iN 1 J5 II W li
HbagBlaó voor <3£ooró- en Suid-sXolland.
buitk^Tla^d.
Amsterdamsclifi brieven-
No. 2533
Dinsdag 17 November 1896
21ste Jaargang
De Amerikaan se he.
België.
Amerika.
Oostenrijk-Hongarije.
ABOBTÏÏEMENTSJPRJ J'i
Pei 8 maanden voor Haarlem. 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr p. p. 1,40
Voor het buitenland 2,80
Afzonderlijke nummer»0,03
Dit blad verBchgnt
dagelijks, bebalve Zon- en Feestdagen.
B U B B A O: St. Janstraat Haarlem
xixuraur:
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIE».
Van 16 regels .50 Cents
Elke regel meer 7ty«
Groote letter, worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertent-e Contant.
R e d a c t e u r-U i t g e v e r, W. K P P IS R 8.
IV.
«Kan het zjjo, dat de lier, die zoo lang
niet meer ru'sehte», enz.
Die woorden spelen mij al een dag of
wat door het hoofd en als ik ze een oogen-
blik kwjjt ben, komen ze weder aanhoudend
terug eu plagen mg voortdurend. Dat kan
zoo eens voorkomen, dat de een o f andere
versregel, het een of andere gezegde plot
seling oos te binnen schiet en ons niet
meer wil verlaten. Zoo herinner ik mij,
eens van een ongelukkige gehoord te hebben,
die uit da opera te huis komende, zich
niet kon losmaken van een wjjsje, dat bij
dien avond gehoord had. Het vervolgde hem
zonder ophouden, in bed, aau tafel, op
straat, overal hoorde hij en neuriede hg
«ce maudit air», hjj werd er dol, eindelijk
gek van. Zoo ver is het nu, goddank,
met mg niet, maar toch voortdurend spelen
mg door het hoofd de woorden, waarmede
Da Co sta rgn heerlgk lied begint
«Kan 'tzjjn, dat de lier, die zoo lang niet
meer rnischte.
En waardoor de herinnering aan die
woordeD bjj nag wakker werd
Wel op eene heel prozaïsche wijze.
Ik las het verslag van de zittiog van
den illustren raad onzer groote stad, de
zitting waarin besloten werd tot den bouw
der nieuwe beurs op het Damrak. «Vgfen
twintig jaar,» zeide de burgemeester, «vjjf
en twintig jaar is het geleden, dat het
denkbeeld geopperd werd een nienwe beurs
te stichteo, vjjf en twintig jaar is het ge
leden, dat in principe besloten werd tot
dien bouw en thans zal aan dat besluit
nitvoering gegeven.»
Die vgf en twintig jaren spelen mg door
het hoofd, dat was de nuchtere aanleiding
tot de herinnering aan dien hoog dichter
leken zang.
Niet dat ik voornemens zoude zjjn, ook
een lierzang aan te heffen tot het beginnen
der nienwe beurs, of ter eere vau den
bekwamen spoed, waarmede bet voor een
kwart eeuw, een menschenleven, geopperde
denkbeeld in vervulling gaat, och arme,
neen, de nieuwe beurs op het Damrak stemt
mg niet dichterlgk, liever zoug ik een
treurzang over het verdwjjnen van den
onden Griekscben tempel met zjjne 42
Ionische zuilen en gaanderij, een imiek
gebouw, dat op den Dam zeker üiet tot zjjn
FEUILLETON
Eindelijk! Eindelijk ie hjj er in geslaagd die
nieuwsgierige zonnestraal om den hoek van den
Rooden Teren te bereiken, eene poging, die hij
al eenige dagen tevergeefs herhaald beeft
Vruchteloos heeft hij zich ingespannen en
vruchteloos is hij langs da gescheurde muren
heengeschoven, heeft hij gemeend zijn doel te
bereiken, en toch was hij verplicht om af te
zien van den goeden uitslag, evenals een wor
stelaar, wien de krachten begeven op het be
slissende oogenblik.
Maar vandaag zegeviert hij, hij heeft zich
vastgenesteld voor bet groote venster en be
schouwt nu met eene zekere nieuwsgierigheid
den .enzamen bewoner van dat groote vertrek;
ja, gedurende een oogenblik verblindt hij hem
zelfs; die bewoner springt met een zekeren
schrik op, het is niemand minder dan de pro
fessor in de letterkunde, Vallrad Zacharias Zur-
velle, de beroemde taalgeleerde, wiens werken
over den oorsprong der talen in alle landen
bekend zijn en gewaardeerd worden.
