N 1 E U W E agBlaè voor ©Rlooró* on SBuió^Collcinó. De armen. 3To. 2572 Dinsdag 5 Januari 1897 22ste Jaargang BDITBNI/AftD. FE UIL LET O F!, Een bereikt doel- ItaUë. Frankrijk. Engeland. Amerika. ABONNEME» TSPBJ Jtï Pei 8 maanden voor Haarlem. Voor de overige plaatsen in Nederland f'r p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BÜESAD: St. Janstraat Haarlem. t 1,10 1,40 2,80 0,03 PBIJS DEB ADVEBTENTIEW. AGITE MA NOB AGITATE. Van 16 regels 50 Cents Elke regel meer7% Groote letters*worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie Contant. Redacteur-Uitgever, W. KSPPERS. Onder bovenstaanden titel lazeD wjj on langs in de Univers een zeer lezenswaardig artikel, hetwelk ook op den toestand van obs land kan worden toegepast. Vandaar nemen wjj de vrjjheid een en ander uit dit artikel onzen lezer» voot te legger)- Bedoeld artikel begint ah volgt: Daar zullen aitjjd armen en rjjken zgn. Da afschaffing van de armoede is een har senschim. Zg, die de afschaffing der armoede beloven, zjjn dwazen, indien zij hopen in hun pogen te slagen; en zg zjjn openbare boosdoeners, indien zg het volk mtt een praatje dat de armoede zal ophouden te bestaan, willen bedriegen- Maar wel zjjn er verbeteringen mogelijk. Men kan gemakkelijk een maatschappeljj- ken toestand zich voorstellen, waar de voornaamste misbruikea van den rijkdom zullen verdwenen zjj-waar all» ellende zal geholpen worden, waar de armoede te dragen zgn zal. Op het platteland zgn de proefnemingen gemakkelijk te doen en gseu enkele belang rijk» hinderpaal zal het welslagen van die proefnemingen verhinderen. Indien de Sttat en de vtienden der armen hunne pogingen zouden willen vereenigen, met de hun ten dienste staande middelen zouden zg de meest vertroostende gevolgen verkrijgen. De bewoner van hot platteland is nooit begunstigd. Hg heeft niet het hooge werk loon, de genietingen, de onafhankeljjkbed van den werkman uit de stedec; bovenal heeft hg geen gasthuis, wanneer ziekte of ouderdom hem komt bezoeken. Maa* noot vervalt hg tot zulk «en diepe ellende en tot znlk eene algeheel» ontbering. Hg vindt altgd een nachtverblijf, brood om zich te voeden, stukken hout om vour aaa te leggen en zich te verwarmen. De aarde leveït on ophoudelijk iets ep aan hem. Hg kent zijne buren; de buren kennen zgu tllende en weigeren hem hunne bulp niet. Gewend aan ruwen arbeid eD aan ontbe ring, is hg minder gevoelig voor het lgden. Bij is niet verwend door het leven, en ver draagt met standvastigheid en kraebt zgn lot. Want de ellende is voor hem geeo onbe kende; bij ziet zonder angst of vreezs haar komen. De bewoner van het platteland heeft niet te blagen o«er zekere genieting n, omdat bjj ze nimmer gekend heelt. Hij heeft V 4. {Vervolg). het schouwspel van de weelde dar rjjken en van d» genoegens der gelukkigen n<et onder zij ie oogep; rondom hem is alles aan deu arbeid. De measte plattelandsbewoners zija gods dienstig en vinden in den godsdienst de verklaring van hunne rampen en de bracht om die rawper te verduren. Da dtoomer en van de socialisten zijn hun ontek«nd, Zg eischen geeu vermeende rechten op, die men hun zouden hebben ontnomen; zij hopen niet op eeu hsrsenschimmige gelijkheid of op een geluk, hetwelk, zooals zij wefceu, onmogelyk is. Er zou daar veel le doen zgn voor den arme; maar zijne behoetten zijn beperkt en zijne eischen zijn matig: men kan hem alzoo voldoening schatkeo. De hulpmiddelen outbreken niet. In tien meo de begrooting opmaakte van de liefda digheid, sou men bev nden dat die liefda digheid