N I E 1 LI W E Tbaqêlaè voor cttooró' en Suuiè-ê£ollanó. Bij Napoleon's val. No. 2563 Dinsdag 22 December 1896 21ste Jaargang BUITENLAND. Moederliefde ontwaakt, Amerika. Italië. Spanje. b k m l M PRTJ8 DEB, ADVEBTBNTIEN ABONNEMENTSPRIJS Pel b maanden voor Haarlem. t Voor de overige plaatsin in Nederland fr p. p. 1,40 Voor het buitenland 2,80 Afzonderljjke nummer»0,0d Dit blad verschjjnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. B IJ B E A TT: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA IT ON AGITATE. PRIJS DEB ADVEBTENTIEN Van 16 regels .50 Cents Elke regel meer Groote letter» worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cent» per advertentie h Contant. R e d a c t e u r-Uit g e v er, W. KüPPERS. Onlangs werd in Haarlem's veste eene zeer sohooue rede gehouden over den roem- ruohten paus Pi ub VII. Het allerdank- baarst onderwerp is, naar het verslag der pers, ook allerkeurigst behandeld. Indien wjj dan ook heden een artikel aanbieden in verband met die rede, dan geldt znlks niet den hoofdpersoon, maar meerde nevenper sonen, die ter loop» zjjn aangestipt. Zender aanmerking te kunnen of te willen maken op iets of op iemand, moet ons bedunkens toch moer geconstateerd, dan men deed uit komen, dat bjj Napoleon's val, neen, niet alleen de Paus op bemelieh standpunt stond. De geallieerden waren bjj die wereld gebeurtenis ook in hooge mate de heranten vau God en wg stellen in deze scbjjnbaa'- nietige zaak daarom des te hooger belang, naarmate koningin W i 1 h e 1 m i n a nog altoos haar koninkrjjk dankt aan hetgeen toen ter tjjde de verbondene vorsten hebben beslist. Zelf kreeg de Pane zjjns Staten van die Mogendheden weder. Hoe dan mogen de zegevierende vorsten, die Napoleon hebben verslagen, in de geschiedenis zoo bjjzonder de heranten Gods heeten Wjj vinden het antwoord op deze vraag o. a. door den Duitsch Evangeliachen bis schop E y 1 e r t in zjjn werk over Fried- rich Wilhelm III. Zeer treffend wordt daar de geestdrift herdacht der instel ling van hat IJzeren-Kruis, de stichting van hst Y'ic.tonsi-gedenkteeken en nog vele andere zaken meer, allen in de grootste geestdrift voor Gods hoogerkende halp tot stand gebracht. Maar het eigenaardigst is toch wel de audieDtie, welke g-noemde Bisschop zelf bp den Keizer aller Russen had, toen deze vorst in September 1818 te Berlijn vertoefde. Onder anderen beeft, naar E y 1 e r t 's dagboek, de Keizer bem to rn het volgende verhaald «In de dagen van Lutzen, Dresden en Bautzen drong zich bij al onze vergeefsche inspanningen, daar wjj bjj de grootste heldhaftige dapperheid onzer troepen toch retireeren moesten, aan uwen Koning en aan mjj de overtuiging op, dat er met menscheljjke macht niets gedaan kon worden, en Duitschland verloren zon zjjn, wanneer de goddelijke Voorzienigheid ons niet te hulp kwam en onze pogingen niet 1) Deel II, blz. 390. FE PILLET OA, DOOB JULIUS. 2 Vervolg). Toornig ga ik de keuken binnen, de kachel staat rerlaten en zonder vuur; op de tafel ligt een half schoongemaakte snoek, die treurig zijn bek open heeft Lo»i zit op een stoel, hartver scheurend weenende, met den voorschoot voor het gezicht. ffWat drommel, Loni, wat beteekent dat? Het middageten schijnt nog lang niet gereed te ziju.« //Aoh hemel, mijnheer de rechter,/» jammert de keukenprinses achter haar boezelaar, //mijn huzaar moet in de kazerne blijven en het water der waterleiding is bevroren. Ik weet niet, wat ik doen moet.