Hij is zoodanig verwonderd dat de pen hem
uit de band valt en eene groote vlek teweeg
brengt op het kostbare manuscript dat de
protessor doorlas.
Al lentel mompelde hjj, terwijl hij zyn
grijs hoofd schudde, en voor het oogenblik ver
recht kwam en daar niet den minsten in
druk maakte, maar daarom niet minder
merkwaardig was.
Nu zal het verdwjineu, met al zjjne herin
neringen! Wat is ir niet omgegaan op die
beroemde beurs, het middelpunt van den
geldbaudel der wereld. Hoeveel fortuinen
zgn daar gemaakt, daar verloren. Hoe me
nigeen trad er binnen met schgnbaar vas
ten tred en kalmeo blik terwijl het stormde
in zjja hart ea zijne oogen angstig den
wisselenden koers der geldmarkt volgden
en verlangend uitzagen naar den man, die
het vurig gewenschte draadbericht moest
brengen, dat verderf of redding zoude ver
kondigen. Zal bg morgen ou nog staan
aan zjjn pilaar, waor hjj zoo vele jaren
stond en zjjn vader vóór hem en zgn groot
vader, zalven allen pilaren der beurs, ge
zien en ontzien, of zal men morgen zeg
gen: «A is er niet, Fout?» Anderen zullen
dan angstig uitzien of hg kom',verschrikt
bgken naar dien eenzamen pilaar. Hun for-
tu n hangt af van het zjjne. Eu terwjjldie
het hart voelen wegbrimpeu vau gejaagd
heid en angst, zal een ander met vluggen
tred neerdalen langs de weinige treden,
lachend, den Dam, het paleis, de wereld
aanschouwend, als behoorden zjj hem. Hjj
speelde uit verveling, uit tjjdverdrgf, eu
de bli.ide Fortuna wierp hem een fortuin
in den schoot!
O, oude beurs van Amsterdam, wathibt
gg de wiss-ling des levens gezien binnen
uwe vierkante en naakte muren! Hausse,
baisse; arm, rjjk; ge^d, verloren!
Eu uw harteslag trilde door geheel Euro
pa! Nu gaat gg heen! Gg zjjt; te klein, te
o»practisch geworden. Gjj zjjt niet mooi,
vij past niet in den tegenwoordigeo stjjl.
Gg zjjt een leelgke sta-in-den-weg gewor
den. Gij ontsiert- den Dam. Parjjs eu Bor-
Ijjn en Londen en Hamburg, hebben schoone
nieuwerwetsche beursgebouwen.Amsterdam
moet eene nieuwe bears hebben. Gahebo,
onde beors, gg hebt trouw en eerlgk ge
diend, maar nu moetmea u afdanken.Troost
u, het giog niet zoo gemakkeljjk, het
duurde vgf en twintig jaren, eer men het
van zich kon verkrjjgan u uw congé te
geven! Vijf en twintig jaren!
«K»n hi t zjjn, dat de lier. Parbleu
cs maudit air!
Maar wat ik zeggen wildp.Vjjf en twintig
jaar heeft men er over gedacht, waar men de
nieuwe beurs zou bouwen en nn men ein-
hinderd om te werken door dien lenten brengende
zonnestraal, ziet hij vermoeid en verdrietig om
zich been.
Die groote kamer, welke den hoek van den
ouden toren besloeg, was een zonderling vertrek
en wezenlijk, voor zijn eerste optreden had die
zonnestraal een bekoorljjker schouwspel moeten
kiezen.
Boeken, overal boeken, niets dan boeken; de
muren van den grond 'ot de zoldering, die met
schilderwerk versierd was, waren voorzien van
plankeD, waarop de boeken dicht opeen ge
drongen stonden, ten einde zoo min mogelijk
ruimte te beslaan; zij waren zoo talrijk, dat
ondanks deze poging, bierin bestaande om op
iedere plaats meer boeken plaats te doen vinden,
dan deze er bevatten konde, men er nog in
alle hoeken opgestapeld zag.
De canapé zelfs, een onderwetscb meubelstuk
op tamelijk zwakke pooten, liet ternauwernood
een plaatsje meer vrij, daar het overige in be
slag was genomen door de meesteres van het
huis, dat wil zeggen door boeken van allerlei
vorm.
