N 1 B U W E
lagêlaóvoor cftooró- en
"buitenland.
Misplaatst eergevoel.
Een monster voor 't gerecht,
No. 2518
Vrijdag 30 October 1896
21ste Jaargang
De wraak van den jood.
Frankrijk.
Duitschland.
H AI RlllHSGHE G
A.BONWBMEJÏTSPKJ J s
Pei 3 maanden voor Haarlem. 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland ft p. p. 1,40
Voor het buitenland 2,80
Afaonderlgke nnmmer» 0,08
Dit blad verschgnt
dagelijks, behalve Zoc- en Feestdagen.
B UfiEAïï: St. Janstraat Haarlem.
SEsMfiïAE
AGITE MA HON AGITATE.
PBIJS DEB ADVBBTENTIEN
Vac 16 regels .50 CeDt»
Elke regel meer71/*
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertent.e Contant.
Redacteur-Uitgever, W. K P P E R 8.
Hoe bespottelijk het gevoel van eer zich
soms doet gelden bjj officieren van het
Dnitsche leger is dezer dagen weer bs wezen
in een niets beduidenden twist tusschen lui
tenant Yon Brüsewitï en den werk
tuigkundige S i ep m a n n.
lie beide heeren zaten in een koffiehuis.
Siepmann stootte met zjja stoel tegen
dien van den luitenant en zoover men weet,
vroeg hg daarvoor geen rergeef mg,» of
zoo iets. De officier was over dit kleine
verzuim zoo gebelgd dat hg tolden binnen
treden den kastelein zeide«Zeg die men-
schen eens, dat ze betere manieren leereo,»
waarop Siepmann zich omwendde met
de woorden: «Wat overkomt n Hierna
ontspon zich eene kleine woordenwisseling,
waarvan men zich den inhoud niet meer
kan herinneren, maar die daarmede ein
digde dat Siepmann op een wenk van
den kastelein het lokaal verliet.
Het gezelschap waarbij Siepmann
behoorde, maakte hiervan gebruik om hun
tafeltje wat weg te schuiven en ook S i e p-
m a n n ?s -stoel op eene andere plaats ts zet
ten, Siepmann had intusschen ean ge
sprek gehad met den kastelein,hem te kennen
gevend dat bjj zich steeds behooilgk had
gedragen, maar om twist te vermijden heen
gegaan was. Toen hjj teragkeerde en zag
dat zjja stoel weggezet was, kon hg waar-
ecbgnlgk het denkbeeld niet verdragen,
voor een in zjjoe oogen onbilljjken drang te
moeten wijken hjj nam zjjn stoel op eu
zette die hard neer op de oude plaats,
zonder echter den stoel van den luitenant
aan te raken. Er verliepen een minnut of v jjf,
waarop de laitenant het twistgespreK her
vatte met den eisch dat Siepmann
excuus zou vragen. Deze antwoordde dat hjj
niet wist, waarom, en zeide eindeljjk dat
«geen antwoord even goed wts», waarop
Brüsewitz, zooals men weet, zjjn sabel
trok en alleen door de tnsschenkomst van
den kastelein en een kellner belet werd, op
zjjn tegenstander in tè slaan. Siepmann
vluchtte. Brüsewitz stak op aansporen
van zjjn kameraad luit. Jan g-S t il 1 i n g
zjja sabel op, met de woorden «Mjjn eer
is geschonden, nu ben ik een dood maa,
morgen moet ik ontslag nemen En hjj
snelde het gebonw uit.
Even daarna kwam de officier woedend in
het gebouw terug, toen riep de kastelein
FE P ILL ET O N.
17.
{Vervolg.)
«Wat ik daarmee bedoel," hernam Trees, die
haar gewone bedaardheid nog niet bad herkre
gen. «Dat zal ik u zeggen. Van Praag heet geen
Van Praag, hij is de zoon van Hartog.//
«Wat zeg je daarriep Leeman uit, van
zijn stoel opspringend. «De zoon van Hartog,
van dien jood, waar de oude Van Balen dat
geval mee gehad heeft! Weet je het welzeker,
Trees? En hoe ben je daar achter gekomen?,,
«Heel toevallig, meneer. Van middag kwam
Roosje bjj ons, en daar Lucie juist even uitwas,
kwam ze een oogenblik bij mij in de keuken
zitten. Daar viel mijn oog op een mooi medail
lon, dat ze aan had, en ik zeg zoo tegen haar:
Daar heb je zeker het portret van je moeder
in? Neen, antwoordde ze, van mijn vader.
