NIEUWE 2)ag6laóvoor cföooró- en SCuió-éCollanó. Z. Ent. Kardinaal San Feiice. Over den hulselpen aard. No, 2608 Woensdag 17 Februari 1897 22ste Jaargang. BUITENLAN]). Pei 3 maanden voor Haarlem. i 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland fr p. p. 1,40 Voor het buitenland 2,80 Afzonderlijke nummert 0,03 Dit blad verachgnt dagelijks, behalve Zoc- en Feestdagen. BUBB4U: St. Janstraat Haarlem. Van 16 regels50 Cents Elke regel meer 7Vi Groote lettert worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant. R e d a o t e u r-Uit g e v or, W. KüPFBRS. Kardinaal Gibbons heeft onlangs in de kathedraal te Baltimore voor eeae groote menigte merkwaardige woorden gesproken over den huiseljjken haard. De Kardinaal wees er op, dat de hoop der toekomst ii gelegen in bet opkomend geslacht, en dat de christelijke moeder de toekomst in handen heeft, omdat de huise lijke haard het oorspronkelijk noviciaat is. Zjjne weldadige werking is de «erst reikende en langst durende van alle onderrichtingen. De ouderljjke haard was de eenige hooge school, die de Patriarchen Abraham,Isaac en Jacob bezochten, en waar zjj de kennis en vereering van God leerden, die zjj op hunne heart aan anderen verkondigden. De haard is niet allsej de school voor de kennis en de vereering vau God; niet alleen is het de ondste, maar ook de heiligste en daarbjj meest gewjjde van alie hoogescholen, en de moeder is de oudste en de meest beminde van aile onderwjjzors. De gods dienstige moeder is geroepen om een apostel te zjjn. De familiekring is haar werkkring, het veld van haren arbeidde leden van het huishonden zjjn de zielen, die aan bare leiding zjjn toevertrouwd. Geen leeraar kan in evenredigheid de plaats der moeder innemen. Niet een heeft dezelfde macht, die zjj bezit, op de geett- vermogens en de neigingen van haar kind. Zg is niet alleen eene autoriteit, wier recht om te beleven nooit betwist wordt, maar een orakel dat onvoorwaardelijk geloofd wordt. De woorden en het voorbeeld der ondere, voornamelijk der moeder, oefenen een altjjd durenden invloed uit op bet kind. Het zaad van rechtschapenheid in het jeug dige gemoed gezaaid, draagt gewoonljjk overvloedige vruchten. De heilzame lessen door de moeder gegeveD, worden zelden nit het geheugen gewiscbt. Zjj zjju in het hart geprent in glinsterende Utters, en het geheiligdebeeld der moeder staat stilzwijgend, maar welsprekend, voor onzen geest de zaak Gods bepleitende. Het ooikleedsel der ziel mag even als eene schrijftafel later indrukken krjjgen, die voor het oog de oor spronkelijke moederljjke letters, die daar zjjn ingeprent, verbergen; maar de waters van gewetenswroeging en de doordringende stralen van goddelijke genade zullen die weder doen verschijnen. FEUILLETON, Een bereikt doel. Vervolg). Tien jaren konden verloopen zijn, en ik had reeds eere betrekking -van den Staat, toen Sec- feld me weer schreef en mij mededeelde, dat Hendriks familie ongeluk gehad had, de liu- weljjken der dochters hadden niet plaats ge had, de oude vader was na eene lange ziekte overleden, en ook moeder lag zwaar ziek te bed; daarom raadde hij mij aan, eene tamelijke groote som gclds vrij te maken, en zoo weer te helpen in nood. Ik zelf had geene fortuin meer, doch mijne zuster had nog haar erfdeel be waard; dit legde zij vol vreugde in mijne han den, om de scbuld te helpen boeten, die ik in jeugdigen overmoed, als slaaf van noodlottig gebruik van de universiteit op mij had ge laden. Leocadie gaf het gaarne, en mijne moe der voegde er hare spaarpenningen bij. Seefeld schreef daarop eesen roerenden brief, vol lof en vol dank; hij stipte hierbjj terloops aan dat hij bij het overreiken