No. 2461. Zondag 19 Juli 1896 21ste Jaargang Maatschappelijke hervor mingen. BUITENLAND. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERD AG. Redacteu r-U i tg e v e r, W. KÜPPERS. BU REAU: St. Jansstraat. Haarlem. AGÏTE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels. 50 Cents. Elke regel meer7llt» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrjjdag-avond voor 6 uur ingewacht. HooJ dag enten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Publicitè Etrangère G. L. DA tl BE fy Co. JOHN., F. JONES, Succ., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre. Indien over honderd jaren de geschied schrijver de historie van het einde der 19e eeuw zal te boek stellen, dan is bjj ver plicht om melding te maken van het doorgaand streven om de maatgchappjj geheel te hervormen in de richting van een enkelen stand. Welke die stand is, behoeven wjj niet breedvoerig te betoogen. Het is toch i8u algimeeoe bekendheid, dat de staatkundige richtingen, die in vloed trachten te verkrijgen op den a'ge- meenen gang van zaken in ons vaderland en daarbuiten door bemiddeling van den handwerksstand, niets verzuimen om dien stand zooveel mogeljjk te begunstigen. Het begin van 't kenmerkend karakter van den tegenwoordigen tjjd ligt derhalve in de zucht naar verkrijging der Staats macht. De geheele geschiedenis door vindt men hiervan voorbeelden. Gewconljjk toch is het streven naar machtsbezit de drijfveer geweest voor hervormingen ec verande ringen op staatkundig en maatschappelijk gebied. Men kan hierop loffslgke uitzon deringen aanwjjzen, maar in den regel waren de hervormingen uitvloeisels van de zucht naar staatkundigen invloed. Zoo ook thans. De politieke richtin gen, die op het oogenblik, waar het haar invloed betreft, in de minderheid ver- keeren, dringen het hardst op verande ringen op staatkundig en sociaal terrein aan en dit niet, omdat zjj die hervor mingen beschouwen als noodzakelijke maatregelen in hot belang van het vader land, doch omdat zjj motieven noodig hebben ter rechtvaardiging van hun op positie tegen de bovendrijvende partgen. Daarom hoofdzakelijk zien wjj den hand werksstand beschermd, neen aangebeden door hen, die er naar streven om aan de tegenwoordige machtsbezitters hun invloed te ontrukken; daarom wordt in onze da gen het sociale vraagstuk zoo scherp mogeljjk geBteld en worden breed uitge meten de rechten, die door den hand werksman moeten bezeten worden, en de gebreken, welke in zjjn toestand kunnen Worden aangewezen. Wie populariteit wil verwerven, kan dit in onzen tjjd alleen bereiken door op te treden voor den werk man, die verdrukt wordt; wie zjjn naam gaarne op aller tong boort, kan alleen door te klagen over den handwerksstand s'ch zekere beroemdheid verwerven. Eo 2<>o wordt men thans bjjna tot de vjjanden van den werkman gerekend, wanneer men *il trachten om ten minste het evenwicht behouden tusschen de belangen van de verschillende standen der samenleving. Toch is dit laatste noodig, daar bjj Verbreking van dat evenwicht niet slechts de andere standen zullen ljjden, maar ook de werkman zjjn maatschappeljjke positie 'o gevaar zal zien gebracht. De Geschie denis levert geen enkel voorbeeld van bloei der gemeenschap als gevolg der bevoorrechting van een enkelen stand, zoo dat, indien het tegenwoordig streven naar bovenmatige begunstiging van den werk man ongestoord kan voortgaan, eenmaal 60ö tjjd zal aanbreken, waarop het even- Wicht is verbroken en de werkman hier van zelf de wrange vruchten zal plukken. FE PILLET ON. De zoon van den speler. 44. Vervolg.) "Wanneer dit, zoowel als mijn gedrag jegens 11 u maar eens een masker ware geweest en offer, dat mijn aangeboren liefde tot op- ec"theid zwaar genoeg viel?» "Een masker?