NIEUWE Graanrechten, No. 2522 Woensdag 4 November 1896 21ste Jaargang De wraak van den jood. HÜBLFJSC Hfragêlaó voor cföooró- en SEuid-dColland. ABONNEMENTSI>BJJ»l Pei 8 maanden voor Haarlem. 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland Ir p. p. 1,40 Voor het buitenland 2,80 Afzonderlijke nummer*0,03 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. B UB1AD: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NOW AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIEH. I, jf. .a .Jk -v rf f34i if 4 9 1 A IQ I li Van 1—6 regels50 Cent» Elke regel meer71/» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie Contant. R e d s c t e u r-üit e v er, W. KüPPERS. Getrouw aan het wachtwoord «au onzen liberalen Minister van Binnenlandsche zaken, heeft de ood-Minister mr. N. G. P i e r s o n in de afgeloopen week het ants- protectionistisch vaandel ontplooid.Bp hield namelijk te Dordrecht een rede over graat- rechten en kwam daaiin (ot de conclusie, dat de invoering daarvan voor ons vader land u:et gewenscht is. Over deze conclusie behoeft men zich tiet te verbazej, om de eenvoudige reden, dat hst anti-protectionisme een der num mers van het liberale programma is ge worden, of liever altijd is geweest, maar door den Minister Van Houten on langs in de Eerste Kamer nog eeus duide lijk bovenaan geplaatst op de rp der libe rale grondbeginselen. Dat de heer Pier son dos adviseerde om het voorbeeld van Duitsohland en andere Staten niet te volgen, spreekt van zelf, maar de gronden voor zpn advies liggen niet zoo voor de baud, waarom het in ons oog weinig moeite kost ze te bestr jjden. Ont daan van de ouooodige aanhangsels komen die gronden hierop neer, dat bij invoering van graanrechten het brood dunrder zal worden en aan menigen tak van industrie het bestaan onmogelijk zal worden gemaakt. Men zal ons toegeven, dat de heer P i e r- s o n niet veel nieuwe argumenten tegen de graanrechten heelt kannen vinden, want reeds herhaslde malen waren wp in de gele genheid het beweren tegen te spreken, dat bp de heffing van een invoerrecht op graan de prijs van het brood noodwendig moet stijgen. Dit telkens voor den dag kcmei. met dezelfde bewering duidt aan, dat er al heel weiuig steekhoudende bezwareu tegen een matig recht op de granen zjjn aan te voeren. Indien tcch het ingevoerde graan in prps wordt verhoogd, dan worden onze landbou wers in staat gesteld tegen het buitenland- sche product te concurreeren. Dit kannen zjj tbaus niet, omdat de onkosten vaak meer bedragen dan het graan opbrengt. Op het oogenblik loont het bpna de moeite niet om graan te verbouwen, daar de marktprijs te laag is voor den landbouwer om eenige winst te verkrjjgen. De graanrechten znllen evenwel dien marktprijs verhoogen. De boer, die de voort brengselen van zpn land aanbiedt, zal daarop eenige winst genieten en dit zal hem prik- FE U1LLETON, 21. (Vervolg.) Toch schrikte Van Balen er voor terug, Lucie daarvan cp de hoogte te brengen, want hij wist, dat zjj zich daartegen hevig zou verzetten, en bovendien kon hij toch niet geheel de weer ont wakende stem van zijn geweten tot zwijgen brengen. Voor hjj Lucie het aanzoek van den jood meedeelde, had hij een heftige woordenwisseling met zijn zoons, die hem zijn ver wjj ten met heftige tegenverwijten betaald zetten. Hij had evengoed gespeeld als zij, hij ook had schuldbe kentenissen geteekend zoo goed als zij. Lucie moest nu maar met Van kraag trouwen, dan waren zjj in eens allen uit den brand. Van Balen vond ook, dat dit de beste oplossing was, de eenige uitweg, die hem nog openstond. Einde lijk had hjj al zijn moed bijeengeraapt om het zjjn dochter te zeggen. Nauweljjks had Lucie van het voorstel gehoord, of. de wangen door een blos van