No. 2606
Maandag 15 Februari 1897
22sle Jaargang
HbagSlaó voor <oföooró
en SCuió-JCollanó
De godsdienstloze Staat
B U IT N L A N
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. agite ma non agitate.
Een bereikt doel.
Frankrijk.
Duitschland.
Amerika.
Transvaal.
Turkije.
Engeland.
KI HU T.
ABONNEMENTSPRIJS.
Per 3 maanden, voor Haarlem.1 1,10 ijflSRL
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,40
Voor het buitenland 2,80
Afzonderlijke nummers 0,03 t
Dit blad verschijnt daqelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
>fr~'
Redacteu r-U i t g e v e r, W. KÜPPERS.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels. 50 Cents.
Elke regel meer7'^»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Con tant.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale Publicité Etrangér*
G. L. DA LJBE 8f Co. JOHNF. JONESSucc., Paris 31 its Faubourg Montmartre
Het liberalisme heeft aanspraak op den
naam van beminneljj* te zjjo. Er is geen
andere startkondige richting, die zulke
Echoone beloften voor de toekomst weet
te geven, die zoo met vrjjheid en onaf
hankelijkheid dweept en die haar aanhan
gers bet zoo gemakkeljjk maakt als het
lib eralisme.
Een hoogst enkele maal slechts doet het
zich in een andere gedaante voor en dan
is dat nog maar voor zeer korten tijd.
Toen de heer Van Houten bjj de be
handeling der Kieswet in de Esrsts Kamer
uitriep, dat de liberalen hadden te strjjden
tegen hetclericalismeen het protectionisme,
toen gleed het kleed der beminnelijkheid
even van de schouderen van het liberalisme
af en ontwaarde men, dat de kern van
deze staatkundige richting toch eijenljjk
lang niet zoo aanlokkelijk is als het
uit9rljjk doet vermoeden.
Maar dit duurde slechts korten weldra
was het liberalisme weder gehold in het
waas van vriendelijkheid en beminnelijk
heid, dat reeds zoo menigeen heeft verlokt
om zich te scharen onder de vurige aan
hangers dier richting.
Op nieuw heeft zich thans een gelegen
heid voorgedaan, dat het vriendelijk mom
van het liberalisme werd afgeworpen en
men de werkeljjke bedoelingen dier rich
ting helder kon aanschouwen. In een
polemiek tusschen het Handelsblad o nen
der anti-revolutionnaire bladen heeft eterst-
genoemde gewezen op het verschil tusschen
het liberalisme en de zoogenaamd «ker
kelijke» partgen. Voor de cuiiositeit ver
melden wjj hiereven, waarin, naar het Hbl.
meent, dit verschil ligt. Het b.'a 1 schrjjft:
«Als richtsnoer in het Staatsbestuur er
kennen zij (die zoogenaamd «kerkelijke»
partgen) niet anders dan «Gods Woord,»
voor de Katholieken belichaamd in den
Paus, voor de anti-revolutionnairen in den
Bijbel aooals zjj, zelf feilbare menschep,
die als hoogste richtsnoer voor alle men-
scheljjke handelingen opvatten ei ver
klaren. Dat wil zeggen de theologie, de
geestelijkheid verheffen zjj niet alleen tot
leidsvrouw tnsschen den mensch en het
Opperwezen, maar ook als da eeoig beslis
sende machtin alle handeling )n tusichen de
menschen onderling. Aan deze heerschappij
der theologie heeft da moderne Staat een
einde gemaakt door den godsdienst te
verklaren enkel tot een zaak van het
geweten, waarin ieder vrjj behoort te zijn,
maar door de godsdienstleeraren niet langer
te erkennen als leidslieden voor wereldsche
aangelegenheden. Niet tegen den godsdienst
voert de liberale party strjjd, maar tegeo
de oppermacht der godsdieostleer&ren en
tegen de beslissende macht van theologische
leerstellingen bjj de regeling van maat
schappelijke belangen en vraagstukken.»
Zoo oppervlakkig lezende klinken die
woorden niet kwaad. Er is weder een toon
van welwillendheid en vriendelijkheid in,
die den onnadenkende zoo gemakkelijk in
het net van bet liberalisme doet verstrikken.
