N f 1 S 1 [J w j E Ni 246! Woensdag 22 Joli 1696 21ste .tawgang Hedendaagsche kunst. BUITENLAND. Per 8 maanden voor Haarlem. 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het buitenland 1,80 Afzonderlijke nummers 0,08 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZAT. B U B E A TT: St. Janstraat Haarlem. RDAG. Van 16 regeb 50 Cents Elke regel meer 7% Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie Contant. Ad verten tien werden uiterlijk Maandag-, Woensdag en V r ij d a g-a vond voor 6 nar ingewacht. B. e d a c t e u r-Uit g e v e r, W. KÜPPI5BS. i De ware kunstenaar, hooger staande dan een verdrijver des tjjds, hooger dan een betaalde ambachtsman, draagt in zgne ziel een levende bron van zijne grootheid. De ware kunstenaar draagt eenheid in zgne ziel en in zjjoe daden. Hg zoekt zjjne sterkte in bet oppergezag van den grooteu Meester. Hg begrgpt dat de scheiding der knust met de eeuwige wet van God niet bestaanbaar is, die in zich moet dragen de dood der kunst zelve: de bswierrooking van het afzichtelijke; kjj weet dat bet Schooneen het Goede kristalhelder water is nil éene Bron, eenzelfde orde bevattend, nu eens schoonheid dan weder goedheid genoemd. Wanneer wjj in den grond der zaken dringen, zal de val der knnst ons niet verwonderen, want zjj, die God hebben ge bannen uit de Wetenschap, nit het Recbt, nit de Zedenleer, uit het Leven, zij immers bannen Hem ook nit de kunst. Zoolang de mensch een God erkende, zoolang bleven knnst, wetenschap en zeden in broederlijke liefde vereenigd. Onze waanwijze eenw echter wil er niet meer van hooren, dat de ware vrijheid alleen bestaat in de gehoorzaamheid aan de wet Gods. De wierook bsstemd om te branden voor den Allerhoogste, wordt ont- eerd en Btjjgt op aan de voeten van aard- sche goden. De hebzucht komt tot ons onder den mantel van liefde, de verkrach ting schuilt weg achter eene borstwering van recht. De kunst is eene uitstorting der ziel, zg is de wereld met al haar rjjkdom ten dienste gebracht aan den geest. Ea mag de kunstenaar zjjue ziel, al de krachten van zjjo wezen, uitstorten aan de voeten van wie hjj wil? Mag hjj disharmonie bren gen in de knnst door onder lokkende ge daante een gevallen engel voor te stellen als de spiegel van onze grootheid? Mag de kunstenaar die onuitpntbare schatten van het geschapene misbruiken en de schepping keeren tegen den Schepper? Het heelal draagt in zich de onvernie tigbare beeltenis van eene opperste Macht, eene opperste Wgsheid, eene opperste Goed heid: indien het geldstuk aan den Cesar behoort, omdat er zjjne beeltenis opstaat, geef dan ook aan God wat met meerrecht aan Hem toekomt. De een of ander zal ons misschien doen opmerken, dat wjj te onde inzichten en denkbeelden hebben en zeggen: FEUILLETON. De zoon van den speler. Vervolg Keeds den volgenden dag zon KurtVon Hed- mondt zijn oefeningsreis aanvaarden en eenige zijner kameraden waren nu gekomen om bij liet lustig aanstooten der glazen afscheid van hem te nemen. Men benijdde hem om de onderschei ding, die hem te beurt was gevallen en wan neer de overmoedige vroolijkheid van den jon gen officier werkelijk nit het hart kwam, dan moest men wel gelooven, dat ook hij zelf er een buitengewone vreugde over ondervond. Des te zonderlinger scheen het hardnekkige stilzwijgen, dat kapitein Von Nordenbolz bleef bewaren. Zijn verloving met Isa Haedenroth was in dezen kring natuurlijk een publiek geheim, en al waren voor de officieele bekendmaking daarvan ook alle gelnkwenscben uitgesloten, zoo ontbrak het toch in de vroolijke tafelstemming niet aan meer of min bedekte schachtige toe spelingen, die voor geen der aanwezigen on begrijpelijk bleven. Dat de gelukkige, jonge brui degom, wien zelfs menigeen het op hem geval len lot benijdde, ook tegenover dfze goedge meende plagerijen in eene sombere