verontwaardi ging hoog gekleurd, viel ze hem haastig in de rede: //Maar u hebt hem immers gezegd dat het onmogelijk is, niet waar Hoe durft hij zoo onbeschaamd zijn, om dat te vragen? Met een jood trouwen, liever stierf ik op staanden voet Haar haar vader het stilzwijgen bewaarde, vervolgde ze gejaagd: //Zeg dan toch, pa, dat u kelen om den verbouw van graan uit ta breiden, met dat gevolg, dat over eenigen tpd de productie van tarwe enz. in ons vaderland zoo groot zal worden, dat wjj geen behoeft* meer hebban aan invoer van bniten. Volgens door don heer Pierson ver schafte cjjfers bedraagt de jaarlgbsche consumptie van graan 131/i milltoen hecto liter, terwjjl de binnsnlandsche productie thans 5'/s millioen hectoliter groot is- Er wordt Ou* 8 millioen hectoliter ingevoerd. Die 8 millioen hectoliter bunnen zeer goed hier te lande worden verkregen, ja nog veel meer, zoodat wij niet meer athanbelijk be hoeven te zpn van het buitenland. Is het eenmaal zoo ver, dan vervallen catonrlpk ook de graanrechten, want dan krijgen wp niets meer vaa buiten en dan is ook weder de tpd aangebroken, dat de marktprjjs van het graan ral dalen. Indien dus tengevolge van de hefting van graan rechten, de marktprijs steegen deze stijging verdir doorwerkte op den prps van het brood, dan nog zou dai slechts eene quaestie wezen van enkele jarer, omdat zeer zeker de productie van graan buitengewoon zou toenemen. Men vergete ook niet, dat door den landbouwer slechts een matig invoerrecht op buitenlandsch graan wordt gevraagd. Men wil de concurrentie voor den buiten lander niet eens geheel onmogelijk maken, maar slechts zulk een toestand trachten te verkrpgeu, dat de concurrentie geljjk staat. Dat matige invoerrecht behoeft niet met zekerheid verhoogiug van den prps van het brood te veroorzaken, want deze prps wordt nog door verschillends andere oorzaken bepaald, zoodat wp ons de mo gelijkheid voorstellen, dat bij de beffiog van een matig invoerrecht de arbeider toch geen duurder boterham zal behoeven te eten. Doch al ware dat het geval, al moest hst brood tpdelpk ieto duurder wor den, dan nog zonden wjj dat minder ver schrikkelijk vinden dan dat door het te Diet gaau van den landbouwenden stand honderden, ja duizenden volstrekt geen brood zouden hebben. Dan was nog door den oud-Mioister be weerd, dat de stjjging der graaoprpzen storend zou werken op de industrie. Vol gens hem zou de prpsverhooging der eerste levensmiddelen allereerst een rechtmatig streven naar loonsverhooging ten gevolge hem de deur gewezen hebt, want ik kan niet veronderstellen, dat u daarin toegestemd of het zelfs maar in heraad hebt genomen. Een jood, een jood Pa, u zag mij toch veel liever naar het kerkhof dragen, dan met een jood getrouwd!// //.Te bent overspannen, Lucie,// gaf Van Balen eindelijk ten antwoord, //anders zou je het groot geluk beseften, dat je wordt aangeboden.// W ij moeten toch onzen goeden naam bewaren en die is alleen te bewaren door je buwelijk met Van Piaag. Lucie breng dat offer voor ons //Ik mag niet., vader. Wat u mij vraagt, kan ik niet doen, nooit. Ik zou mijzelf en u moeten verachten .Alles zal ik doen behalve dat. Ik wil voor u werken, ik zal met u nair een ander land trekken, waar niemand ons kent, waar wij met werken een eerlijk stuk brood zullen ver dienen.