N I E W E Ïï)ag6laó voor dtooró- on oUuiö-óCollanó. Na de preek van l)s. Quast te Rotterdam. No 2610 Vrijdag 19 Februari 1897 22ste Jaargang. BUITEN LAN]). Ja, in woorden als de bovenstaande, sonde men misschien wel het beste van de swaaih aakrede schrjjven, die daar voor een paar dagen in Botterdam is gehouden. Kom, heer Redacteur, laten wjj, wel verre van een menuutje op te disecben a la drakengal, zielspestilentie met een fricandeau van ra- zernjj en nog meer zulke lekkernijen, ons liever eens vroolijk maken over sommige aardige zetjes van Dominee Quast. FEUILLETON Een bereikt doel. P. M. BOTS, R. C. Pr. Duitschland. HiilLEISCilE COIRilT. ABONNEMENTSPRI Pei 3 maanden voor Haarlem. t 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland fr p. p. 1,40 Voor het buitenland 2,80 Afzonderlijke nummer» 0,03 Dit blad verschjjnt dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen. BUESAÏÏ: St. Janstraat Haarlem. PRIJS DER ADVERTENTIE». AGJ.TE MA NON AGITATE. Van 16 regels 50^Cents Elke regel meer7V» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie A Contant. R e d a c t e u r-Ui t g e v e r, W. KüPPERS. Mo tto Heer Quast ging op den Stoel en sprak En pakte eens uit van Rome; Hij zette heel die kerk een hak En toonde forsch«de boei is lak En topzwaar elke vrome» Ik hoornu wordt straks geadverteerd, De Roomsche Kerk reeds liquideert. Ja, hjj is een Gochem, diezelfde inwoner van de veste der Utrechteche theerandjes. Want Rome heette vel zooveel als de invasie-kerk in Dominee's preek en de gees telijke slokop zoo zal ik maar zeggen, maar reeds tjjdens het sermoen zal menig hoorder daar te Rotterdam gemompeld hehben du, nu, maar Q a a s t, hoe komen wjj bier aan de groote kerk, en jeloi te Utrecht aan den Dom En zoo is het ook inderdaad. Want Roomschen gaan wel eens op een rustigen dag aan het overleggen, om eens een mooi huig voor Onzen Lieren Heer te bouwen, en hebben dan gaarne, zooala het Besje bjj Pater Van Meurs zingt Een toren der op en een kruuske Een eigen pastoor en kaplaan. Msar, vóór alles, gebenrt zoo ïeti uit goede zinnen. Zie, zoo zegt de knappe Roomsche die rjjk is de hemel maakt het goed met mjj, ik zal bet, vice versa, goed maken met den hemel. Maar is het zoo gegaaD, toen de menschen ran het 5de evangelie de Sint Lanrens te Rotterdam en den Dom te Witert kregen We), neen die lijders van de Nedeilandeche Struisen maag hadden tot devies vote toi,adn que jt my mette, d. w. z. uit den weg dan draai ik mjjn dikken rug en lendea eens in die groene kerkenbauk. Ziet u, heer Quast, of dat niet een beetje de ooljjke kokeraar spelea was van awe vadertjes, en dat nog wel in een kerk, hum, hum, wat zullen wjj daarvan zeggen? 't Is al eveneens als met 1. Rome maakt overal den indruk topzwaar te zijn. Woorden van Ds. Quast. 44. Vervolg). De herfst was reeds lang in het land, het verdorde loover ruisckte, door den wind rond- gedwarreld, beneden op den grond en de koude nachtvorst, deed de natuur verstijven. Spoedig zou ze ontwaken hoe verschrikkelijk zou dat wezel! En toch hoe goed deed het baar dat ze den eersten voorbereidenden stap achter den rug had, de scheiding namcljjk van mevrouw Bruneck. Zij had, wel is waar, nog .'enigen om gang met haar, maar inwendig was er eene verwijdering ontstaan. Manon gevoelde het schuwe ontwijken der geachte dame, gevoelde ook, dat deze bezorgd was voor haren eenigen zoon en zij bleef er gelaten bij. Hoe lang zou dit nog duren? Zij moest toch eenmaal scheiden En toch! wat zou zij erom gegeven hebben: als zij voor de oude, eerbiedwaardige dame moebt treden en haar kon zeggen: Wees gerust, zelfs als ik Raimunds