van deze groote som aan Hendriks familie had laten doorschemeren, van wie dat geld afkomstig was. De leden der familie waren alle geroerd door mijne bewijzen van edelmoedigheid en droegen Seefeld op, mij hunnen warmsten dank te betuigen. Bij ons moest er nu spaarzaamheid heerschen, en met vreugde onderwierpen wij er ons aan, want het kwam ons voor, alsof er nu voor ons een nieuw «Het is gavolgeljjk niet overdreven van te «eggea, dat de hoop dsr toekomst ga lgen is in het opkomende gedacht en dat de hcop van het opkomende geslacht de christelijke moeder is. Het persnonljjk ka rakter mag afgeleid worden van de opvoe ding, genoten onder het ouderlijk dak; en zjjae weldadige of verdarfelgke iuvloed mag gemeten worden door den godsdieottigen en zedeljjken grondslag van den familiekring. Het is inderdaad waar, zegt graaf de Malse, uat vrouwen geene heldendichten hebben geschrdveo, noch hooggeleerde wer- kaD. Zg hebben geene kerken ontworpen gelgk St. Pieter; zjj hebben geene muziek stukken gecomponeerd gelgk de Messiah geen Appollo Belvidere gebeeldhouwdgeen Laatst Oordeel geschilderd. Zjj hebben geen algebra, telescope noch stoommachine uit gevonden; maar zjj hebben iets gedaan, dat oneindig grooter is; want het is op hunnen schoot dat oprechte endbugdzame mannen en vrouwen zjjn opgevoed het uiteinntendst voortbrengsel der wereld. Dd Kardinaal wees op de moeders der geschiedenis en bemerkte, dat die hun tjjd niet doorbrachten met het vrouwenrecht te bespieken, op kiesrecht aan te driugen en andere oniwerpeD, die nu de aaadacht van het zwakkere geslacht bezighouden. Hjj Voegde er bjj dat indien de ouders hun plichten vei vullen, dat dan het groot pro bleem van onderwjjs in de sohulen werke lijk zon opgelost zjjn, en dat cbristoljj* on derricht zon opgebouwd worden nevens een waar hoofdgebouw. Slot volgt.) aan en onlvingin 1857 te Nap9ls de H. Pries- terwjjiing nit de hanlen vau kardinaal Sforza, dia hem een plaats gaf aan zjjn kathedraal. Maar pater San F e l i c e, die in de stilte en de afzondering zjjae theologische studiën wilde voltooien, begaf zieh spoedig naar het klooster te Monte Cassioo, waar hjj te midden dar zonen van dea H, Beae- dietus jarenlang doorbracht met de studie en de meditatie. In 1866 werd hij aan de Sipianza te Rome tot doctor in ntroque (io de beide rech ten) bevorderl ea kort daarop door Z. H. Pi us IX tot vicaris-generaal Ier abdjj van la Cava benoemd, daar richtte hij een let terkundig genootschap op, waarin de groote Paus levendig belang stelde. In het coasistorie van den 26a Juni 1878 riep Pans Leo XIII pater San Felice tot den aart ibisschoppel jjken zetel van Napels, vacant geworden door het overlijden van kardinaal Sforza- Kardinaal Fr a n c h i, secretaris van Staat, diende hem de bisschooswjjliag toe, en den 11a Aa/astus 1878 nam Mgr. San Felice bezit van de kathedraal van den H. Jaunarins. In 1883 kwam te Napels het zesde con gres van Italiaansche katholieken bjjeeo, en in hetzelfde jaar onderscheidde zich de Aartsbisschop door zjjn edel gedrag bjj de ramp, die het eiland Iscbia door een aard beving üad getroffen. Eeoigr maandeu later, den 24u Maart 1884, nam de Pans hem op in bet college der kardinalen. Bij de vreeseljjke cholera-epilemie in 1884 en 1885 toonde kardinaal SanFe lice zieh een waardig n .volger van den H. Carolus Barromous. Hg bezocht de chole- ralgders ia de armste wjjken der stad. Dit voorbeeld werd gevolgd door kouing Hum bel t,men zag toen den Koning .n het rjjtuig van den KarLnaa! stappe i, om met hein de Albergo dei poveri, het grootst Napelsche hospitaal, eu andere ziekenhuizen te bezoeken Uit dankbaarheid schonken zjju dioce- saaen