// vroeg zij verwonderd. //En 01 welk doel?// t "Het ware thans zoo goedkoop om mjj uit lachen, dat ik van uwe edelmoedigheid ver- aeht, ge /uit u dat billjjke genoegen ontzeg- n> wanneer ik u als antwoord op uw laatste efaag een verrassende bekentenis doe. Ik was koaaa 8ewoon geraakt, Isa, om in u de toe- mstige meesteres in Tannvald te zien.» ch s en waarom zou ik u daarom uitla- zÜr>n ik niet, als ik meerderjarig zal jr,„.' mderdaad de medeeigenares van al de dichtingen?// va<j cb volgens de laatste beschikkingen uws Vecht'8 ^UIU ge als zoodanig slechts een beperkt °efenen. Neen, Isa, een ander toekomst- Ci Was het, dat zich in mijn geest vormde. "annclj1 ik n als meesteres op dien grond zag, dan'^ak u toch immers slechts als mees teres aan mijn niet als mijn compagnon in den eigenlijken zRj des woords, maar als de deelgenoote van mija leven zoowel als van mijne bezittingen kortom, Jsa, als mijn vrouw! Bijna to,t aan hef laatste woord hadhetjon- Wanneer wjj hierop wjjzeD, dau verwjjt mcu ons t?n onrechte geen oog te hebben voor het belang van den werkman en schrjjft men ous standpunt toe aan moed willige blindheid voor de teebenen van den tjjd. Doch zoowel het een als het ander verwjjt is onverdiend. In de allereerste plaats toonen wjj de werkeljjke belangen van den handwerks man te willen behartigen door, ondanks verdachtmaking en verwjjtsn, ons stand punt te handhaven en te bljjven strjjden voor het noodzakelijk evenwicht tnsschen de onderscheiden standen der samenleving. Indien wjj met den stroom medegingen en ons aansloten bjj het koor van hen, die den werkman willen vleien, ons ver schuilende achter de bewering, dat het nu eenmaal «in de lucht» zit, terwijl wjj voor ons zelf moesten bekennen eene val- sche leuze te dienen, dan zonden wjj ons zelf verachteljjk vinden en tevens met schrik de toekomst tegemoet zien, die wjj tegengaan. Maar geljjk het toegeven aan verkeerde neigingen nimmer iets goeds kau uitwer ken, moet ook bjj de quaestie der verbe teringen in het lot van den werkman niet in de eerste plaats gevraagd worden, wat op het oogenblik voor hem wel het aangenaamst kau wezen. Men moet vragen wat geschieden kan in z{jn belang, zon der dat de belangen vau anderen worden geschaad, dus zonder dat de maatschappij in baar geheel uit het verband wordt gerukt. Wil men dit nu opvatten als een bljjk van geriDge sympathie in bet lot van den arbeider, dan doet men ons een groot onrecht aan. Het zjjn toch niet ODze ware vrienden, die maar steeds aangename dingen zeggen en onze wezenljjke belan gen onaangeroerd laten. Geljjk reeds van A 1 p h e n zong, dat het een vriend ie, die ons ouze feilen toonf, willen ook wjj als vrienden van den werkman niet al- tjjd maar loven en pfjjzen, wat op het eerste oogenblik den handwerksman aan- lokkelgk toeschijnt. En in de tweede plaats beweren wjj niet blind te zjjn voor teekeaen van den tjjd. Deze teekenen voorspellen ons wei nig goeds. Zij wgzen op eene averechtsche levensopvatting bjj een groot deel van den handwerksstand. De ernst en waar digheid verdwjjnen om plaats te maken voor een wnften geest, die slechts haakt naar gemak en geoot. Met afgunst wordt gekeken naar de beter bedeelden in de samenleving en bet geluk van anderen wordt ben jjd, zonder dat het eigen geluk wordt bevofderd. Waar, vergeleken bjj vroeger, zooveel verbeterd is, vermeerderen in onze dagen de eischen en behoeften. De eenvoud en tevredenheid maken plaats voor zucht naar opschik en weelde. Men vergenoegt iich niet meer op bescheiden wjjze te leven overeenkomstig de verdiensten, maar verlangt vermeerdering van loonen bjj vergemakkelijking van de werkzaamheden. Het is derhalve eeae omwenteling in de levenswijze en in do