No. 2582.
Maandag 18 Januari 1897
22ste Jaargang
HDagBiaó voor <3tooró- en Suió-eXollanó
Weozeaverplegiog.
BUITENLAND,
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem.
50 Gents.
7 nt>
Een bereikt doel.
Duitschland.
Amerika.
Servië.
Frankrijk.
Spanjr
ABOHHSUSH TSERIJS
Per 3 maanden voor Haarlemf 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,40
Voor het buitenland c 2,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- em Feestdagea.
Redacteu r-U i t g e t e r, W. KÜPPERS.
AGITE MA WON AGITATE.
PRIJ3 DER ADVERTEWTIEN.
Van 16 regels.
Elke regel meer
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Con taat.
Hoojdagenten voor het Buitenland: Compagnie Génér a Publiciti Etranqèrt
G. L. DA UBE <S' Co. JOHJS F.J O EEöSucc., Paris Slits Paubourg AlotUmartrt.
Van alles maken de radicalen tegen
woordig eene «quae3tie.» De eenvoudigste
zaken worden met een omslag behandeld,
alsof er het belang van de geheele we
reld van afhangt, waar echter tegenover
staat, dat werkelijk gewichtige belaDgen
geheel worden verwaarloosd. Wij begre
pen dat zeer goed. Het radicalisme wen echt
de toestanden in de samenleving te her
vormen tot het ideaal, dat het zich in
zjjn waan voor oogen heeft gesteld en
daarom trachten zijne aanhangers de
grondbeginselen, waarop die toestanden
zjjn gebaseerd, te verwerpen en te ver
vangen door hnn eigen wijsheid.
Zoo treden nn en dan «quaestiën» voor
den dag, waarvan men vroeger nimmer
heelt gehoord en die in eene Christelijke
samenleving eigenljjk geen reden van be
staan mochten hebben. Ds radicalen be
weren, dat die «quaestiën hst gevolg zjjn
van het logisch denken, van het streven
naar vrjjheid, van den vooruitgang der
beschaving tn van andere omstandigheden,
waar de menschen vroeger zelfs geen
flauw begrip van hadden. Maar wjj zjjn
overtuigd, dat zjj uitsluitend voortsprui
ten uit het verzwakken van den eerbied
voor het gezag en het kwjjnen van het
godsdienstig besef.
Daarom vinden al die «quaestiën» van
radicalen kant opgeworpen, bjj ons geen
gewillig oor. Waar men uitgaat van het
streven om de godsdienstige waarheden
krachteloos te maken en hst gezag te
verzwakken, daar doen wjj niet mede om
die «quaestiën» te onderzoeken, want reeds
daarmede zonden wjj ons op een verkeer
den weg begeven. Rseds het laistereu naar
het zoet gefluit der radicale vogelaars
levert gevaar op voor het zaiver bewaren
der beproefde bsginsvlen, die aan de sa
menleving tengrondslag liggex.
Wjj meenden hierop de aandacht te
moeten vestigen naar aanleiding van een
pleidooi, dat wij dezer dagen in een der
liberale blaf en aantroffen voor de stichting
van een nieuw weeshuis.
Da «weezenverpleging» wordt in dat
artikel besproken en de wjjze, waarop die
thans plaats heeft in de weeshuizen der ver
schillende kerkeljjke gezindten, hoogelijk
afgekeurd. Het heet daarin, dat het meest
ideale zou zjjn, wanneer de Staat zich de
ouderloocen aantrok. Voorts wordt be
weerd, dat de schatten, die thans het
eigendom zjjn der vele weeshuizen, dan
tsn goede konden komen aau allen.
Hbt behoeft eiginlgk geen betoog, dat
dit denkbeeld alleen kan opkomen in het
brein van iemand, die afkeerig is van den
godsdienst, omdat hij anders de tegen
woordige verpleging der ouderloozen in
de weeshuizen niet zoo zou verwerpen.
Maar wjj zeiden het resds, de radicalen
maken overal eene«quaestie» van en zoo
is nu ookde weezenverpleging een onder
werp geworden, waarover men zich in
radicale ktiugen zeer warm maakt.
Hut plan bestaat nameljjk om gelden
bjjean te brengen en ee* fonds te vormen,
«Weezenkas» genaamd, waaruit de kosten
FE UIL LET ON,
16.
Vervolg).
