N I E U
E
QagBlaó voor cftooró- en SCuió-dCollanó.
Belgische Brieven.
No. 2579
Donderdag 14 Januari 1897
22ste Jaargang
b U I T E N L A i\ D.
Een bereikt doel.
Engeland.
Japan.
■uiLEisriffimu.
ABOWHEMEHT8PBUJ
Pei S maanden roor Haarlem. 1,10
Voor de overige plaatssn in Nederland fr p. p. 1,40
Voor het buitenland 2,80
Afconderlgke nummer» 0,08
Dit blad verschjjnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
B IJ B E A TT: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA HOW AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTEWTIEH
Van 16 regels50 Cents
Elke regel meer71/»
Groote lettert worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Redacteur-Uitgever, W. K F P E R 8.
VII.
(Fan onzen Bruiselschen Correspondent.)
Terwijl de HolIanJsche bladen hardrij
derijen op schaatsen aankondigen en mel
den dat de Z.iidu-zse met (js bedekt en de
verbinding met Marken verbroken is, stond ik
dezen middag voor de open deuren op het
balkon vau mijn hnis mij in een hesrljjk
zonnetje te koesteren. Dat wil das zeggen
dat wjj, na een kortatondigen winter van
drie of vier dagen voor St. Nicolaas, hier
nog van geen jjs weten en voort v^r te zoe
ken is.
Znlk een zachte open winter is evenwel
niet gunstig voor menig bedrjjf en zoo
hoorde ik dan ook voor eenige dagen twee
dames in de tram zich ernstig beklagen
dat het met de zaken maar zeer slapjes
ging en dat zjj, door het zachte weer, met
eene menigte goederen bieren zitten. On
getwijfeld hadden zjj een goeden voorraad
kapers, soitiev, wollen goederen opgedaan,
waarmede zjj nu wel zouden bljjven zitten
tot een volgenden winter, want, zegden
zjj, als 't na Nieuwjaar begint te winteren
geelt het niet meer, want dan doen de lui
het nog maar met het oude goedje. De
zelfde klachten hoort mtx, onder geljjks
omstandigheden, ook in Holland en wjj
zien dus, dat overal de menschen dezelfden
zjjn en met dezelfde zorgen en wederwaar
digheden te kampen hebben.
Wie in de laatste weken zeker wel geen
reden tot klagen zullen gshad hebben, tiju
de suikergoedbakkers, de chocolade- en
bon bon winkel», want is St. Nicolas het
feest waarop de kleinen worden bedacht,
Kerstdag, Noël en Nieuwjaar zjjn de dageu
waarop men zjjne goede vrienden en ken
nissen, familieleden enz. bedenkt met prach
tige en kostbare doozen en zakken gevold
met de keurigste bonbons, de fjjuste jfruils-
glacés, de uit^ezocbtsie chocolades, de zoet
ste zoetigheden. Ook ïn deze zaken spreidt
Brussel, in navolging van Parjjs, ee*e
groote weelde ten toon en al d«ze lekker
nijen worden niet slechts in fraaie kartons
eu heerlgk versierde doozen verpakt, maar
ook in zakken van zjjde en satjjo, rjjk
geborduurd, en kunstig beschilderd, of in
bonbouuières van kleurig eu rjjk versierd
porcelein en faience.
Eene avondwandeling bjj fraai weder
FEUILLETON,
14. (Vervolg).
//Ge zjjt niet wjjs, meisje!// riep de veitoornde
moeder, eene groote omvangrijke dame, die
zich als trouwe beschermster harer drie dochters
bjj de partij had aangesloten, ofschoon de zee
volstrekt niet hare sympathie bezat, daar,
zooals zij steeds beweerde, het water geene
ijzeren balken had.
//Spreek niet zoo goddeloos,// berispte ook
Hermine de voorbarigheid van haar jongste
zusje.
„Waarom goddeloos? Omdat ik een wezenlijken
storm en daarbij bshoorende schipbreuk wenscb?
Och jelui beknort mij, omdat je bang zijt voor
bet water.//
Emmy Von Huber was een allerliefst meisje,
al was zij ook geene verrukkelijke schoonheid.