meer dan strikt noodzakelijk is voor de leniging van allo echte ellen e en be hoeften. L'aar zija wein g landeljjka ge- mee. ten, die niet genoeg geven voor bes onderooud der atruen; en daar zijn meer rijke gemeenten, die, zonder ten enkelen arme te onderhouden te hebben, belaugiijïö geldsommen mtdtelen. Het is echter te bejammeren, dat het beste gedeelte der aalmoezen naar vreemde armen gaat, die men riet bent en wier nooden men niet kan aauwgzen. Daar zgo duizenden landloopers, die zich van de bedelarij een beroep, en van de armoed» een industrie mak«n. Zg vormen een s/ort van geheime vereeniging, vselker leden elkaar kennen en helpen. £jj deelen elkander wederkeerig hunne waarnemingen mede, zij weten, welke de beste plaatsen en wis de milddadigste personen zgn; die plaatsen en die personea worden dikwijls met han bezoek vereerd. Het zgn zeer dikwijls gespierde kerels in de kracht der jaren. Volgens de omstan digheden en de plaatsen, waar zg zich be vinden, veianderen zjj van beroep en van naam; na eens zgn «ij werklieden, die zoader werk zgn, dan wederom slachtoffers van een brand, van eene overstrooming of van een aader ongeval; slachtoffars van onrechtvaardigheid; zg zijn blind ofkren- pel, somtgds zelfs idioot. Door het verhaal van hnnne rampen, roeren zg de liefdadige zielen; door huune lastigheid zegevieren zij over den weerstand va j anderen. In de dorpen en op de een- Na blijft mij nog iets te doen oveT, zeide de Baron, maar de tijd is kort, ik moet naar het »po»r. Zooals ik zie, hebt ge «ene goede opvoedi g ••«noten ea de school bezocht, in hoeverre ge daarmede uw aut hebt gedaan, dat weetik met, daartoe was de tijd te kort. Tegenover de pleeg dochter mijner overleden tante heb ik verplich tingen te vervullenden het is mijn dure pliaht, haar t»o minste gedurende den eersten lijd tegen gebrek te vrijwaren. Ge weet, ik ben er dubbel toe verplicht, daar ik uwe moeder gekend heb tm eea harer vereerders was.// Von Stamrn nam zija brieventascb uit zijn borstzak, baalde er eenige bankbiljetten uit, vouwde deze tot een klein pakje, en overhandigde bet aan Manon. //Neem dit gerust aan," zeide hij, //ge zult een tijd langer tegea zorg en gebrek verzekerd zijn en bljjf braaf, gelijk uwe moeder „U deze verzekering gevend, neem ik het geschenk gaarne aan,// hernam Manon bewogen. //Z»ek u eene fatsoenlijke, geachte betrekking, en m; cht ge ooit tegenspoed hebben, denk dun aan Stammweiler.// II. De Baron was reeds lang vertrokken. Manon stond nog altijd met bet pakje bankbiljetten m de band en haalde diep adem van louter vreugde. Uit was het eerste geld, dat haar eigendom was, en waarover zij naar eigen goeddunken kon be schikken. Zou bet niet beter geweest zijn, als ze zijn voorstel had aangenomen, en met hem was gegaan? Neen, neen, het was niet beter, een oogenblik wil ik mij zelf toebehooren, een korten tijd slechts, dan wil ik mij weer gedwee onder bet juk buigen, dat ik van kindsbeen af gewend ben te dragen, fluisterde zij opgewonden. //Maar nu, waarheen zal ik mij wenden, waar heen moet ik gaan?