l&agêlaó voor
NIEUWE
en &uió'<Xollanó.
Waar zetelt de kwaal
No. 2534
Woensdag 18 No vember 18 9 6
21ste Jaargang
BUITENLAND.
De Amerikaan «oh©-
Spanje.
België.
Frankrijk.
Italië-
Duitsehland.
Hit
ABONBTEMEBT8PHJ J *i
Pei 3 maanden voor Haarlem. 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr p. p. 1,40
Voor het buitenland 2,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
B U B B i H: St. Janstraat Haarlem
IT.
VïïmtNnBÏT:
AGHTE MA WOW AGITATE.
PRIJS DER AD VERTE WTIBW,
Van 16 regels 50 Cents
Elke regel meer7%
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant.
Tl d - c t e ur-ïïit g e v er, W. KÜPPEB8.
In onz9 vooruitstrevende eeuw, heerscht
een anti-obristelgken geest, heeft alles zgn
naam, heeft alles zjjoe plaats, heeft alles
zjjn werkkring en bezigheid; twee dingen
eohter zjjn onverbiddelijk tot ballingschap
veroordeeld en verbannen de ziel en God!
Het kapitaal, het gouden kalf, ziedaar de
godheid van den tegenwoordigen tjjd, zie
daar de godheid, welke gehuldigd eu aan
beden wordt iD deze nieuw-heidenscbe ijjien
door de machtigen dezer aarde. Aan dien
afgod worden op elk gebied alle concessies
verleend, om wille van dien afgod worden
de grootste, de schreeuwendste onrechtvaar
digheden gepleegd, die om wrake schreien
ten hemel.
Op het afgodisch altaar van het kapitaal
wordt alles opgeofferdgeweten en even-
menscb zelfs.
Het volk schreeuwt laidsGeen God
meer, aan mij de heerschappij, aan mg de
macht, aan mg het gezag 1 Ik vorm verre
weg het grootste gedeelte, de grootste
meerderheid van de menschheid. Ik beu de
sterkste, ik ben de talrgkste, gehoorzamen
wil ik niet meer. Maak plaat» voor de op
perheerschappij, belichaamd in het volk
maak plaats voor het volk, dat zijn eigen
god is
En inderdaad, wg aanschouwen tegen
woordig een geduchten strgd, een worstel
strijd op leven en dood, een kampstrgd, die
geleverd wordt aan de eene zjjde door het
kapitaal, door de rijken aan de andere
zgde door den arbeid, door bet volk.
We zieo den geen God erkennenden
meester uitrekenen, welke geldsom hg van
den werkman zal kunnen trekken wg zien
hem op middelen peinzen, om den arbeid
zoo spoedig mogelgk en zoo goedkoop mo-
geljjk te doen leveren. Daar is geen tjjd
te verliezen geen tjjd om den Zondag op
behoorlijke wgza te viereD, geen tjjd om zich
eenige oogenblikken te wgden aan het gebed.
Het product van den arbeid, ziedaar den
godsdienst van dat soort meuschen.
Van den anderen kant is het volk ver
ontwaardigd over dergeljjke behandeling.
Zooals wjj boven reeds gezegd hebben, wil
het volk in de plaats treden van God, die
dan ook in het hart des volks wordt ont
troond. Maar datzelfde volk wil ook de
macht io handen hebben.
Waarom zoa het zich dan nog buigen
FE P1LLETON,
Vertelg!)
Levendig verlichtte de zon een jong meisje,
gekleed in een costuum met bont gegarneerd,
een gepluimd hoedje op de lokken van het
zwarte hsar, en naast de jeugd, de schitterende
frischheid, die er uitging van de groote zwarte
oogen vau het jooge meisje, stond de oude
Sophie, door den professor zelvsn bijgenaamd
vde draak van het huis,# met haar geel gezicht,
onveranderlijk knorrig, en waarvan 't gewone
slechte humeur thans verdrievoudigd scheen
door het buitengewone geval, waarvoor zij de
aandacht van haar meezter inriep.
De professor wreef zich de oogen, ten einde
er zich van te vergewissen dat hij waakte en
niet de prooi was van een onwaarschijnlijken
droom.