Maar wanneer men doordringt tot de eigen
lijke beteekenis er van, dan bemerkt men
FEUILLETON
eerst, hoi gevaarlijk de liberalistische
dwaalleer is.
Men beeft niets tegen den godsdienst,
volstrekt niet. De godsdienst is een zaak
van hit geweten, waarin ieder vrjj moet
zijo. Doch wel heeft men het tegen de
«godsdienstleeraars,» de gaesteijjken. Dat
zyn de vjjaoden van de maitschappjj, om
dat zjj leidslieden weuschen te zijn voor
wereldsche aangelegenheden. Die heer
schappij der theologie, daaraan beeft de
moderne Siaat een eiode gemaakt en de
oppermacht der «eeste'ijkeu is gefnuikt.
Volgens de liberalen moet dus de gods
dienst worden teruggedrongen uit het
8taatbunlig en maatschappelijk lereu en
moet hij zich beperken tot. net geweten
van hen, die er mede ts maken willen
hebben. Wjj begrijpen dat eigenljjk niet
goed. Waat als de godsdienst eeu zaak van
het geweten is, daa mosten toch de be
lijders van dien godsdienst daarvan dosn
bljjken in hun handelingen. Men kan toch
onmogelijk er een godsdienst op na houden
zonder dat de belijdenis daarvan mark-
baar is in de handeliugen en daden der
personen, die er wel mede te maken wil
len hebben-
De godsdiaust stelt toch eiscbsn aan zjjo
beljjders eu die eischen moeten toch ken
baar worden gemaakt door de geestelijken.
Zjj toch hebben tot taak aaa te wjjzen,
in hoever eu op welke wjjze de gods
dienst onze daden moet besturen. Of meent
misschien het Hbl., dat men er enkel een
godsdieast op ua houdt om zyn geweten
in slaap te wiegen en dan verder geen
rekening te houden met h-itgeen de gods
dienst van ons eiseht
Het Hbl. wil do beslissende macht van
theologische leerstellingen bjj de regeling
van maatschappelijke vraagstukken ec
belangen verdryven eu deelt mede, dat dit
de taak is van den modernen Staat. Wjj
stellen daar tegenover, dat, zoolang de
godsdienst bet hart van den meusch zal
b'jjven vervullen en dat zal zyn, zoo
lang de wereld bestaat ook de regeling
van alle vraagstukken en belangen zal
worden beheerscht door die alles beslissende
macht, die vao geen trassigesren weet on
die geen kleed van beminnelijkheid draa;t
om haar werkelijke gedaante te bedekken.
We hebben hier weer den oudin stryd
van de liberalen tenen het clericaüsme.
Zjj dragen aan de Kerk ean onverzoen-
ljjken baat toe, om lat zjj gevoeleo, welke
groote eu gezegende macht de Kerk kan
uitoefenen, en hoe bun bedoelingen worden
verydeld door de krachtige werking vnu
den godsdienst. Zoswel nit den Staat als
uit de school trachten de liberalen zooveel
mogelyk den godsdienst te verbannen-
Alleen ds golsdienst dier rede, die van het
verstand, is bjj hen iu tel. Elke andere
godsdienst i» ia strjjd met de beginselen
van den modernen Staat en daarom on
herroepelijk veroordeeld.
De godsdienstlooze Staat is echter een
onding, omdat bij, hoe goed ook schijn
baar geregeld, de kiem der ontbinding ia
zich draagt. Zc.er terecht oordeelden dan
ook de Katholieke Kamerleden in hun
program van verleden jaar, dat er naar
gestreefd moet worden om ieder Geme ne
best naar den geest van het Christendom
in te richten. Dj volle belijdenis der Ka
tholieke leer is niet bestaanbaar met
meeningen, dia ook maar naderen tot het
naturalisme of rationalisme, wier {kort
bjgrip hierin bestaat: het met deu wortel
uitroeien vau a'leChristelijke beginselen en
iu de maatschappij de h ierschappij vestigen
van den mensch met terzijdestelling vao
God.