* //Zorg, dat ik iets te eten krijg,// zeide ik woedeBd, mijn pelsjas aan den stoffigen klee derstandaard hangende; ik liep den gang en eenige kamers door, die van Loni's bezoeken getuigden, want de vloerkleeden toonden vuile voetstappen, de stoelen en kussens waren niet afgeschuierd en vele andere voorwsrpen gaven blijk van eene verwaarloozing en onfrischheid, die de dingen aannemen, wanneer men er zich niet om bekommert. Eindelek ging ik de werkkamer mijner vrouw binnen, die tegelijk onze woonkamer is, omdat wij er ons niet op zegende. Ernstig en nadenkend reden wjj de Koning en ik, zonder geleide naast elk ander en spraken niet. Eindeljjk brak mjjn beste vriend het stilzwjjgen af en zeide dat moet anders worden wjj bewegen ons naar het Oosten en wjj willen en wjj moe ten naar het Westen. En het zal met Gods hulpe gaan. Wan neer Hjj dan echter, gelijk ik hoop, onze vereenigde pogingen zegent, dan willen wij ook voor de overtuiging, dat Hem alleio de eere toekomt, voor de geheela wereld uitkomen. Dit zwoeren wg en reikten elkaar met oprechtheid de hand. De overwinning volgde ons nu bjj Culm, Katzbach, Grosz- beeren en Leipzig, en toen wg aan het einddoel van den zwareu kampatrjjd in Pargs waren, bracht de Koning van Pruisen, van wien de eerste gedachte was uitgegaan, deze heiliga zaak weer ter sprake, en met ons vereenigde zich gaarne de edele Keizer van Oosteurijk, F r a n s I, die met ons in denkwjj», gezindheid en bedoeling overeen stemde. In eenea ernstigen stond werd het Heilig Verbond geboren Het is in bet geheel niet ons maar Gods werk. De Ver losser zelf heeft alle denkbeelden die het in zi«b bevat, en alle grondstellingen, die in hetzelve heerschen, ons ingestort.» Tot zooverre E jj 1 e r t 's andientie-ver- slag. Nu is het waar, dat het fameuse staatsstuk hetwelk op 26 Sept. 1815 als het Heilig Verbond door de bondgenoten in naam der Allerheiligste Drievuldigheid is gepubliceerd,en hetwelk onder allerdevootite vormen, alle volken opriep tot de Broeder- Bcbap der Christenen in den Heiland, aan allerlei critieken heeft blootgestaan. Ver borgene politieke bedoelingen werden er natuurljjk dadeljjk in gezocht. Ook werd het na den dood der onderteekeoaars zeer spoedig vergeten. Maar het is ook waar, dat Goetho, wien niemand orthodox of pië tistisch noemen zal, er van zeide «De wereld moet iets groots hebben om «te haten dat heeft zjj bewezec iu haar «oordeel over het Heiliga Verbond en toch «is er nimmer iets grooters en voor de «menschheid weldadigere tot stand gekomen. «Maar dit begrjjpt de trotschheid Diet. Het «groote is ongemakkeljjk en men mo»t ge- «schiktheid hebben om het te vereeren. «Het gewone omvat en dnldt het ongewone «met.» I. Eckennans Schrift über Göthe Ipag 277 t. a. p. kunnen beroemen vele kamers te bezitten. Het is het eenige behaaglijk nestje onzer woning, want Martha duldt rond zich heen al leen het schoone en reine; een aangenaam, op wekkend haardvuur verwarmt de ruimte, Schrijf werk, boeken, teekeningen, schilderstukken, pen- seelen, alles ligt in bonte mengeling op tafel. Martha zit, gekleed in eene lichtblauwe japon, op een stoel voor den Amerikaanschsn haard. Haar schoon, bleek gelaat met de groote ver standige, ietwat droomerige oogen, kijken mij teeder aan. //Ach, Arnold, wat ben ik bij, dat gij daar zijt. Ik ben zeer moede van den arbeid en verlang naar een gemoedeljk babbeluurtje.// Ik kuste mjne vrouw volgens gewoonte op het voorhoofd, ofschoon ik m j een weinig boos toonde, omdat ik in den morgen eene nog al groote rekening had ontvangen aan kant en twee kostbare porseleinen vazen,van welken koop Martha mij niets had gezegd. //Waaraan hebt gj dan gewerkt, vrouwtje?* vroeg ik verstrooid. //O, alles ging uitmuntend,// zeide zij leven dig. //Eerst heb ik Schumann's//Am Meers// in gestudeerd, daarna heb ik twee urt n lang aan het kleine aquarel geschilderd en ten laatste heb ik mj aan de novelle gezet, waarover ik u onlangs sprak en ze voleindigd." //Zoo,// zeide ik ge/ekt *Denk er aan, dat Loni nog niet eens begonnen is het middagmaal gereed te maken.