stemming bleef, dit werd hem eindelijk door de goede mevrouw Haedenroth zelve een weinig kwalijk genomen. Isa zat stil en bleek naast hem, en steeds menigvuldiger verried een licht trillen der mond_ «Ik hoor hef: ga weet waarschijnlijk niet dat men in onze dagen, bjj gebrek aan voorwerp en nat, de rechten der godheid heeft afgeschaft. Gomte en andere ge leerden hebben met onwederlegbare be- wjjzen aangetoond hoe alle beschaving, alle vooruitgang wortel en uitbreiding vinden alleen in de losse natnnr van den menscb; ik vraag het u, voelt gjj zelf niet in n, buiten en boven alle stellige voorschriften, dien onweerstaanbaren drang naar hooger, maar beter? «Op den graad van ontwikkeling waar toe wg gekomen zjjn, beeft de maatschap pelijke plicht geene bovenaardsche betrach ting meer noodig. //Dor l doubt not, thro' te ages one increasing purpose runs, and the thoughts of men are widen'd with the process of the suns. «Daarin ligt onze grootheid: Onze gods dienst, c'est le cnlte de l'humanité: Weten schap voor wetenschap, zedenleer voor ze denleer, knnst voor kunst: alles vóór en dóór den mensch. «Wg openen nieuwe ruimten voor Haar, die niet kan leven dan in de hoogere lacht, die hare adelaarswieken niet kan uitslaan dan boven de bergen, die onder den dwang zelf van haar gewicht naar de zon stjjgt: In de nienwe tijdrekening die wg opzetten, zal de Kunst alles omvatten, geheel den mensch, geheel da wereld, geheel de na tuur; zjj zal naar eene vastere bestemming, eene krachtigere vlucht nemen: zg zal het menschdom met haren krjjgszang mederuk ken op de breede baan der vrijheid aan wier uiteinde het vaderland ligt van denalom- vattenden wereldvrede, //where the war-drum throbbs no longer and the battle-flags are furl'd in the Parliamant of man, the Federation of the world// Zien wg na niet duidelgk hoe de mo derne Kanstenaars met blindheid geslagen, afwjjken van het Middelpunt van Licht en Glorie, van den eeuwigen God. De hedendaagsche waanwjjzen, de mo derne kunstenaars streven er naar om Knnst en Wetenschap te doen ophouden Godsdienst te zgn, zjj stellen zich in dienst der drif ten. Ds geest van toewjjding en offer aan hun Schepper gaat te loor; de geest van genot en zelfvergoding treedt ia de plaats. De leer van het vrjje denken en het rationalisme dringt sluipend voort in de scholen, waar de jeugd wordt opgevoed en v&n waar zg de verderfelgke kiemen in hoofd en hart nederlegt. hoeken, dat zij zich in het diepst barer ziel ge krenkt en verontrust gevoelde. Na afloop van het souper, van hetwelk Hell- muth met een diepen zucht van verlichting was opgestaan, was er ten minste voor den duur van eenige minuten gelegenheid om op het een of ander stil plekje onbespied eenige vluchtige woorden te fluisteren. De kapitein had Isa naar een der aangrenzende vertrekken gevoerd, en terwijl hij hier plotseling hare beide handen greep, zeide hij in eene kwalijk onderdrukte hef tige opwinding: „Vergeef mij, geliefd meisje, wanneer mijn gedrag norsch en onvriendelijk scheenwanneer het wellicht zelfs het voorkomen had, als wist ik het hooge en heerlijke geluk niet te waar- deeren, dat mij met het geschenk uwer liefde is ten deel gevallen. Doch zeer zeker ware ik niet gekomen, wanneer ik had kunnen verwach ten, hier een groot gezelschap te a«llen vinden. Dat ik hiervoor juist heden het allerminst deu gen zou, dat wist ik toch maar al te goed. Mijn wensch was alleen om u te spreken, Isa. Doch waar zullen wij thans de mogelijkheid vinden om voor een poos alleen en ongestoord te blij ven?