// Zjj beschouwde bet geld in hare handen, en begon onwillekeurig te tellen. Hemel! dat moet. eene vergissing zijn, negen duizend mark! Kn toch was het zoo, hoe zij ook telde, bet geld verminderde niet, er waren en bleven negenduizend mark. De Baron had haar 'och iets laten erven, al was het slechts een zeer klein gedeelte van het groote vermogen. Iu hare oogen echter was het veel geld en als zij het goed aanlegde, kon zij er eenige jaren van leven. Plotseling doorkruiste eene gedachte haar brein, zoo verblindend, dat zij bedwelmd de oogen sloot. Met een luiden gil liet zij zich op eea stoel neerzinken, «n boog vreugdedronken bet hoofd. Ja ja, dat ging, het moest gaan zonder twijfel. Ver, ver weg, waar niemand haar keude, onder een vreemden *a»m wellicht, kon zij zich geheel vertrouwd maken met de wereld. Twee of drie jaren kon zij leven van het geld en gedurende dien tijd, als ze in eene amdere omgeving was en zij zich in betere kringen bewoog, moest er iets anders met haar gebeuren. Sedert heden, nu zij een mooi modern kleed droeg, wist zij, dat ze zaam liggende landhoeven bedreigen zg en aldus verkrggen zg van de vrees, wat de liefde han terecht zon geweigerd babben. Zij vragen niet om brood of kleeren, zij verlangen geld. Eeu arm mensch zon gelukkig zjjo, in dien hij eenige centen ontving; maar deze maascb, die volgens zgu beweren zooveel tampen ondervonden beeft,die naar zgu zeg gen zoo moeiljjk werk kan vinden,bij vordert eeu kleine som gelds. Biedt men hem een paar centen aan, dan wgst hg ze veront waardigd vau de hand, hg is geen bede laar, men spot met zgn ongeluk, men heeft geen medslgden met de ongelukkigen! Deze landloopers zgu gewoonlijk drin kebroers en losbollen, dikwgls boosdoeners. Man vindt ze terug in de het bergen, waar zij zwotseD, zich bedrinken, vechten, zich aan de scbaadeljjket; orgiën overgeven. Wanneer do geldbeurs leeg ie, gaan zg weer op reis naar het platteland. Het is een goed beroep en zg, die dat beroep uitoefenen, willen niet gaarne aan dat beroep vaarwel zeggen. Eea behendige bedelaar verdient drie- of viermaal meer dan een bekwaam werkman. Al heeft het baroep moeilgke stonden, het heeft ook zjjne ureu vau genot en ontspanning. En dao, dat leven van avonturen, die tochten met hnnne onverwaohie voorvallen, die listen en die strjjd tegen de Maatschappg, oefenen op sommige karakters eene ware betooveriug uit. (Slot volgt.) Eene voor de wetenschap en het heil der men»ehheid belangtjjke ontdekking wordt nit Rome gemeld. Een joog Italiaansoh dokter, de heer G a c o a r e 11 i, heeft n.l. de kiem der gele koorts ontdekt. De bijzonderheden zjjner ontdekking zjjn onder zeg^l in handen gesteld van de Aca deme vaa Geneeskaude te Rome- Ter gelegenheid van de gebruikelijke ai«uw jaarsreceptie op het Elyeée werd het corps diplomatique voorgesteld door den Russischen gezant Mohrenhai m. Deze mooi was, zeer mooi zelts. De spiegel had haar dit verraden, en blik van den Baron had het haar b/vendien gezegd. Manon had geene dochter Eva's moeten zjjn, ora dit niet spoadig te begrijpen Zij zou zeker spaarzaam leven, om de jaren van oabeperkte vrijheid te kunnen genieten. Ja ja, zij beefde vau vreugde, en zij was immers niet oud, pa» vier en twintig jaar wellicht ontmoette zij in deze» gulden tjjd der vrijheid den prins uit het iprookje, met den degen op zijde, en den gepluimden hoed, gelijk hij voor het slot der schoone slaapster verscheen. Dit was het eenige sprookje, dat zij van uit hare kindsheid keude, zij had het niet genoeg kunmen lezen en herlezen. Later, toen zij grooter was geworden, had zij haar leven vergeleken met den slaap der be- tooverde p rinses. Nu was zjj ontwaakt, zij moest haren oogen dus goed den kost geven, opdat haar de prins niet zoude ontgaan. Manon keek op het horloge, dat in haren gordel stak, een leelijk dik oud ding. De avond begon reeds te vallen in het stille yertrek, en daarbuiten dansten lichte sneeuwvlokken door de donkere lucht. Zij nam jjden nieuwen, met bont ge