behoeften, welke niet gering kan genoemd worden. En omdat na de toestanden in de sa menleving daaraan niet kunnen beant woorden daar dez9 zjjn gebaseerd op andere levensbeschouwingen, daarom verlangt men die toestanden te wjjzigen eu tracht ge meisje geen vermoeden gehad van de onthulling, die haar daar geworden zou, nu echter maakte zij zich noch gereed om haar voogd uit te lachen, noch om zich met ver ontwaardiging van hem af te wenden. Zij staar de hem slechts met groote oogen in de hoog ste stomme verbazing aan en trok toen zwij gend met eene snelle beweging, ja, als't ware met eene zekere ontsteltenis, de hand terug, waarvan hij zich weder had meester gemaakt. Sari Mercker, die zijne bekentenis zonder eenigen hartstocht en in elk geval zonder de geringste uitdrukking Yan wanhopige teleur stelling had afgelegd, scheen de geweldige, en voor hem niet blonder tleiende werking danrvan niet te bemerken. Met een bijna vroolijken glans op zijn koud, onverschillig gezicht ging hij op lossen conversatietoon voort.- //Eene goed en wel beschouwd hoogs- avon tuurlijke voorstelling niet waar? Maar toch in elk geval eene voorstelling, aan wier ontstaan gij niet geheel en al onschuldig waaTt, lieve Isa. Ik wil er zelfs niet eens over spreken, dat uw gedrag jegens mij even goed een tee- ken van toegenegenheid als van haat kon zijn, ik wil er u alleen aan herinneren, dat uwe eigen toekomstplannen op het nauwst met Tann- wald verbonden bleven, en dat gij mij wel honderdmaal een open krijg aankonaigdet voor dien tijd, dat gij volgens uwe meening onaf hankelijk en met dezelfde rechten hekleed te genover mjj zoudt staan, En wijl ik nu van lieverlede zoo ver gekomen was om de gedach ten aan dezen strijd ernstig op te nemen, wij ik echter ook tegelijkertijd bij my zeiven zei- dit natnurljjk te verkrjjgen ten ko9te van de andere klassen en groepen. Dat zulks moet uitloopen op eene alge heels desorganisatie der maatschappij, °P een soort van sociale revolutie, wil men niet bsgrijpeD, terwijl zjj die ons dit toe geven en het niet willen loochenen, zich achter de bewering verschuilen, dat ten slotte de werkman nog genoeg verstand zal bezitten om niet verder te gaan dan met zjjne belangen overeenkomt. Maar zjj,die zoo redem eren,vergissen zich zeer. Wanneer de hartstochten eu ver keerde neigingen langen tjjd zjjn geprik keld geweest en zich ongestoord bobbeo kunnen ontwikkelen, dan zal op het be slissende oogenblik de werkman niet genoeg weerstandsvermogen meer bezitten om zich te houden binnen de hem ge stelde grenzeD, en uitspatting/n van den ergerljjksten aard zullen te betreuren zjjn. Dit zonder overdrjjvicg geschilderde tafereel vormt het logisch gevolg van de eenzijdige richting, waarin velen de tegen woordige samenleving willen ontwikkelen, waarbjj nog komt, dat de hoogste begin selen volstrekt niet meer worden geteld Wie zich daarmede nog ophoudt, dien beschouwen de maatscbappjj-hervormers als een domper, die nog te veel gehecht is aan middeleeuwsche wanbegrippen en daarom geen woord kan medespreken in de sociale quaestie. Ja, wel moetsn da volksmisleiders er kennen, dat onze Heilige Vader in zjjn encycliek Rerum novarum vele goede din gen beeft gezegd en ook streeft naar verbetering vau het lot van den werkman maar zij willen er Diet van weten, dat die hervorming van de werkmanBtoestan- den ondergeschikt is aan de hoofdzaak: het Geloof. Indien zjj dat erkenden, zouden wjj geen bezwaar meer zien in hun streven, daar wjj dan de overtuiging bezaten, dat zij ten slotte eene harmonische ontwikkeling der maatschappeljjke toestanden zonden wenschen. Maar de godsdienst is bjj hen contrabande en daarom zullen zjj als schippers, die onbekend zjjn met het vaar water, waarin zjj zich