Om bare oogen en de hoeken van den mond
lag een lichte spet, die soms aan haar geheel
uiterlijk eene boosaardige uitdrukking gaf. Het
licht rose kleed zat koket om hare slanke ge
stalte. De kleine voetjes trappelden zoo onge
duldig op de brug, alsof tij niet konden wach
ten, om het vurig gewensehte avontuur mee te
maken.
//Zwijg toch, Emmy, gij bederft nog de gosde
luim van mama,' fluisterde Martha, de tweede
dochter van den bergraad haar toe.
En wezenlijk had zich hst nog altijd mooie
door de hoofdstraten der stad is in die
dageu een werkeljjk genoteu alles schit
tert en fonkelt in den glans van hetelec-
trisch licht, dat met honderden lampjes de
groote magazjjnan en de uitstalkasten den
avond in den vollen dag verandert.
Maar de wedde openbaart zich in Brus
sel niet alleen door de prachtige magazijnen
van juweliers, waar het gefonkel der bril
janten, robjjnen, turkoozen, smaragden en
andere kostbare gesteenten den blik ver
bijstert, in de bontvinkels waar de dames
mantels van Rassische zibsline van 4000
en meer franken geen zeldzaamheden zjjn,
in de confectie-magazgnen met hunne rjjke
verscheidenheid van fluweel en satjju enz.
enz. maar ook in de bluemwinkels en meer
dan al die andere trekken mjjindeArem-
bergstraat de heerlijke magazijnen aan waar
in 't hartje van den winter de heerljjkste
rozen, de geurigsts syringen, de öonste
orgideëa, da gloeiendste camelia's, de schit
terendste azalea's, zich te midden van het
fristche groen der palmen en atdere blad
planten vertoonen en ons, terwijl wjj vaak
van vorst en sneeuw omringd zijn, ver-
plaatseu in de bloemenpracht der trojea
of in de beerlgke zomermaanden, als de
vriendelijke kinderen van Flora hunne
rjjkste schatten met kwistige mildheidom zich
verspreiden.
Brussel is waarljjk eeu bloemenstad. Dat
verkondigen in den zomer de met bloemen en
groen getooide balkons der huizee,dat zeggen
de talrjjke bloemenverkoopers en verkoop
sters, die u, zelfs in den winter, voor eenige
centen een welriekend tuiltje van violettes
de Parme aaubieder, dat bewjjzeD de open
bare markten, de hallen, de overdekte
wandblgalergen waar de honderdon verkoo-
pers en verkoopsters voor hun lieflgke waar
gereode afnemers vinden. Ik moet hierbjj
aanstippen dat zoowel bet gemeentebestuur
als dd vereenig'iDg ter bevordering van het
vreemdelingenverkeer niets verruimt om de
bloemeuliefhebberjj aan te wakkeren, door
prjjzeu uit te loven voor de fraaist begroeide
en versierde balkons, door bet houden van
Longchamps fleuris enz., waarover ik ter
gelegenheid nader hoop te schrijven en die
uwe hzers waarschjjuljjk zeiven zullen kun
nen bewonderen wanneer zjj dezen zomer
de Brussel8che Tentoonstelling zullen be
zoeken.
v Sc
gelaat van mevroaw Von Huber in donkere
wolken gehuld. Met een bestraffenden blik op
hare jongste dochter deed ze snel eenige passen
in de richting, wear haar gemaal met andere
heeren stond te praten.
//Manlief, niet waar, we zeilen met den
Baron, en in zijne boot
//Ik weet wezenlijk niet, waar we zullen
belanden, maar daar komen juist eene menigte
booten. Hé schippers!// De oude heer ging
dicht hij de aanlegplaats, en wenkte de lieden.
Welke boot is van baron Von Stamm?//
//I)e allerlaatste," werd hem geantwoord.
//Dat kleine bootje?// mevrouw Von Huber
sloeg een weinig verschrikt de handen in elkan
der. //Daarin is nauwelijks plaats voor drie
personen, Neen, dat gaat niet, wij moeten in
een andere boot.//
//Kijk daar eens die groote zeilboot, lieve
man.//
„Die neemt de proviand mee voor het mid
dagmaal. Heb een weinig geduld, lieve Emilie
ik zal eens gaan kijken En met een ijlde de
bergraad weg.
