NIEUWE ïïagBlaó voor <3tooró*en In herfstdagen. No. 2537 Zaterdag 21 November 1896 21ste Jaargang BUITENLAND, Oostenrijk-Hongarije. FEUILLETON, De Amerikaan sche- Frankrijk. België. Engeland. Rusland. H 41 RL mui UT. ABONNEMENTSFBUÖ Pei S maanden voor Haarlem. Voor de overige plaatsen in Nederland it p. p. Voor het buitenland Afaonderlgke nnmmeri Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BUBBAO: 8t. Janstraat Haarlem 1,10 1,40 t 2,80 0,03 PBIJS DER ADVERTKNTIBN AGITE MA. NON AGITATE. Van 16 regels ,50 Gents Elke regel meer7aA Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Gents per advertentie Contant. R e d a c t e n r-Uitg e v er, W. KÜPPÏR8. Na te sjjn er, want er is in den herfst iets weemoedigs en iets sohoons tegeljjk. De natuur in den herfst is zoo gan*ch anders, dan zjj is in lente of zomer. Er ligt als een waas van ernst, bjjna zonden wq z»ggen van weemoed over alles, en gdgk een menseb, die in den heerljjk vollen zomertijd of in vriendelgke lentedagen naar buiten •ohouwt, als van zelf er door wordt opge wekt, gebracht in stemming vau levenslast, zoo kan men in de dagen van den herfst zjjo oogen niet buiten doen dwalen, of zjju stemming wordt er ernstig door. Ernstig is 't overal in het leven. Want wat de mensch daarbuiten ziet, en wat de natnur hem te aajschonwen geeft, dat is ook ern stig. Het is de tjjd Diet meer der bloemen, en deze of gene bloem, die in den herist ontluikt, mist ook dat opgewekte, dat bigde van den bloemenschat des zomers. Het is do tjjd niet meer van warmen zounegloed, van koesterende zonnewarmteen als het zonlicht helder straalt, dan wordt fcocü ge mist die vriendelgke gloed. O, het is alles anders dan het was ia bigde zomerdagen. Want toen sprak het al van leven en van bloemen en van ontwikkelen, en na klinkt er een gausoh ander lied dan dat van levens lust, na zingen natuur en menschen het ernstig en weemoedig lied van vergaukelgh- heid. Dat is het wat onstrbftnu. Die gele bladeren, die ritselend vallen en den grond bedekken, vaD wat voorbijgaat spreken zjj ons en van bloei, die maar voor eene wjjle is, immers met een slag verwoesten de kinderen der menschen ook de illusiën des levens, er worden daden verricht die niet meer hechten doen aan een krachtig streven, die jaren langen strjjd nutteloos doen zjjn, dia ver nietigen en omverwerpen wat grootecb, wat edel was en te betrachten viel. Het kan wel mooi zjjn, als in den herist de zon het bosch bestraalt, getint zjju de boomen in allerlei kleuren, maar die klenren fluisteren van wat was en niet meer is. Eu als nu straks de najaarsbnien komen, als de wind vlagen met ruw geweld znilen rukken aan de boomen en wegnemen wat er nog was gebleven, als nu straks de boomen zullen staan met naakts, dorre takkeo, en de dagen zgu gekomen van nevel en van mist, dan heeft de natunr voor ons haar rouwgewaad S (Vervolg.) Eindeljjk ontving Zacharias een brief uit Californië, die hoop gaf op een gunstig lot, door de volgende brieven bevestigd. Sinds eenigen tjjd echter had de briefwisseling opgehouden. En daar was nu heden de reeds zoo lang ontvangen brief, die zorgvuldig weggeborgen was, om kalm gelezen te worden in eeB oogeD- blik van vrijen tjjd, dat zich echter niet bad aangeboden, al deze herinneringen komen ver levendigen, En daarbjj kwam nrg dat zoo levendige zoo vreerode jonge meisje, dat als uit de wolken was komen vallen in de woning ran den ouden geleerde, waar hare tegenwoordigheid alleen reeds voldoende was, om de gevestigde orde va* zaken omver te werpen- De