No. 2566. Vrijdag 25 December 1896 21ste Jaargang WagBlaó voor efflooró- en Stuió-éCollanè Kerstmis. Eene kerstvertelling. BUIT EN LAN D BUREAU: St. JansBtraat. Haarlem. 50 Cents. 7 V Moederliefde ontwaakt, Bulgarije. België. Spanje. Rusland. ABONNEMENTSPRIJS. Per 3 maanden voor Haarlemf 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland franco por post1,40 Voor het buitenland c 2,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. Redacts a r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS. AGUTE MA MCN AGITATE. G PRIJS DER ADVERTENTIE!*. Van 1—6 regels Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Hoojdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de Puhlicité Etranabe L. DAUBE Co. JOHNF.JONES Succ., Paris 31 bis Fauboura Montmvtre Zjj, die zich vanaf beden op de NIEUWE HAARLEMSCBE COTJRANT abonneeren, omvangen de nummers, welke nog vcór 1 Januari a. s. verschijnen, gratis. In den aanvang van Januariwordt met een boeiend, groot feuilleton begonnen, ge titeld Een bereikt doel. Heerlgk feestWanneer dit feest van de geboorte des Heeren nadert, denkt elk oprecht mensch, elk Chnstsn meer dan ooit aan den Vrede in Bethlehem's velden gezongen. Wjj gevoelen behoefte aan vrede, vooral in onse dagen, die rampen en ellende geven en eene donkere toekomst voorspellen. Wij smachten naar vredevrede op maatschappelijk en op kerkelgk gebied, vrede in den Staat, vrede in het hnisge zin, vrede onder eu met elkander. Vrede! Maar klinkt ons dat woord niet als eene parodie in de ooien wanneer «ij oaze blikken rondom ons heen wenden en de toestanden gadeslaan waarin wjj leven en ons bewegen. Willen de monschen wel den vrede? Getuigt het van vrede, dat de Statsn van top tot teen gewapend sjjn en zich maar aldoor nog meer wapenen om elkaar te verdelgen Getuigt het van vrede, dat de Regeeringen elk jaar het budget van oorlog trachten op te voeren tot cijfers, waarvoor elk bezadigd en ernstig denkend mensch moet teiQgoobrikken Getuigt het van vrede nu wjj in de beschaafdste lauden vau Europa, den gasst vau verset en omver werping der bestaande orde waarnemen, wanneer wjj de rampzalige woelmgen der menschen gadeslaan? Getuigt bet van vrede wanneer wg zien dat godvergeten beos- wiehten het moordwapen opheffen naar vorsten en regeerders, naar ouschuldigen, niets kwaadsvermoedenden. Getnigt bat van vrede wanneer wjj de statistiek van moorden en zelfmoorden na gaan en ontwaren, dat juist iu onze dagen het aantal gevallen dier misdaden tot een ejjter geklommen i», hetwelk de geschiede nis van vorige jaren niet zal kunnen aan- wjjzen Getnigt het van vrede wanneer wjj overal niete dan verwildering en ontaarding waar nemen en moeten erkennen, dat de immo raliteit ïelfs haar zetel gevest gd heeft in den Staat, in de sobool en in bet buisgezin Neen ,daar is niet overal vrede. De heilrjjke boodschap van de geboorte van Gods Zoon aan htt mensebdom ge bracht, hetGlorie zij aan God in den hooge, Vrede op aarde den menschen van goeden wil, door deEugelen boven Betblc- bem's velden gezongen, laat nog velen on verschillig. Die onverschilligen verwacht ten van deze wereld al het goedebier reeds zoek am zjj bevrediging en laten zjj hun hartstocht botvieren. Alle menschen geljjk, geen God, geen Meester, dat is hunne lens en daarnaar willen zg leven, geheel vergetend dat het FE V1LLBTON, BOOS JULIUS. 