De club had eea allervroolijkst feest georga
niseerd. Het middagmaal kookte op de* open
haard, terwijl de jeugd onder lmstig zingen en
juichen in een kring speelde, en de andere
badgasten in de schaduw gelegerd waren van
het woud, dat het eiland omgaf. De bediendsn
breidde* op het zachte, geurige grastapijt in
't boseh helderwitte tafellakens uit, verdeelden
borden, vorken, lepels, brachte* de glazen e*
zette* de wijnbowle aan. Het eten was bijna
gereed. De toebereidselen werden in allen spoed
gemaakt.
Maar het jonge volk daar ginds op de weide
dacht volstrekt niet aan eten of drinken. Zij
spronge* en dansten op het gras, zochten en
vonden elk**r, zoo zonder erg en zoo vroolijk,
d»t het zelfs ee* glimlach tooverde «p het
gelaat va* den ernstigen toeschouwer.
Ook mevrouw Bruneck, welke op eau boom
stam gezste* was, beviel het figurenrijke pand
spel, zij slosg het vol belangstelling gade, //Och
die gelukkige jeugd Kon me* maar eens weer
jong wordenIk vind het volstrekt niet lief
van u, Barones Karger, dat zich nist bij dat,
troepje daar ginds wil aansluiten. D» Baron
pntte zijne geheele overredingskunst te vergeefs
*it. Men moest waarlijk hardnekkig zijn, om
bom te-kunnen vrcerstran
voorjbet stichten van een weeshuis in den
treest vau da veel besproken inrichting te
Cempuis in Frankrijk zullen wordin ga-
vonden. Wjj denken wel niet, dat onze
lezers neiging zullen gevoelen om bun f en-
niogea ten offer te brengen voor een huis
ala te Cempuis, maar geljjk wjj zeiden
de zaak wordt zoo verleideljjk voorge
steld,dat wjj eene waarschuwing niet over
bodig achteo, vooral niet nu een der veel
gelezen liberale dagbladen zijn kolommen
beeft opengesteld voer de aanprijzing er
van.
Natcurljjk keuren de vrjjdenbers de
tegenwoordige weezenverpleging af. Zij
makeD aanmerking op de godsdienstige
opleiding ia de weeshuizen zjj kannen er
zich natuur'ijjk niet mede vereeniger, dat
de jonge ongelukkige kinderen, die hnn
ouders hebben verloren, vernemen dat er
een HeraeUche Vader is, die voor hen
zorgt. En daarom is de weezen verplsgiog
niet naar hnn sin. Ook op de uniforme
kleeding maken zjj aanmerking en spreken
er over, alsof dezt een kleed der schaade
zou wezea voor de kinderen, die haar dra
gen. Voorti geven zjj de voorkeur aan
verpleging van ouderleozen in gezinnen,
waar zij uitbesteed worden, maar waar
natuur!jjk al heel weinig controle op kan
bestaan.
Zoo worden door de vrijdenkers een
macht van bezwaren opgesomd, welke kle
ven aan de bestaande wteihnizen. Maar
wie iets verder ziet, zal dadelijk begrjjpeo,
dat al die bezwaren eenvoudig ten doel
hebben om de stichting van htt vrjjien-
kersweeshois te rechtvaardigen.
Toch is dit niet mogelijk. Zeker, ook wjj
geven toe, dat de tegenwoosdige weezen
verpleging voor verbetering vatbaar is.
Welke zaak is er geheel volmaakt? Maar
dadelijk moeten wjj er aan toevoegen, dat
de bestaande gebreken gaen aanleiding
kannen geven om te spreken van een
«quaestie.» Wjj aohtsu het integendeel
oen zegen, dat het vooral de Kerk i», die zich
over de onderlooze kinderen ontfermt,
omdat in dit geval de jeugd komt onder
den invloed van den godsdienst. Waar men
nog niet geheel als een afvallige wtnscht
besahou wd te wcrdoD, moet men toegever,
dat het juist voor de wtezen een voordeel
is, dat zij meer nog dan vele andere kio-
deren worden opgeleid opder den invloed
van den godsdienst.Zij vinden daarin eenige
voldoening voor het verlies van hunondeis
en waar de oude liefde dns baar zacbten
invloed niet kan doen gelden, is het de
adem van den godsdienst, welke de bcote
hartstochten, die zich ook bjj de jeugd
voordoen, beteugelt en de deugden bjj hst
kind opwekt eD vvrsterkt.
