NIEUWE
wagBlab voor cKoorè- on aCuió-dCollanó.
0p zijn plaats gezet.
No, 2535
Donderdag 19 November 1896
2late Jaargang
BUITENLAND.
De Amerikaansche.
Frankrijk.
Italië.
IT.
ABOKNBMBH TEPBJ.M
Pei 8 maanden voor Haarlem. 1 1,10
Voor de overige plaatson in Nederland fx p. p. 1,40
Voor het buitenland 2,80
Aiaonderlpke nummer» 0,03
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BUBBiïï: St. Janstraat Haarlem.
AGITB MA WOW AGITATE.
PBIJS DKB ADVEBTBNTIHN
Van 1—6 regels 50 Cents
Elke regel meer7Vk
Groote lettere worden berekend naar plaatsruimte-,
Difl«fetaanbiedin gen 25 Cents per advertentie Contant.
Redacteur-Uitgever, W. KüPPIBS.
•"Weten wp reeds meermalen op de bru
taliteit van onzen Miuister vanBiunenland-
sche Zaken, nu hg op bet Biunenhot de
strijdleus heeft durven aanhefien tegen het
Clericalisms, veroordeelden wjj zijn wapen
kreet als oogemotiveerd en hoogst or gepast
van een Minister die zijn tegenwoordige
positie op de eerste plaats aan het Clericaliame
te danken heelt, dan beduiden die Clericalen
hem thans, dat zjj geen vrees hebben voor
Mr. Van Houten, die de perben der
welvoegeljjkbeid te buiten gaat.
Openljjk treden zp hem tegemoet, open-
ljjk wpzen zjj Z. Exc. er op, dat zjj gereed
zjju om den strpd te aanvaarden dien bp meent
te moeten aaubioden tegen het Clericalisme.
Z. Exc. moet niet denken, dat Neerlauda
Katholieken zich als onnooztlen, ale onmon-
d gen aan de grceue tafel in 's lands ver
gaderzaal laten sarren. Daarvan geven ook
anderen dan wjj hem bet bewjjs.
Het Venloosch Weekblad van jl. Zondag,
noemt zich geeu «dikke vriend» van
den heer Mr. Samnei Van Houten.
Oi het tusschen ons, vraagt het blad ooit
tot «vettigheid» zal komen Bp God is
alles mogelijk, docb, naar het zich laat asn-
zieD, zal dat voorbauds nog niet geschieden.
Zelfs een okshoofd «Nierateioer kabinet»
van het jaar zooveel, waaraan keizer W i 1-
helm, toen hp met den Reichsnörgler over
hoop lag,zoo'n verbazende verzoeningekracht
toeschreef, zou hier geeu zier kuDnen baten.
De heer Van Houten aanbidt, wat
wjj, featholiekeu, zouden willen verbranden,
f n omgekeerd, bp zcu willen tot asscbe doen
opgaan wat wp aanbidden.
Voor rauwe Maltbunianen en gare god
loochenaars legt bp nan den dag een tee<<er-
heid, welke wij sleohts koesteren voor het
geen, sedert straks 19 eeuwen, den volke
geest en hart veredelen, der maatschappij
tot welzijn Btrekken kan.
Tusschen hem en ons gaat eene klove,
welke niet dan door eene verandering van
denk- en handelswijze zijnerzijds kan worden
overbrugd.
Dat bp ons, katholieken, erg groen op
het l£f ie, ja, ons slechts kwaljjk kan
luchten of zien, hebben wp uit zjjo mond
reeds moet n vernemen.
Dit deert or.s weliswaar niet in die mate,
dat bet ons de teriog zal berokkenen, daar
wp behooren tot een bjjzonder taai ras, en
FE U ILL ET O N.
3. {Vervolg.)
Wat gebeurt hier toch! riep op dit oogen-
blik een mannelijke, doordringende stem; welke
vreemde geest heeft het gewaagd om dit heilig
dom binnen te dringen? Wat staan er beneden
kotïers de hemel vergeve me! En pakjes!
De voorzichtigheid helpe mij. En wat het vreemd
ste is: er 's Seen Sophie te zien; de plaats, die
onveranderlijk door liaar wordt ingenomen, is
leeg. Ach.... neem me niet kwalijk.
Een lange, jonge man bleef op den drempel
van de studeerkamer staan, en richtte zijne
blauwe oogen op de jonge vreemdelinge.