Eu bierop lette ook het Hbl. in het
byzonder. «Even weinig staat het vrij een
auderen laveaeregel te volgen in den huise-
lijken kring dan tegenover de menigte,
zoodat het gezag der Kerk in het bijzon
dere leven gehuldigd, ia het openbare
leven verworpen wordt.»
Deze woorden der Katholieke Kamerle
den welke zija ontleend aan de Encycliek
Immortale Dei moge het Hbl. wel eens
overwegen, wanneer het werkelijk mesnt,
dat de godsdienst niet auders is dan een
zaak van het geweten, waarmede het
bedoelt, dat de invloed vau dea godsdienst
zich niet op het maatschappelijk of gods
dienstig iaven^mag doen gelden. NeeD,
indien men weikelyk geloovig is, dan kan
men er z oh niet mede vergeooegen om
enkele schooue leerstellingen in zich op
te nemen en overigens zija handelingen
geheel buiten deu invloed vau den gods
dienst te plaatseD. D.t zou zyu het goed
met het kwaad vermengen en den mensch
iu strjjd brengen met z'ch zebeu, ter wijl
hjj juist alfcjjd een van karakter moetzjjn
en op geen levensgebied mag afwyken van
de Christelijke deugd.
In het bijzonder no in onza dagen van
liberalen kant op de n'euwe kiezers wordt
gespeculeerd, meenden wjj op het liberaal
beginsel duidelijk de aandacht te moeten
vestigen. Met zoste woordekens trachten de
liberalen nit de Hes.eehtuitbreidicg muot
te slaan voor da versterking van hun ge
lederen, en daarom behoort die toeleg in
het licht te worden gesteld. Ooze werk
lieden, de aanstaande^ ki;z rs, die gehecht
vjja aae de Kerk, mogen niet in het
lb>ra'.s sop medevaren, maar behooren
zich op maatschappelijk eu staatkundig
gebied te plaatsen aan de zyde van hen,
die aan den godsdienst zyn verheven be-
taekenis in haar vol'e kracht wil.'eo schen
ken en er naar strevea om den modernen
Staat van het liberalisme te doen plaats
maken voor esn Staat, waarin de geest van
het Christendom heerscht en daardoor het
gelak vau het geheale volk wordt be
vorderd.
40.
Vervolg).
//Versta mij niet opzettelijk verkeerd, ba
rones Karger, het moet tec laatste de alge-
meene verbazing wekken, als u steeds de plaats
uwer geboorte in een ondoordringbare duister
nis blijft hullen
"Wat kan dat schelen binDenkort ga ik
weg, reeds over eenige maanden.//
"Ligt u dan niets gelegen aan de meerling
en de herinneringen, die uwe vrienden van u
IrebbenP"
//Zeker, zeer veel en toch
//En toch spreekt u altijd van heengaan,
also! dat alles goed maakte. En als wij u
eens niet lieten weggaan?//
Een weemoedige glimlach speelde om haren
mond.
//Wie zou mij hier houden?"
//Mijne moeder is u hartelijk genegen."
//En toch bezit zij, die naast haar gaat, meer
haar vertrouwen. Aan openhartigheid alleen
ligt het niet; zeg u daarover niets, deze alleen
verwerft het vertrouwen niet. Al wist uwe
moeder, dat ik geboren ben op een slot met
al de voorrechten eener magnaiendochter toe
gerust, dan nog zoude mijn hart schuw eu
terughoudend zijn. O, dat weet ik zeker. Ik
bezit de gave niet mij bij anderen aan te
sluiten, geljjk de mensch zulks gaarne wil. Ik
ben van kindsbeen af, daartoe te veel alleen
geweest met mijne gedachten.//
Charlottenhof was het uitgestrekte verblijf
van een opperhoutvester, een heerenhuis, door
eene zuilen-galerij omringd, te midden van
een dal gelegen, en door prachtige beuken
omgeven; de ramen waren voorzien van frissche
witte gordjjnen en versierd met heerlijk geu
rende bloemen.
//Een zindelijk kamenieratertje kwam naar
buiten gesneld, toen de koetsier, luid met de
zweep klappend, den breeden met kiezel be
legden weg inboog, die naar het huis des op
perhoutvesters voerde.
