthouden aan hnn afkeer van de invoe ring van een matig graanrecht, waardoor geen enkelen Btand wordt geschaad, doch zeer velen in de hoogste mate worden gebaat. De hsfffng van graanrechten is bovendien niet enkel een middel tot ver levendiging van een kwijnenden tak van volkswelvaart, maar ook eisch der recht vaardigheid «met het oog op de ougeljjke concurrentie, welke de vaderlandsche land bouw heeft te voeren met het buitenland. grijnsden mij in de afschuwelijkste gestalten aan, zoodra ik sidderend mijn blik in de toe komst richtte, en bij dat alles nog het vreese- lijkste bewustzjjn, dat jij in mijn val medege trokken moest worden, op welke wijze deze ook later mocht plaats hebben. Ik weet immers maar al te goed dat er in het officierskorps van het Duitsche lezer geen plaats is voor den zoon van een eerloozen bankroe tier. Mocht ik het zoover laten komen, Hell mutb? Mocht dit mijn dank zijn voor alles, wat je in edelmoedige opoffering en groothar tige kinderliefde jegens mij gedaan hebt? Ge loof me, dat ik in allen ernst den waanzin nabij was, zoo vaak ik mij zeiven dezevreese- ljjke vraag voor moest leggen.// //En toch zou ik misschien wel nimmer op dit rampzalige redmiddel gekomen zijn, wan neer Klingenberg zelf in goedige onschuld het mij niet aan de hand had gedaan. Hij verklaar de zich bereid mijn wensch te vervullen, wan neer jij je handteekeniug r aast de mijne op den nieuwen wissel zette en met je schriftelijk ge geven eerewoord voor de prompte betaling van den wissel borg blijven wildet. Volgens mijne toenmalige eerlijke overtuiging ware er niets geen gevaar bij geweest, wanneer je het gedaan hadt, want ik had mijn weddenschap voor het rennen van eergisteren reeds aangegaan en bij de buitengewone eigenschappenvan dat paard scheen het mij bijna onmogelijk, dat mijn hoop verijdeld zou worden. Tweemaal was ik naar jou op weg, om je mijn verzoek voor te dra gen, en telkens keerde ik aan de onderste trap weder om, wijl mij de moed daartoe ontzon- Ais eene eventueele democratische Ka mer en Regeering iu ons land deze waar heid mochten beseffen, dan zouden wij dit niet als een der slechtste vruchten van de Nieuwe Kieswet waardeeren. Italië. Het schoone Italië met al zijae kunst schatten en grootsche herinneringen aan vroegere tjjdeD, mag in onze dagen wel het land van roovers en sluipmoordenaars genoemd worden. Het volk is totaal ge demoraliseerd en geen dag gaat er schier voorbij zonder dat het zich niet schuldig maakt aan planderen en het plegen van baldadigheden ten einde zjjn wraaklust te koelen. Hoewel elk oproer hoogst afkeurens waardig moet genoemd worden is toeb, het in ellende gedompelde volk,veel te vergeven. Door eecegewetenloozeregeericguitgeschad door de steels stijgende belastingen is het niet te verwonderen, dat er ongeregeldhe den voorvallen zooals eergisteren Parma te aanschouwen gaf. Daar werd de politie door het volk met steenen geworpen, die daarop vau hunne vuurwapens gebruik moesten maken. De cavalerie, die de menigte uiteen moest dri ven, werd eveneens met steenworpen ont vangen en menige handhaver van het recht werd gekwetst. Gelukkig dat het volk later tot bedaren kwam en alles weer rustig werd. België. Het Correctioneel Gerechtshof vau Ter- monde heeft de Katholieken te Aalst, door abbé D a e n s en andere christeljjk-demo- oraten beschuldigd van kwadepraktjjken in den verkiezingsstrijd gepleegd, vrijgesproken op grond waarvan de aangevoerde wets artikelen niet toepasselijk