N 1 E U W E
$)ag6laó voor <3%oord- en Suió-eXollanó.
De Kerk en de Sociale vraag.
No. 2595
Dinsdag 2 Februari 1897
22ste Jaargang
BUITENLAND,
Een bereikt doel.
D uit sell land.
Frankrijk.]
RLEIHSCHECOÏRIÏT.
ABOWWEIlIEHTSJPBJJfJ
Pei 3 maanden voor Haarlem. t 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland ir p. p. 1,40
Voor het buitenland 2,80
Afzonderlgke nummers 0,08
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUBBAïï: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NOW AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIEN.
Van 16 regels 50,,Cents
Elke regel meerJ1/»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,
Dienstaanbiedingen '25 Cents per advertentie Contant.
<3jS3§E=$&»~
Hedacteu r-U itgever, W. KÜPPEU8.
Dat de Kerk de beste schutse is tegen
alle revolutionnaire stroomingen, is eene
waarheid, welke vjor eiken ernstigen
Christen gemakkelijk te begrjjpan is, ja
hem toeschijnt als iets, dat vanzell spreekt.
Niet waar is het, wat van radicale zjjde
wordt beweer Ij: dat n.l. de egdlité, de ge
lijkheid, de grondwet zou ;,zijn van het
menscheljjk leven. God heeft de menschen
ongelijk geschapener bestaat een onge
lijkheid vaD talent, van lichaamskracht,
van kunne of geslacht, en nog in menig
ander opzicht. Alzoo «gelijkheid» bsstaat
er niet, dan alleen de geljjkheid der men
schen voor God, die zoowel den koning
als den bedelaar oordeelt. Maar niettemin
wordt de bestaande ongeljjkkeid van het
geen wij hebben opgesomd, diep gevoeld,
en daarom meet het ernstig streven der
Christenen hierop gericht zjjn, om het
levenslot van de bedrukten eu lijdenden
te verzachten, te lenigen. Maar teveas
leert het Christendom, dat volstrekte ge
lijkheid op deze onvolmaakte wereld nooit
kan bestaandie gelijkheid volgt eerst in
het andere leven. Het Christendom ver
maant de bevoorrechten uitdrukkelijk, dat
zjj hun levensgedrag zullen innchtea vol
gens de wetten van het Christendom en
hoe groot buone verantwoordelijkheid is,
bewgst hst schriftuurlik woord «Gemak
kelijker is het voor een kameel door het
nog van een naald te gaan, dau voor een
rjjke om in het Rjjk Gods te komen.»
Niets bevordert krachtiger de sociale
verzoening, dan bet medelijden, de erbar-
miug met de «onterfden der maatschappij.»
De Katholieke Kerk heeft ook onder dit
opzicht een weg gekozen, die altjjd tot
het harte voert, omdat die weg van het
harte uitgaat. De vrijwillige armoede van
onze kloosferliugen, van de Franciscanen,
Capncgcen enz. is een prediking tot de
volksmenigte, veel krachtiger dan alle an
dere vermaning tot de armen, om bun lot
met geduld te verdragen. Verba docent
eteenxpla trahunt. Woorden wekkenmaar
voorbeelden trekkenHet woord van den
meest weisprekenden redenaar, hoe goed
dit woord ook gemeend is, wordt te niet ge
daan door de ngdige bewering: «De man kan
goed praten, maar op doen komt het aan»;
doch de prediking van den bedelmon
nik, die ontbering en armoede Igdt, of-
FEU1LLETON
29. (Vervolg).
VIII.
Manon verbleef reeds eenige maanden bij
madame Wullbradt. Zij had besloten, den tijd,
dien zij nog op den drempel van het Paradijs
mocht leven, daar door te brengen. Het ge
zelschap der jonge dames was aangenaam,
haar omgang verrukkelijk. Er bestond niet de
minste dwang, iedereen ging ongehinderd haar
gang. Wie harer vriendschapsbetrekkingen had
aangeknoopt met families in de stad, onder
hield- deze, zonder dat madame Wullbradt
tusschenbeide kwam; zij stelde alles in bet
werk om de dames bij elkander te houden,
maar beklaagde er zich niet ernstig over, als
ieder bare neigingen volgde. Zij stond er slechts
op, dat alles binnen de perken der welvoeg
lijkheid bleef, en daarvoor waarborgden de
opvoedingen en afkomst harer bescbermlingen.