6. (Vervolg). «Wanneer hij lief wordt, wil ik hem uiltse- kenen," zeide Msrtha op weiwillenden toon, «tot hedea is het kind maar een klein en lastig schepseltje.* De beker is tot ons gelak eene uitstekende vrouw. Zjj slaapt in de kamer naast ons cn ik hoor, hoe zjj 's nachts wel twintigmaal naar den kleine gaat zien. Maar nog eenige weken en' de baker zal heengaan, wat dan P Mathilde belooft rast, dat zjj mevrouw alle last uit de handen zal nemen. Ik zie het in en ondervind het voor den eer sten keer, met heldere duidelijkheid, dat ik geen vertrouwen in mjjne eigen vrouw meer heb, iz geloof niet, dat zij ooit een harer nei gingen on> der wille van haar kind zal vaarwel zeggen. Plotseling verdwjjnt iets van het harts tochtelijk, vurig gevoelen, dat ik voor Ma>tha koesterde en ik noem haar, die voor mjj tot heden mjjne dierbare, aangebeden vrouw, het lietste en schoonste op aaide was, eene zelf zuchtige. Wel is watr verjaag ik aanstonds de zooeven opgewelde gedaehten ea toeh, wan neer die gedachten zich reeds eenmaal hebben voorgedazn, dan keeren zjj altjjd weer, gelijk God zelf is, die de oide der Maatschappij heeft gevestigd. Ds oaturraienen, als zjj er toe komen, dan voet te zetten op den weg van wanorde en het wagen durven da maat schappelijk - orde te n retoren, en huu evennaasten te koit te doen, ta verachten en zoo mo- grljjk ten veraerve te voeren, bespeuren niet, dat zjj de banden hebben geslagen in de lacht, dat zjj zich bittsr teleurgesteld zien en meedoogenloos worden teruggewor pen in eigen kring, beroofd van datgene ivat bun hst leven hier drsgeljjk k in ma ken de troost van de vrienden Godt te zijn, het uitzicht op een hemelsch loon na dit leven. Eene valsehe wetenschap heeft zich uit gebreid over de wereld wier aanhangers de voorbeelden der beschaving, door hst Christendom aangebracht, halsstarrig loo chenen en zich begi aren inde ellende van bet materialisme. Treurig is de verwoesting, welke de ngd en de caat in de karten der menschen teweeg brengtbedroevend is bet te zien, hoe de tevredenheid ondersajjnd wordt door valsehe voorspiegelingen, eu hoe daarmede het getal der goeden van wgsnnger wordt eu de bedoelingen Gods miskend. Maar hopen wjj, dat bet ongeloof en de misleiding, de baat e* de nijd der menscben niet een zoo vetwoesieuden invloed zullen nebben, dat de maatschappij er door zal geschokt wordeu. Hst e Vrede op aarde», dat ons weder opnieuw in de ooien kiiukt en de komst van Christus den Vredevorst, moeten er ons een waarborg voor sjjn, dat God Biedclgden zal hebben met zgn schepselen dat er in de harten van zeer velen werke- Igk weer vrede zal zjju en blij ren. 't Zg er vrede of strjjd rondom ons heersche, wg zullen er ous nUt om be kommeren. Laten wjj traohten den vrede te verwerven en te bewaren dien de God- meusoh der wereld heeft gebracht, de vrede met God en de rust van het geweten. Wjj hebben de zekerheid dat de Heiland degenen die met hem in den stal van Bethlehem en op den berg van Cslvar.ë vertoeven, ook aan den triomf zjj nor ver rijzenis zal dom deelnemen. Immers Lelieblanke Serafs dalsn Uit de gulden hemelzalen, Gansch omstraald van Godljjk licht Dalen juichend naar beneden Bjj het Wiehtje, dat tevreden In een kribbe nederligt. Laat ons huldezangen menglen In het jubelkoor der engelen Zingen wjj met blijde stem Heil! aan Dia uit d'hemelbogen Als Varlosser kwam getogen, Naar den stal van Bethlehem I... Hoort hen juolen, hoort hen wenschen Heil en vrede, aan de menschen Die van goeden wille ajjn!... Heil en vree glanst uit 't gezichtje Yan het vriendlijk lachend Wichtje, Van het Godljjk Kindekjjn, Ziet, hoe zij met d'herders knielen Voor den redder onzer zielen zomersproeten op een blanke huid. 