professor loosde een diepen zucht, opende weer den brief van zijnen neef, om dien nog maals aandachtig te leien. Greenland, bij San-Erancisco. December 1886. Waarde oom. Zult gjj mÜ willen, zult gij mij kunnen ver geven, dat ik zooveel jaren voorbij liet gaan, zonder u te zeggen, dat ik u steeds liefheb en u niet kan vergeten? Het is noch aan ondankbaarheid, noch aan onverschilligheid, dat mijn stilzwijgen moet wor- aangetrokken, dan staat zij voor oos in het somber gewaad der bedroefde. En dat stemt ons weemoedig, tot diep Dadenken over ons werk, omvergehaald maar ai te dikwjjls door ben die ons lief eu dierbaar zjjn. Weet gg hoe dat komt O ndat dau de natnur zoo daideljjk eu zoo onomwonden ons iets predikt, waarnaar wg liefst niet luisteren, dat wg bjj voorkeur niet hooreo, terwjjl wg er ons ten slotte toch niet aau onttrekken knnnee, het is de prediking der vergaukeljjkheii. Dat al het schoone moet vergaan, dat bloemen zullen verwelken en afvallen, dat wat is, slechts voor een wjjle is en straks is verdwenen; dat is de predi king van den herfst. Zoo is het met iedere aardscbe vreugd, dis in ons leven lacht, zoo met da schoon heid eu de jeugd, met rjjkdom, eer en macht. Als een onweerstaanbare macht, gaat vernielend de wreeds tjjl door het leven en rooft wat ons onmisbaar scheen. Wat vast schjjut te staaD, het moet verdwijnen; wat giBteren goed was, dengt heden niet meer, onderworpen is alles aan de wet der vergankelijkheid. Wat nu bloeit ia ons leven en er de vreugde van maakt, het is maar voor eene wjjle, het zal ook vergaan. Eo alle dingen der aarde, waarin wjj ons zullen verbeugen, zjj zullen weg. Ei er is niets, wat blgft, niets wat waarde heeft in dit aardscbe tranendal vol van miskenning, van afgunst èa baat èa njjd der menschen. Die prediking stemt tot ernst en wekt op tot arbeiden om iets dat niet vergaat, want vergankelijk zgu allsen de diDgen die worden gezien, maar erzjja geesteljjke goertereD, die niet vergaan, en daarnaar zullen wjj dus jagen. Het is meer waard goed tezjjadanrjjk en machtig. En het beteekent meer zegen te gevon, dan door zelfzucht eigenbelang te dienen. Het zou kunt en zjjn, dat de prediking van den herfst met zjjn lied van vergan kelijkheid ons somber maakte, maar dat wnag niet. Laat zjj ons dringen ons leven en ons levensdoel te zoeken in wat aau de wet van het vergaan niet is onder worpen. Dan zal de herfstprediking ons een winst van levensernst brengen. den toegeschreven; ik hoop dat gjj daar niet aan twijfelt. Zooals ik u reeds vroeger peschreven heb, heeft het geluk, dat mij zoo hardnekkig onge negen bleef, mij eensklaps toegelachen en met zjjne kostbaarste garen overstelpt. Ik ban rijk en «en man van aanzien gewor den, en alles wat mjjne hand ondernam, had juist daardoor bijval. De dood echter van mijne arme vrouw, mijne dierbare Alice, heeft alles veranderd. Met haar heb ik alles, wat er goeds in mij was, ten grave gebracht. Om mijne smart te verdooven, heb ik mjj in gewaagde ondernemingen gestoken, en wanneer ik bjj dat zinnelooze spel verloor, ver dubbelde ik den inzet; ten einde daardoor mijne •ramp te herstellen. Gij begrijpt, waarheen deze handelwijze mij gevoerd heeft? Wanneer men eenmaal op dat ellendige vlak is, dan is de afgrond weldra bereikt; thans doe ik mijn laatsten inzet. En dan? Waarde oom, ik heb maar een eenig kind, een schoon en onschuldig meisje, dat nog geen twintig jaar telt; zij heeft nooit den slaat van mijne zaken gekend, noch er ecnig vermoeden van gehad. Zij he«ft gelukkig geleefd, in het volle