N I E U W E
Nt. 2466
VrUdsg 31 Jnll 1896
21ste Jaargang
In den modernen Staat.
BUITENLAND,
Per 3 maanden voor Haarlem. t 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het buitenland 1,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
B IT B E A U: St. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels .50 Cent*
Elke regel meer7V*
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie Contant.
Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensdag-
en V rjda g-a vond voor 6 uur ingewacht.
Redacteur-Uitgever, W. KüPPKRS.
Alles verandert op deze wereldalleen
de waarheden in Cbristus'Kerk zjjn sinds
negentien eeuwen onveranderd gebleven.
Alle andere menscheljjke instellingen en
wetenschappen zjjn aan verandering on
derhevig en veranderen voortdarend. Zoo
is het ook met den Staat, met de maat
schappij. Vele eeuwen lang waren de Sta
ten der christelijke volken christelijk,
d. w. z. de godsdienst van Christus, op wiens
geboden en leeringen die Staten waren
gegrondvest, was het hoogste en eerste in
den staat.
Doch in den modernen, d. i. nieuwer-
wetschen Staat is dit veranderd. De mo
derne Staat noemt zich neutraal, of liever
godsdienstloos. Dit beteekent zooveel als:
«Ik bekommer mij volstrekt niet meer om
den godsdienstgij, burgers, kunt geloo-
ven, wat gij wilt, als gij mg maar nwe
belastingen betaalt en mijne geboden en
wetten maar getronw opvolgt.»
De moderne Staat, die reeds door zjjne
godsdienstloosheid, of hjj wilde of niet,
den christeljjken godsdienst verlaagd en in
minachting gebracht heeft, heeft ook nog
méér gedaan. De moderne Staat heeft ge
dold ea duldt heden nog, dat professoren,
die door den Staat aangesteld en door het
volk betaald worden, den christelgken
godsdienst en de christelijke Kerk openljjk
door het woord en door geschriften bestrij
den, bespotten eo verguizen, en verachtelijk
maken.
Nog meer De moderne Staat benoemt
bij voorkeur voor hooge ambten en waar
digheden mannen, die, door de leeringen
van bovengenoemde professoren bedorven,
hetChristendom verachten, mannen,die groot
Saan op hnn ongeloof,in één woord mannen,
ie jaar in jaar uit op godsdienstig gebied een
slecht voorbeeld geven. Ja, het komt niet
zeldzaam voor, dat bekwame mannen, die
nog vasthouden aan geloof en aan de
Kerk, geïgnoreerd worden bg benoemingen
terwgl anderen die den spot drijven met
den godsdienst, bevorderd worden tot hooge
waardigheden.
Wat is hiervan het gevolg Wgl de
Staat godsdienstloos geworden is en het
een ieder vrjjstaat over het Christendom te
spreken en te schrijven, zooals het hem
goeddunkt, zoo is het ongeloof, de onver
schilligheid in het godsdienstige allereerst
van den Staat en van de professoren, zoo
als wjj boven bebben gezegd, overgeslagen
FE V1LLET ON.
De zoon van den speler.
(Vervolg.)
Isa was doodsbleek geworden, met opgeheven
mm beduidde zij haar voogd dat hij blijven zou.
„Ge moogt niet heengaan, voor en aleer gij
mjj eene verkluring van uwe woorden hebt gege
ven. Hebben zij soms betrekking op kapitein
Von Nordenholz?»
//Vraag mij niets, Isa. Ik herhaal u, dat ik
met uw engagement evenmin te maken wil heb
ben als met uw verloofde. Het doet mij leed,
dat ik voor een oogenblik zwak genoeg was, om
de heerschappij over mij zeiven te verliezen.//
//Daar bet nu echter eenmaal geschied is, zoo
rust ook de verplichting op u, om uwe woor
den te verantwoorden Bovenal zijtgijmij daarvan
de verklaring schuldig, wat ge aan dit onschul
dig cadeau,waarin ik cene opmerkzaamheid van
mijn verloofde vermoed,in zulk eene hooge ma
te uw verontwaardiging kon opwekken'//
„Aan dit cadeauniets. Alleen de juweliers
firma, die ik daar lezen moest, bracht mij een
oogenblik mijn bloed aan het koKen.,,
Isa nam het étui op en schudde in steeds
toenemende verwondering het hoofd.
//Ehrenfried Klingenberg//, las zij. </Wat ergert
U dan zoo aan dezen naam? En wat heeft de
drager daarvan met mijnheer Von Nordenkolz
te maken?