'Iegelijk echter keeren alle hartstoohten, waarvoor mijn hart vatbaar is, zich voor het kind Ik gevoel een diep medeljjden met dit onbewust, hulpe loos schepsel, dat op onze liefde en hoogste zorgvuldigheid aanspraak heeft. Ik neem bijna geen andere lectuur meer ter hand, dan die, welke geschreven is over de verzorging en behasdeling van zuigelingen; ik zie toe op het apoelen der zuigflesschen en zorg voor aene geregelde verwarming der kamer. Toen de baker ten laatste vertrekken moest, ging ik zelf in de kinderkamer slapen ja, ik moet het bekennen iu dien tjjd waachte en droogde ik zelfs «igenhandig de doeken. Martha ziet dit alles aan met de grootste ver bazing. //Mjjn hemel,// zeide zij een9, //ik begrijp niet hoe gij dat uithoudt. Wanneer ik éen dag zoo werkte, zou ik niet meer in staat zijn goed na te denken.// //Misschien kwam dan eerst het verstand,// zeide ik too scherp, ale Martha mij tog nooit te voren had hooren spreken. Zij keert zich met eene eigenaardige imarte- ljjke uitdrukking van mjj af en zegt met eene stem, die een hevige ontroering te kennen geeft: //Ik heb hot immer vermoed, dat uwe liefde voor mij eens zou verkoelen. Gelooft gjj ik weet het niet dat ik niet meer dat voor u ben, wat ik vnor u was f Denkt gjj, dat ik hei kind ooit zal kunsen liefhebben, wanneer het mij datgene ontrooft, waar ik in ue eerste plaats recht op heb f# Ik haalde de schouders op; maar haar smait Knielen wg met hen dus neer Knielen wij in geestvervoering, Vol van zaalgs zielsberoering, Bij de wieg van God den Heer. Ik was alleen alleen den avond vóór Kerstmis, wanneer alles wat bijeen hoort, samenkomt aau den haiselgken haard alleen zat ik in de koude, donkere kamer en pguigde mjjzelf met bittere gedachten. Ik kon het niet uithouden, kleedde me aan en ging uit. Met de handen in den zak, mjjne bonte muts tot over de ooren getrokken, slen terde ik voorbjj de verbekte venster», waarachter allerlei speelgoed tentoonge steld werd voor groote eu klsiue kinde ren. Hier en daar bleef ik staan voor esn boekwinkel en las voor de honderdste maal de onbsdaidende namen van de onbedui dendste prenteboekendie verhaaltjes, een tgdverdrgf voor leege hersentjes van Kinderen De menschen liepen tegsn me aan met pakken, manden en koornschovon.lk Drom de tegen hea, maar ze lachten tegen mg. It had last twist te zoeken tegen ten vau die dom-reriukte vaders, die aan elke h.ma oen kind meesleepten, 't Zelfde leege ge woel, dezelfde uiletallingen, dezelfde vroo- lyk, drukke meneoben met dezelfde feeste- lgk gestemde gszicUten overal. Is keerde om eu giog donzsifden weg terug. Uit eene zjjstraat kwaui een kleine jongen op het tro.ttoir, met zgn slede achter zien aau en bleet staau kgken voor «eu borlogsinakerswinkel, waar een onder- wetsch meehaniek te zien was; een burger, die van een feest tehuis komt. De jongen sehaterde 't uit van pret. Zgu slee stond me in den weg. Ik sckopte er tegen, zoo- uat ze op zg schoof en bromde barsch. 