Manon had zich innig bij hare huisgenooten
aangesloten en stoud 'met allen op den meest
vriendschappelijken voet! Lucie Von Stamm
kwam, evenals zij, veel bij de familie Bruneck;
zij had door hare oudere zuster, die een
vriendin van Leocadie Bruneck was, vriend
schap gesloten met deze familie, en het was
niet te ontkennen, dat de oude dame eene
warme belangstelling koesterde voor de liefe-
schoou hg zulks niet behoefde te lijden,
zal nooit hare goede uitwerking missen.
Ouder deze omstandigheden kan er geen
grooter fout bestaaD, dan wanneefde ebeati
possidentes(zg die huu heil zoeken iu rjjke
bezittingen) tegen het ruw geweid appèl
aanteekenen. Schgnbaar kan dit appèl
goede gevolgen hebben, maar ook alleen
schgnbaarwant de oppositie van den ver
drukte, die om uitwendige redenen zwggen
moet, zal des te dieper in de harten zich
worteleD.
Nog nooit ia vriendelijke tegemoetkoming,
waarachtig medelgdeD, bij da menschelijke
gemoederen geheel en al zonder indruk
gebleveu. Het is altij 1 beter, den proleta
riër vriendelijk de hand te drukken dan hem
den voet in den nek te zstten. Dit wordt
helaas! door zoovele staatslie len geloochend,
wier verlichting tegenwoordig zoo hoog
geprezen worden, die efke poging om ge
weld te gebruiken luide toejuichen. IJdele
dwaling Deze rnaunen hebben ongetwjjfeld
nimmer de st'oomingen des geestes goed
kannen waardeeren en zjj loochenen inder
daad, dat hoe krachtiger de verdrukking is,
des te krachtiger ook de opstand wezen zal.
Ook Napoleoul kleefde die dwaling
aan, maar dit was juist de hoofdoorzaak
vaa zijn val. Hjj kende niets ontzagwok-
keuder dan leger eu politie de geestelijke
was voor hem slechts eXojdcier de la mo
rale publique.» Maar het oorlogszwaard van
Napoleon werd verbrijzel!; zijn leger
en politie konden hem niet beveiligen.
Do Kerk moet tegen omwenteling en
revolutie strgdmio zekerMaar zjj zou
deze taak ongetwjjfeld nooit voor zich moei
lijker maken, dao wanneer de peastelgkheid
zich gedroeg als een «zwarte politie.» Onze
Katholieke geestelgkheil is er veH te goed
voor dan dat zg louter als hare taak zou
beschouwen de Diets-bezittendea te verma
nen om zich tegenover do plutocratie wel
willend te gedragen. Wie een trap wil
boenen, most van boven af aan beginneo.
Niets werkt beter eD krachtiger dan het
goede voorbeeld van de ouders op de kinde
ren, van de meestors op de ondergeschik
ten. Allereerst mogen wjj den bezitters het
aloude spreekwoord toeroepen «Laten wjj
beter worden, dan zal het spoedig beter
zjjn 1» Hebben de bezittende klassen
zich eerst vervuld met den waren christelij-
ken geest, dan moet het natuurljjk de taak
der Kerk zijo, ook de lagere standen op
lijk schoone Lucie; Manon leidde wezenlijk
een benijdenswaardig leven. In haren omgang
met ontwikkelde menschen vormde zij zich
steeds heerlijksr, al hare goede hoedanigheden
traden meer en meer te voorschijn. Haar wezen
werd evenals hare geheele verschijning deftig
en voornaam zonder verwend te znij. Zij ver
stond de kunst het leven voor zich te winnen
en ze genoot het in volle teugen van de beste
zijde. Trots de groote reserve, die zij zich op
legde, was hare verschijning herhaaldelijk op
gemerkt, men zocht haar gezelschap en trachtte
haar aan engere kringen te boeien.
Eene eigenaardige verandering scheen met
Manon plaats te grijpen; zij vatte zeer snel en
zelfbewust vasten voet maar nooit gaf zij zich
meer, dan haar voor hare plannen goeddocht.
Steeds wist zij zich den schijn te geven, alsof
zij hare gunsten uitdeelde, en zonderling ge
noeg, hiermede imponeerde zij de kringen,
waarin zij zich bewoog. Zij verspilde haren
tijd Diet met lediggang, maar zij studeerde in
de boeken, welke Bruneck haar op haar ver
langen had gegeven.