bevinden, nimmer de veilige haven van het volksgeluk kun nen bereiken. Docb, geljjk wjj in den aanvang zeiden, dit is ook niet het doel van 't tegen woordig streven van velen naar begunsti ging van den handwerksslaad. Bezit van de macht in dea Staat, dat is het groote lokaas voor het meerendeel der volkslei ders. Mochten de oogen der werklieden hiervoor toch opengaan, alvorens zij allen zullen zjjn verstrikt in de netten der heerschzuchtigen. Wjj zonden dit een ze gen achten voor de werklieden zeiven en voor do geheele samenleving! Frankrijk. Ia de Frsnsche Republiek is het ver boden bjj stierengevechten den stier te dooden; maar wat is na te Perpignan ge beurd? Daar heeft de stier in het arena den toreador doodgestoken. De gevolgen bleven niet uit. Het pu bliek maakte aan dezen echter eene prach tige begrafenis, en toen voor den natio- nalen feestdag opnieuw een stierengevecht de, dat ge onmogelijk veel neiging kondet ge voelen om tot aan uw dood als oude jonge juffrouw de weldadige fee vau onze smerige arbeiders en fabrieksmeisjes te spelen, zoo moest ik daaruit wel de eenvoudige gevolgtrekking maken, dat wij onze grooten tw estrijd nog een maal als man en vrouw voeren zouden, Óf de ze gedachte nu werkelijk zoo dwaas was, als zij u thans wellicht toeschijnt, dit kunnen wij nu, nu zij voorgoed afgedaan is,gerust onbespro ken laten, maar ge zult het nu toch wel be grijpen, dat ik in ons verkeer in pijnlijke angst valligheid alles vermyden moest, wat ook maar slechts in de verste verte een misbruik van onze vertrouwelijke verhouding had kunnen schijnen. Men mocht niet van mij kunnen zeg gen dat ik van mijn ambt als voogd geprofi teerd had, om mij van u te verzekeren. En zoodoende kwam het, dat ik vaak hard en on vriendelijk tegen u was, terwjjl ik toch dui zendmaal liever Isa was vermoedelijk niet erg benieuwd om te vernemen wat hij duizer dmaal liever gedaan zou hebben, want zij vergunde hem niet den zin te voleindigen. //Dit alles is voor mij zoo verrassend, mijn heer Mercker,// zeide zij, „dat ik inderdaad oiet weet, wat ik u daarop zal antwoorden. Doch hoe dan ook, ik geloof dat wij maar beter deden, van dat thema af te stappen.// „Wees verzekerd, dat ik daarop in het ver volg nimmermeer terug zal komen, thans ech ter zou ik, ondanks uw verbod, er gaarne nog een paar woorden willen bijvoegen. Ge ziet immers, dat ik mjjn teleurstelling gelaten draag zou plaats hebben, eischtm alls aanwezi gen, dat de stieren in het arena zouden worden doodgestoken als zoenoffer voor den overledene. De Prefekt bad zich, al heel laf, ontbonden te verschenen. Het gemeentebestuur weigerde het gevraagde verlof ie geven. Desgeljjks de Directeur van het arena. Maar toea werd het pu bliek woedend, brak de banken af, en be gon alles kort en klein ts slaan. De Di recteur van het arer a daardoor in het nauw gebracht gaf daarop verlof om den stier dood te steken, eu dadelijk veranderde bet misbaar in overluide ovatie. De mata dor Chufero werd na het schouwspel iu triomf rondgedragen en ovsrladen met geschenken, waarna de bevoegde macht proces-verbaal van het gebeurde kou op maken, en ieder verheogd naar huis ging. Te Reims is het s' aodbsel 1 van J e a n- n e d' A r c plechtig onthuld. Kardinaal La n g n i e ux hield,wijzende op de laatste oogaublikken van de Masgl van Orleans eene schitterende redevoering tot den Pre sident der Rspubliek. Do heer Felix Fan re heeft in hoffelgke termen de rede van den Kaïdinaal beantwoord. De onthulling van het standbeeld is ook kerkeljjk gevierd. In de Kathedraal was een plechtige hoogdienstopgedragen. Gou- aod's Mis ter eere van de heldin gecom poneerd, werd gezongen, gevolgd door een Té Dtum voor den goeden afloop van den aans'ag op den