// Hij sprak als iemand, wien een vreeselijke last drukt, en in Isa's oogen schitterden tranen, toen zij zich dichter tegen hem aanvlijende vroeg: „Heb je langen tijd noodig, Hellmuth, om me te zeggen, wat je kwelt. Wanneer je ook maar in de verste verte kondet vermoeden, hoe na meloos ik gedurende het laatste uur onder de zekerheid geleden heb, dat het een of ander zwaar verdriet je op de ziel ligt, dan zou je niet Zonder God geen Kunst: het Non Ser vians, «ik zal u niet dienen», tegen den Almachtige uitgesproken, brengt de ver loochening van den Christeljjken geest; de revolutie in godgeleerdheid, philosophic, po litiek en kunst. Het is niet voldoende voor den kunste naar wgsgeer te zgn, in de beteekenis die men in onze dagen hecht aan dat woord? Immers, indien dit genoeg ware, volg dan maar nwe grillen, zonder peinzen: ge moogt verzekerd zjjn, dat gjj in de groote familie der denkers, wel bier of daar een hulp- vaardigen verdediger zult vinden. Maar de onweerstaanbare zucht naar hooger, naar beter: ja, die leeft in ieders ziel, en het is juist daarom dat B o s s n e t zegt «que Ie coeur de l'homme est esseu- tiellement chrétieD.»Die edele gevoelens, die soms het hart ontroeren: o ja, diaerken ik, «mais c'est a peine la tige sanvage snr laquelle le Chriatianisme viendra greffer la vertu» schrgft pater Van Trichtin eene zjjner conferentiën. Evenals de wgnraok, niet zorgvuldig ge snoeid en opgebonden, met al hare vrjj- heid zal liggen rotten, zoo zal de Kunst zonder God, zonder de vastheid van een redelijken dwang, nutteloos hare krachten verkwisten, en omkomen. (Slot volgt.) Oostenrijk-Hongarije. De anti-semieten te Weenen gaan flink voort met hun zuiverings-maatregelen in toepassing te brengen. Langzaam maar beslist worden ter bevordering van degeljjke volksontwikkeling alle hinderpalen nit den weg geruimd. De Weener vrgwillige reddingmaatschap- pjj is aan de beurt. De reddingmaatschappg heeft den gemeenteraad gevraagd om de continuatie van de jaarljjbsche subsidie van 10.000 florjjn, en om eene som van 5000 florjjn voor eens, als bgdrage in de kosten voor het bouwen van een nieuw centraal ge bouw, daar het onde onteigend is ter wille van de tram. Deze subsidie heeft de Raad der stad Weenen toegestaan, maar hg beeft tevens maatregelen genomen om aan die Redding maatschappg een meer Christelijk bewust- zjjn terng te geven. Nu noemen dat de liberalen tweedracht en krakeel veroorzaken en zg beschuldigen Dr. L u e g e r en de zjjnen van ergerlgke voorwaarden te hebben gesteld waar geniepigheid in zit. Openlgk durven zjj Dr. Lueger niet meer aan- eerst op eene bijzondere gelegenheid willen wach ten om mij alles te zeggen. Wat geef ik erom of wij met ons gefluister aan de anderen reden tot aanstoot geven? Ik smeek je, vertel me ter stond wat je bedrukt.// //Hier, te midden van deze drukte en in de bestendige vrees, van door den een of anderen onverschilligen persoon onderbroken te worden? Neen, Isa, dat is onmogelijk. En daarenboven zou ik ook liever niet willen dat hier zoo in derhaast de beslissing over mijn toekomst viel. //De beslissing over je toekomst, Hellmuth?// herhaalde zij verwonderd. //Hoe moet ik dat verstaan en wie is het, die haar geven moet? Het klinkt bijna half en half, alsof zij bij mij lag?// //Bij jou alleen, Isa, Ik mag mijn geluk niet met een bedrog willen koopen, en aan een be drog beb ik mij schuldig gemaakt, toen ik ver zweeg, wat ik als man van eer nooit had moe ten verzwijgen. Zooals de zaken voor eenige da gen stonden, was ik wellicht nog te veront schuldigen, maar wat inmiddels geschied is, dwingt mij gebiedend onverbiddelijk en zoo mogelijk onverwijld te spreken. Maar hier is het onmogelijk, waar de tegenwoordigheid van an deren mij het woord in de keel verstikt.// Met vorschenden ernst doch zonder wantrou wen hing Isa's blik aan zijn mannelijk schoon gelaat, cn terwijl zij haar arm zacht om zijn hals legde, ten einde zijn hoofd een weinig naar zich toe te buigen, zeide zij vol innige teeder- heid: „Heeft je verschrikkelijk geheim dan wer kelijk iets met onze liefde te maken, Hellmuth? Gaf je me soms een hart, dat je niet meer toe behoorde.