//Waarom blijft ge er in 's hemels naam zoo
hardnekkig op aandringen, dat ik u dat zeg?
Ik verwensch mijne onvoorzichtigheid, want het
op de ambtenaren van den Staat. Lang
zamerhand hebben de aaozienlgke burgers
het ongeloof van deze ambtenaren nage
volgd. Want, zoo dachten die aaozienlgke
burgers, deze heeren ambtenaars hebben
gestudeerd, zg weten het das beter dan
wgen wg willen ook tot de «ontwik
kelden» behooren.
Van de aanzienlgke burgers kwam ver
volgens het ongeloof, de onverschilligheid
tegen het Christendom, bij de mindere
lieden. Als de ambtenaren en aanzienlgke
bnrgers buiten den godsdienst kunnen, zoo
redeneerden de mindere lieden, dan kennen
wg ook wel zonder godsdienst leven. Wg
gaan des Zondags ook liever wandelen en
naar de herberg, dan naar de kerk.
Aldus is de geest des ongeloofs steeds
verder doorgedrongen: de arbeidende klas
sen zjjn eveneens door dien verderleljjken
geest bemeesterd en aangetast. Eu wat ge
schiedde er nu verder? Er traden in de
arbeiders wereld mauneu op, die durfden pre
diken: «Het geloof is niets waard. De hoop op
een ander en beter leven aau gene zjjde
des grafs is eene belachelijkheid. Iedereen
moet hier op aarde zgn best doen om een
goed leven te hebben; met bet eenwige
leven is het toch niets gedaan. Gjj,arbei
ders, hebt een hard levenslot, veel te wer
ken en weinig te verdienen. Weina, slait
u bg ons aan; wg voeren den sociaal-de-
mocratischen Staat in, en dan zult gg een
heerenleven hebben!»
Niemand ter wereld kan het den arbei
ders, die geen geloof meer bezitten, eavel
duiden dat zg zich bg zalke mannen aan
sluiten; want als er geen levea bestaat na
dit aardsche leven, dan moet de mensch
trachten zooveel mogeljjk te genieten van
dit leven; het komt er niet opaan, op welke
wjjze hg tot dit genot geraakt!
Toen deze leeringen pas verspreid wer
den, zagen de Staat en de groote heeren
en de aanzienlgke bnrgers aanvankelijk
lachend neer op de lieden, die terecht nit
het ongeloof van hunne oversten en meer
derende conclusie getrokkeu hadden: «Wan
neer gij niets gelooft en een goed leven
leidt, dan willen wg ook hetzelfde. Ook
wg gelooven niets meer, en dit ongeloof
vergunt ons om met U het bezit van geld
en welstand te deelen. Wilt gg ons geen
deel daaraan geven, dan gaan wjj tot ge
weld over.»
Aanvankelijk werd er gelachen om deze
redeneering. Maar bet werd van jaar tot
jaar ernstiger. De sociaal-democratie werd
is nooit mijne bedoeling geweest, om de illusies
uwer jonge liefde teverwoesten. Ik zou er slechts
met zware zelfbeheersching toe kunnen besluiten
om te spreken, doch ik zou niet in staat zijn
om mij met de een of andere vrome leugen uit
de zaak te reddeu, wanneer het in ernst uw
plan was om mij tot spreken te dwingen.//
Isa had de handen gebald en een kleine rim
pel vertoonde zich tusschen hare toornig blik
kende oogen.
„Genoeg van deze overtollige verontschuldi
gingen!/, riep zij kwaad uit. //Uwe medcdeelin-
gen zullen even weinig in staat zjjn de illusies
mijner liefde te verwoesten, als dit aan iemand
anders ter wereld zou kunnen gelukken. Ware
het slechts de persoon van mijn verloofde, waar
van hier sprake was, dan zou ik gerust van alle
verklaringen kunnen afzien, doch deze schijnen
mij thans als 'tware tot uw eigen rechtvaardi
ging noodzakelijk te zijn geworden.//
//Ge gelooft dus, dat het mijn bedoeling is
geweest, om mijnheer Von Nordenholz te belas
teren? Dat is zeer zeker een vermak eljjk vermoe
den tegenover een man. die de verwerpelijkste
laagheden zwijgend heeft aangezien, alleen wijl
hij den moed niet had, een wezen dat hem dier
baar was, al te vroeg uit haar geluksroes wak
ker te schudden. Gij kunt wellicht niet begrij
pen, hoe doodelijk mij uw verwijt heeft gekrenkt
doch gij moest begrijpen kunnen, dat er thans
geen redenen meer voor mij zijn, die er mij toe
zouden kunnen doen besluiten om een erbarme
lijk mensch nog langer te sparen. Met deze prach
tige brillanten broche wordt ge slechts daarom
verheugd, Isa, wijl het uw verloofde waarschijn
lijk niet is gelukt om ze, evenals de andere
juweelen, die men hem op zijn aanstaand huwe-
eene machtige partjj en de Staat, de mo
derne, godsdtenstlooze Staat, die deze ge
duchte partg in eigen boezem had opge
kweekt, begon ten langen laatste bevreesd
te worden voor de sociaal-democratie.Maar
in plaats van terug te koeren tot den gods
dienst, het eenige geneesmiddel voor de
krankheden van de tegenwoordige maat
schappij, blgft de Staat voortgaau op den
eenmaal ingeslagen weg der neutraliteit of
liever op den weg der godsdienstloosheid,
van het ongeloof; en de vrachten, die op
den akker des ongeloofs groeien en rjjpen,
zgn bittere, wrange vruchten.