Wil je het eens zien? Meteen maakt ze het
open, en daar verschrok ik, of ze me een emmer
koud water over mijn gezicht hadden gegooid.
Ik herkende dien jood op het eerste gezicht
Ik hield me evenwel goed, want voor geen geld
van de wereld zou ik gewild hebben, dat ze
iets van mijne alteratie had gemerkt. Is dat je
vader P vroeg ik onverschillig weg. Is hij al
lang dood? Het wordt de volgende maand
twee jaar, antwoordde ze. Ik sprak er verder
niet over, maar ik dacht zoo bij me zelf: dat
zal ik meneer Leeman toch eens vertellen. Mis
schien kan die er iets mee doen.«
hem tos dat Siepmann verklaard had,
zjjne verontschuldiging te zullen aanbieden.
Brfls e w i t z lette daar echter niet op, of
hoorde het Diet, en ging met getrokken sabel
op den weerloozen man af, die weer vluchtte,
maar eeu verkeerde dear opende en in een
hoek gedrongen werd, waar de officier hem
zjjn wapen dwars door het lichaam joeg
ofschoon hjj een oogenblik te voren moet
gehoord hebben dat Siepmann in doods
angst riep: «Mjjnheer de laitenant, vergeef
mjj, ik bid u om vergeving.»
Toen viel Siepmann doorstoken op
den vloer. Eau weerloos mensch, een hoogst
fatsoenljjk borger, een man van goede repu
tatie, was vermoord door een verwaanden
officier, dia door zjjn misplaatst eergevoel
een moord bedreef.
En dan wordt zulk een lafhartig officier
een mau van eer genoemd in het laatst der
19a eenw De vra3g mag wel gesteld wor
den: waar gaan wjj bean
J.l. Maandag heeft het proces voor het
Hof van Assises te Parjjs een aanvang
genomen tegen zekeren A u b e r t, die dan
14a Mei jl. een jonge man, De lahaeff,
in zjjne woning had gelokt om zjjn poetzegal-
verzameling machtig te worden, en hem
daarna heeft vermoord.
Geholpen door zjja bjjzit Margue
rite Dubois heeft A u b e r t, na zjjn
slachtoffer met een bjjl te hebben neer
geveld, het in een keffer gepakt. Om zich
er van te ontdoen, zwierf hij dagen lang
in Normandië rond.
Aan het station Cooville werd de logu-
bre inhoud van den koffer ontdekt, en
toen Anbert en zjjne reisgezellin hunne
bagage kwamen afhalen, werden zij gear
resteerd.
De moordenaar 'ia een weerzinwekkend
type, met stekende oogen, een ljjkkleorige
tint en mager als een geraamte, dsarbjj
ljjdt hg aan zenuwtrekkingen, waardoor
beurtelings zjjne oogen, zjjn mond, zjju
aeu», zjjne kaken en zjjn hals worden ver
trokken alsof men hem een electrischen
stroom door het gelaat liet gaan. Deze
«osontfrueux bonhomme,» zooals een der
verslaggevers bem beschrijft, is morphi-
nomaaa en verkeerde in hoogst opgewon
den toestand bij zat voortdarend gelui
den te slaken, te trappelen, zgne vuisten te
«Jb, dat kan wel zijn, Trees,// antwoordde de
advocaat, die aandachtig had geluisterd. //Maar
je bent er toch zeker van, dat het Hartog was?//
«Hij leek er op als twee druppelen water,//
hernam Trees. «Ik kan mij onmogelijk vergist
hebben. Het gezicht van dien jood staat mij
nog zoo goed voor, of het pas gisteren was. Ik
zei zoo even, dat ik er niets meer vau begrijp,
maar nu besrrijp ik het toch eigenlijk wel. Hartog
was woedend, dat de oude heer Van Balen zijn
bedriegerjjen aan het licht had gebracht, en nu
zal zijn zoon zooveel als wraak willen nemen.
Dat is mijn idee. Ik kan het mis hebben, maar
het klinkt toch nog zoo onwaarschijnlijk niet.//
Mr. Leeman zat met het hoofd in de palm
van zijn tand, en luisterde maar half naar het
geen Trees als haar meening te kennen gaf.
Eensklaps hief hjj het hoofd op: een gedachte
doorkruiste zjjn brein. «Trees, zei je niet, dat
Roosje ja vertelde, dat haar vader de volgende
maand twee jaar dood zou zijn? Maar Hartog
heeft zich wel vjjf jaar geleden van kant ge
maakt.//
«Nu u dat zegt, dat is waar ook,//zei Trees.