// //Lucie, het kan niet meer, ik ben te ver ge gaan als jij me niet redden wilt, ben ik verlo ren. Toe, denk er nog eens over na, je hebt drie dagen tijd. Overweeg eerst, wat daarbij op het spel staat. Bedenk dat ons aller toekomst van jou athangt." Toen Lucie alleen was, liet ze haar tranen den vrijen loop. God, wie had dat kunnen deuken Wie had kunnen vermoeden dat dit het einde zou zijn, dat zij tot losprijs zou moeten dienen, om haar vader en bro-rs uit de heer schappij van den jood vrij te krijgen Maar ze zou er nooit in ine stemmen, en dwingen kon men haar niet. Wel griefde het haar, dat het zoover met haar vader gekomen was, dat hij haar aan een jood wilde verkoopen, maar hce waar het haar viel, eerder zou ze haar vader hebben. Da industrieelen zullen aan dien draDg op den duur het hoofd niet bannen bieden en dientengevolge zal ook aan me nigen tak van industrie het bestaan on mogelijk worden gemaakt. Aangenomen al, dat de broodprpzen zouden stpgeo, dan zou dit toch geen loonsverhooging wettigen, omdat de ar- beidsloonen in overeenstemming zpn met de prjjzen der npverheiisproducten. Stij gen deze laatste, dan kannen ook de loo- nen woruen verhoogd, zoo niet, dan blp- ven de loonen dezelfden. Zou zich na het geval kannen voordoen, dat de producten van de eene of audere industrie niet meer de som opbrachten, welks aan hunne ver vaardiging is besteel, dan zou onzes in ziens die tak vau industrie moeteu worden opgeheven. Zjj is dan niet looneud meer en levert geen bron van bestaan meer op. Da werklieden, die daardoor butteu bezig heden zonden komen, konden ongetwijfeld wel op andere wjjze in hun onderbond voorzien. Dezdfde redaneericg passen de tegen standera vau graanrechten op den land bouwenden stand toe. Zjj beweren een voudig, dat de boeren, die geen voordeel meer kunnen kipgen uit de uitoefening van bet landbouwbedrijf, zich dau maar moetsn gaau toeleggen op de veeteelt. Dan kan al het graan van buiten vrjj worden ingevoerd en men behoeft zich niet meer ongerust te makeu over den prps van het brood. Doch, waar wij de vernietiging eener industrie voor de betrokken personen een onheil zouden achten, noemen wjj den ondergang van den landbouw een natio nale ramp, die vérstrekkende gevolgen zou hebben. Niet slechts misten wij dan de hoofdbron onzer volkswelvaart, maar ook zouden wjj voor de allereerste levensmid delen geheel eu al overgeleverd zpn aan den willekeur van buitenlandsche leveran ciers, die ons zelfs zouden kannen dwin gen tot het betalen van veel hooger graan- prjjzen, dan ooit door de heffing van graanrechten kunnen ontstaan. Het bui tenland zou ons zelfs met gebrek aau brood kannen bedreigen, indien wp niet aan do door de buitenlandsche leveranciers grstelde eischen zonden willen voldoen. Nogmaals beweren wjj dan ook dat eene tjjdelpke verhooging van den broodprjjs niet zulk ee i onheil kan geacht worden als ongehoorzaam zijn dan God. Hoe onwrikbaar haar besluit ook stond, toch schrikte zjj terug voor den strijd, dien ze zou hebben te voeren tegen wie haar het dierbaarst waren. O, het sneed haar door de ziel, te weten, dat haar vader zich geheel in de macht van den jood bevond, en hem daaruit niet te mogen verlossen. Het offer van zich zelf zou ze graag gebracht hebben, van alle geluk zou ze afstand hebben willen doen, had ze daarmee de haren kunnen helpen. Maar wat thans van haar ge vraagd werd, mocht, kon ze niet volbren gen. Zij had zich voorgenomen, het vreeselijke voorstel voor zich te houden, maar het was haar te machtig, ze wilde tenminste Trees tot haar vertrouweling maken. Het zou haar ook onmogelijk geweest sjjn, voor het scherpe oog der trouwe dienstbode dtie dagen lang haar kommer verborgen te houden. «Heeft hij het gewaagd?// riep Trees. //Ik was er wel bang voor." Lucie keek haar verwonderd aan. //Dus je wist, er van, en je hebt het me niet gezegd //Ik wist niets, maar ik zag er hem niet te goed voor aan. En dat ik het je niet zei, had zijn reden hierin, dat ik je niet ongerust wilde maken. Mijnheer Leeman is er ook nog. 't Is wel jammer dat hij voor een paar dagen uit is, maar Donderdag denkt hij terug te komen. Ik zal hem een briefje schrijveD, dat vindt hij dan onmiddellijk als hij thuis komt.