De vrijdenkers gelooven sist aau de
kracht van den godsdienst. Zij willsn de
ouderloozen «een gelukkige jeugd» doen
smaken en hen op'eiden tot bljjmosdige en
tevens ernstige en degeljjke lsden der
maatschappjjHoe zjj dit zullen doen son-
der den godsdienst is ons een raadsel. Zjj
belooven het wel, maar kon ien dia belofte
onmogeljjk gestand doen, omdat iedere
opvoeding zonder golsdiecst moet mis
lukken.
//Ik ben veel te oud voor dergelijke spelen.//
//Te oud!// lach'e mevrouw Bruueck on^e
loovig.
//Mij dunkt, dat ik geen genoegen kan heb
ben aan dergelijke flauws spelen.//
//Kind, uw jeugd moet harder en meer
van alle vreugde verstoken zijn geweest dan
u bekennen wil. Mijn zoon is ook van een
geheel a*deren aard, maar dat beeft ten minste
zijn natuurlijke redenen. De zware druk, waar
onder bij jarenlang gebukt ging, rechtvaardigt
cle geaardheid en nog veel meer. Maar
iemand zooals u, jong, schoon, verrijkt met
gaven naar den geest, gezegend met goederen,
moest geheel anders van het leven trachten te
genieten. Het komt mij voor, alsof u telkens
over iets peinst, wat niet tot uw persoon be
hoort.//
//U heeft wezenlijk niet geheel en al ongelijk.
Ik denk werkelijk over veel na, dat niet tot
mij behoort. Over een puut zoude ik u iu-
tusschen gaarne opheldering gevenik beu
niet rijk, zooals u schijnt te danken.//
//Mijn God, Barones, wie vraagt u daarnaar
In elk geval leidt u een zeer behaaglijk leven,
en heeft u geene zorgen, kleine dwaas bij al
den ernst uwer levensopvatting, kan u toch nog
een weinig jeugdige vroolijkheid behoude*.
Tusschen vroolijkheid en uitgelatenheid is *og
ee* hemelsbreed versehil, Derhalve sluit u aan
bij de feeën daarginds en laat mij oude dame
een weinig rustig zitten. Ik heb deze ruet wel
verdiend, doordien ik mijne grondstellingen ter
wille va» zekere klein* Barones wijzigde, ten
einde deze naar een feest te begeleide*, en
Elke steun, aan deze zaak gegeveD, is
dan ook hoogst afkeurenswaardig. En als
de schrjjvsr van bovenbedoeld stuk ia den
waan verkeeit, dat ook niet-vrjjdenkera
hnn geld kunnen afstaan om de proef
met een weeshuis buiten elke godsdien
stige opleiding te nemen, dan verklaren
wjj, dat hjj niet in staat is om te oordee-
len over de «quaeske» der weezenverple
ging. De onziu der «Dageraad»-mannen
beeft den geest van den schrgver verward
en bem eeue «quaestie doen opwerpeD,
welke in onze samenleving geen quaestie
mocht zjjo.
Gelukkig vernemen wjj uit dat stuk,
dat de deelneming aan de «Weezenkar»
tiet algemeen genoeg is. Dit verbijjdt
om», omcLt er uit bljjkt, dat het gezotd
verstand en de liefde tot den godsdienst
ons volk nog niet hebheu ve.laten. Wat
in Frankrjjk mogeljjk is, een «rryJen-
karswaesboie,» moge in ons vaderland
nog lang behooren tot de vrome wenscben
tan de dwazen,die in hnn hoogmoed meenen
dat zjj boven zich geen God hebben, die
ook hun levenslot bestelt en hunne han
delingen bestuurt.
De weezenverpleging i* een te ernstige
zaak om haar te gaan opdragen aan man
nen, dia zelvtn geen gezag boven zich
erkennen en dns ook geen eerbied daar
voor bjj de jsngd zouden inprentsn. Niets
aehten wjj geraarljjker dan de opltiding
van een deel der vaderlandsche jeugd in
banden ta stellsn van vrijdenkers, die het
zaad van het ongeloof met kwistige hand
uitstrooien, waar sich de gelegenheid er toe
voordoet. Daarom,boe schoon de zaak ook
bepleit wordt, laat er ons altjjd aan
denken, dst wy nimmer mogen medewer
ken om oazekiadoren of dis van anderen
toe te vertrouwen aau godloochenaars en
vrjjleokers. Even pal als wij staan voor
de belanden van het bijzonder onderwjjt,
even krachtig wenschen wjj gehandhaafd ta
zien de godsdienstige opleiding van die
kinderen, wier ouders zjja gestorven en
die daardoor recht hebben op de innige
bslangstellioghunner medemenschen zoo
wel voor hnn tjjdeljjk als roor hnn eeuwig
welzjjn.