«Ik herinner me nog goed, hoe de oude heer
Van Balen, toen hij het vernam, zei: Eerst vijf
jaar in de gevangenis en nu zoo'n uiteinde, 't
is een zware straf. 't Is een gek geval, maar
ik weet toch zeker, dat Roosje van twee jaar
sprak. Maar zijn gezicht was het, daar zou ik
een eed op durven."
//'t Is wel mogelijk, zei de advocaat, «dat Har
tog zelf het gerucht maar heeft uitgestrooid. Er
zijn meer voorbeelden van. Maar dan moet hij
er iets mee hebben voorgehad, ook met het
ballen, en smeekte op brallenden toon den
President van het Hof, hem morphine te
geven om te kalmeeren. Dat gebeurde
echter niet.
Het bleek dat bg reeds herhaalde'gk tot
gevangenisstraf veroordeeld was wegens
misbruik van vertrouwen. Hg had van
alles bg de hand gehad, maar zjjn voor
naamste middel van bestaan bestond daarin,
dat hg onder een valschen naam te Bor-
deanw wjjn op krediet kocht, dien hg togen
contant geld verkocht aan eene zwarte
bende. Als de bedrogen leverancier in Bor
deaux de Parjjsche politie waarschuwde,
nam Anber tienvoudig een anderen naam
aan en verhuisde naar een ander adres
in zes jaar tjjds was hjj zes-en-dertig
maal van domicilie veranderd. Ten slotte
wilde de flesschentrekkerij echter niet meer
lakken, en nam bjj zjjn toevlucht tot op
lichtergen door middel van huwelijksan
nonces. Ook wordt hg verdacht, naafloop
van een gemaskerd bal een bankier ver
moord te hebben, en het huis van zijn
moeder in brand gestoken te hebben om
de assurantie machtig te worden maar de
instractie heeft óver al deze geheimzinnige
punten geen licht kunnen «erspreideD, en
de beschuldiging bepaalt zich tot den
moord van den jongen Delabaeff.
Marguerite Dubois is een klein
hoogst onbsduidend vroawmenscb. Zji heeft
geen deel genomen aan den moord ter-
wjjl het bloedig tooaeel op de voorkamer
werd afgespeeld, zat zjj in de achterkamer
te lezen in de «Lettres de Mademoiselle
de La Yallière.» Zjj wordt alleeo beschul
digd van heling, omdat zij gedeeld had in
de opbrengst van de postzegels toebehoo-
rende aan het ongelukkige slachtofferaat
door een woesteling is vermoord.'geworden.
In dit Bchandaal-proces zullen zestig
getuigen gehoord worden.
In de Fransche, Kamer zal de Regeering
door de socialisten geïnterpelleerd worden
over de credieten voor da ontvangst van
bet Russische Keizerspaar, door C a s t e 1 i n
over de geruchten over de zaak Drey
fus en door M i r m a n over het congres
te Rheims.
Bg de opening der beide Kamers gebeurde
veranderen van zijn naam. Kon ik daar maar
achter komen
//Ja, 't is een moeilijk geval,/' beaamde Trees,
«en ik moet nu toch weer zeggen, dat ik er
eigenlijk niets van begrijp. Maar als Van Praag
de zoon van dien jood is, ja, dan verwondert
het mij eigenlijk niet, dat hij de Van Balen's
zoo achtervolgt. Zoo vader, zoo zoon.//
De heer Leeman antwoordde hier niets op.
Hij keek strak voor zich uit, en waarschijnlijk
zou het hem niet onaangenaam geweest zijn, indien
Trees goed had kunnen vinden heen te gaan.
Maar deze had nog meer op haar hart, en dat
moest er eerst af.
«Er zijn nog meer dingen.// begon Trees na
een poos, een beetje ontstemd dat de advocaat
haar voor evenveel liet zitten, «waarjik met mijn
verstand niet bij kan.//
„En dat is?// vroeg Mr. leeman.'
«De zuster van dien jood is een hoel goed
meisje, het zou zonde zijn als ik anders sprak.
Maar Lucie gaat naar haar toe of Roosje komt
bij ons. Ze zijn heele groote vriendinnen samen,
en al i* Lucie groot en wijs genoeg om te weten
wat ze doet, toch is Roosje altijd eene jodin.
Den eersten keer, dat haar vader Lucie mee
naar het huis van den jood wilde nemen, wou
ze er niet van weten, maar nu gaat ze er zoo
dikwijls heen als ze kan. Ik heb het haar al
eens een keer gezegd, dat ik het vreemd vond,
maar ze zei dat ze het om Roosje deed. Tsu,
dat wil ik wel gelooven, want haar broer kan
ze nu nog evenmin uitstaan als vroeger, maar
me dunkt, dat ze ook met een jodin niet zoo ver
trouwelijk moest omgaan.//
evenwel niets van dat alles, de rumoerige
zittingen zullen dus nog moeten komen.