liefde was, zou ik toch van hem moeten afzien, guu mij slechts nog dien korten blik in dat heldere licht, spoedig verdwijn ik in nacht en duisternis! Nadat Manon op een morgen onlbeten had, zat zij in hare kamer hij het brandende vuur en las in een boek. De storm schudde alle ven- steTs en deuren, en drong door elke reet van het huls. Lilly en Daisy waren binnengekomen. «Wjj het spreekwoord: Klaar is Kees, zei de dief, en hij zag zjjn vader aan den galg. Zoo ook hier. Men kreeg een kerk, maar hoe? Voorts, welke gezellige groepeeriDg biedt het verslag van de rede Wie meect men, worden bjj het aanwijzen der Roomsche voorvechters, met naam en van, van den kansel in dezen strijd gesignaleerd De Maasbode en Dr. Schaepman. 01 D«. Quast dus weet, waar Abraham den mosterd haalt en wie het onder de roos eens zijn tegen het Protestantisme? De Maas bode heet zoo waarljjk Ultramontaanscb, dat is Overbergsch, betwelk zoo gezegd wordt, met het oog op de Alpen die Boveu- Europa van Rome scheiden. Oob, ocb, wat zei dat den Gregorius-ridder in ds Wijn straat toch een pjjn doen, zoo'n spiksplin ternieuwe eeretitelOp dat bureau zitten de heeren altoos te wikken en te wegen met een horretje Laodiceër-pap voor zich redactie en medewerkers hebban altoos met 66d stroop-penseeltje alle partgen de lipjes gezalfd, en het wachtwoord is van den aanvang geweeetFlikk&jlooienkinderen en ziedaar na vertelt Ds. Q n a s t publiek: De Maasbodé is Ultramontaansch. Heusch, 't is hard Eu zoo met Dr. S c h a e p- m a n ook Men verbeelde zich hier den gang der zaken Toen, jaren geleden, de Doclor op de barp sloeg, toen kwam hjj, in een historisch lied, daar Maarten Luther tegen. Nu wjjl genoemde Maarte n, vroeger als knap man, aan Onzen Lieven Heer had beloofd t ik Maarten, zal een vroom monnikske wezeD, ik zal echt pieus in bet Koorboek gaan bidden en zirgen, zoo nam natuurlijk de fameuse harj ensar het, bjj die rencontre op historisch gebied onzen Maarten zeer kwaljjk, dat bjj, iD plaats van zjjn woord te houden, daar tout simplement er met Kaatje van Bora van door was gegaan. Immers belolte schenden eu woord breken komt tegenover niemand, maar wel het allerminst, tegenover Onzen Lieven Heer te pas. Maar wat doet nu Ds. Q u a s t in zjjn preek? Ziet menschen, zegt hg: wat is die S c h a e p m a n toch een driïver! Hjj zegt van L n t h e r: aan zijne zijde staat een vrouw, alsof een merjsch niet trouwen mag Maar wjj antwoorden bier (is 't niet waar, heer Redacteur) QuaatlQuast! hoe durft gij zco met de Logica omspringen? Heusch, gg brengt ons door nwe vreemde afbrikerjj al weder een spreekwoord te bin- misten u zoo erg bij het ontbijt,// begen Lilly een weinig verlegen, alsof zij hierdoor liaar be zoek wilde verontschuldigen. «Wij hebben u een zeer interessant nieuws te vertellen is u bevreesd //Neen, niet bijzonder,// Manon rukte lachend eenige stoelen dicht bij den haard. //Het spook heeft'weer rondgedwaald en uvr gouden baud gedragen is u niet verwonderd?// //Dat is totaal onmogelijk, als er geene ver gissing heeft plaats gehad. //"Volstrekt niet. Ereule Von Huber heeft de zonderlinge verschijning gezien en is er vast van overtuigd, dat het uw band geweest is,// verzekerden de zusters. //Waar heeft zij de verschijning gezien?// //Zonderling genoeg heeft zij ze juist als wij, in de nabijheid van uwe deur gezien, waar ze verdween. Wil u weten, dat freule Von Huber uw naam heel luid met de spookgeschiedenis in verbinding brengt?// Lilly lachte. //Zou ik dat spook zijn?" Manon scheen noch verschrikt noch vertoornd. «Nu, zjj zeide zoo iets, alsof u met het spook op een goeden voet stond, natuurlijk is zij veel te verstandig, om aan eene vei schijning te den ken." //En wat denki u daarvan, mijne dames?