Het bevallige hoofd eener mooie, jonge
vrouw verscheen voor liet geopende balkon
venster en keek over de borstwering. Met
den blijden, luiden uitroep: //Maaon! Rai-
mund!// verdween hij van het raam eu dadelijk
daarna hoorde men de vrouw van deu opper
houtvester de trappen af-nellen.
Leocadie begroette allen allerhartelijkst. Toen
zij eindelijk de armen om den hals huars
broeders legde, fluisterde zij deze beteekenis-
volle woorden: //Wat eene vreugde is dat voor
ons, Itaimund! Hoe dankbaar ben ik er u voor.//
Nada' zij met. hare moeder en Lucie eenige
woorden had gewisseld, geleidde zij deze beiden
naa, binnen en liet het haren broeder over
de Barones te begeleiden.
"W at is het hier betooverend mooi," zeide
Manon zacht, terwijl zij op de zuilen-galerij
duidde, die in dec uraehtïg aangelegdea tuin
met zijne dichte bosschages voerde.
"Bevalt liet u hier?//
Indien een bevel tot uitvoering van
hervormingen op Kreta wordt gegeven,
z^gt Le Temps, zullen moorden bd brand
stichtingen een aanvaug nemen. Het blad
deelt mede, dat te Athene bekend is ge
worden, dat de Sultan een Adjudant naar
Kreta heeft gezonden met bevel aan de
troepen en Muzelmaosche onderdanen om
//Ja, zeer goed.//
"Mevrouw uwe zuster moet wel gelukkig
wezen."
"Ja," antwoordde hij eenvoudig, maar zij
heeft ook tien lange jaren gewacht, totdat
haar verloofde haar in zijne woning kon bin
nenleiden.//
//Tien jaren?// herkadde zij nadenkend.
Dat is een lange tijd en voor de liefde een
/.ware proef."
//Niet allen kunnen die proef doorstaan.//
„Daaraan twijfel ik eveneens.//
„Zou u het kunnen?//
«Een zacht rood bedekte baar gelaat. Ik
weet het niet"
„Maar ik ik zou het kunnen! Ge
looft u dat?//
„Ja,// verzekerde zij oogenblikkelijk. „Ik
geloof zelfs, dat u slechts eenmaal bemint en
dan nooit weer.//
//Ah! Dus was er indertijd van mij sprake
van mij! zeide hij met stralenden blik.
Manon keek langzaam eenen anderen weg.
Het eerste het beste oogeublik, dat Leoca
die met hare moeder alleen was, gebruikte zij
om te vragen: „Welke van de beiden is het,
moeder?//
//Welke zegt u uw hart?//
//Lucie!"
„Ja, het mijne spreekt ook voor deze!''
"Ed Raimund?//
.//Ik hoop, dat zijne keuze op Lucie is ge^
vallen."
//Goddank, ik vreesde, dat hij reeds te oud
was geworden voor dezen stap. De Barones
ia dien ge-s- ts hansel/m. Daarin zoo de
verklaring te zoeken zyn van de plotse
linge opgewondenheid te Athene eu het
onverwijld vertrek van prins George,
naar het tooneel der onlusten.
Een politie-ageat te Grenelle heeft
een werkman voor een herberg met een
revolverschot gedood. De zaak is in on
derzoek bij de justitie; de agent beweert
uit noodweer gebaodeld te nebben. De
socialistische afgevaardigde Chanvière
is hiermee niel tevieden en wil den mi
nister B a r t h o u in de Kamer vragen
of de agent ontslagen zal worden. Hy
beweert dat deze niet eerst in de lucht
schoot, maar drie revolverschoten loste,
waarvan er twee deu werkman troffen,
terwyl de derle kogel op manshoogte in
Jen mnar van het tegenoverliggende huis
is gedrongec. Ook was het lyk van den
werkman, naar hy zegt, met sabelwonden
overdekt, terwyl geen der agenten letsel
heeft bekomen.
De inlichtingen welke de politie om
trent het geval verstrekt, luiden eenigszius
anders.