Maar hoe hij ook wreef, het beeld verdween
niet, het was hier geen droom, dat was zeker,
ja, de jonge verschijning verliet zelfs den drem
pel der deur en snel bevond zij zich vlak big
den ouden geleerde.
Zjj liet een lichten kreet van vreugde hooren,
en legde hare gehandzchoende hand op den
schouder van Zacharias.
Daar eene dergelijke familiariteit hem onge
past, ja, zelfs oneerbiedig toescheen, schoof de
professor haastig zijn stoel achteruit en slechts
voor bet kapitaal, dien go! van den rjjke,
door het volk voortgebracht, door het volk
vermeerdart, door h?i volk aangekweekt?
Reeds veel te laDg beeft het zicb ondarwor-
pea, reeds veel te lang gelijk een slaaf
gekropen in het stof. Hat erkent niet langer
meer het geiiag van een klein gedeelte der
menschheid. Zelf wil het regeeren, zelf wil
het haerschen, zelf besturen. Maak plaats
voor het volk, dat zjjn eigen God ie!
Men heelt het vols het geloof aan de
ousterfuljjkheid ontnomen, en toch juiatde
verwachting vau de eeuwige oasterf elqk-
beid wa« alleen in staat om aan het volk
den moed te geven om den somtjjds zoo
dronkenden en zwaren last der ontbering
en des Ijjdens met geduld en gelatenheid
te dragen.
Beroofd en onterfd van zgae hemelache
verwachtingen, droomt het volk op zjjne
maaier, met een logica die vol is van be
dreigingen, zjjne drooanen van aardsch geluk.
Is üeb recht aldus zegt het »oik
ik heb recht op mjjn gelnS ik heb daar
recht op, niet morgen, maar vandaar.
Mgo geluk bestaat in bezit, in rjjkdom
mgo geluk bestaat in de aarde, die mjj
evengoed ale aan ieder ander toebehoort
met al hare bloemen, met al hare vruchten,
met al hare genietingen.
Ik eisch voor mjj zeiven mjjn hemel en
mjju paradgsweg ran mij, achterwaarts, gg
die mjj mgn8 vreugde, mjja geluk, mjjn
genot wilt ontnemen
Wee dengene, die mg in dea weg wil
treden: hetzjj hg eigenaar ie of krggsman,
vorst of rechter, priester of leek, ik zal hem
verplettereu 1
De behoefte aan genot komt zich ver
eenigen met het bewustzgo van zjjue kracht.
En het nar zal aanbreken, waaropvde vul
kaan zal openspringen. En bjj den gloed
vau het vernielende vuur, bjj het uredruisch
van het kanongebulJor zal de strijd worden
voortgezet.
Genarende dien trearigen strgd zal dergke
de benauwdheden van den angst te verduren
hebben, terwjjl de arme de benauwdheden
van den honger of van den dood moet door
staan. De ondergang, de scharde bedreigen
zoowel den een als den ander; en daarna....
men bevindt zich in nog moeiljjker toestand
dan ooit te voren.
De zwarte en wankelende muren der
werkplaatsen bieden aan den een geen ren
ten, aan den ander geen werkloon meer.
stamelende, drukte hij zich op de volgende wij«e
uit:
Ik ik weet niet wat dat te beduiden
heeft. Vanwaar de eer, die ge me bewjjst, me
juffrouw?
Een lachje, zilverhelder, dat de strenge muren
van dezen tempel der geleerdheid deed trillen,
was aanvankelijk het eenige antwoord op die
vraag. Toen eindelijk de lachbui over was, riep
de welluidendst». stem die men zich denken kan:
Maar, lieve oom, ik ben Marga, dat moest
ge toch weten, het is u toch niet onbekend
Professor, zeide Sophie met eene scherpe, helle
stem, zij vertelt, dat zij uit Amerika komt, dat
zij de dochter is van mijnheer Leonarverbeeld
u, is dat mogelijk? Iedereen kan wel zulk een
vertelsel opdissehen.
Wel, hoe heb ik het nu, hoe daar uit te
komen, mompelde de professor, terwijl hij het
hoofd tusschen de handen nam en op iede: der
vrouwen een strakken blik vestigde.
Leonard Leonard och ja. wat stond
er ook weer in dsn laa'iten brief van Leonard?