// ff Dat doet er niets aan toe!» zeide zj lachend, „ik heb in het geheel geen honger. Ik zal u in dien tjd de novelle eens voorlezen!" Daarbjj komen dan nog die reeksen van vervoerde liederen en opschriften, gedrukte predikatiën en verhandelingen uit die da gen welke waar zjj de vorsten der bondge- nooten besprekenhen allen voorstellen als in hooge mate vervoerd en godsdienstig. Voorts, die vorsten ze! ven. Zg kondeo door nataurijjke redeneeriogen, niet langer de toewjjding hupner onderdanen in deze groote wereldzaak der vrijheid begrgpen, Dat heel de Russische adel uit eigen vrjje beweging hun Moskon, een stad die voor den Rus is, wat Parjjs is voor den Fraischmao, aan de vlammen leverde, liever dan N a- p o 1 e o n nog verder te dolden, het ging naar zjjn eigen getuigenis des Czaars Alexander's bevatting verre te boven. Oost/nrjjk verging het evenzoo. Niettegen staande N a p o 1 e o n's huwelijk met eeu Prinaes van het Oostenrjjkscbe vorstenhuis, en niettegenstaande de Oostenrijkers allen Katholieken wareD, verbroederden alle hor den en stammen van Oostenrijk'» Noorden en Zuiden zich volstrekt niet met den F/ansehman maar met den Pro s. E deze zelf Hij leverde geheel kost doos regimen ten van vrijwilliger», die om de enorme oorlogskosten niet een» waren opgeroepen, ea langs alle gouweu in Duitschland beerschte als een vaststaand feit de over- taigiugnu overwinnen wij door God En zoo moet ons bedunkens, bg historie-ztndie dit prachtige getuigenis nooit worden ver geten bg. Napoleon's val getuigde heel de wereld weer eer oogenblik voor God. Zjj, die a'len kort te voren met hunne lang gedresseerde legers als kaf voor den wiud werden verstrooid, zg gevoelden zich na allen bjj z^er ongeoefende troepen tot een heirmacht Gods omgescbap'iD, r/nn te weerstaan het N a p o 1 e o n niet langer zou gageren zjjn. Na het einde aller veldslagen werd het Congres te Weenen gebonden en werd Eu ropa letterlgk door de Mogendheden op nieuw geregeld. Daardoor ontving ten onzent Willem I een koninkrjjk, iets wat de Oranjes nog Dimmer in Holland hadden bezeten. Zelfs was de vroegere Stalhouder het land ontvlnclr en i den vreemde ge storven. Wilhelmina's koningschap hangt dus voor ons niet samen met deu opstand van Dec Zwjjger tegen Spanje, maar met het volkenrecht van 1815. P. M. BOTS, pr. Zj gaat rechtop in haar stoel ziten en leest. Zij had een groot en hartstochteljk talent; hare scheppingen ademden kracht en waarheid, ze vonden eene plaats in de voon aamste tijd - schriften. Martha bezit eene echte kunstenaarsnatuur; maar daarmede alleen is een echtgenoot niet tevreden, wanneer men na eene lange, inspan- mende rechtszitting verlangt zjn middagmaal te nuttigen. Nadat ik hare novelle geduldig had aangehoord en geroemd, zeide ik: //Martha, wilt ge Loni niet wat aansporen? Ik heb sinds heden morgen zeven uur n ets meer over mijne lippen gehad.// »Neen, Arnold," zeide zj op energieke wijze, //ik ga niet meer naar de keukeD; d»t ordinaire gezicht en de afschuwelijke spraak van Loni zouden mj geheel uit mjne goede stemming brengen. Dut kunt gij niet van mj verlangen.// //Maar ik heb honger!/» zeide ik, ten laatste oageduldig wordende, en tamelijk duidelijk. Zij ziet m j verbaasd, met een eenigszins spot tend medelijden aan!" //Mijn hemel, hoor die mannen toch eens! Ik kan wel waghten tot van avond! Ja, er zal wel niets anders overblijven, beste Arnold, dan dat gj zelf naar Loni gaat. Zij is mij onverdraagljk.