Intusschen was het gewoel op de aanleg
plaats steeds toegenomen, 't was nog een kwar
tier voor het t.t vertrek vastgestelde uur. Deel
nemers en toeschouwers stroomden in dichte
drommen nader. Ook de leden van He roeiclub,
louter jonge, krachtige menschen, in schilderach
tige kleeding, schoten naderbij, in hunne kleine
licht gebouwde vaartuigen en vormden een
kring. Eeu vroolijk vAhoi" weerklonk en werd
door de toeschouwers op het strand met vreugde
beantwoord, De dames wuifden met witte
Da Kamer, die in Kertftvacantie is
geweest, zai Dinsdag hare werkzaamheden
hervatten en wjj kunnen oos alweer op
onstuimige en alles behalve verkwikkelijke
zittingen voorbereiden. De laatste discussie
over de begrooting, hee-ft den socialisten
gelegenheid geboden om hun haat tegen
het Koningschap te luchten en wel toen de
dotatie van den Graaf VanVlaande-
rec, 'sKonings broeder, in behandeling
kwam. Met ODgswoue heftigheid werd die
dotatie door hen bestreden en zij lieten
zulke schooue gelegenheid om de Konink
lijke familie aan t« vellen niet onbenut.
Van de socialisten is mea zoo iets gewoon
en han verzet kon geen verwondering
baren. Betreurenswaardiger evenwel, is
het, dat sommige zoogezegde Christen
democraten zich aan de zjjde der socia
listen stelden en de dotatie bestreden,
een hunner heeft zelfs, met de socialisten
er tegen gestamd. Ik noem dit een zeer
trearig verscbjjasel dat voor hetoogenbltk
nog wel op zichzelf staat, maar wat mij
als een veeg teeken voorkomt. Die samen
koppeling van Christen en democraat
is mij altijl ten hoogste onaangenaam ge
weest, want al bsvat het woord democraat
in zichzelf ook niets wat ons kan tegen
staan, dan toch heelt het immers door de
feiten en de geschiedenis van de laatst?
helft dezer eenw eene beteekenis verkregen
die het eeu revolntionnair karakter geeft,enal
mogen mooie redeneeringen, al getuig envan
het tegendeel van enkelen toch zullen zij niet
vermogen het die beteekenis te ontnemen.
Trouwens in België is de naam Christen
democratie niet anders dan een partijnaam,
reue leuze voor velen om zich van de schou
ders van het volk een voetstuk te maken
voor eigen grootheid en eerzucht. Wanneer
men zoo-gelegenheid hesft om personen en
zaken van nabjj te leeren kennen, dan weet
n en wat men van de volksliefde en volks
gezindheid van sommige politieke mannen
te denken heelt. Wordswords, words I
zeide res is Shakespeare en dat zou
deze groote menschenkeoner ook nu nog
met meer kracht kunnen zeggen. Ik zal
hierover niet verder uitweiden maar mijn
brief bjj deze korte opmerking eiodigen.
Voor de noodlijdenden in B itsch-Indië
doeken, blijde hoop stond op ieders gelaat te
lezen.
Mevrouw Von Huber, had gelukkig den jon
gen Ba'on ontdikt, die juist zichtbaar werd te
midden van eene groep dames, welke hem van
alle kanten omringden en met vragen bestorm
den. //Mijnheer de Baron, gelieft u onzer een
weinig te ontfermen."
Van den anderen kant, kwam de bergraad
aansnellen, die den Baron bij den arm vast
greep: //Een oogenblik, jonge vriend! Dat ding
daar, die notedop, is te klein voor ons, u be
zorgt ons toch de grootst mogelijke boot niet
waar?//
//En u blijft gedurende den overtocht bij
ons onderbrak mevrouw Von Huber haren
gemaal.
De van beide kanten vastgehoudene keek een
weinig ongeduldig rond. //Mijn bootje is stellig
te klein, maar ik dacht, dat de //Victoria// het
best geschikt was, om zoovele personen op te
nemeD, en daar ik veronderstelde, dat u met
de familie van den gezondheidsraad wenschtet
te zamen te blijven, heb ik mij veroorloofd deze
boot voor u te reserveeren.//
//Heerlijk, goddelijk, onderbraken hem hier
de drie dochters van Von Huber. Met een
//iot weerziens, gelukkige vaart!// wilde Von
Stamm zich verwijderen.