// //Ach Trees, ik durf niet meer aan mijnheer Leeman denken. Wij zijn in de madht van den jood; als ik niet met hem trouw, vervallen wij de geheele vernietiging van den landboaw. En dit toch staat ons in de toekomst te wachten, indien niet het eenig middel tot zpn behoud, de heffing van een matig recht op buitenlandsch graan, wordt aangegrepen. Lang kan het niet meer doren, of ook voor dat middel zal het te laat wezen. De land boaw ondervindt eiken dag grooter moeiljp- heden wegens de ongelpke concurrentie met het bnitenland en, indien dit zoo moet voort gaan, dan zpn voor dien tak van volkswel vaart de dajen geteld. Hopen wp, dat hit niet zoo ver zal komen. Van de tegenwoordig bovendrijvende partjj op staatkundig gebied wachten wjj echter niets. Het is, alsof deze met welgevallen den achteruitgang vau den landbouw aanziet. De oud-Minister Pierson dnrfde er zelfs op te wijzen, dat de daling der graanprijzen baar goede zjjde had, omdat ook de tegen spoed nuttig kan wezen. Aan dien tegen speel schreef hp namelijk de vermeerderde belangstelling in den landboaw toe, evenals de ontwikkeling der knDstmeetstoffen-indus- trie, bet ontstaan van betere begrippen omtrent vrucbtwisseliog, cultuurmethoden en grondbewerking. Men zou bpna geneigd zpn om dan ook eens wat tegenspoed toe te wenschen aan die takken van industrie, welker bestaan onmogelpk zon worden door de heffing van graanrechten. Misschien zon zulks dau ook kunnen msdewerken om ver betering in die indcstrieele takken te ver- krjjgen. Neen, wp gelooven de toenemende belang stelling in den landbouw meer te moeten danken aan het inzicht bp velen, dat de landboaw een nationale zaak is, van welks bloei de welvaart van het geheele volk afhangt. Eu waar dit zoo is, zon het ons ook aangenaam wezen te kunnen melden, dat die belangstelling zich op practische wjjze openbaart, niet door het'geven van eene subsidie geljjk de heer P i e r s o n wen- scbeljjk zou achten maar door de concur rentie tusschen buitenlandsch. en binnen- landsch product geljjk te maken. Dit alleen is de weg en dan zal de tegen woordige periode van malaise spoedig zpn doorgemaakt. Dau zal onze landbouw krach tiger en beter toegerost dan ooit uit den strjjd te voorscbjju treden ea van geen ver armden boerenstand zal meer kunnen wor den gesproken. Vau harte doen wjj daarom den wenBch hooren, dat de nieuwe Kamer, op breeder tot armoede....O God, ik mag niet meer aan hem denken.// //Tut, tut,// zei Trees, die, al was ze zelf niet gerust, dit toch het jonge meisje niet wilde laten blijken; //de advocaat weet alles en nog veel meer. Hij houdt van je, dat verzeker ik je, en hij zal je helpen ook. Dat de advocaat uit is, is juist in je belang. Naar alle gedachten is Van Praag een groote schurk, en hiervan nu wil mjjnheerLeeinan zekerheid hebben. Heeft hij die, dan hoef je voor den jood niet meer bang te zjjn.// Wat Trees zei, kwam Lucie wel raadselachtig, voor, maar het denkbeeld, dat Mr. Leeman haar ter zijde stond en zjj op zjjn trouw kon rekenen, stelde haar toch eenigermate gerust. Zij verlangde nu naar zjjn thuiskomst, want bjj en met hem kon haar niets deren. IX. Ontdekt „Mijnheer, daar is mijnheer Leeman, die u dringend moet spreken.// Trees had al tweemaal op de deur geklopt, en daar ze geen antwoord kreeg, die geopend. Ze zag er opgewonden uit en trad gejaagd de kamer binnen tot voor da tafel, waarvoor Van Balen zat, onbeweegljjk als een standbeeld, met het hoofd in de handen. "Mijnheer,//begonTrees opnieuw, daar haar heer zich niet verroerde, //meneer Leeman moet u spreken en dadelijk. Daar is groote haast bjj.// Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1896 | | pagina 1