Vrij algemeen gelooft men te Berlyn
niet aan een oorlog tu scheu Griekenland
en Turkije.
Men meent, dat de demonstratie van de
Grieksche vloot en de trotscho taal door
den Minister-president De li an nis ge
voerd in de G/ieksebe Kamer, voorloopig
als niets anders te beschouwen zyn dan als
middelen, door de Grieksche regeering aan
gewend om in de oogen van het eigen volk
een goel figuur temaken, met de stellige
verwachting dat de meerderheid der groote
Mogendheden voorloooig een actief ingrjj-
pen vau Griekeuland toch Diet zullen
toelaten.
--De door Keizer Wilhelm eigen
handig opgestelde vier tabellen over de
sterkte, en in het bijzonder over de nieuw
gebouwde schepen, van de Duitscbe, de
Fransche, de Russische, de Amerikaansche
en de Japansche vloot, welke in de wondel-
gangen van den Ryksdag opgehangen zyn,
strekken om aan te toonen dat by de tot nu
toe toegestane credieten voor de marine in
1899, als de nieuwe krygsschepen gereed
zullen zyn, Frankryk en Rnsland samen
45 nieuwe schepen znllen bezitteD, doch
Duifscbland slechts 14.
Over de werkstakingen te Qambnrg
deelt de Vorwiirts hit volgende mede
Door het comité is in 't geheel 1,378,531
mk. uitbetaald. Tot Woensdagavond waren
2800 werklieden die aan de staking deelge
nomen hadden, weer in dienst gesteld
100 daarian waren door de directie van
de staatskaden weer aangenomen, maar
slechts als hulpwerklieden, tegen 3 mk.
per dag.
Het arbitrage-verdrag met Engeland
in den Senaat van Noord-Amerika in be
handeling, wordt telkens door het indienen
van nieuwe amendomenteu op sleeptouw
gehouden. Hot kan nog wel maanden
duren eer het tot staud bomt. Bljjkbaar
schijnt mij zeer terughoudend. M'sschien is zij
wat al te trotsch op haren rang en hare for
tuin?//
//Dat geloof ik nu juist met; zj| is slechts
erg voorzichtig in haren omgang met anderen
en laat zich niet door de omstandigheden
medesleepen. Voor het overige beeft zij een
zeer degelijk karakter eu is ze zeer respec
tabel."
„Daarvoor waarborgt mij de vriendscbap,
die mijn moedertje haar toedraagt."
1
Manon was een weinig vroeger opgestaan
dan naar gewoonte, om eene wandeling in
het bosck tc doen; verborgen achter de gor
dijnen van het venster bad zij een paar jonge
houtvesters achter de hooge boomen zien ver
dwijnen.
Een onuitsprekelijk verlangen naar dc groene
boomen maakte zich van haar meester; zij
•kleedde zich snel aan en verliet de woning,
waar nog alles in diepe rust gedompeld lag,
want gisteren-avond had men zich eerst laat
te bed begeven. Slechts de keukenmeid was
juist buiten, om versch water te putten. Voor
het ontbijt kon zij weer terug zijn, en gedurende
den tijd, dien ze voor zich had, kon zij het
halve bosch doorloopen. Op goed geluk af
sloeg zij den weg in, die achter de houtves
terswoning naar het bosch voerde. Zij kon
slechts enkele oogenblikken gewandeld hebben,
toen zij in eene kleine ruimte tusschen de
boomen, niet ver van den weg, Bruneck be-
merkte. Hij zat op een gevelden boomstam en
scheen hare komst af te wachten. Hjj 9prong
is dut rekken der beraadslagingen er op
berekend, om aan president Cleveland
dit prachtig en laatste werk zijner regee
ring niet te gunnen.
Volgens een besluit der (Transvaalsche
Regeering is aan 862 nitlandera van den
Rand het volledig stemrecht verleend,
omdat zy zich aan de zjjde der Regeering
hadden geschaard vóór de overgave van
Dr. J a m e o n.
In Konstantinopel zyn gisteren oproerige
plakkaten aangeplakt gevonden.