In het Huis van Afgevaardigden is het
Jaarverslag der Pruisische staatsspoorwe
gen ingediend. Uit dat verslag bljjkt, dat
een groot deel der werklieden bjj het
treinpersoneel meer dan 15 en 16 nar
dienit moeten doen per dag. Onder hst
locomotiefpersooeel zjjn er dis meer dan
15 tot 16 nur dienst hebben verricht.
Niet ten onrechte wordt er op geweten,
dat sommige categorieën van werklieden,
en jaiat die waar men voor de veiligheid
van het verkeer het meest op moet ver
trouwen, een overmatig langen w rktiji
hebban. Aangedrongen wordt op vermeer-
deiiug van het personeel ten einde den
werktjjd vau dexe lieden te kannen be-
keiten.
Z'lden heeft «en üost iu de beorroo-
tingscommissie van den Duitschen Rijks-
dam meer sjmpathie verwekt dan die
van 50.000 Mark voor het officieel deel
nemen van het Rjjk aan de Wereldten
toonstelling te Parijs.
Toen de sociaal-democraat Singer
inlichtingen vroeg, zeide de minister Von
Bötticher, dat in het geheel hoog
stens 5 millioen gevraagd zonden worden,
juist was het nog niet op te geven. De
Fransche Regeeriog was zeer tegemoet
komend, en Duitschland zon sleehts met
zjjne baste voortbrengselen voorden dag
komen.
Geen der leden was tegen den poii, en
de soc'aal-democraat B e b e 1 verklaarde
telfs, dat hjj zon vooretellen 10 millioen
voor dit werk des vredes beschikbaar te
stellen, dat aan alle arbeiders ten bate
komt.
Het Centrum heeft in den Rgksdag
de «lex-Heinz*,» tsr bsatrjjding dsr open
bare oczedeljjkbeid, we.r ingediend, maar
•enigs ins aangevuld, zoodat ook zeden-
kwetsende vertooniugen onder htt bereik
van den strafrechter zonden vallen.
De lsden zul er, zoodra hun voorstel
aau da orde komt, het met kracht van
argumenten vrrdsdigea.
Te Koningsbsrgen is, ttr zake van
ds bskende Börsengarten-affaire, een Ver-
fahren gegea Unbekanut geopeud, en de
redacteur dsr Königtb. Hartungsche Ztg.
die weigerde te verklaren wie de inzender
was van tsn artikel, is in hechtenis ge
nomen.
zelfs voor de vermoeienissen van een klein
zeereisje volstrekt niet terugschrikte.//
Wist ik toch maar eens, wat irij tot u
trekt; van 't eerste oogenblik af, dat ik u in
het badko tsje zag, en ik het geluk heil, u
een kleinen dieast te bewijzen; weet u het nog,
de trouwring was u van den vinger gegleden
en in 't water gevallen, ik redde hem door
ee*en snellen sprong sedeit dien ijd hang
ik als klit aan uw goedig vriendelijk gelaat.//
//Ik had werkelijk niet gedacht, dat ik op
mijn leeftijd nog zulke verovering zon maken.
Als Raimund het hoorde, zou hij zeker trotsch
op mij wezen. Maar kijk eens in welke positie
zich onze beminnelijke Baron bevindt.//
Te midden van den wijden kring, dien de
dames vormden, knielde de jonge Baron, met
een allerdroevigst gelaat, hem was bij het
pand »erbeuren de rol van verbannen ridder
ten deel gevallen en nu knielde hij daar en
smeekte met opgeheven handen om redding
uit zijn treurigen toestand.
Hij speelde zijne rol zoo voortreffelijk, dat
eene algemeene vroolijkheid ontstond, tot zelfs
ver buiten den kring der spelers.
vZijn lot was zwaar en ondragelijk," vertelde
hij met komisch gebarenspel, terwijl hjj zelf
moeite had, het overmoedige lachen te bedwin
gen, dat om zijne* mond speelde.