Uwe komst is dubbel gelukkig, mijn
waarde doctor, zeide de oude geleerde met een
zucht van verlichting.
Zooals ge ziet heb ik bezoek ontvangen, dat
van verre komt, uit Amerika, het bezoek van
mijne... ja, wat zijt ge eigenlijk van mij, lief
kind?
Ik ben uwe achternicht, bij gevolg zijt gij
mijn oudoom, antwoordde het ondervraagde meis
je bedaard, doch uit de kuiltjes harer wangen
lachte de vrooljjkheid, en zichtbaar kampte zij
tegen de verzoeking, om niet in luiden lach
uit te bersten.
Ja waarlijk, mijne achternicht, herhaalde
de professor, nu ben ik op de hoogte. Mag ik
u Marga Holsten, de dochter van mjjn neef
Leonard voorstellen, mjjn waarde doctor?
nooit of nergens ten onzent allerminst
vertroeteld zpo geworden, doch voorde
hooge belangen, door Neerland» Kroon hem
toevertrouwd, kan zoo'n oorlogsverklaring
min bevorderlijk heeten.
Staat het den heer Van Houten vrjj,
tegen de in Christus geloovenden zjjn hart
te luchten, den Minister betaamt zulks niet.
Tegen de belpders van een bij da Grond
wet erkenden godsdienst het pantser aan te
gespen en zjjue geestverwanten onder het
geweer te roepen, daartoe heeft Zjjne Ex
cellentie noch recht, noch reden.
Geen recht. Voor aller belangeu moet
hp staar, werken en pverec, verkiest hp
dat Liet, bekruipt hem de lest, tegen twee
vptden van Neerland» bevolking de laagste
hartstochten op te zweepsn, dao moet hg
zjjo ambt neerleggen, alvorens hg overga tot
htt doen van httgeen bp niet laten ban.
Heeft hg evenwel de hoogs betrekkin?,
door hem bekleed, te lief, dan dat hp ze
verlate, of acht hp het iu lauds welzijn
ooi baar, dia te behouden, zoo drage bp niet
langer meer een harnas tageu ods, die
minstens even goed tot Neerland» volk be
hooren als Malthusianen en godloochenaars,
evengoed als zpn partgklanten, evengoed
ook als hp.
Ook geene reden. Treft de heer Van
Houten de door hem bedreigde «clurica-
ïeu» aan in de drommen van die het wettig
rjezag belagen, samenrotten tegen Kroon en
landswet, ot, onder de roode vaan geschasrl,
aan koningschap en eigendom, grondpijlers
vaa het maatscbappelpk gebruw, een einde
willen maken
Schieten zp, die van meening zpo, dat
Gode mott worden gegeven wat Gode toe
komt, te kuit aan buu ook door den gods
dienst aaubevolen verplichtingen jsgens
vaderland en wettig aangestelde macht?
Zoo ja, hp stave dan de beschuldiging,
brenge hen voor hst gerecht eo late hou de
kracht van de gewapende hand ondervinden.
Doch die in hooge waardigheid is ver
heven bedenke, dat hp niet anders dan zich
verlagen kan, wanueer bjj een aanzienlijk
gedeelte van 's lands bevolking klakkeloos
als vijanden van dat laad op de kaak stelt,
in het openbaar der verafechuwing prijs
geeft.
Wat een veile sehimpichi jjver zich ver-
ooiloofr, achtte een weldenkend en welop
gevoed maa verre leneden zich.
Gaarne zageo wjj, nu de vertegeawo; rdi-
Deze maakte eene buiging, en op zijn beurt
een glimlach onderdrukkende, zeide hij:
Daar de professor het niet noodig oordeelt
mij aan u voor te stellen, mejuffrouw, zoo zie
ik mij verplicht dat zelf te doen. Mijn naam
is Robert de Trevors, en ik ben doctor in de
wijsbegeerte.
Marga boog liaar lief hoofdje; zij zag den
jongen man aan, wiens gelaat van goedhartig
heid. getuigde, en die te midden van deze at
mosfeer, vervuld met oudheid en de overblijfselen
van vervlogen eeuwen, haar een wezeu toescheen,
dat eigenlijk eerst leefde, en een weldadigen in
druk op haar maakte.
Vervolgens wendde zij zich tot den professor,
En, waarde oom, mag ik u nu eens vra
gen om mij eene kamer te laten anwjjzen, op
dat ik mijne koffersopenmaken en toilet kan maken?