In de officieele kringen stelt men de
berichten nit Athene ten aanzien van Kreta
voor als hoogst overdreven; de troebelen
op het eiland als uitgelokt door Grieksche
raddraaiers den brand te Chania als aan
gestoken door Christenen. Moordtooneelen
kwamen niet voor, maar wel eenige
vechtpartjjen. Berichten uit Crieksche bron
behelzen dat hetl e z e t b e y, een kamer-
beer van den Sultan, en Ka h moed, de
Minister vau openbare werken, zyn die de
onlusten op Kreta aangestookt hebben. De
Kretouzen zija besloten hanne pogingen
om zich te bevrijden tot het uiterste vol
te honden. De Tarksche Regeering zou
15,000 man gemobiliseerd hebben, van
wie 500 voor Kreta; eene geheele (leger)
klasse zal binnen enke2e dagen opgeroepen
worden.
In het Engelsch Lagerhuis heeft C u r-
z o n verklaard, dat geen enkel bericht
was ingekomen waaruit bljjken zon, dat
de Tarksche autoriteiten de Muzelmannen
wapenen of hen tot onwettige daden aan
moedigen.
De Grieksche gezant Metaxas te
Londen heeft aan Lord Salisbury een
Nota zijner Regeering overhandigd, waarin
uitdrukkelijk wordt verklaard, dat de
Grieksche Begeering de landing van Tark
sche troepen op Kreta met alle, haar ten
dienste staande middelen zal beletten.
Sedert het uitbreken van de pest te
Bombay zyn er 5960 personen aangetast
en 4581 aan de ziekte gestorven. Het
afzonderingshospitaal bljjkt geheel en al
onvoldoende te zyn, de geneesheeren zien
er een broeinest voor de ziekte in. Zelfs
de gieren van den Toren der Stille sterven
na aan de peBt ten gevolge van het ver
zwelgen der lyken van de slachtoffers.
Spanje.
De verjaardag der federale repnbliek
van 187S is te Madrid en in verscheidene
andere Spaansche steden door republikeinen
van alle kleuriohakeeringen ongehinderd
gevierd.
Pi y Margall heeft bjj deze gele
genheid een manifest uitgevaardigd, waarin
hjj de federalisten ontraadt zich aan te
sluiten by de voornitstrevenden en onaf-
hackelyken, die boven alleB de eenheid
van het rjjk stellen, maar even democra
tisch gezind zjjn als zjj.
In de provincie Havana, niet ver van
echter dadelijk op, toen hij bemerkte dat zjj
plan had, naar hem toe te komen
//lk heb u half en half verwacht in het
bosch,// begon hjj glimlachend, maar toah al
tijd met den ernst, welke hem nooit verliet?
//Mij verwacht?"
//Hoe vreemd, niet waar? En toch is het zoo,
ik versta beter dan al de anderen om in uw
gemoed te lezen; gisteren toen wij aankwamen,
wist ik reeds dat u vandaag 't bosch in alle
vroegte een bezoek zou brengen! Uw goede
engel geleidde uwen weg hierheen ik wilde
u vandaag spreken en heb er juist over nage
dacht, wat ik u wilde zeggen. Mag ik u ver
zoeken hier op dezen boomstam te willen plaats
nemen?//
Manon ging zitten zonder iets tegen te wer
pen, en hjj leunde met gekruiste armen tegea
een hoogen boom, juist tegenover haar.
Een zacht rood lag over zjjne bleeke trekken
verspreid. Hij had zich een weinig omgekeerd,
alsof hij naar de opkomende zon keek, wier
stralen door de takken der boomen een neg
zochten, die beiden omringden. Hjj scheen
zoozeer in zjjne herinneringen verdiept, dat hij
oogenichjjnljjk de tegenwoordigheid van Manon
had vergeten.
Op eenigen afstand sprengen twee reeën al-
lerpotsieriijkst rond; zij dartelden reeds een ge-
ruimen tijd op de vrije plaats, daar daar
had hun fijn gehoor de ademhaling van een
mensch bespeurd en met wilde sprongen ren
den zij terug in het beschermende woud. En
was het rondom ledig en stil; slechts de gou
den torren liepen door het groene gras.