Groote folianten in leer gebonden, perka
menten, geelgeworden papieren, manuscripten,
bedekten de tafel en hun gelukkige eigenaar,
scheen als begraven onder deze laag van zeld
zame en kostbare boeken.
Maar de zonnestraal, die het vertrek van den
winter aankondigt, is de sterkte binnengekomen;
schjjnt nu op den kalen schedel van den pro
fessor, hjj schuift langs de planken met boeken
waarvan hij den ouderdom kenmerkt, en zonder
eenigen eerbied voor het achtenswaardige stof,
d-lgk toch eens e-n finds zou tnakeu aan al
hst genaspel, Mr. Vening Meiaesz
houdt van afdoen, waea er .o* al weer
heel wat lui, die het bsslait te overhaastig
vonden. De hemel beware, vgf' eu t vintin;
jaren gekauwd eu nu uog even herkauwen
Het heeft wel iets vaa het Russische proces,
over het looo,dat eene vrouw vorderde vau
eene familie, waar zjj hare diensten als min
bad verleend. Bjj de uitspraak van het
proces, verscheen da zuigeling in kwestie
ais kapitein der keizerlijks ljjfwacht!
Of het publiek mat de nieuwe beurs zal
ingenomen zgn Ook dat heeft er genoeg
hat zij ue van gozagd, meende da burger
vader, a's dat er nu ook nog al weer zjjn
naus in steekt, komt er van het heele ding
weer niets terecht; dus afmaken, eerst
het plau goedkeuren, dau kan het publiek
zeggen, vat het wil, lachen, mopperen,
schelden zelfs als bet er zm in heeft.
't Is er mee, als met het Katholiek pro
gram Het ding is klaar, de raai der
een en twintig vroede mannen heeft het
gemaakt en gezegd, dit het goed was en
het nu rietjes opgeborgen tot tjjd en wjjle
net zal versehgnen iu al zjju glans en vol
heid en duiieljjkheid ea kracnt en nie-
ma id zal er wat op te zsggen wetsu en
allsu zullen uitroepen «Wat eau prachtig
program
Geen s'rjjd zal er komen eu geen twee
drachtHet nieawe program zal alles om-
vattsu 9n allen; de wenschen v^u den
R. K. Volksbond en vau Patrus Re-
goutkunueu bevredigen!
De nieuwe beurs zal aau aller behoeften
voldoen; alle geldmannen van Amsterdam
en die geldmannen willen worden, zullen
zich veieeuigeu onder haar beschermend
dak en alle Katholieke kiezers zullen een
drachtig optrekken naar den strjja bjj de
stembus onder de beschermende banier van
bet alles bevredigend Katholiek program.
Zoo zg het«Kau het zgn, dat da lier,....
ha, ce maudit atr
In het land der Belgen staan de voor-
en tegenstanders vaa bet militairisme fel
tegenover elkaar. De vóór- en tegenstan
ders van persoonlijken disnstplicht brengen
groote verdeeldheid iu de poliriehe par-
hetstof van oude boeken, vertrapt hij het nu
met voeten en danst er op, na het gedurende
eeuwen te hebben opgestapeld.
De professor die door dezen inval eerst ver
wonderd en van streek gebracht was, had hem
reeds weer vergeten en zich opnieuw in zijne
studiëu verdient; naarmate hij bet geopend voor
hem liggende manuscript ontcjj'erde, rezen er
zeer verschillende verschijningen op, 't waren
eerzame en nederige burgers, fiere, trotscberid
ders, gewapend met hunne lans en beschermd
door bun schild.
Het lief en leed van bet verleden verhelder
de den dichten nercl, waarin de onweteudhei'i
of de onverschilligheid, hen gekluisterd hield,
en herleefde voor den ouden geleerde
Welke waarde kon de glimlach van een de
lente aankondigenden zonnestraal hebben, ver
geleken bij dergelijke ontdekkingen vergele
ken bij de bekoring, die er van uitging.
De oude geleerde las en schroefhjj schreef
eu las, welk belang kon hem nu verder datgene
inboezemen, wat er op deze aardsche wereld
omging, die zoo alledaagsch, zoo bekrompen
was, wanneer hij haar vargeleek bij die oneindige
wereld, waarvan zijne geleerdheid hem de poor
ten had geopend.