't Ventje liep weg voor me uit, stond nu en dan stil, en keek om; maar zoodra hg mg in 'i oog kreeg, liep hg barder, door de menscbenmaasa been, behendig tusacbeu de wagens en voetgaugers door slippende en steeds vol zorg op zgn slee passende. Eiudelgk op ds markt verloor bg me uit net oog eu dacht ook zeker niet verder azn mjj, onder 't drukke gewoel om hem been. Maar 't kind had ms zoolang geërgerd met zjja schuw omzien, dat hg mg begon te intereaseeren. Hg was een kind uit bet volk, dat was duideljjk te zien, aan zgn armoedige en versleten kleeren, die toch warm waren en blykbaar goed verzorgd, zjju gezicht was bleek en mager en kg ■eheen acht a negen jaar oud. Ik stond achter een partjj Kerstboomen en hivld asm iu 't oog,tsr/vjjl hjj ernstig opzag naar de groene berijpts denneboomen, die zoo wonderljjk in bet gaslicht flonkerden. De laatste koopers gingen langzamerhand heen en de verkoopsrs begonnen in te pakkan. Ik zag eene jonge vrouw, die ik kenoe, plotseling bedenken, dat ze toch ook een Kerstboom moest hebben om haar man mede ta verrassen op den eersten Kerst avond in hun eigen huis, behalve nog de schoof, die het meisja droog en 't speelgoed had mjj zoo aangedaan, dat ik hare sneeuwnlauke banden nam en kuste en streelde, om haar te bedaren. Na dien tjjd sprak ik niet meer over het kind, waarom ook Het ging haar begrip te boven. lederen keer, wanneer ik uit eene lange rechtszitting kom, klopt mjj onderweg het hart. Kon het kind gedurende mijne afwezigheid niet een ongeluk overkomen zijn? Had Mathildj het kind wel goed verzorgd Niet laten vallen f Ik ademde telkens ruimer, wanneer ik den kleine in zjjn gekreukt wit jurkje, waaraan de lintjes en strikjes als een spotternjj hingen, we- d-r op mjjne armen droeg en een weldoend lachje zich om den mond van mijn jongen vertoonde. Ik bezoek geen sociëteit of club meer, ik speel geen biljart of kaart en mjjne vrienden hebben mjj den bijnaam ge;even van //huis vadertje.// Maar dat hindert mjj niets Weinig menschen het) ik uit geheel mijn ziel lief, het kind eehter is mijn levsn, zonder hein is mi) het leven niets. Op zekeren dag behaalt een landschap, door Wartha geschilderd den prijs op een Tentoon stelling Dit bericht kwam juist in een tjjd, dat onze jongen n et al te wel ia; hij ziet er bleek uit en hoest. Met een van vreugde stralend gezicht deeldo Martha mjj haar succes mede, maar niets is mjj in deze oogenblikken onverschilliger dan een zegepraal van Martha. «Zoo antwoordde ik, «ik houd meer van de Amerikaansche kinderinstellingen daat krjjgen de moeders een prijs voor het gezondste, dat zg in da tasub had. Vlug kocht ze een klein boompje en zag om zich htec. Daar ontdekte ze den jongen, met de slee. Ik hoorde haar mat hem aecordeerenover 't naar huis brengen van 't boompje, zag hoe hg 't op de clee laadde en achter haar aanging. Ik kon evengoed denzelfden weg gaan, ale ergens heen slenteren. Op een gepasten aistaud ging ik achter bem aan. Ik had nu eenmaal last dat ventje te bestndeeren. Ik dacht er over na wat zoo'n kereltje voor Kerstavond heeft. Thais zit zeker zjja vader bjj de brandewjjuflesch en zjjne moeder zueht over eea boek, terwjjl het kind op straat zwerft en bij den daivel in de loer gaat. Ja, zoo is de wereld. Ik zag dat de dame hem een halve kroon gaf. Hjj draafde verrukt weg, met de slee achter zich aan, die slingerde tus- schen zjjne dunne beentjes, 't Was dus zeker 't eerste geld, dat hjj verdiende. Langzamerhand werd hjj kalmer eu liep voort met waardigheid, als in nadenken verzonken, 