Daarom had zij haren tijd zorgvuldig inge
deeld, des voormiddags had niemand toegang
tot haar. Na het diner bleef ze bij de andere
dames in den tuin of begaf zich naar de mu
ziekzaal. Zij was eene hartstochtelijke lief
hebster vau muziek, vooral zachte lieflijke
stukken oefenden tooverkracht op haar uit. De
jonge dames speelden haar gaarne iets voor,
want zij was eene dankbare, diepgevoelige toe
hoorster, enkel als mevrouw Hertwig, de be
koorlijke jonge weduwe, tengevolge van haar
hunne plichten te wijzen. De Kerk mag
bg den tegenwoordigen klassenstrijd geen
partij kiezen zg mag zich niet opwerpen
als de atvocait van de bezit'eade klassen,
6n evenmin tot sociale oppositie aanzetten.
Aan beide kanten moet zg het g weten
scherpec, zich volstrekt niet bekommerend
of de midde'partgen haar daarom «dema
gogisch» noemen, of de soeiaal-iemocratea
haar als «werktuig der plutocratie» ken
merken. Da Kerk staat veel te hoog, om
zich door de eene of andere richting op
sleeptouw te laten nemen het zal noodig
zijn, dat zij nu eens naar de eene zgde, dan
ems naar de andere zgde front maakt.
Nimmer worde het vergeten, dat de Kerk
behalve de zelfzucht en de zwelgerij der
bazitteude klassen ook de begeerlijkheid der
proletariërs, welke raak bovenmate ainge-
wakkerd wordt door demagojisehe drjj.erjj,
te bestrjjden heeft. De Kerk heeft te
strijdeu tegen hen, die de cbrutaljjke ge
boden overtreden, en dit geschiedttooh
werkelijk aan baide zijlen; ook onder
politiek opzicht.
Voor ons n hit Christendom niet een mid
del tot bereiking van eau of ander doel; mair
het einddoel van alle dingen. Liever geven
wjj politieke macht, polttieken invloed
prjjs, dan het Christendom maar daarom
willen wg ook niet, dat het Christendon
in dienst gestald wordt vaa een of andera
klasse. Aan beide zjjlen, zoowel bg de
aanzienlijde klasse a's bjj de lfgere klasse,
bestaan er gezichtspanten, waaraan wg
ons Diet konnea onttrekken. En daarom
zal de Kerk altijd het vaandel der sociale
verzoening hooghouden. Willen wg, als
trouwe zonen der Kerk, in dezen geest
arbeiieD, dan is ons op het veli der poiitiok
de weg vanzelf aangewezen: nameljjk de
sociale hervorming. Zooveel mogelijk moe
ten de armen geholpen worden; de politiek
der onderdrukking verafschuwen wg. Maar
van den andeien kant zullen wij ook nooit
instenmen in den «oorlog tegen de palei
zen», want wg houden vast aan het eigen
domsbegrip, omdat de eigendom ook eene
verordening is van God.
Dat de omstandigheden, waarin de mensch
geplaatst is, hem vormen, is dezer dagen
luidruchtigen aard, vreeselijk op de piano
trommelde en leven maakte, hield ze zich de
ooren dicht, of vluchtte naar buiten.
Manon bezat buiten vele andere noemens
waardige gaven eene bevalligheid in hare bewe
gingen, die haar ongemeen van de overige
dames distingueerde. Bovendien verstond zij
op geheel bijzondere wijze de kunst, zieh smaak
vol en keurig te kleeden, en toch waren het
niet altijd de beste en duurste stoffen die zij
droeg,
Bjjna dagelijks bracht zij in het schemeruurtje
eenige oogenblikken bij mevrouw Bruneck door.
Den Staatsanwalt trof zij zelden aanwezig en
al bleef hij een enkelen keer in de woonkamer
van zijne moeder, dan was hij toch meestal stil
en in zich zeiven gekeerd, ofschoon hij ook niet
iu het geringste tegen de beleefdheid handelde.
Hij was een stille man, van groote kennis en
bekwaamheden, voor wien een luchthartig salon-
praa'j i geen aantrekkelijkheid kon hebben, slechts
zelden ontmoette hij Manon op eene partij,
waar hij altijd in den kring der geleerden bleef
of met eene oude dame een praatje maakte.