vertrouwen op mjjne liefde. Mijn huis zal ten ondergaan, ik zal het ge bouw zien ineen storten dat ik met zooveel moeite heb opgetrokken, maar ik kan de ge dachte niet verdragen, Marga bedolven te zien onder zijne puinhoopen Zoodra de verschijnselen die de teekenen zijn van het einde, zich aan mij zullen ver- toonen, zal ik van mjjn kind scheiden onder Bjj de diecassiëa over het opzeggen vao het handels- en tolverbond met Hongarge ging het in de Oostemijksche Kamer »an Afgevaardigden dezer dagen kalm toe. Men had verwacht dat da motie, ingediend door Dr.Lueger eu Dr. P a 11 a j, bot sig naai zon zjjn van eene stormachtige vergadering. Met groote spanning werd het oogen- blik verbeid, dat Dr.Lueger het woord vroeg. De Hoagaarscbe regeering nam hg onderbanden en de Judao-Magyaren en Jndenliberalen wees hg op hunne plichten. «Als de Hongaren ontevreden waren, zei Dr. L u e g e r over de verkiezingen van den Oosten i ij kschen Landuag, mgne partgge- uooteu zjju niet weinig gesticht over de verkiezingen voor deu H ingaarschen Rgks- dag, die door geweldpleging, omkooparjj en schrikaanjaging ten guüste der Re^ee- ring zjjn atgeloopan». Op zjjn g«woce levendige en vurige wgze voer Dr. L u e- ger uit tegen de liberale regeermnspartg in Hongarge en tegen de aanstaande be noeming van F a 1 k, de hoofdredacteur van de Pester Lloyd., tot geheimraad. Zjjoe re devoering werd zeer toegejuicht, terwjjl de repliek van den Hongaarschen minister Baden i met koelheid weid ontvangen. Dr. P a 11 a i, een geestverwant vau Dr. L u e g e r, verlangde dat de Regeering zoo'o gewichtige zaak als die vau Ausgleich niet binnenkamers zou behaudelen, maar wel drgdgk iu overleg met het Parlement. Dr. L u e g e r gaf het ministerie den raad bet oude tract tat op te zeggen en de on derhandelingen te beginnen over een nieuw. De tijd dat Hongarge in de aangelegen heden des rgke de eerste viool speelde, moest nit zgu. Da nieuwe partgen die thans aau het roer zgu en de liberalen hebben afgelost, zullen zorg dragen dat de leiding dar monarchie aan Ojatenrgk behoort, en Diet meer aan Hongargg. Toen de afgevaardigde C a s t e li n in de Fransche Kamer de Regeering interpelleerde over de verschillende incidenten betreffende de zaak D r e y f a 8, antwoordde hem de Minister van Oorlog, dat er geen reden be- stopd op dit vonnis terug te komen en dat voorwendsel, dat zij eene reis ondernemen moet om hare familie in Europa te leeren kennen. Ik heb haar den naam van Margaretha ge geven ter herinnering aan mijne moeder, uwe eenige zuster; wees goed voor haar, sta niet toe, dat zjj onverwachts mijn val verneme, en 8cbenk, als gjj ten minste kunt, vergeving aan uwen ongelukkigen neef. Leonard HOLSTEN. O. mijn God! riep de oude geleerde uit. 11 ij liet zijn oog gaan over deze plaats en deze voorwerpen, welke hem zoo bekend waren en die hem toeh eensklaps vreemd schenen ge worden te zjjn. Bij had voor zijn ouden dag gehoopt op "ede, op de voortzetting zijner studièn, te midden waarvan bij zijne verwachtingen had begraven, en die gedur nde zulk een lang tijdverloop hem schadeloos hadden gesteld voor uBes, waarvan bij onterft was geworden. En dat alles was weer een droom, en hij was er uit opgeschrikt door een vurigen geesel. die hem heen dreef, waar men Ijjdt. waar men zich opoffert, waar men zich op genade of ongenade toewijdt. En daar zou ik moeten wonen? In dat akelige kamertje? zeide de jonge Amerikaansche met eene zekere minachting de tamelijk armoe- di«e meubelen benende, waarmede het vertrek was