Emmy Von Huber ontfermde zich het eerst
over den armen balling maar hij schudde
het hootd en wenkte afwijzend met de hand,
door de lieflijke kleine Emmy wilde hij zich
niet late* verlossen.
Hier e* daar trad een ander jong meisje
De Eugelsch-Amerikaansche scheidsge-
rschtorersenkomst is in banden gesteld
esner Commiteie voor de Baitenlendeche
Zaken welker rapport eerit over eenige
weken wordt verwacht.
Een New-Yorksch blad vroeg per tele
graaf de meening van verschillende bekende
perionen omtrent de overeenkomst. De
heer Gladstone antwoordde, zeer dni-
deljjk voor zijn doen: «Ik verheng mg
over de teekening van het tiactaat. Men
moet niet verwachten, dat men de ge-
sehillen tusschen natiën door middel van
znlke iractaten nit de wereld kan helpen,
maar zjj spreken van eene gezonde over
tuiging, Christenen waardig, en vormen
een stap op den weg van werkeljjken
vooruitgang.»
De Italiaansche minister Visconti
V e n o s t a antwoordde, dat sik Minister
van Bnitealandsche Zaken er trotseh op
zou zijn, zulk een tractaat gssloten te
hebben.
De jsngdige koning Alexander van
Servië beeft knwelgksplannon in 't hoofd
en het moet zjjn vurigen wensch zjjn
eene Aartshertogin van Oostenrjjk als
braid te krjjgen. Zjjn de belichten juut,
dan heeft Alexander 't niet onhandig
aangelegd, want hjj zou zich van een
bondgenoote hebben verzekerd, die in hoog
aatzitn staat, nameljjk de Koningin van
Roemenië ,de begaafde CartnenSylva.
buite* den kring en beproefde haar geluk, maar
tevergcels. De Baron was kieskeurig, de ware
bevond er zich ni t bjj. Hermine en Martha
Von Huber deelden hetzelfde lot van Emmy
een weinig pruilend hadden zij zich terugge
trokken. Zij waren een weinig te zeker geweest
van hare zaak, toen zij zooeven buiten de rjjen
traden. De assessor Buchall had laehend eene
geheele groep jonge dames vooruitgeschoven,
en deze tot het verlossingswerk aaugespoord
maar de danns waren bedeesd geworden, de
Baron liet er al te veel een blauwtje loopen.
//Maar baronlief,// riep nu Buckhsl lachend,
«ten laatste zal ik me zelf nog over u moeten
ontfermen, als geen der lieflijke feeën genade
kan vinden in uwe oogen, mag ik u naderen
Maar de aangesprokene schudde het hoofd
met treurig gelaat.
//Dan geef ons ten minste ee* teeken, of zich
het wezen onder ons bevindt, dat in staat is,
den ba» op te heffen, die op u.arme ridder,rust?//
Von Stamm knikte en richtte den blik vol
smeekend verlangen op Manon, die juist met
mevrouw Bruneck den kring der spelers naderde.
//Och, dat ik daaraan niet eerder gedacht
heb.// Buchhall snelde au met groote stappen
over de vrije plaats, boog diep veor Mano»,
en seide vroolijk //Barones, deze arme ridder
zucht in ballingschap, en wacht op verlossing
door uwe hand. Onze dames hebben te vergeefs
getracht zij* hart te bevrijden, heb de goed
heid dezen ongelukkige te naderen, wellicht
kent u de tooverspreuk.//
«Daaraan twijfel ik zeer. Buitendien neem ik
geen deel aan het spel,// weerde Manon af.
Toen keizer Frans Jozef omstreeks
1 October te Bucharest ten bezoeke wat,
moet de Koningin er met hem over ge
sproken hebben. Men zegt det de Keizer
het plan niet bepaald verwierp, maar zjj'n
stellig besluit uitsprak geen overgang der
prinee» tot de Grieksche kerk te gedoogen.
Men wil weten dat Koning» bezoek
bjj Z. H. den Paus met deze plannen in
verband staat.
Wij zjjo er zeker van, dat de ervaring
opgedaan met den Balgaarschen vorst eu
zjjn B o r i s j e, het Hof te Weenen wel
tot nadenken zal atemmen.