zjjn. De ontvaogst die L i-H u n g-C hang te Brussel is ten deel gevallen, overtreft die ia Duitcchland en Nederland verre, zj was voretelgk en koning Leopold gaf in zjjn eigen paleis een diner van 150 couverts. Toen Li aan het Noorder-Station te Brussel aankwamwas daar alles rijk versierd, eene compagnie grenadiers stond geschaard en presenteerde het geweer teen de trein het gebonw binnenetoomde. De muziek deed zich hooren en duizenden wilden den grooten Chinees zien toen bjj met zjjn gevolg in galarijtuigen door de Brusselsche straten reed. Een Brueselsch blad is er eenigszins geraakt over, dat L i en zjjn gevolg de Groote Markt aldaar nauwelijks een blik verwaardigden. Oosten rij k-Hongarije. Een verbljjdeud verschijnsel doet zich voor in Eongarjje, waar de vrijmetselarij den schepter zwaait.Daar begint het ka tholieke volk, geïnspireerd door de Dr. L u e g e t s-partjj te Weenen, zich te ver eenigen en krachtig te organiseeren. Katholieken-dagen zjjn er gehoudeD,waar 6000, 10,000 tot 20.000 en 40.000 rnen- scheo verschenen. Z. H. L e o XIII prees dan ook onlangs het Hcngaarsche volk, toen de Paus tot eem'ge Hongaarsohe geestelijken deza woor den sprak: «Ja zeker, het volk is goed, ken was. Ik kende immers je strenge princi pes in zulke zaken, en beefde voor de moge lijkheid dat je ondanks mijn wanhopigen toe stand het mij kondet afslaan. En wijl het wa ter mij reeds tot aan de lippen gekomen, wijl mij tot overlegging geen tijd gelaten, en ook wijl de opwinding, de angst, de verschrikke lijke spanning mij bijna reeds het verstand hadden doen verliezen, kwam ik in dien ont- zettenden slapeloozen nacht op den rampzali gen inval, die me thans als een misdadiger voor mijn eigen zoon doet staan. Vervloek mij, Hellmuth, stoot mij van je, doch bedenk ten minste, dat ik half krankzinnig was toen ik het deed.// Hjj had bij de laatste woorden den neerge slagen blik aarzelend naar het gelaat van den kapitein opgeheven, en schrikte voor de ver andering, die gedurende zijn verhaal daarin had plaats gevonden. De jonge officier had beide handen tegen de slapen gedrukt, even als vreesde hij, dat het onstuimig kokende bloed hem de aderen zou doen springen. Die pe rimpels stonden er op zjjn voorhoofd, en meer met eene uitdrukking van ontsteltenis dan van toorn waren zjjne wijdgeopende oogen op den gebroken voor hem staande gericht. //Verder!//, steunde hjj, //verder! /eg wat u gedaan hebt. Want ik moet het met dorre woorden hooren, eer ik het gelooven kan.// /'Er geschiedde, wat je reeds geraden moet hebben, Hellmuth. Den morgen na den ramp zaligen nacht ontving Ehrenfried Klingenberg uit mijne eigen handen een wissel van tiendui zend mark, die behalve mjj ne handteekeniug het heeft geloof en is gehecht aan de Katholieke Kerk, maar in de hoogere krin gen ontbreekt veel.» Frankrijk. Jules Simon zal zjjn monument krjjgeu. Een comité heeft zich gevormd tot het oprichten van een nationaal ge- deukteeken voor den grooten Franschman President is de heer Loubet, prosident van deu Frauschen Ssnaat; vice-presidec- teu zjju de heeren B a r d o u x, Th. Roos- Bel, Wallon, Mézières, Gréard eu Ferd. Brnnetière. De Hertog van Orleans heeft zich verloofd met eene nicht van hem, eene prinses uit het huis Habsburg-Lothaiic- gen, dochter van aartshertog Jozef, den oom van den Keizer van Oostent jjk. Hare moeder is eene prinses vaD Sakseu-Coburg, e<ne dochter van prinsesC 1 m e n t i n e, de moeder van den eerlooza uit Bulgarije. De