// «Wij .leuken, dat zich eene der dames de grap veroorlooft om 's nachts wandelingen te doen; 't is enkel de vraag wie of er tot zoo iets in staat zou wezen." //Met welk doel?// «Wellicht om ons schrik aan te jagen en de Den Welk een manier, zei de boer, en hel/ kalf at'e mans kousen op Interessant zjjn verder nog al die onver dra gelijke bekesriDgs-gescbïedenissen door Ds. Quast over de Roomsche geestelijken opgedischt. Wel menscb, als het waar is wat Ds. Quast daar orer het Roomscb maken door de pastoors beeft gezegd, dan zoudtgij ten laatste tot de couclas:e komeD, dat het dien goddeloozen priesters inder daad ernst is met de zaligheid van hun evennaaste. Ja, 'tis toch ietsTe geloovec, dat men de ware kerk heeft en dan daar naar te handelen 1Ziet, dat is alles veel beter en breeder ingericht bij die kerken, waarvan Ds. Quast een voorganger is. Daar behoort (zoo zegt Ds.) verdeeldheid zóó tot de essence der religie, dat het ge loof zonder dat protesteeren en zonder dat eenwige uit-elfeander-loopen, eigenljjk geen geloof is. Men zoude zoo begrjjpen wjj uit zjjne woorden eigenljjk bg een gods dienst maar in 's blaue hinein moeten stareD. Eu toch ChristaenzieleD, wat zoude een menscb dan bjj denzelfden Domiuus Q u ast, van-dik-hout-zaagt-men-planken krjjgen. Ja, waarlijk; zoo seffens nog heeft Domioee het over die vrjjheid gehad, en op staanden voet, gaat bij zjjn ho rdren eenige zoo harde, geestelijke muilperen geven, dat het voor een toeschouwer (altoos in het verslag) niet is, om langer aan te zien. Ia vier pakken of uniformen steekt hjj de tekortkomera onder zjjn hoordren, en dau wordt, één voor éeD, elk sooit van die uniform-dragers a, faire genomen. No, dat wil er bjj een mensch niet id. Want dat een pastoor eens berispen zoude, soitimmers zoo'n prediktr is van 't hout van Paulus gesneden, die in zjjn I jjd al gezegd heeftKinderen ik heb u door 't evangelie voortgebracht. Van reuen waaraektigeu Vader dus kaa men leerea en aannemen, daartoe is men zjjn kind. Maar wanstaltig mag het heeten, als een man, die voor u op den preeketoal staat, in 'teeneoogenblik zegt:protesteeren, jongens daar groeit ge bij, en daa op 'taidere oogeablik met acbandpakjes voor den dag komt, om u, die, wegeDS uw eigene par- mautigheid aan te trekken. Neen, r.een, dat is geeste-lgke hinkelarg die in een or- denielgke buurt niet kan geduld worden en reeds menig bjjdebandsch kind zoude hier uitroepen O wat een flater! Nn spuit men weer in de Willemstad omdatde Klundert in den brand staat dames uit het huis te verdrijven, misschienwel met andere geheime bedoelingen; wie kan dat weten?// //Dat is nu juist niet in het voordeel van madame Wullbradt.// «Heden pas heeft zij er iets van vernomen door freule Von Huber en is natuurlijk zeer opgewonden; zij wil naar den Staatsanwalt, naar de politic, naar de geheele openbare macht om hulp te zoeken tegen het onrecht, haar huis aangedaan! O, zij heeft plan bloedige wraak te nemen!// //Wellicht laat zich de geest verschrikken; als hij weet dat men op hem loert, komt hij niet meer terug. Waarom heeft freule Von Huber hem niet vastgehouden?// Zij is immers zoo erg moedig?// w't Is een vreeselijk gezicht, ik zou niet gaarne handgemeen met hem worden.