't Venster van een halvekroons bazar hield hem staande. Hg bekeek al de uitgestalde voorwerpen. Soms schitterden zjjne «ogen en bjj keek naar 't silverstok, in sjjne handen. Op eene snelde hjj voorait. Op de markt zat nog de vrouw met suikergoed, maar ze verlangde om weg te komen. U verkoop ik 't heele partjjtje voor eene halve kroon, jongen «iep ze. Mjjn jongen aarzelde een oogenblik, keek naar zgn geldstuk, maar euelde weer voort. Hier eu daar werd hjj nog half gevangen, maar hjj redde zich door «ene overhaaste vlucht, zoodat ik moeite had hem te volgen. Eivd/ljjk kwam hjj aan een kruideniers winkel,zette zjju slee tegen den manr, ging naar binnen en stond voor de toonbank met pleehtigen ernst. Meu vulde twee peperhuizen en gaf hem die, hjj betaalde met zjjn glimmend zilverstuk en ging heen met dezelfde kalme ernst- Maar toen hjj het tonw van de slee weer in de hand had, verdween zgn waardigheid en hjj liep dansend en zingend eeae donkere straat in. Op eens verdween hjj in een poort, ik hem achterna. Door een venster zag ik eene vronw, die stood te strjjken bjj een dun vetkaarsje. Ik zag den jongen binnenkomen en hoorde haar roepen, dat hg zoo last kwam. Ja, maar moeder, hu heb ik wat beerljjks. Hier is rjjst en bier en sniker. Na hebben we tóch rjjstenbrei morgen, moeder Ik gluurde door het venster. Het zag er armoedig uit, allerellendigst. Ik floot even. Moeder en zoon keken even op, de laatste kwam naar bniten. Hier is nog eea kroon, zei ik, van die dame van zooevsn. Zjj vond dat het te weinig was. Voor het ventje van zjja verbazing be komen was, was ik reels weg. Het was mjj tosn of ik ook bg de al- gemeene viering hoorde. Mag ikhetzeggen? Ik doe bet op hoop van navolging. Die aalmoes verbljjdde mjj zoo, dat ik den volgenden dag na de plechtige diensten er nog een gaf aan «en man, die op straat dikste kind wanneer zij hare kindeien au niet uit liefde en plichtgevoel verzorgen, dan doen zij het ten min ste uit ijdelheid." Martha staat voor mij als verslagen. Ik weet, dat ik voor den eersten keer toornig en zonder liefde tot haar heb gesproken. Een harde trek epeelt plotseling om haar lief gevormden mond." //Aha,// zeide zij, //het slavenleven begint En met eene zenuwachtige beweging neemt zij het zooeven ontwakende, schreiende kind uit zgn bedje en begint de kamer er mede op em neer te leopen //Gij zult van mijn ijdelheid// niets meer zien of hooren,// zegt zij na eenigen tijd met eene stem, waaruit da zilver-heldere klank, dien ik ook zeer lief had, verdwene nis. Van dezen dag af verande.de Martha hare levenswijze. Zij wijdde zich geheel en al aan de verzorging van het kind, maar zjj doet het zonder de minste vreugde, ik zou haast zeggen: liefdeloos. Ik waag het niet te doen, maar o, zoo grarne had ik haar het kinduit de armen genomen, omdat haar blik zoo strak en zonder teederheid op het kleine wezen rust. Het is mij alsof het kind onder deze moederzorgen niet opgroeien kan Maar ondanks dit alles groeit bjj krachtig; zjjn jurkje, te klein geworden, is reeds door een grooter vervangen, zijne oogen worden grooter en stralender; zijn mondje roert hjj lusiig, hjj speelt met zgn dikke voetjes en als hij naar buiten gedragen wordt, dan zeggen de voorbij gangers: //zie eeus wat een aardige, gezonds jongen." in de kon stond te bibberen en het was aavonde op mijne kamer niet zoo een zaam als ik gedacht had dat het met