President der Repu bliek bjj de Revue te Longchamp. Toen de heer F a u r e later aau een banket zat, door den Gemeenteraad hem aaugeboden, sprak hjj deze woorden! «Het is de taak onzer democratie het beeld van Jeanne d'A r c, dat beeld van een kind uit het volk, te maken tot eene nationale glorie, tot de Maagd der vaderlandsliefde.» De beeldhouwer D u b o i s, de maker van het standbeeld, heeft het Grootkruis vau het Legioen vau Eer ontvangen. Duitschland. Iu de Barlgasche bladen wordt veel gesproken over de meerdere of mindere genegenheid van den nieuwen ItaliaaDSchen minister van buitenlandsche zaken voor het Drievoudig Verbond. Hier tegenover moet het feit worden gesteld, dat Visconti Venosta nog in de laatste jaren herbaalde malen gele genheid heeft gevonden, zich vriendschap pelijk omtrent dat Verbond uit te laten. Bovendien is de verhouding van Italië tot het Drievoudig Verbond van dien aard dat er niet de minste reden bestaat voor de vrees, dat Italië voornemens zou kan nen zjjn zich te verwjjderen van de poli tiek, welke zjj tot nog toe gevolgd heeft. Zou Italië het Drievoudig Verbond losla ten, dan staat de Romeinsche quaestie voor de denr die zich dan op den voorgrond dringt.Het met geweld den Paus ontnomen Rome met de Kerkelijke Staten,zou alsdan wel eens heel spoedig teraggegeven moeten worden. Keizer Wilhelm van Duitsch land eu keizer Frans Jozef van Oos tenrijk, de nog wel Apostolische Koning vau Hongarije, bestendigen door het Ver bond met deu rooverkoning gesloten, den in 1870 met geweld van wapenen ge- pleegden diefstal. De Evangelische dominé's in Pruisen krpgen het benauwd. De opperste kerke- en niet in het minst genogen ben om door klachten of verwijten, de rust van uw hart te storen. Daar wij echter heden als 't ware een afscheid van elkander nemen, moet ge me ver oorloven om het beeld, dat gij in rie heriu- nering van mij bewaren zult, eenigsziDs met de werkelijkheid in overeenstemming te bren gen. Ge zegt, dat ik hard en ongevoelig voor mijne arbeiders geweest ben en verwoest beb wat uw vader voor hen gedaan heeft. Zoover dit verwijt waarheid beval, komt het even goed op uw hoofd als op het mijne neer. Goed en wel beschouwd heb ik er hoegenaamd niets op tegen, dat het dien mensclun zoo goed gaat, als zij het door hun gedrag verdienen, en ik gun eenieder van liarte graag het loon van den arbeid. Doch wanneer ik later als mijne echtgenoote, moet ik weder herhalen 1 u de bevoegdheid toekende om mede te j werken aan de beslissing in gewichtige zaken j wanneer ik de welvaartsinrichtingen voor onze arbeidersbevolking wellicht in hoofdzaak ge heel aan uwe zorgen moest overlaten, dan moest ik er ook bijtijds voor zorgen, dat gij behalve de reeds aanwezige geestdrift voor zulk een taak ook het juiste begrip kreegt van het we zen en van de grenzen daarvan.Gjj moest vnnuwe dwaze overdrijving genezen worden en moest lee- ren inzien.dat een heilzame verhouding tusschen werkgevers en werknemers slechts dan duur zaam bewerkstelligd kan worden, wanneer de wetten en de grenzen van onze eenmaal be staande maatschappelijke orde met beslistheid en strengheid gehandhaafd worden, Slechts op den bodem van orde kunnen tevredenheid en ljjke raad derEvangelische kerk heeft in een vertrouweljjk rondschrgven aan den super intendent de aandacht gevestigd op dein omvang steeds toenemende propaganda van de Roomsch Katholieke Kerk. Overal, zoo wordt in het scbrgven gezegd, maar vooral in de groote centra, tracht de Ka tholieke Kerk den kring harer macht uit te breiden. De opperste kerkelgke raad dringt er op aan dat de proteBtantsche geestelijkheid de oogen geopend hoade voor dit gevaar, en verzoekt toezending van adviezen omtrent de maatregelen welke er tegen