// //Waardoor zou het spook nu op het zonder ling denkbeeld zijn gekomen, om een gouden band te drager/? Hat is toch eene al te men- schelijke kleeding voor een geest." Manon werd onderbroken dooi geklop aan de deur. Hanna, de trouwe dienstbode der familie Bruneck, trad binnen. Zij was een weinig verlegen, toen zij de vreemde dames bjj de Barones zag, bovendien was zij niet al te best geluimd, want op de trap had zij madame Wullbradt ontmoet, die haar door dringend aankeek, omdat zij pantoffels droeg en in den gang, onmiddellijk bij Manons deur, had zij Amy aangetroffen, die hier ge bukt stond, en haar tamelijk verschrikt aankeek toen zjj de oude Hanna plotseling achter zich Eindelijk zoude men nog eenige zeer leeljjke insinuatie van de Qaasters-rede moeten opha len. Hier wordt al dat moois bedoeld, bet geen den Roomschen priester, naar aanlei ding van zjjn gelofte, wordt ten laste gelegd, eu ook alles, wat Dominee van die dame nit het Café cbaotant verhaalde. Maar de lezer kan gerust zjjn. Hebben er, naar bet gerucht wi', eerbare moeders onder de bewuste preek zitteD blozen, hebben (zooals men gerolge- Ijjk gissen kan) eerbare vrjjgezellen en weduwenaars zich in die kerk als doodge- ergerd, onze pen zal zich tot het herhalen van zulke akeligheden niet vernederen. NeeD, wjj sluiten vetl liever met een luchtig Versje op heel het standpunt van onzen prediker Heer Quast zei: Heusch, de Paus verdwaalt Hoe Priesters over leeken P Mijn hoordren, 'k vraag het u bepaald Als Petrus ons Gods wet verhaalt Hoort gjj hem dan zoo spreken Dus 1 Ik heer Quast, ik die hier sta, Ja'k doe toch ook de priesters na Zoo ia het overal met deze prediking der dwaling. Mentita est iniquitas sib>, de onge rechtigheid beliegt zich zelve. 1. Als Petrus de gemeente aanziet, die naar den naam van den Christus is genoemd, dan roept hij uit gij zift het uitverkoren geslacht. En Petrus opvolger 7 Hij kent priesters en leeken (Woorden van Ds. Quast.) In zake de onlusten in het Oosten heeft keizer Wilhelm een langdurig onder hond gehad met den Rjjkskaneelier en heeft daarna een bezoek gebracht aan de gezant n van Rusland, Oostenrjjk-Hengarjje en Engeland. Dtza gezanten zjjn later in het ministerie van buiteulandscha zaken ssamgekomeD.' Opooljjk wordt te Hamburg onder steuning voor do misleide menschen ge vraagd die aan de nu g/eindigde werksta king hebben deelgenomen. Ellende en bittere, armoede heerscht in de gezinnen der stakers. Niet minder dan 200.000 circulaires zjjn dan ook verspreid, waarin om hulp en bg- stand wordt gesmeekt. En toch durft de bru tale Engelscha opruier T o m Mann zioh bemerkte; zij had zoo iets als //oud dom schep sel// gebromd, en was toen snel de trap afge vlucht. Eerst echter had zij een onbescheiden blik geslagen op het briefje, dat Hanna in de hand hield. Doch Hanna was slimmer dan juffrouw Amy, zij draaide den brief zoo snel om, dat in plaats van het geschrevene Hanna's breede duim voor Amy zichtbaar werd. Maar dit speelde de trouwe meid allemaal in het hoofd, zij maakte wel eene buiging, toen zjj het briefje aan Manon gaf, maar ze keek zeer boos en zag de beide jonge dames niet al te vrien delijk aan. Een lichte blos gleed over Man ons gelaat, toen zij het schrift herkende en eenige regels op de visitekaart las „Als ik u verzoeken mag, genadige Barones schrijf u dan op, wat u me wil laten bestellen hier hebben de muren ooren -als zulke fijne jonge dames alles afluisteren. Maar ik heb immers altijd gezegd, dat bier de eene de andere niet vertrouwt. Ja, ja de genadige dames moeten mij niet zoo verwonderd aankjjken, juf- frou w Wullbradt heb ik zooeven luiterend aan de deur dezer kamer gevonden; omdat mijn eerlijke pantoffels te veel geraas maken hier ie huis, ben ik op de kousen naar boven moeten komen, mijn schoeisel staat beneden aan de trap,// zeide Hanna, daardoor aan baren toorn lucht gevend. {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 1