Een ander toilet? En zijn b'ik monsterde
het elegante toilet, dat hei jonge meisje droeg.
O die geleerden! riep Marga uit, zjj we
ten van niets, zij kunnen niet eens een reis
toilet maken van een gezelsehapstoilet onder
scheiden.
Inmiddels had Sophie, die, wanneer hare be
langen op het spel stonden, ee arendsblik be
zat, den toestand doorzien.
Indien dat dwaze en ijdele schepseltje wer
kelijk de achternicht van den meester was, in
dien zij er in slaagde, 't geen overigens zoo
moeielijk niet was, om een wezen, zoo zwak en
onbeholpen als den ouden geleerde, te beheer-
schen, dan moest zij er partij van trekken; zij
moest trachten de genegenheid van het jorge
meisje te winnen, het eenige middel om haar
gers dts volks ten rade zjjn ontbcden, den
beer minister Van Houten ter veiaut*
woording gedaagd.
D.t mag, ouzes inziens, desnoods met
kracht en klein geschieden
Wie dit tsaagachtig vraagt en leutert
Leert weigeren*
zegt de oude Vondel, en
Kraft erwart ich vom Manndes Gesetzes
Würde behaupt er»
niet minder ju'sfc eu schoon, de Duitscha
die b ter Schiller.
Wp mogeo immer», ja, wp moeten weten,
h?t 1 bepaald en du'deljjfe omschreven, waar
om tegen ons de veldtocht wordt begonnen,
en wat wjj van den heer Van Houten
hebben te duchten.
Moedig in vrjjmoedig diott, ia ouze
dagen meer dau ooit, de katholiek voor zjjn
goed recht op de bres te verschijnen, rid-
derljjk tigen dia hem van zoo hoog eeoe
plaats deu handschoen toewerpt, in bet krjjt
te tredec.
De heer VanHouten heeft het recht,
te weten wat de «dericalen,» dia hat bjj
hem zoo vreeseljjk hebben verkorven, in het
schild voeren, doch wederkeerig komt het
ook hun tor, te vernemen door welke laak
bare en voor lands weizjju verderfelijke
daad zp de gramschap van den eersten
dienaar der Kroon hebben gaande gemaakt.
W;e ook lust gevoela, om vau zjjn hart
eea moordkuil te maken, wjj niet.
De tong is tolk van' t hart, bij tegenwoor
dige oor en,
*De stomme pen laat zich veel duizend
mijlen hooren
zegt de vaderlandsehe dichter, die nooit
naliet, gelijk Oudaen getuigt,
tTe zitten achter hiir verval van staat en
zeden*.
Van een man, zoo onbeteuterd als mr.
Vau Houten is, zal men allerminst
verwachten, dat hjj ons beslist en onbe
schroomd postvatten euvel dnide.
Fluisteren immer", daar doet hjj niet aan.
Evenmin achten wjj bet onzerzp.ls gera
den, wanneer ons iemand meteen stbnob-
beering, welke niet verdiend is, bedreigt,
een blaadje voor den mond te nemen
«Sprekende menschen zjju te tulpen»
zegt de Limburger.
onder de tuchtroede te houden.
Zij kwam een paar passen naar voren, n met
een nog somheren blik en een bitterzoet glim
lachje, legde zij twee vingers op den arm van
Ma-ga.
Ge zult het zeker niet kwalijk genomen
hebben, zeid» zij, dat zou niet rechtvaardig zijn.
Ge hebt gezien, dat de professor zelf u niet had
verwacht, en het is dan ook zijne schuld een
vinnige blik viel op den schuldige dat ik
niets g iweten heb van uwe komst, waarvoor ik
anders de noodige toebereidselen zou gemaakt
hebben. Voorzorg is de moeder der zekerheid,
zeide altijd mijn vader zaliger; het is beter zijne
deur te sluiten en de dieven buiten te houden
dan haar achter hen te sluiten, nadat men ze
binnen heeft gelaten; kom, ga maar eens met
mij mee, don zal ik u den weg wijzen.
Met eene lichte beweging had Marga de hand
afgeschud, die Sophie op haren arm liet rusten,
zij wierp haar een vriendelijk lachje toe, boog
voor Robert en volgde «de draak van het huis,//
die voor het oogenblik, fluweelen pootjes gaf
Wat ziet zij er verstandig uit, zeide de
jonge man, toen de deur zich achter Marga had
gesloten.