loerden winter mantal, die aan den muur hing, zatte den hoed op de weelderige blonde lokken, en overschreed langzaam den drempel. Juist strompelden eeniga arbeiders de trappen op. //Zoo juffrouw, gaat u al naar een nieuwen dienst vroeg een hunner, die des morgens bij het inpakken was behulpzaam geweest. //Ja,„ antwoordde zjjj bedeesd, terwijl zjj snel de hand met bankpapier verborg. //Dan wensch ik u een goede meesteres,, laahte eide in zjjue toespraak tot den President, dat het nieuwe jaar zich onder gunstige voorteekenen inzet, en hg wenschte Frank rijk geluk met den steun dien het edelmoe dig geschonken had aan de zaak des vredss. F a u re zeide dat het vertrouwen in het nieuwe jaar vergroot is door de uitstekende betrekkingen van Frankrijk met de andere natiën. Frankrijk zal nooit achter bljjveu, waar het geldt zgn steun te verleenen aan werken van rechtvaardigheid, sympathie en vrede. In eeu zeer uitvoerig hoofdartikel geeft de Times een overzicht over de politieke gebeurtenissen in het afgeloopen jaar. Het begint aldus «Het afgeloopen jaar zal in de Eugelsche geschiedeuisjaltijd gedenkwaardig blijven als het jaar waarin koningin Victoria langer dan een harer voorouders aan de regeeriag was geweest, maar deze gelukkige gebeurtenis kwam op een tjjd van groote publieke onrust, toen de vrede van het land en de wereld van meer dan één zijde be dreigd werd. Gelukkig eindigt het jaar hel derder dan het begon, staatsmanschap sn goed gelok werkten mede om den storm te bazweran, en noch in het Westen, noch in het verre Zniden, noch in OosteljjkEaropa is de oorlog uitgebroken, die twaalf maan den geleden niet onwaarschijnlijk scheen.» De heer Mc. K i n 1 e y, president der Vereenigde Staten, zal volgens ds Evening Post, de volgende politiek volgen Onmiddelgke herziening der tarieven op gematigden protection istischen grondslag en waarbjj overdreven hooge invoerrechten zullen worden vermeden. Herstel van de reciprociteits-ver dragen, welke bestaan hebben onder het bestaur van den heer Harrison. Handhaving van alle soorten geld in ver gelijking met goud. Geleideljjke intrekking van de «green backs», zoodra de regeeriog een overschot heeft, dat voor dit oogmerk kan worden gebruikt. Uitbreiding van het nationa'e bankstelsel, teneinde het vestigen van onafhankelijke banken of filialen van stedeljjke banken in kleine steden te vergemakkelijken. hij goedig. //Hem«lwat is dat meisje in haar voordeel veranderd,// zeide de anders. //Tjjdens het lsvsn van mevrouw Ton Stamm had ik nu en dan iets te doen hier in huis, het meisje was toen een waar beeld der ellende, de kleeren maken den man.// In de deur van Mnllers winkel stonden de bedienden en spraken ijverig met elkaar, waar schijnlijk over de gunstige verandering, welke had plaats gegiepen met Manon, die besluiteloos voor het huis stond en peinzend voor siob keek. De deur werd zaeht geopend. //Waarheen gaat u, juffrouw Manon?// vroegen zjj. //Naar het station.// //Wij hoopten, dat u onze huisgenoot» zoudt worden, onze chef zinspeelde daar eenige malen op.// Toen Manon geen antwoord gaf, vervolgden zij//Waarheen wil u gaan? Hebt u bloedver wanten In Manon knikte in plaats van te antwoorden, en riep //Adieu!// //Zij wil den //oude// niet hebben,// lachten de jonge lieden, t I» jammer voor het meisje, zij verdiende gelukkig te worden.// Masr Manon kwam niet ver. Zij had slecht» eenige schreden gedaan, toen zij mijnheer Mullor ontmoette, die juist naar huis terugkeerde. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 1