die etille dagen er wezen zoo. Sedert een paar dagm is te Sofia bet proces tegeu den vermoorden staatsman Stamboulotf aangevangen. Er zgn niet minder dan 130 getuigen opgeroepen. Een der g*tu>gèn ovuihaudigde bg zjja verhoor den Recht «r^cen briefdien S t a m b o u 1 of f kort voor zgn dood geschreven had en waar uit blght, dat hg bekend was met alle bij zonderheden van de samenzwering, die tegen hem werd gesmeed. Gisteren hssft ds Vtneai^ing voor de Evenredige Vertegenwoordiging te Brussel baar jaarljjksohe vergadering gehouden. De vergadering heeft eene commissie be noemd, belast 1. met het onderzoek van het ontwerp tot iavoeriog van de evenre dige vertegenwoordiging dat bg de Kamer is ingediend 2. met het onderzoek van de verschillende nieuwe formnleeringen van de evenredige vertegenwoordiging, met handhaving van de beslissing, door he internationaal congres in 1885 te Antwer pen genomen het aannemen van het stel sel d' H o n d t. Eindelijk is besloten ter gelegenheid van de Brusselsche tsutoonstelling in 1897 een internationale conferentie over de zaak te beleggen. Tegen den Brueaelschen oudoffleier van politie Alexander Conrtois, den vermosdelgken moordenaar van de oude dame in de rue de l'Arbre-Bénit ta Bros se! en als zoodanig naar de Assizes verwe- zsn, is een twesde bevel tot iubeohtenia- neming uitgevaardigd, omdat hg verdacht wordt vaneen diefstal van 3000 franks, een jaar of drie vier geleden te Brnseel gepleegd. Ook voor dez9 misdaad is hg naar de Assises verwaeen. Volgens do Times heersoht in hst leger dar Cabaaosche opstandelingen na den dood van hun aanvoerder M a c e o niet de minste moedeloosheid. Integendeelhet leger der opstandelingen wordt dagelgks sterker, dear veel Cubanen de stad Havana verlaten om zich bg hen aan te sluiten. Uit St. Petersborg is aan koning W e- ne 1 i k van Abeszynië, den overwinnaar der Italianen, een kostbaar Kerstgeschenk gezonden, bestaande in allerlei mnziek in strumenten, concertvleugels, pianino's,strgk en blaasinstrumenten, en vier goederen wagens vallende. Men denkt dat het van den Czaar afkomstig is. Het mooiste is dat er ook een kapelmees- tar en muzikanten bjj worden gestaard. IV. U« lente is in het land gekomen, al onze vensters staan wijd open, [opdat de heerljjke lentelucht binnen kan stroomen. Ik sta aan het venster en kjjk naar buiten de frissche lucht schenkt, mjj steeds nieuwe levenslost ik verlang de armen| naar Martha uit te strekken en kaar te zaggea//dierbars vrouw, wanneer ik u lesd mocht hebben ge daan, wees dan niet zoo lang boos. Ik hond nog evenveel van u, vooral nu gjj door de verzorging van het kind u zooveel opofferingen hebt getroost.// Martha rjjdt met het kind in den kinderwa gen door de paden van onzen tuin op #n neder; de jongen zit overeind in de kussens van zjjn wagen, niet zeo vrooljjk als gewoonlijk, een weinig ernstig en stil kijkt hjj r0nd. Een kin dergezicht is altjjd de spiegel van het gezicht, dat zich over hem beenbuigt. Martha kjjkt ernstig en ietwat verstoord, ge dachteloos veor zich. Zjj i9 in den laatsten tjjd m zichzelve gekeerd, zjj heeft ie'« afwijzends in houding en gelaatstrekken gekregen. Datr komt Mathilde in den tuin; zjj droogt hare handen aan h-. ar boezelaar af en «egt: //Mevrouw, ik ben met doeken spoelen gereed, wil ik het kind van overnemen.// Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1896 | | pagina 1