hau herder eeo kostbaar borstkruis, dat Mgr. Saa Felice aar kardinaal La v i g e r i e schonk, toea deze eene col lecte kwam honden voor zjjn werk tegen de slavernij. Tosn de bevolking dit wi.t, kocht ze het kruis van haar Aartsbisschop terug en gaf het hem ten tweede maal ten geschenke. delijk vroeg ik hem, met moeieljjk onderdruk ten toom want hjj verklaarde, juist hartelijk lachend, dat mijne operatie, die ik onvrijwillig had gedaan, bij den zachlmoedigen Hendrik zeer goed was gelukt hoe hij dat wist?" „Wel, van Hendrik zelf, en hij schreef mij onlangs nog, dat hij u eigenlijk zeer dankbaar was, ofschoon hij niet kon ontkennen, dat hem de gedachte dikwjjls drukte, dat het juist Raimund Bruneck wezen moest, die hem over hoop had geschoten en bijna doodde! Maar de leeljjke grijze muis is van de wang verdwenen, en in bare plaats was een interessante schram zichtbaar, die hem overal een grooten eerbied verschaft, omdat hij overal bekend is al Verder liet ik hem niet komen met zijn ver haal, ik sprong op, en greep hem bij den schouder vast. "Om Gods wil! wat zegt ge?// riep ik opgewonden uit, terwijl ik hem wezen loos aanstaa de, //van welken Hendrik spreekt ge toch, wees dan duidelijker in uwe woorden!// „Nu, van den zachtmoedigen Hendrik, wien ge dat merkte, ken van de wang hebt geschoten, nadat uwe halsstarrigheid een duel had uitge lokt!// „Die is immers dood," schreeuwde ik, //sedert meer dan vijftien jaren.// //Sinds vijfiien jaren dood, ben je gek? Een paar weken ge leden kreeg ik nog een trief van hem, hjj zit als dorpspredikant in een klein vlek in 't koninkrijk Hannover Raimund wat valt je ïd?// Hij maakte zieh met geweld los uit mijne handen, die hem met geweld vasthielden, alsof ik vreesde, dat de kostbare man mij zoude ontkomen. Waarlijk, als hjj zjjne krachtige om arming niet had afgeweerd, zoude ik hem Griekenland. Een groot aantal officieren nit het Grieksche leger hebben hun ontslag ge nomen om zich naar Kreta te begeven, ten einde aldaar de christen bevolking bjj te staan tegen de Tnrken. De vertegenwoordiger! der verschillende Mogendheden hebban hun bezwaren inge diend bjj de Grieksche Regeering, welke antwoordle, dat de Grieksche Regeeriug zich zeer goed bewast was van den toestand ea vaa haar verantwoordelijkheid. Frankrijk. De Russea hebbende Fraaschea op de taenen getrapt, toea zg de gedichten van Franfois Ooppée, Sully-Prnd- h o ui m e en Hérédia terugzonden. Dat terugzenden door da Russische censuur zou te Parijs misschien niet zooenvelzijo genomen, als men geweten had dat het niet het eerste geval van dien aard is, Men zal zich nog het bezoek herinneren, dat Gladstone en Lord Tennyson met eeo boot van sir DonaldCurrie den vorigen Czaar in Denemarken hebben gebracht. Bg dia gelegenheid las Tenny son het Russische Keizerpaar eenige ge dichten voor die vooral iu den smaak dor Keizerin vie'en de dichter zond haar la ter een bundel, maar deze onderging het zelfde lot als de lofdichter der Fraaschen het boek werd door de censanr geweigerd. Duitschland. De moordenaar Brüsewitz werd in den jongsten Rjjksdag nog waardig gekeurd te worden besproken. Niemand minder dan de Minister van Oorlog wilde het feit, het afachnweljjk feit door den luitenant-moor denaar allerlafhartigst gepleegd,verzachten. Zeer ouhandig sprak de Minister deze woorden «Ia het vonnis was overwogen, dat het doodeu met opzet was gepleegd; de dader kon niet in twjjfel zjjn, dat de steek door het lichaam vaa het slachtoffer den dood moest veroorzaken. Maar de krggsraad hield het niet voor bewezeD, dat de daad met voorbedachten rade was gepleegd, omdat Brüsewitz op dien noodlottigen avond hebben doodgedrukt van louter vreugde. Later, toen ik Hendriks brief gelezen en diens schrift herkend had, kwam de neerslag, ik legde het hoofd op mijnen arm, en weende als een kind.