Hjj schonk dan ook niet de minste aandacht
aan het gedruisch van een rijtuig, dat het ge
welf van den Rooden Toren binnenreed, evenmin
aan het gestommel, teweeggebracht door de
koffers die men aflaadde, welke bezigheid ge
paard ging met alle mogelijke, met luider stem
uitgesproken tusschenwerpsels, die, naar het
schjjnt, er het onafscheidelijk toevoegsel vau zjjn.
'jjeu. Hot was dau ook goed gedacht van
koning Leopold om zjjn M'ni-ter van
Oorlog het gevraagde ontslag te geveu ea
den bekwamea minister vau Spoorwegen,
telegrafie en Spoorwegen, den heer V a n
den Peereboom hoewel geea mi
litair te belasten met de portefeuille van
Oorlog. Hjj toch is de aangewezen man
om de partgen, zoo uiet geheel te verzoe
nen, dan toch tot elkaar te brengen.
De vooruitstreverB, zonder zich reken
schap te geven van hun doen en lateo, de
mannen zander doorzicht in zake kazerne-
dwang, zegen vreemd op toen in de Moni-
leur, het besluit des Kouings versoheen,
waarbjj land en volk zgn gebaat.
Na aurljjk zgn de liberalen woedend en
de Etoile Beige zegt: «Je Regeering heeft
erkend op geen enkelen hoofdofficier te kan
nen rekenen.»H-t Bjlgisch Kabinet zal zich
niet aan het geschreeuw der soldaterjj sto
ren, want de beiangen van het land eiscben:
esrst voor bet volk en dat voor de solda
ten te zorgen, die niets anders ts doen
hebben dan de volksbelangen ts beschermen.
Da Etoile mag volstrekt niet spreken
van eene begiusel-qnasstis, eu het Minis
terie er een verwjjt van maken, dat de
persoonlijke dienstplicht zoo mogeljjk tot in
het oueicdige wordt verdaagd. E-me begin-
sei-quaett'e staat booger dan d-m lust te
bevredigen om soldaatje te spelen.
Eau aantal movers hebben een aanval
gedaan op den Chicago and Alton-Spoorweg
Zjj lieten den trein stilstaan om den spoor-
waggon te plunderen, waarin zg verschei
dene pakketten met kostbare diamanten buit
maakten, dat de pakketten met geld werden
gered, was ts danken aan dsn postambtenaar
in den waggon, die, vóór de roovers binnen
drongen, de pakketten in een mand met
kippeD wierp, waar de rooverszenietzochteD.
Na genomen te hebben wat hun goed-
dacht, haakten de roorers de locomotief af
en reden daarmee heen, terwgl de trein
met passagiers en beambten bleef staan.
Drie kilometer vsrder lieten zjj ook de loco
motief staan en gingen het donkere bosoh in.
Het sohankeo van eene hooge ridderorde
door keizer Fransjozef aau den B olgaar-
schen Minister van Oorlog heeft een groo-
En wellicht, wanneer hjj dat ongewone geraas
hoorde, schreef hjj het toe aan een woordenstrjjd
gerezen tussehen de ridders, wier bestaan zjjn
overdenkingen vervulde...
Een paar oog nblikken later kraakte de oude
eikenhouten trap onder lichte voetstappen, de
deur ging open en de zon der lente en de lente
van het leven zagen elkander van aangezicht
tot aangezicht aan; zij glimlachten elkaar toe, jj
hadden elkaar herkend, want sinds on heugel jjfcen
tjjd zijn zjj vrienden.
Vallrad Zacharias Zurveile keerde zich zelfs
niet e<-ns om, toen hjj de deur hoorde knarsen;
hij wist zeer goed, dat zijn huishoudster, de
oude Sophie, de betreurenswaardige gewoonte
had, om hem aan zjjne verrukking te komen
ODtvoeren, ten einde hem er aan te herinneren,
dat het etensuur al eenigen tijd had geslagen,
eene onverdragelijke gewoonte, waarvan zjj nooit
had kunnen genezen en die den geregelden loop
zijner gedachten stoorde.
En inderdaad, de stem van Sophie deed zich
hooren, maar thans verstikt door gemoedsbe
weging.
Professor, zeide zjj, en daarop weer met
meer kracht: proftssor!
Werktuigelijk keerde hjj zich om, en kon nu
in de omlijsting van de deur een belangwek
kend tafereel aanschouwen.
Wo*dt vervolgd.)