// vallen, arglistig gaan nn zijn tegenstanders te werk, door den Stadtrat te beschul digen van een derde gedeelte der anti semitisch gezinde burgers in de Maatschap- schappjj te willen stoppen, dat aanleiding geeft tot heftige ruzis en onaangenaamheid en later vindt de Raad, zeggen ze, wel een vorm om de maatschappij heelemaal «Chris telijk» ts maken. De Stadtrat draagt geen enkeleujood voor, en zoo worden de joodsche doktersjen andere personen allengs nit de Maatschappij geweerd. Naar onze meening wordt het hoog tg d, dat de Katholieken hun rechten herkrggen die door een hrntaal en overweldigend jodendom hun zgn ontnomen. Spanje. De Spaansche troepen op Cuba hebban weder het onderspit moeten delven tegen over de opstandelingen. De New York Herald ontving daarover het volgend telegram nit Key West, waarin wordt medegedeeld, dat de Spaansche kolonne onder generaal S a u- ret Inclar den 15 Juli eene ernstige nederlaag heeft geleden in de provincie Pinu del Rio. De Spanjaards moeten veertig officieren en 300 manschappen hebben ver loren aan dooden en gewonden. Volgens geruchten moet generaal Inclar gevangen zgn genomen. Frankrijk. Markies D e M o r s, in Afrika vermoord, is met groote praal te Parjjs op het Kerkhof van Montmartre begraven. De liberale pers noemt den overledene een agitator, een duellist, een man met grooten persoonlijken moed, die bet benauwd had in het keurslijf onzer samenleving. Zjj vreest, dat voor D e M o r s een standbeeld zal worden opgericht, want de Libre Parole heeft met het cgfer harer inschrijvingen de tienduizend franken nn reeds ver overschre den. De Morés is een medestrjjder ge weest van de Libre Parole. Dat dit blad dus drukte maakt,de groote trom roert na die eerst met rouwfloers te hebben overspannen men kan het begrjjpen. Maar zie in den Matin het artikel van Dosmer, den mi nister van financiën <n het gewezen Kabinet- Bourgeois. Hg zegt: «Parjjs zal aan den held, na zoovele anderen op Afrikaanschen bodem gevallen, de schold van het vader land betalen.» Door dit artikel is den vganden van D e Morés de schrik om het hart geslagen. En zg spotten met de vraag te stellen Waarom het lijk van De Morés niet dadeljjk in het Pantheon bjjgezet? //Isa!// riep hij bijna heftig, doch nog eer hij kon voortgaan, sloot isa's hand hem de lippen.// //Genoeg!// fluisterde zij. //Ik wil niets meer hooren, niets, niets, wat het dan ook zijn moge, dat ge me openbaren wilt. Je hebt me nog lief niet waar? En je wilt me toch, hoop ik, niet van je stooten? Wat kan er daarbij nog betee kenis genoeg hebben, om ons midden in ons geluk met kommer en zorg te vervullen?,/ //Je bent nu eenmaal vol blind vertrouwen, Isa, doch het ware erbarmelijk, wanneer ik het vertrouwen wilde misbruiken. Ik heb je vergif fenis te vragen voor iets, wat ik onder den druk van vreeselijke omstandigheden gedaan heb //Zij is u verleend, ook zonder dat ik het weet. Want slechts twee zaken zijn er, die ik niet zou kunnen vergeven: trouwbreuk, en de ont dekking dat het leugen was, toen je me over je liefde spraakt. Voor al het andere verleen ik gaarne een generaal pardon, want ik zou toch immers mij zeiven van eene kostelijke bezitting berooven wanneer ik gelooven kon, dat de eene of andere handeling van mijn held werkelijk in ernst mijn vergiffenis behoefde. En daarmede genoeg over dit onderwerp niet waar?" Hjj voelde nog een teederen, innigen druk der kleine hand, daarop trok zij hem met zich mede en er viel niet meer aan te denken, dat het afgebroken gesprek nog dezen avond eene voorzetting zou kunnen vinden. Wordt vervolgd.) HAAMMSCHICOllRiflT. ABONNEMENTSPBIJB AGITE MA. WOW AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTEWTIEW, 45

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1896 | | pagina 1