De Eransche Kamer van Afgevaardigden heeft
de aanvaarding barer werkzaamheden kalm op
gevat. De voorzitter Br is son bracht in her
innering dat dg Czaar tot President E a u r e
heeft gezegd, dat het hem genoegen zou heb
ben gedaan de Nationale Vergadering van Frank
rijk te zien en voegde er bij, dat de Kamer bij
de heropening der zitting zonder twijfel een
groet zou willen zenden aan den doorluchtigen
Bezoeker en de Keizerin. De heer B r i s s o n
eindigde met deze woorden «Welk een schouw
spel, welke gronden voor hoop en vertrouwen!»
Een drievoudig salvo van toejuichingen volg
de op deze woorden. De minister-president M u-
1 i n e zeide den heer B r i s s o n dank.
In den Senaat sprak de heer Buffet over de
gemeenschap van gevoelens en aspiraties van
Frankrijk en Rusland. De geestdriftige ontvangst
heeft aan de vriendschap van twee volken wij
ding gegeven. Dit samengaan {union) dat difi-
nitief is erkend in de woorden te Cherbourg,
Parijs en Chalons gesproken, heeft reeds een be
vredigde werking uitgeoefend. Spreker bracht
hulde aan de Regeering en aan het Parlement
voor de wijsheid, waarmede de buitenlandsche
staatkunde is geleid.
Te Gotha zal een groote volksbetooging
gehouden worden tegen het tweegevecht
en tegen den bestaanden rechtstoestand der
militairen
Het Dnitsche volk zal nitgenoodigd wor
den een adres te richten aan den Rijksdag
waarbjj dit college verzocht wordt het
daarheen te leiden: dat aan de resolutie, op
21 April van dit jaar door den Rijksdag
met algemeene stemmen aangenomen, de
afschaffing van het tweegevecht in het
leger betreffend, de noodige aandacht ge
schonken en uitvoeriog gegeven wordt; en
voorts dat de nog steeds voor den militairen
stand geldende afzonderlijke rechtspleging
opgeheven wordt, behalve voor vergrijpen
tegen d< d dienst.
Nu de openbare meening zich heeft doen
hooren en geheel de Duitsche pers kolommen
volle artikelen wijdt aan eene overeenkomst
van den overleden Keizer Alexander van
Rusland met prins Von Bismarck, komt
de Reichsanzeiger uit den hoek.
Het blad zegt«Bij de bespreking van de
jongste onthullingen van de Hamb. Nachr. (Yon
Bismark's 'orgaan Red.) over de betrekkingen
tussehen Duitsthland en Rusland is herhaal
delijk de wensch uitgesproken, dat ook de Re
geering het hare van de zaak zou zeggen."
«Och, daar zie ik nu niets in.// antwoordde
de advocaat, wien Lucie had voorgeschreven,
dat Roosje zich tot het katholiek geloof wilde
bekeeren.
//Nu, als u het ook goedvindt, zeg ik niets
meer,// hernam Trees, die Lucie opzettelijk on
kundig had gelaten van hetgeen tussehen haar
en Roosje omging, daar se bang was, dat de
nogal spraakzame meid. soms haar mond zou
voorbij praten.
«A propos,# zei de advocaat, //heb je Lucie
ook verteld van dat medaillon?»
«Neen, nog niet," antwoordde Trees, «maar
ik zal het haar toch zeggen, want het is goed,
dat ze weet, wie Roosje eigenlijk is. Dan zal de
vrièndschap wel oen beetje bekoelen.»
«Als ik je een raad mag geven, zou ik'het
niet doen,// hernam Mr. Leeman. «Het beste is,
dat voorloopig alles tussehen ons blijft. Wat
niet weet, niet deert u
«Ja, daar is wel iets van aan, zei de oude
meid, «maar aR Lucie wist, wie de vader van
Roosje was, zou ze er toch wel voor bedanken,
ze zoo aan te halen.
//Kom, dat meen je niet, Trees. Je hebt zelf
een veel te goed hart, om dat Lucie kwalijk te
nemen.//
Dit beroep op het goede hart van Trees miste
zijne uitwerking niet. «U hebt gelijk, meneer
Leeman, Lucie is eeu goed meisje, en Lucie kan
het niet helpen, dat haar vader eu haar broer
zulke schurken zijn.»
{Wordt vervolgd).