//Halt, hall! jonge vriend, waar blijft u
//Och wees zoo goed, en blijf bij ons, wij
hadden er ons reeds op verheugd ter wille van
mama, die zoo bang is op het water,// vroegen
de drie meisjes.
//'t Spijt me erg, ik ben er ontroostbaar over
kwam in Engeland reeds f24.000 bijeen.
Een vierde 500 pond of f 6000 schonk ko
ningin Victoria.
EsnEngelsche zeeoffieii-r, kapitein R a-
s o n van den kruiser Royalist heeft dezer
dagen op eene eigenaardige manier een
eiland aangeworven voor het gebied van
Hare Btitsche Majesteit.
Hij zocht met zjjn schip bij de Nieuwe
Hebriden eene plaats voor het houden van
de jaarlijksche schietoefeningen. Ean ei
landje scheen hem bijzonder geschikt daar
toe. Maar toen de inboorlingen hoorden
wat men wilde doen, verzetten zjj zich
daartegen. Ha n stamhoofd kwam aan boord
protesteeren. Zij meenden, dat bet eiland
onder het vuur der Eugelsche kanonnen
zou wegzinken.
Toen kwam kapt, R a s o n op hef deak-
beelJ, het eilandje aaa te koopen, en hg
kocht het voor.... een partgtje pruim
tabak. Het contract werd geteekeud. De
Britsche vlag werd gehesehen, en den vol
genden dag stonden er de sehjjven voor de
schietoefeningen.
Turkije.
De Turken verzstten zich hevig tegen
de maatregelen die geoomen worden om
de bedevaarten uit Britsch-Indië, waar de
vree»eljjke pestziekte heerseht, te beletten.
Zeer terecht vreest men het gevaar van
overbrenging der ziekte.
Da Turken beweren dat een verbod om
dit jaar naar Mekka ter bedevaart te gaan
inbraak maken is op don Muzelmanschen
godedtenst.
Wat een uitkomst voorden Sultao; diep
ia schulden hebben de Turken onmeeJoogen-
loos een groot aantal Caristenen beleedtgd,
uitgeschud, hun woniagen verbrand eu hon
derden zoo niet duizenden vermoord, zelfs
de afschuwwekkendsts handelingen gepleegd
tegenover de Christen vrouwen, en nn, in
plaats van den Sultan ter verantwoording
te roepen,^zal bij volgens Daily Telegraph
eene leening van vier millioen pond ont
vangen.
Rusland en Frankrijk zullen binnenkort
die leening, gewaarborgd door de Mogend
heden, voorstellen en mocht Engeland zjjn
goedkeuring aan het voorstel onthouden, dan
zullen Rusland en Fraukrjjk desnoods met
hun beiden de garantie op zich nemen.
Sedert 1815 beeft Japan met zijn destjjds
maar ik heb geen tijd. .//de rest ging ver
loren in 't gewoel der feestvierenden.//
't Volgende oogenblik was de Baron bjj de
bootslieden, waar hij bevelen gaf.
//Wat heeft hij toch foei, wat is hjj
weinig galant,// fluisterde men ham achterna,
//kom toch, papa, laat ons in het bootje stappen.//
//'t Is toch een innemend man,// hield Ella
vol, tetwjl zjj zich met hare zusters iu de
richting van de aanlegplaats verwijderde
Een schril gefluit en 't heldere geluid eener
bel, gaven het teeken om in de bootjes te
stappen.
//De //Victoria// is hecht en sterk gebouwd,
u behoeft niets te vreezen,// zeide de Baron
lachend, tot mevrouw Von Huber, welke met
zjjne hulp en die van haar echtgenoot in 't
vaartuig steeg.
//Ik verlaat mij heelemaal op u.u
Hij boog en was den jongen dames behulp
zaam bij 't instappen. Tegelijkertjjd overzag hjj
met argusoogen het geheele strand, alsof hjj
igts verwachtte.
Het gewoel was nog grooter geworden; een
bonte menigte bewoog zich op het strand. Eenige
gevulde bootjes staken langzaam van wal en
bereikten de volle zee, waar ze vrooljjk rond
dobberden. Slechts enkele, en onder deze het
slanke vaartuig van den Baron, wachtten nog
op hunne gasten.
Daar Von Stamm vloog naar de brug.
Wordt vervolgd).