// Ik ging dus naar de keuken. De onverdiaag- lijke Loni, die met een goeden wil en luim in een half unr meer kan doen dan een ander in vier uren, opende juist de keukenkast, om de met vele barsten versierde glazen, eerst sinds een half jaar nieuw in gebruik, er uit te nemen. Loni,// verzocht ik op vriendeljken toon, /wilt g» vast het bier binnen brengen?/» Het gaat den christeljjk-democraten in Amerika niet voor den wind, nu uit Rome het bevel is gegeven zich te matigeD. Hetzjjo hoofdzakelijk Franscben in Cana da, de Ieren en Italianan in de Vereenigde Staten die in democrat'sche richting sturen. Monseigneur S a t o 1 1 i, die onlangg de Vereenigde Staten op last van Z. H. den Paus heeft bezocht, schjjnt den Pan» vol komen op de hoogte te hebben gesteld. Mgr. K a e d e, de vriend van Mgr. Ire land is ontslagen als Rector van de Ka tholieke Universiteit te Washington. De commissie voor Buitenlandsche Zaken uit den Senaat te Washington heeft de motie van C a m e r o d, waarbjj de onafhankelijk heid van Cuba erkend wordt en verklaard dat do Vereenigde Staten hun bemiddeling zullen gebruiken om een eind aan deu oor log te maken, aangenomen. De resolutie is voor hetCongres bestemd. Indien dit haar tweemaal met twee derden der stemmen aanneemt, verkrijgt zg kracht vau de wet ondanks het veto van den Pre sident. Deze resolutie heeft een paniek op de beurs veroorzaakt en uitgebreide liqui datie», alle fondsen omvattende, tengevolge gekat). De bears sloot koortsachtig met een fractie boven do laagste koersen van den dag. De Italisauecbe Kamer heeft met alge meens stemmen den Kroonprins een jaargeld toegestaan vau een millioen, waarna eene verklaring werd voorgelezen van koning Umberto, dat hg jaarlijks een geldeljjke som in de sehatkict zal storten, voor welke aanbieding de Kamer Z. M. een adres van dank en toewijding heeft gezonden. Toen de afgevaardigde Andrea Costs, op afschaffing der geheele civiele 'ijjst bg den Koning aandrong, werd hem het woord ont nomen. De opstand tegen Spanje ob de Philip- pjjnscbe eilanden, schrjjft een Duitsch koop man iu de Hamburger Aaehrichlen heeft zjjn oorzaak. Er gebenieo ongelooflijke dingen van wreedheden, die deRegeering te Madrid toelaat. Iu de nabjjheid van de vestingwer ken van Santiago bevindt zich een om- //Jawel, mijnheer de rechter,// zeide zj wel willend. Door deze bereidwilligheid aangemoedigd, voegde ik er b j: '/Wees dan ook zoo goed Loni en spoel eens flink mijn bierglas om.// Deze aanmoediging is bepaald voor Loni te bar; ofschoon ik gisteren een sigareneindje,vol gens mjne zedelijke overtuiging afkomstig van haar //huzaar//, in mjn bierglas had gevonden, en dus wel eene zekere rechtvaardiging voor mjn verlangen bezat,vaart Loni woedend uit: //Nergens in een dienst werden mj ooit zulke eigendun kelijke dingen gezegd. Ik ben toch geen klein kind meer en bovendien, mijnheer de rechter, moet ik u zeggen, dat alles hier anders is, dan mij gezegd werd, niet volgens contract. Ik heb mj bij esn kinderloos echtpaar verhuurd en nu binnen eenige weken kraait hier zoo'n kleine dus ik ga heen." «Dat kan niemand aangenamer zijn dan mj, Loni,// verzekerde ik haar vol zelfbewustzijn en begaf mj naar Martha, die mjne boodschap met eene kostelijke bedaardheid aanhporde. W j zullen ons altjd wel ergeren aan de dienst - boden en Loni is ten minste toch nog eerljk,// suchtte ik; //behalve dat haar „huzaar// mjne sigaren helpt oprooken, weet ik niet veel kwaad over haar te zeggen." „Deze lieden stelen allen," bevestigde Martha bedaard. //Dat is nu wel wat te veel gezegd, vrouwtje. Maar het ware toch raadzaam, dat gj voortaan uw linnen en zilver eigenhandig afsloot, men weet niet hoe onze //ni»uwe// er over zal denken." (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1896 | | pagina 1