Vader heeft u in December geschreven,
dat hij mij in den l«op van dit jaar naar Europa
zou zenden.
Och, mijnheer de professor, geloof toch
geen woord van de heele geschiedenis. Het zijn
leugens, waarmee men u om den tuin wil lei
den; wij hebben geen enkelen brief van mijnheer
Leonard ontvangen! riep Sophie hevig, en naar
voren tredende, als wilde zij haren ouden mees
ter beschermen tegen een, door die jeugdige
misdadigster beraamden aanslag, zette zij de
vuisten in de heupen, gereed en zeer veel lust
Eu de herinnering aao de slachtoffers, die
tjjdens de slachting gevallen zjjn en nesneefd,
vermeerdert bg allen het verlangen naar
geluk en vooruitgang, het verlangen naar
wraak.
Men heeft aan den werkman de hemelsche
verwachtug-m ontnomen, men beeft aan bet
volk het geloof aan de onsterfelijkheid uit
het hart en nit den boezem geruktmaar
tegelijkertijd heeft men den werkman, het
▼olk de kracht en den moed ontron d om de
rampspoeden, het Ijjden ea den strjj 1 des
levens te trotseeren. En zoo is het volk
gebraebt tot opstand en revolatie, tot eeoe
revolatio die m-jt verpletterende kracht zal
oeervaben op de machtigen dezer aarde,
omdat zq in waar zinnige vreugde hebben ge-
dubt en io*g«j nicht hetNon Sérviam, ik zal
u, God, niet dienen
De R»geeriog te Madrid heeft een beroep
gedaau op bet Soaansche volk om de schat
kist te helpen vallen, die door den krjjg
tegen de Cubaanscbe opstandelingen ledig
is. Zjj heeft een bmnenlaodsche leaning uit-
geeenreven en wel met succes, waDt alle
klassen der bevolking nemen er deel aan.
Alleen iu Catalooië moeten de inschrijvin
gen meer dan 100 miliioen bedragen.
De radicale partjj zal bg monde van den
afgevaardigde L o r a n d, den voorstander
der volkswapening in de Belgische Kamer,
eene interpellatie indienen ovtr het aftreden
van generaal B r a s s i n e, als minister van
oorlog.
De radicalen achten ter bescherming vau
Balgië's neutraliteit een hervorming en uit-
breiimg van het leger noodzakelijk. Deze
partg maakt koning Le o p o 1 d er eeo ver-
wjjt van, dat bjj anders gehandeld heeft
dan men vau Z. M. had verwacht, want
niemand dan de Koning, ban beter inzien,
dat de nentraliteit van België in critieke
tjjden niets waard is, waaneer zij niet door
het gauscbe Belgische volk krachtig gesteund
wordt, bg weet, dat de hervormrog van het
leger noodzakelgk is tot herstel van den
socialen vreia e i tot verheffing der hoe
danigheid van het leger.
gevoelende tot een vuistgevecht, vastbesloten
tevens, om den professor tea koste van haar
eigen leven te verdedigen.
Allen schijn had het, alsof de zonnestraal dit
tooneel zeer onpleizierig vond, en dat die ge
zichten, opgewonden door town, verontwaardiging
en verlegenheid, zeer onbehagelijk waren.
In tegenstelling met de pogingen, die hij ge
daan had, om zich in die studeerkamer te vesti
gen, maakte hij zich nu uit de voeten en ver
dween, de woning, die tengevolge van dezt
verduistering zich eensklaps koud, grijs en som
ber vertoonde, aan haar lot overlatende.
Dezelfde indruk deelde zich weldra ook aan
het jonge meisje mede, ongeduldig vouwde zij
de handen, trippelde een weinig, en begon ein
delijk te lachen doch meer met verachting dan
uit vroolqkheid.
De professor, verdiept in zijne berekeningen
en zijne gedachten had niet de minste aandacht ge
schonken aan de drftige bezweringen van
Sophie; hij had den wijsvinger tegen het voor
hoofd gebracht, en met neergeslagen oogen dacht
hij over het op te lossen vraagstuk een oogen-
blik diep na, als had het voor hem gegolden
de steen der wijzen te ontdekken.
Ik weet het, riep hij eensklaps opsprin
gend, ik weet waar ik dat papier heb gelaten.