Hertog is 27 en de Aartshertogin 29 jaren oud. Eene bespottelijke jachtraakerjj heeft in het dorpje Vareddes plaats gehad. De maire van het dorp, een groentenkoopman van beroep, had het Btrenge varbod uit gevaardigd dat de Bisschop van Meaux, die de kinderen kwam vormen, niet mocht worden afgehaald want zoo'n processie te honden zoa hjj niet daldeD; de vrjjmetse- laars-republiek zon daardoor in gevaar komen. De pastoor van het'dorp, een zeer ge moedelijk man list alle ieestvertoon ach terwege en begaf zich met eenige geeste lijken Monseigneur te gemoet. Natuurlijk stroomden eenige Katholieken te zamen om hun Bisschop te zien. Na gingen de poppen asa 't dansen, 't V7as eene processie, zei de veldwachter en hjj maakte proces-verbaal op. De Katholieken nit Vareddes zjjn toch geen knip voor den neus waard, nu zjj zich door een armzalig troepje vrjjdeukers laten tiranniseeren. Straks laten ze hun Pastoor nog in zjjne pastorie opsluiten, Engeland. De Parlementaire Commissie, belast met het onderzoek van de wet tot het tegen gaan van voedselvervalsching,heeft het aan de lezers bekbnde rapport van haren Voor zitter balangrjjk gewjjzigd; dit rapport strekte o. a. om het kleuren der margarine en den verkoop van mengsels toe te laten. De meerderheid der Commissie echter, bestaande uit landbouwers en Ieren, heeft besloten om die beide voorstellen te schrappen. Spanje. De Koning van Spanje is gevallen, maar niet van zijn trooü. Zjjue majssteit Al fonso XIII is van de trap gevallen, doch heeft zich slechts lioht aan het been ge kwetst. Dit geruststellend slot wordt thans bevestigd. De jeugdige Koning mag wel voorzichtig zjjn, al is hg den kinderleeftijd nog niet te boven, toch zon zjjn dood voor de rast van Spanje niet gewenscht en hoogst ge vaar Ijjk zjjn. Duitschland. Ten stelligste wordt uitBerljjn verzekerd, dat L i-H u n g-C hang geen volmacht had tot het sluiten van bindende overeen komen betreffende een kolenstation, han- ook de uwe droeg, en buitendien een schrif telijk bewijs, waarbij je met je eerewoord borg bleef voor de stipte betaling.// //Dus toch waar—toch waar! Een falsaris. O, barmhartige God!// Een door merg en been gaande kreet uit het verscheurde, doodeljjk gewonde hart was het, waarmede de kapitein in den stoel voor zjjn schrijftatel was neergezonken. Hij be groef het gezicht in de handen en zjjne schou ders beefden als werd de sterke man door een vreeselijke lichamelijke smart geschud. De vrijheer wischte wederom met zijn zak doek de zweetdroppels van het hoofd, doch de angstige strakheid, die zijne afgeleefde trek ken tot dusver vertoond hadden, begon van lieverlede te wijken. Hjj had zjjne bekentenis afgelegd en een scherpe waarnemer zou het hem wel hebben kunnen aanzien, dat hij meende daarmede het zwaarste achter den rug te heb ben. De onbeschrijfeljjk wreede smart van den daar als verpletterd voor hem zittenden jongen man scheen hem eerst te verontrusten, toen er min»ut op minuut verstreek, zonder dat de kapitein zich nit zijne houding verroerd had. //Hellmuth//, zeide bjj oindeljjk zscht, «wil Je, dat ik thans ga.ff De aangesprokene hief het hoofd op, zjjn gelaat scheen verwonderd en een bittere smart volle trek had zich thans bij de mondhoeken ingegrift. //En wanneer ik than» met ja antwoordde, waarheen zoudt gij dan gaan?// De vrijheer ontroerde zichtbaar. Dat ook de laatste vonk van kinderljjke liefde in het KfAÏNXlfËD

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1896 | | pagina 1