We behoeven hier niet verder op in te
gaan. De ondervinding van de laatste ja
ren is daar om de waarheid hiervan te
bevestigen. Alleen zg, die ziende blind zgn,
alleen zg, die de tastbare feiten niet wil
len zien, kunnen deze waarheid in twgfel
trekken of ontkennen.
Het ware echter te wenschen, dat men,
door deze trenrige ondervinding wjjs ge
worden, de alléén afdoende, de alléén doel
treffende middelen te baat nam en toe
paste, om den hedendaagschen toestand der
maatschappij te verbeteren. Maar zoolaog
de Staat niet genezen is van zgn neatra-
liteit, van zgn godsdienstloosheid, zal deze
wensch wel tot de pia vota, tot de «vrome
wenschen» big ven behooren.
Duitschland.
De spoortrein van Frankfort a. M. naar
W'esbaden is in de buurt van Kassei ont
spoord. Er «chjjnt een rail gesprongen tb
zgn. De machinist hoorde een zwaren slag,
remde zoo hard hjj kon, maar door den
schok brak do koppeling tusschen den da-
deljjk op de locomotief volgenden goede
renwagen en het eerste personenrgtnig.
Het grootste gedeelte van den trein bleef
staaD, de locomotief vloog met den goede
renwagen nog een eind vooruit en viel
omver. De machinist verloor het leven, de
stoker werd ernstig en de hoofd-condncteur
licht gekwetst.
Bjj het fort Zastrowin de buurt vau
Metz zijn twee heeren door een officier in
hechtenis genomen die bezig waren met
photographische opnemingen.
Engeland.
Op het Internationale Congres van den ar
beid geljjk het socialistische Congres onder
lijk met een rijk meisje zonder betaling toever
trouwde, voordeelig aan den man te brengen.//
Isa wenkte hem te zwijgen. Hij las op haar
gelaat dat zij de beschuldiging niet begreep,
die daar tegen haar verloofde werd uitgebracht.
//JuweelenHellmuth zou juweelen hebben
verkocht? Dat begrijp ik niet, hoe zou hij daar
toe komen'„
„Wijl mijnheer Ehrenfried Klingenberg nu
eenmaal de leelijke gewoonte heeft om de wis
sels van zijne voorname klanten met waren io
plaats van met baar geld te honoreeren. Heeft
de kapitein Von Nordenholz u dan inderdaad
nooit over dezen zijn voortreffelijken handels
vriend gesproken?//
//Nooit. En ik zou ook niet weten, in hoever
dat alles mij zou hebben kunnen interesseeren
//'tls waar, het kon u onverschillig zijn, na
dat ge eenmaal het doel uwer wenschen bereikt
en het voorwerp uwer vurigste droomen voor
immer aan u geketend hadt. We zijn zoodoende
weer op het thema verzeild geraakt van de
ondoorgrondelijke toegevendheid en de verge
vingsgezindheid van het minnende vrouwelijke
hart. Het komt alleen aan op het bezit van den
geliefde, niet hierop, hoe dat bezit verkregen en
behouden wordt. Was het de liefde, die hem
in keteneu geslagen had, nu, des te beter. Doch
al ware liet ook de verlokkelijke aantrekkings
kracht van een rijken bruidschat geweest, die
den vluchtigen vlinder vastgehouden had, hoe
dan ook, het is voldoende, dat men hem voor
zich gevangen heeft./,
Isa's zoo even nog marmerbleek gelaat was
purperrood geworden. //Wie van mijnheer Von-
Nordenholz kan zeggen, dat hjj om zulke be
weegredenen een aanzoek om mjjn hand heeft
vakveraenigingen te Londen genoemd wordt,
hebben volgens de Daily Chronicle de
Nederlandsche anarchisten zich nog al
geweerd. Geweigerd om deel te nemen aan
het Congres hadden zjj ziob op de galerjj
onder het publiek verzameld. De anarchis
ten waren gekomen om kabaal te maken
en kabaal zouden zij hebben. Het beele
tumult werd veroorzaakt door de Hollan
ders, geholpen door lieden op*de galerjj.