// B runeek zweeg, in zijne oogen lag een vochtige glans. 11III ABONNEHEHTSPEUÜ AGITE MA NOW AGITATE. PBIJS DEB ADVEETENTIEBr. 42. Met een enkel woord hebbeD wjj rueds melding gemaakt vau het overigden van kardinaal SanFelice, aartsbisschop van Napels, de 117e kardinaal, die onder het Pausschap van Z. H. L e o XIII hst tjjde- ljjke met het eeuwige heeft verwisseld. Z. Em. W i 1 1 e m SanFelice, ge sproten uit het hertogelijk geslacht der Aquavella's, werd den 18en April 1834 te Averss, een kb in s'a lj-) in de aabjjheid vau Napels, geboren. De jonge patriciër trad in de school der beroemde abdjj der Bene dictijnen te la Cav8, bjj Salerno, waar bij zich door zjjn godsvrucht en zjjn schitte rende studie oader8chr idde. In het jaar 1851 nam bjj het kleed der Bentdictjjaen leven vol rust en vol vrede zou beginnen. Leo cadie eu haar verloofde wachtten geduldig op betere tijden, tot zij het noodzakelijke zouden hebben bespaard om een eigen huishouden te kunnen oprichten. O, wat is het trouwe samen werken eener familie toch iets heerlijks. Eerst na jaren is het ons mogelijk geworden, bij een wijs overleg zooveel te sparen, dat zij de echtverbintenis kon sluiten, die de grondslag van haar geluk zou zijn. Een weinig vroeger reeds ontving ik eene aridere tijding, die mij voor altijd van mijne zwaarmoedigheid genas Voor mijn ambt had ik eene reis moeten ondernemen, die mij met eer. vroeger Heidelbergsch studiegenoot in aan raking bracht. Sinds dien tijd had ik hem niet meer gezien, nu was hij gehuwd en vader van drie allerliefste kinderen. Zijne vreugde over mjjne onverwachte ontmoeting kende geene grenzen en hij dwong mjj, om zoo te zeggen, om bij hem te blijven en eene flesch wijn te drinken. Omtrent al onze vroegere vrienden wist hij iets te vertellen, en hij deed me vele interessante mededeelingen. Plotseling zinspeelde hij zonder omwegen op de Heidelberger affaire, ik werd hierdoor pijnlijk getroffen, want tot nu toe had ieder mijner medestudenten, dien ik in het latere leven ontmoette mij zeer kiesch trachten te sparen. Ik week niet uit, want ik woelde dikwijle genoeg zelf in de wonde, er. daarom deed het me bijna goed, ook een vreemde hierover te hooren spreken. Maar wat hoorde ik! Hij sprak toch al te vrij, zonder omwegen of verschooning, welke toch het men- schelp gevoel eisehte! Ik ontstelde, en ein- //En Seefeld?// vroeg Manon zacht. //Hij had het duivelachtig bedrog gepleegd en mjjn fortuin voor zich zeiven gebruikt, in Hendriks handen is geene enkele cent geko men. Tegen hem heb ik geen enkelen stap ondernomen, hij was en bleef spoorloos ver dwenen, maar God zal hem oordeelen! Ik liet mjj Hendriks adres geven, en reisde naar hem toe, voor beiden was het weerzien haitroerend. Hij en de zijnen vermoedden niet, van welk helsch bedrog ik het slachtoffer was geworden. Niemand wist er iets van, daar ik alle herin neringen aan vroeger jaren zorgvuldig had vermeden, dorst ook geen enkele mjjner vrien den er over spreken, en zoo k»am het, dat ik die vreeselijke jaren had doorleefd, en mij voor een moordenaar had gehouden. Het verlies van mjjn fortuin verdroeg ik licht; wat was het ook tegen de zalige zekerheid, dat ik geen moor denaar wak? Ik heb Hendrik alles bekend zijn goed hart had mij niets verweten maar hij was verontwaardigd over zooveel boosheid en list, die mijD leven hadden veiwoest- Hjj wist niets van Seefeld, deze was nooit meer in zijn geboorteplaats geweest.// Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 1