voorzien. Zeg eens, goed oudje, dat is letterlijk onmogelijk. Wacht maar, wacht maar, ik zal u dat de Regeering der Kamer aanried zich niet te verdiepen in eene afgedane zaak. Toen de Minister-president M 1 i n e zeide, dat hg Diets te voegen had bjj het geen door den Miuister van Oorlog was ge zegd, maar dat watneer de burgerlgke of militaire overheid medeplichtigen van den veroordeelde ontdekt, zjj haar plicht zal weten te doen, werd hg van verschillende banken toegejuicht. De volgende motie werd aangenomen en daarmede was de zaak over den landverrader van de baan *De Kamer vertrouwen stellend tn de Regee ring en in één gevoelen vereenigddraagt aan de Regeering de zorg op, wanneer er reden voor ie een onderzoek te doen.* Majoor Lothaireis door de rechtbank te Brussel veroordeel! aan mejnffrouw H e c k e, met wie hg verloofd was als schade vergoeding terug te gaven de kosten door haar gemaakt voor het voorgenomen buwe- ljjk. Hit vonnis geeft een vleiaad getuigenis vau de achtenswaardigheid van de eischeres, en zegt dat haat eer niet gekrenkt is. L o- t h a i r e is ook in de kosten van het geding veroordeeld. Da Brngsche correctioneels rechtbank heeft den kapitein van de Engelsche stoom boot Prince of Wales «eroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf en 500 frank boete en den stuurman tot vjjf maanden en 500 frank, omdat zg dreigementen hebben geuit en zich verzet hebbau tegen den chef van de havenpolitie en andere ambtenaren, dis wilden verhinderen dat de boot de haven van Ostende verliet zonder het verschuldigde dokgtld te betalen. De Chartered Company verklaart, dat dt Transvaaische regeering tot hiertoe geen schadevergoeding geëischt heeft. De leening die gesloteu is, zal voor niets anders ge bruikt worden dan voor doeleinden de Company betreffende. Mocht een eisch tot schad-vergoeding gesteld worden, dan zon de Company er zich tegen verzetten. Troepeo-verzendiDgen hebben in Rnsland plaats naar Qosteljjk Azië. wel inpeperen. Ik ben uw goed oudje niet, ik zal het u betaald zetten, mompelde de huis houdster van den professor tusschen de tanden. Vervolgens antwoordde zjj op een honigzoeten toon: --Ge zult er u toch in moéten schikken, mejuffrouw, of miss, als u dat soms liever hebt. Wjj hebben geene andere logeerkamer, mjjn meester ontvangt nooit iemand En zou er in dit gansche groote huis geen andere kamer zijn? antwoordde Marga met een on.-eloo.ig lachje; dat zal ik eens aan mjjn oom gaan vragen. Aan den professor? herhaalde de huishoudster die van verbazing haar mats naar achter sc oof. Neen, nu moet ik toch bekenneü, dat ik nooit een verrassender idee heb hooren uitspre ken. Is mjjn meester soms op de hoogte van hetgeen we hebbeD, en wat we niet heoben? Als bet zoo is, dan bljjft mjj niets anders over dan zelf het huis maar eens te gaan ver kennen, antwoordde Marga, en haar fluweelen kleed opnemende, trad zjj naar de deur. Weea zoo goed, zeide zij, deze kamer of de aangren zende kamers te openen. Sophie nam dit heerschzuehtig schepseltje mst eene aangroeiende verwondering van het hoofd tot de voeten op, doch er lag rooveel eigenzinnige gratie in de vriendelijke trekken, dat de huishoud ster geen verzet waagde tegen de/.e beslissende be- veleD, en waarschijnlijk ook was zjj er van verze kerd, dat zij ten slotte toch zou zegevieren. Zjj kende het huis op haar duimpje, en wist dat geen van zjjne kamers aan den eleganten smaak van een jong meisje kon voldoen. Wordt vervolgt).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1896 | | pagina 1