Het was of Babel losgebroken was, bet
scheen onmogeljjk de orde te herstellen.
Een van de Hollandsche afgevaardigden
Christiaan Cornelissen, trachtte de
vergadering van de tribune toe te spreken.
Hg werd er afgezet en sprak toen van
den vloer der zaal voort. Maar ofschoon
hg in drie talen sprak, de bedoeling van
zjjne opmerkingen ging voor de meerder
heid der aanwezigen verloren. Intnsschen
waren sommigen op de galerjj bezig te
schreeuwen eu gebaren te maken tegen
hunne vrienden beneden in da zaal.
^Zwitserland.
Te Zurich zgn reeds versobeidene dagen
vjjandige betoogingen gehouden tegen Ita-
liaansche arbeiders. Etteljjke werkplaatsen
van Italianen zgn geheel vernield. Het volk
moest door de infanterie en politie met de
bajonet worden teruggedreven. Zes politie
agenten zgn gewond.
Maandag-avond zgn meer dan 70 men-
schen in hechtenis genomen, waaronder
zeer velen waren gewond. Eene dichte
menigte schoolt voor het Italiaausche con
sulaat samen. Vele Italianen maken zich
op om de stad te veriaten.
Het Züricher garnizoen is gisteren met
vier bataljons infanterie versterkt. De Ita
liaausche Consul heeft maatregelen geno
men om landgenooten Daar Italië terng te
zenden en heeft de antoriteiten verzocht,
het leven en den eigendom van Italianen
te beschermen.
Frankrijk.
In de Fransche Republiek heeft de vrjj-
metselaars-regeering de hand geslagen aan
de goederen der armen. Maandag hebben
de herkvervolgers te Le Puy den oogst van
het R. K. Weeshuis de la Roche-Arnaad
verkocht en te Ceyssac die van de Ver-
eeniging van den H. Franf ois-Regis. De ver-
kooping had plaats om het z.g. «Iroit d'
accroisement te betalen.
De verkooping bracht nog geen tiende
van de waarde op. Het volk deed kreten
gedaan, die is een erbarmeljjïe verraderlijke leu
genaar!
Tranen van machtelooze woedde dreigden ha
re stem te verstikken, haar gansche ziel was
vervuld met den innigen wensch, dat thans Hell
muth in den zegevierenden glans van zijne rid
derlijke verschjjning binnentreden en met een
enkelen blik den schandelijken lasteraar verplet
teren mocht.
Karl Mercker echter haalde slechts even de
schouders op en als had hij het beleedigende
in haar onderbreking niet vernomen, ging hij
zoo vaderlijk en zoo welwillend, als de koude
klank zijner stem het hem slechts veroorloofde
toe te schijnen, voort: //Ge moet u niet zoo op
winden, Isa, en het allerminst de dwaze onbil
lijkheid begaan, om mjj te laten ontgelden, wat
u in mjjne gezegden wellicht pijnlijk en verne
derend aandoet. Het is immers ook best moge
lijk, dat ik in mjjne zienswijze den kapitein te
streng beoordeel. Velen zullen zjjne handelwijze
zeer goed te verontschuldigen en natuurlijk vin
den, want als loszinnig edelman was hjj, nadat
hij het geërfde vermogen had doorgebracht, vol
gens de begrippen van zijn stand er eenmaal
toe bestemd om een rijk meisje te trouwen, en
zjjn eigen hart eerst dan te raadplegen, wanneer
omtrent een voldoend bedrag van den bruid
schat geen twjjfel kon bestaan. Hjj deed, wat
hij doen moest, en het is nog volstrekt niet uit
gesloten, dat hij een toonbeeld van een getrouwd
man zal worden, nadat hij uit uw vermogen de
schulden van zjjn vrooljjke vrijgezellenjaren heeft
betaald.,,
(Wordt vervolgd.)
HiiRLEMSOHE C0DR4IT.
ABONNEMEKTSPHIJS
AGITE MA NON AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIEH.
49