Een gesprek met rozige, blozende lippen ont
week bij zeer behendig. Hij verliet het gezel
schap al'ijd zeer vroeg en meestal dan, als de
vreugde haar toppunt bereikte. Nooit nam hij
deel aan het dansen, maar toch had Manon
bemerkt, dat hjj zeer gaarne naar haar keek,
als zij van den eenen arm in den anderen vloog
De glinsterende brilleglazen volg len haar be
stendig en een gevoel van trotsche zelfvoldoe
ning welde op in Manons hart bij de gedachte
dat hij toch niet geheel ongevoelig was voor
weer duideljjk gebleken met den heer M i-
q u e 1, Pruisisch minister van financiën,
die nuj,door keizer W i 1 h e 1 m is benoemd
tot ridder vai - den Zwarten Adelaar, en
daardoor in „denj.adelstand verheven.
De 68-jarige staatsman was L zjjn jeugd
een medestander van Karl M a r x, later
leider der nationaal-liberalen, thans Herr
Von M i q u e 1, de vertrouweling van
keizer Wilhelm.
In de Fransche Republiek hebben de
heeren Canet en Schneider, eige
naren der groot3 gietergen hun établisse
menten vereenigd. Deze heeren hebben
een bezoek gebracht aan den president
F a u r e en hem verzekerd dat Frankrijk
nu eene inrichting bezit welke met die van
den Dnitsohen fabrikant Krupp kan
wedg veren.
Als bawjjs, dat de gewoonte om el
kaar met nieuwjaar geluk te wenschen,
niet afnesmt, diene, dat te Pargs in de
nieuwjaarsdagen 18,989,000 kaartjes wer
den verzonden en bezorgd, of 3,133,000
meer dan verleden jaar ia die dagen.
Waaneer in onze dagen vorsten bij
elkaar komen, dan wordt er getoost en ge
dronken. Zoo ook deden de Fransche ea Rus
sische ministers aan het dejeuner in het
Ministerie van Buitenlandsche Zaken te
Pargs. De minister Hanotaux bracht
een toost uit op zjjn Rnssischen collega,
waatiu hg dien staatsman greette en ge-
lukwensjbte, dien zeldzame hoedan'gheden
en belangrjjke di-ust n aanwezen tot het
bek'eeden van zjjn hoog ambt. Hjj sprak
uit naam van Regeering en volk den wensch
uit dat M o e r a w j o f langen tijd en met
goed gevolg zou medewerken tot de glorie
en de welvaart der regeering van keizer
N i k o 1 a a s, tot de goede internationale
betrekkingen, tnsschen de Mogendheden
bestaande en aan dezer gemeenschappelijk
streven voor de groote weldaden des vredes
en der humaniteit.
Graaf Moerawjof antwoordde: Op be
vel van den Czaar naar hst schoone land
van Frankrijk, dat aan geheel mijn va
derland dierbaar is, gekomeD, gevoel ik mg
gelukkig parsooolgk tot o in betrekking
te komeD. Ik drink op nw gezondheid,
overtuigd dat de intieme verhondiog, tus-
schea onze beide lauden bestaande, gelgk
schoonheid en bekoorlijkheid, gelijk men van
hem zeide. Maar het was ook een waar genot
voor het oog, dat het schoone beminde, Manon
te zien dansen.
Ook dit deed ze op eene haar alleen eigene
wijze, hare heerlijk ontwikkelde gestalte draaide
rustig op de maat der muziek, terwijl anderen
stormachtig en niet zonder inspanning rond-
dwarrelden, zij scheen nauwelijks van plaats te
veranderen en haar prachtig wit gewand viel
in zachte plooien.
Eens op een bal, toen zij l ijzonder veel ge
danst had, was zij toevallig naast Bruneck
komen zitten, daar hij intussehen zjjne moeder
had opgezocht en druk met haar praatte, terwijl
Manon danste. Daar naderde een jonge luite
nant, die reeds meermalen met haar had ge
danst, om haar nogmaals te engageeren. Opge
wekt door de betooverende muziek, stond zij
reeds op om tot den figurenrijken dans toe te
treden, die juist begon. Plotseling gevoelde zij
dat iemand zacht haren schouder aanraakte, en
Brunecks stem fluisterde smeekend: „Dans nu
niet meer, het is genoeg." Zij had den danser
bedankt en wederom hare plaats ingenomen.
//U danst te veel// had hjj gezegd, nU mag
niet meer 't ware het best, als u aan
stonds met ons naar huis gingt.//
Wordt vervolgd).