Meent ge dat? zeide de professor op twij
felenden toon, en nog steeds den ongelukkigen
verdwaalden brief in de hand houdende, die
nu eerst teruggevonden wss. Maar vertel me nu
eens wat ik met dat kind moet aanvangen? Zou
ik haar naar een pensionaat, of iets dergeljjks
kunnen zenden?
Hoe kunt ge daar over deuken, mijn waarde
professor. In de eerste plaats is uwe Acht geen
Wjj zpn benieuwd le vernemen of er
nadere inlichtingen gevraagd, en Diet mi*-
der, of er gegeven wordeo, en welkt.
Dit btzoek van bet Russische Keizerpaar
aan Parjjs heeft deze stad 1.604,000 franks
gekost, waarvan slechts 100.000 franks
worden gedragen door het Rgk.
—De landverraderD reyfus moet gered
worden, oit is zoo besloten in de vrpmetse-
laars-republiek ea broeder Bernard L a-
zare beeft eene tweede brochnre in het
licht gegeven om het zaakje warm te bonden.
Ze behelst nagenoeg hetzelfde als de eerste
brochure, met eenige aanvullingen. Voor
namelijk wordt in deze laatstede vraag be
handeld of de militaire rechtbank veel be-
wpzen had voor de schuld vaa D r e y f u s
de advocaat van den veroordeelde, die nu
nog aan de onschuld vau D r e y t u s ge
looft, «zegt L a z a r e» erkent echter de mo
gelijkheid, dat men buiten den verdediger
om door een brief op het gerechtshof ge
werkt heeftde beide medegedeelde docu
menten waren echter vatsch.
Wp vertrouwen, dat de Franscbe offi-
ciereu die over dien kapitein Dreyfus
het vonnis als landverrader hebben uitge
sproken, niet lichtvaardig zjjH te werk gegaan
en ter gelegener tg j deu heer L a z a e e
zulleu (bedoideo, dat hg te zwggen heeft
Het Daitsche Infanterie-regiment te Metz
in garnizoen, waarbjj de P/ius van Napels
a la suite is aangesteld, heeft hem als huwe
lijksgeschenk eeu prach'igen en zeer koit-
baren degen laten overhandigen.
Keizer Wilhelm heeft a's chef van
hi t regiment ook het zpne tot bet geschenk
opgedragen.
De vrede van Italië met Abbessyniê is
gesloten. Er zal tusschen de beide lauden
zegt art. 1 vau het verdrag, vrede heersohen
en eeuwigdurende vriendschap.
In bet algemeen wordt het sloiten van
den vrede met groote vreugde begroet.
De Negus he< ft aau deu President der
r rausche Republiek het sluiten van den vrede
met Italië medegedeeld, met de woerden
«Wp zjjn gelukkig, dat onze vrienden zich
kind meer, het is een jong meisje, en daaren
boven is het niet zeer waarschijnlijk dat zij altiid
bij u zal bljjven.
Ik ik weet het niet, ik geloof, ik vrees,
zeide de oude geleerde, heimelijk een blik wer
pende op den brief, dien hij nog altijd in de
hand hield.
De jonge man raadde, dat hij een pijnlijk
punt had aangeroerd en schielijk stapte hij
daarvan at.
A,les k°mt met den tijd terec ht, daar zult
gij spoedig van overtuigd zijn; voor het oogen
blik hebben wij er slechts over te decken, hoe
het verblijf van mej. Holsten in Europa zoo
aangenaam mogelijk te maken. De jonge Ame
rikaansche moet van hier een gunstiger indruk
meenemen dan zjj, naar het schijnt, verwacht
heefl, indien ik u hierbij op eenige wjjze vaa
dienst kac wezen
O ja, waarde vriend, gjj kunt mij daarbjj
zelfs van grooten dienst zjjn.
Kort daarop ging Robert heen, na den profes
sor vast beloofd te hebben, hem in den loop
van den dag nog eens te zullen bezoeken.
De oude geleerde bleef alleen in zjjne stu
deerkamer; doch in weerwil van deze eenzaam
heid,^ die zoo gunstig voor zjjn arbeid was, liet
hjj zijne boeken onaangeroerd.
Pi-inzend was hjj in zjjn leuningstoel voor zjjne
schrijftafel gaan zitten met het hoofd tusschen
de handen, en liet zijne gedachten den loop der
vervlogen jaren teruggaan, waarbjj hjj trachtte
zijne herinneringen,verstrooid over het gebieddier
vervlogen tjjden, te verzamelenWordt vervolgd)