Hij liep naar een stapel boeken, nam er een
zeer oud deel uit, en het openende greep hij
eene vierkante enveloppe, die hij aan de aan
wezigen toonde onder het mompelen van:
Ik wist het wel, ik ontving hem in Januari, en
ik kan mij juist daarom niet in den datum ver
gissen, wijl ik op dat oogenblik, met betrekking
De radicalen beweren, da' de Katholieken
ran ((een algemeenen dienstplicht en van geen
vermeerdering van het leger willen weten.
Of de groote legere in Europa joist den
ondergang der volken zjju, daaraan storen
zich de radicalen niet.
In de Franscbe republiek beeft Ber
nard Lazare in eene brochure getracht
de veroordeeliug van den landverrader
D r e y f n te doen voorkomen als eene
rechterlijke dwaling.
Vrij koel is deze brochure ontvangen en
de Fiqaro acht alle discussie over deze
gedane zaak onvrnebtbaar, zooniet gevaar
lijk. In het eJournaiweerlegt Mont-
v 111 e met eeu>ge feiten de beweringen
van het boekje, toont aan dat het niet veel
nieuws bevat en besluit met deze verstan
dige woorden, welke een eind mogen maken
aan dit onverkwibkelpk opkookeel
«Er zjj overwinningen van de publieke
opinie tegen welke men niet kan oproeien.
Franscbe officieren hebben een ellendeling
geoordeeld en veroordeeld.
Wien zal men wjjs maken, dat die offi
cieren zonder bewjjzen de smadelgkste straf
hebben kunnen opleggen aan esn der ban
nen? Dreyfae heeft verraad gepleegd,
er U geen twgfel aan. Nu hij h-t geluk beeft
gehad aan het executie-peloton ontsnapt te
zgn, late men hem in ballingschap sterven;
maar men spreke ons niet meer over hem!»
Met groote bljjdschap is door het Ilali-
aansche volk nit Aden vernoneo, dat de
vrede tasechen Italië en Abesiymë is ge-
teekend. Hoewel het gerucht hardnekkig
wordt genoemd en vergezeld gaat van de
mededeelingdat de vredesonderhandelingen
den 26en October zgn aangevangen, doet
oien het beste met het voorloopig met eeni-
geu twgfel te begroeten.
De interpellatie over de V o n B i g-
marck's onthullingen in den Duitschen
Rijksdag hebben gisteren een kalm verloop
gehad. De Rgbskanselier antwoordde dat
men aangaande het geheim verdrag en de
gevolgde staatkunde metRasland strenge ge
heimhouding moest betrachten.
tot de ontdekking, oie ik gedaan had van een
nieuw, of liever gezegd een zeer oud manuscript
bemerkt heb, dat een gedeelte van mijn werk
overgednan moest worden, omdat ik in eene
dwaling was gebracht over de volksliederen en...
ja, 'twas wel in Januari, juist, die vergissing
gaf mij nog al te doen, en zoodoende heb ik
dien brief nog niet eens gelezen.
Och. oom, oom, riep het jonge meisje
hartelijk lachende, wat zijt ge toch altjjd dezelfde!
En hoezeer herken ik u naar al hetgeen vader
mij van u verteld heeft.
Terwijl de professor de nog ongeschonden ge
bleven enveloppe opende, bad Sophie het raad
zaam geoordeeld, om wat dichter bij de deur
te komen: de wapens had zij echter cog niet
neergelegd, te oordeelen naar de nog steeds
wantrouwige en gramstorige blikken, die zg op
de nieuw aangekomene wierp.
De oude geleerde las den brief, ja, 't scheen
zelfs of hij hem herlas, en Daarmate hg zich in
zijn lectuur verdiepte, nam zijn gelaat eene meer
peinzende, meer ernstige uitdrukking aan,
Welnu, waaide oom, is het geheim thans
ontdekt? Bsn ik uwe nicht; of ben ik eene
andere?
Zeker zijt gij het, antwoordde hij, terwgl
hij haar met ietwat gedwongen glimlach aanzag
doch ge moet het mij niet kwalgk nemen, kind,
dat alles is nog zoo nieuw voor mgzoo on
verwacht; ik was in de war, doch dat neemt
niet weg, dat het me genoegen doet u te zien.'
Wordt vervolgd.)