De Matin verklaart, dat het beriebt, dat
prezident F a n r e het initiatief zal nemen
voor de stichting van een penaiotnkai,
onjuist is. Wel stelt het Hoofd van den
staat groot bslang in het tot stand komen
van een dergeljjk fonds, doch hjj kan per-
soonljjk de zaak zeker niet in hauden
nemen, aangezien voor het doel ongeveer
vier milliard sou noodig zjjn.
Da oud-miaister B a i h a u t is er
in de Fransche Republiek op dit oogenblik
leeljjk aan toe. De Rechtbank te Parjjs heeft
hem in de gjjzeling gezet wegens het niet-
betaleu van de boete waartoe hg veroor
deeld ie in het Panama-proces. B a h a a t
zal minstens een jaar, hoogateni twee in
de gjjzeling moeten doorbrengen. De recht
bank verklaarde verder, dat de verplichting
tot betaling der boete solidair rnzt op
Charles de LessepaenBlondin,
die ook tot boete zjjn veroordeeld, maar
zonder dat de solidariteit met zooveel
woorden in het proces verhield werd. Deze
twee heeren zjjn echter naar het bnitenland
gevlucht en zallen, naar de meeste juristen
keveren, eerst over twintig jsar in Frank
rgk terug kannen komen, willen zjj geen
gevaar loopen te worden behandeld ale
B a h a u t.
Niets anders dan tegenstrjjdige berich
ten komen nit Cuba. Ds Cnbaansche
quaestie wordt langzamerhand zoo onbe-
grjjpeljjk mogelijk. Uit Amerika komen
telkens verhalen, die bet vermoeden wek
ken, dat de Spaaniohe Regeering bereid
i», met die te Washington te onderhan
delen over het bestaan van hervormingen.
Gisteren werd zelfs aan den World gemeld
dat eene overeenkomst tnsichen Spanje
en de Vereenigde Staten, over de Cuhaan-
sce quaestie, tot stand gekomeu was en
binnen enkele dagen aan het congres ter
goedkeuring zou worden aangeboden.
Van dat alles zegt de Regeering te
Madrid, is niets waar. Er worden geen
onderhandelingen gevoerd met de Ver
eenigde Staten, en Canovas ie niet
voornemens den Cubanen vooreerst iets
toe te staan, zoolang zjj zich niet hebben
onderworpen aan hnn sonvertin: den
koning van Hispaniën.
En bovendien deelt de Regeeringmede
dat op de Philippjjnen krachtiig gewerkt
wordt om den opstand te onderdrukken,
f n dat de pogingen van generoal P a 1 a-
Maar kindlief, waarom zoudt ge nu door
pedanterie afüreuk doen aan de algemeen®
vroolijkheid Wees geen brekespel, wij zjjn den
Baro* toch reeds dank schuldig,// fluisterde
mevrouw Brun»ck Munon toe.
Manon overlegde een oogenblik.
//Het sjj zoo! Mag ik verlossen, keer rid
der zeide zjj op de grap ingaande.
//Lieflijke maagd, op u wacht ik verlangend
sedert vele jaren, spreek het woord der ver
lossing, gij allee* kunt het.//
Zij keek vragend om. //Wat moet ik zeggen
vroeg zij Buehhall, die haar gevolgd was en
achter haar stond.
//Eene spreuk, n*a believen, welke later het
woord wordt bij het spel,dat zich hierbjjaansluit.//
//Eene mooie, als ik u bidden mag. Maar
moet ze mij heel zacht mededeelen, daar de
aanwezigen door het raden van de spreuk
heel vrij zijn van panden,// fluisterde Von Stamm
Manon toe.
Zjj stond eerst besluiteloos, toe* boog zij zich
naar den kaielende, en fluisterde dicht aan zijn
oor «Op den drempel van het paradijs.
//Ja dank, duizendmaal dank, dat is de
waarheid.// Zijn oog fonkelde geluk voorspel
lend en hjj greep Manons ha*d.
Maar daar weerklinkt leeds de bel, die ons
aan tafel roept, waarljjk, ook hier op het eiland
zjjn wij van alle gemakken voorzien. Mjjn*
heeren, gelieft de dames aan tafel te geleiden.
Barones Karger, mag ik u mjjnen arm aan
bieden. Mjjnheer Buchhall, u zal wel de goed
heid hebben vau mevrouw Bruneck aan tatel
te geleiden.