de katholieke propaganda genomen zouden kunnen worden. Wat zal vau dat geheim rondschrgven groeien? Turkije. De Saltan van Turkge vindt het zeer onaangenaam,datPerzië bjj den eisch bljjft omD schemaleddinbetrokken in den moord op den Shah,uitgeleverd te krjjgen. Perz heeft te kennen gegeven,dat do ver standhouding tusschen zijn land en Turkge niet kau bljjven, zooals zjj thans is. Ook de Bulgaren maken het de Porte lastig. Het fanatisme der Mahomedauen zal ook daar spoedig tot eene uitbarsting leiden. Da Tarken maken er dan ook geen geheim van, dat zg zich wapenen. Zoo groot is reeds da haat, dat te Salonika zelfs de kiuderen der Mahomedauen door de straten loopen onder het geschreeuw van: «Weg met de Ongeloovigeo.» Spanje. In de Cortes te Madrid hebben verschil lende Afgevaardigden vragen gesteld, welke hoofdzakelijk betrekking hadden op het niet-betalen der soldjj aan de troepen op Cuba. Toen deze vragen gedaan werden, was geen enkel Minister tegenwoordig. Later kwam de Minister van Openbare Werken ter vergadermg, die mededeelde, dat de Ministers werden weerhouden door onver- mgdelgke verplichtingen. Er ontstond nu een levendig incident,dat gesloten werd beschouwd, nadat er ophel deringen waren gegeven. Perzië. In het land van den Shah is nog heel wat te arbeiden voor den R. K. Godsdienst. Er zjju wel p. m. 100 kerken of kapellen indertgd door EE. PP. Lazaristen ge bouwd, maar gebrek aan priesters heersoht er overal. In 98 scholen wordt aau 1600 kinderen onderwjjs verschaft. Het aantal priesters is zeer gering, er zjjn er slechts twaalf; met de zusters is het niet veel beter ge steld. Niet meer dan 20 zusters moeten alle werkzaamheden verrichten. De Apos tolische Delegaat heeft zjjn residentie te Khosrova, waar ook het seminarie is. Tn de provincie van Khosrova zjjn slechts 8,000 katholieken over 200 dorpen ver spreid. Perzië telt 80.000 Nestorianen, die het geloof wel zouden omhelzen, als men over meer hulpmiddelen kon beschikken. De prote8tantsche missie van Onrmiah (een Amerikaansche) welke jaarljjks een budget heeft van 200,000 fr. heeft tot nu nog niemand knnnen bekeeren. goede verstandhouding gedijen. Wjjl ik u dit steeds met tastbare voorbeelden voor oogen wilde brengen, moest ik, hoe ongaarne ook, trachten om u het verkeerde en noodlottige in menige goed gemeende schepping uws vaders duidelijk; te maken. Maar tevens ook moest ik iedere, van de andere zijde uitgaande poging om aan de grondpijlers der bestaande orde te schudden, met een scherpte en onverbiddelijk heid terugwijzen, die mij zeiven wellicht som wijlen eenige zeltbeheersching kostten. Ik dacht u op zulk eene wijze van lieverlede aan mijne zienswijzen te onderwerpen, alleen om u dan later grootere vrijheid te kunnen laten, om binnen de grenzen daarvan geheel uw week hart en menschenliefde te kunnen volgen.» //Ge moest leeren, hoe men eene arbeiders bevolking opvoedt, wijl ge in mijne gedachten ertoe bestemd waart, om voor deze bevolking eenmaal een beschermgeest te worden. "Wilt ge ook na deze verklaring nog de bittere vijand schap handhaven, die go mij toedraagt wegens mijne vermeende hardvochtigheid?// Wanneer Isa hem aanvankelijk slechts met een zekeren tegenzin had aangehoord, zoo was door de wijze van zjjne uiteenzetting hare op merkzaamheid toch weldra geboeid geworden, cn voor de eerste maal dwong de energie van dezen man haar ongeveinsde bewondering at. Toen hij geëindigd had, reikte zij hem uit ei gen beweging de hand, die zij hem zooeven bijna ontsteld onttrokken had, „Neen,// antwoordde zjj, //want alhoewel ik dit alles nog niet zoo terstond begrijp, zoo geloot ik nu toch, dat ik u in mjjn gedachten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1896 | | pagina 1