NIEUWE
2)ag6laó voor toffiooró*
Anisterdamsche Brieven.
No, 2611
Zaterdag 20 Februari 1897
22ste Jaargang.
BUITENLAND,
0,08
Een bereikt doel.
Oostenrij k-Hongarij e.
Engeland.
ABOKNEMEHT8PBJJ J
Pei 8 maanden voor Haarlem. 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr p. p. 1,40
2,80
Voor het buitenland
Aizonderlpke nummert
Dit blad verschjjnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
B B E A U: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA BOH AGITATE.
PBIJS DEK ADVEBTENTIEH.
Tan 16 regels 50™Cents
Elke regel meerPk
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Gents per advertentie Contant.
R e d o c t e u r-U it g e v er, W. KAPPERS.
XIII.
Ik liep gisteren-avond te 10 ore over
de Rozengracht. Ia de nabjjheid van het
gebouw Constantia, waar de socialisten
hunne vergadering houden, stond eene
afdeeliog politieagenten opgesteld met een
inspecteur aan het hcofd. Zeker werd in
Constantia weder de eene of andere ver
gadering gehouden waar in het welbegre
pen belang van den werkman ia snor
kende taal onmogelijke denkbeelden werden
aan den man gebracht of het beleid van
stads- eu landsregeering tot een minimum
werd gereduceerd en haar wanbeleid tot
een maximum gerehansseerd, of, regee-
ringspereonen, doktoren, gevangeuissnp-
poosten, en allen, die in aanrakii g kwa
men met zekere ontevredenen, welke tot heil
der maatschBppjj voor eenigen tjjd uit de
maatschappij moesten worden verwjjderd,
als beulen werden gebrandmerkt en de
ontevredenen zeiven als martelaars werden
verheven. Misschien vreesde men wel, dat er
gedurende of na afloop der vergadering
ongeregeldheden zouden plaats grjjpen cd
waren er voorzorgsmaatregelen genomen.
Toen ik tegen 11 uur terugkeerde stond
de politiemacht er nog. Ik vroeg een oud
man, die ook nieuwsgierig scheen op en
neer te wandelen, wat er aan de hand was,
«Ocb, mgnheer,» antwoordde hg, «wat zal
ik u zeggen. In mijn tjjd,» bjj bedoelde den
tjjd zijner jongelingsjaren eu zjjner ruan-
neljjke kracht, «in mjjn tjjd deden wg ons
best om door weinig te zeggêngoed te werken
en zuinig te leven, wat vooruit te komen en
dan werden wg hier en daar door goede
menschen gaarne geholpen, als wg maar
oppassen wilden. Maar tegenwoordig wiIIbd
ze door hard schreeuwen, weinig werken en
ruim verteren den boel verbeteren. Maar,
mijnheer, veel hebben ze nog niet verbeterd,
en znllen ze ook Diet verbeteren. Mt>ar hoe
langer, hoe OEgelukbiger zullen ze zich
maken met al bnn geschreeuw, dat zeg ik.
Zie, ik ben big, dat ik vjjf en zestig jaar
oud ben het zal zoo lang niet meer met
mg duren, en dat is goed ook, want
zooals bet tegenwoordig gaat, zou ik het
niet graag mee maken. Dat», en hjj
wees op Constantia «en dat» bjj wees
op de politie, «dat bevalt mjj niemendal.
Wel te rusten, mjjnheer Ik gaf den man
FE V1LLBTON,
45. Vervolg).
Manon had snel eenige regels op een biljet
geschreven. «Laat ze maar gerust luisteren,
eerlijke Harna, hier worden gei ne geheimen be
handeld,// zeide ze lachend.
Nadat de beide zusters nog eenige vragen
omtrent haar toilet voor het bal van heden
avond hadden behandeld, verlisten zij Manon,
om nog eenige inkoopen in de stad te doen.
Manon beschouwde nog eenmaal het kaartje
met Raimunds naam, en waarop bjj haar om
een bezoek verzocht; wat verlangde hjj van
haar?
Zjj maakte snel haar toilet, om dadeljjk aan
zijn wensch te voldoen, maar toen zij naar de
toilettafel ging, om den gouden band te nemen
ontbrak die op zijne gewone plaats. Een on
beschrijfelijke ontsteltenis beving haar! Gisteren
avond bad ze de speld daar neergelegd, dat
wist ze heel stellig, en sedert dien lijd had ze
de kamer nog niet verlaten. Wie had ze
wie kon ze hebben weggemaakt?
Toen zij de trappen afging, gereed om uit
te gaan, ontmoette zjj op de onderste trede juf
frouw Amy Wullbradt, die juist van eene wan
deling terugkeerde. De scherpe blik dezer laatste
gleed snel over Manons blonde lokken //U
beeft uw gouden band vergeten!// zeide ze op
hetzelfde oogenblik.
//Ik heb hem ergens verlegd bovendien
eene lekkere sigaar, die hg met innig
welbehagen aanstak, reikte hem de baud en
zeide «Ik geloof, dat je het bg 't rechte
eind hebt, man, dank je wel
De vorige week is hier met buitengewone
praal een jong diamantbewerker begraven.
Meer dan 25 rjjtuigeu volgden de rouw
koets, die onder de kransen bedolven was.
Eene onafzienbare menigte was er bjj. Da
straten stonden opgepropt vol. Het verkeer
werd er door gestremd. Corporaiiën, vaan
dels, alles en nog wat was er bjj. De jonge
man was bij de ongeregeldheden in '95 ter
gelegenheid van de groote diamantbewer
kers-werkstaking met bet gc-recht in aan
raking gekomen; was veroordeeld geworden,
had zjjn gevangenisstraf ondergaan, was
na zjjn ontslag, (men zegt ook, reeds ge
durende het ondergaan der straf) riek ge
worden en gestorven. De diamaDtbewerkere-
bond bezorgde hem deze lmsterrjjke begra
fenis, want hg was martelaar, en men zegt
nog wel onschuldig veroordeeld, maar de
bond zorgt ook voor zjjne weduwe en zjjne
twee kinderen. Met dat laatste ban ik mg
best vereenigen, laat ze die vrcuw aan een
fatsoenlijk stuk brood helpen. Het eerste,
de begrafenis bedoel ik, maakte op mjj den
indruk van een grooteu reclame-optocht.
«Ziet eens, menschen, hoe wjj onze voor
vechters vereeren: Komt alIeD tot ons, enz!»
Ik en hcop van harte, dat de man een nog
glorieuzer intocht in den hemel boude, maar
ware bg op nette, eenvoadige wjjze begra
ven, wat zoude bet bem hebben geschaad?
En heel wat geld zoude op veel betere
wjjze tot voordeel zgner weduwe, tot voor
deel zjjeer ziel hebben kntnen besteed wor
den. Ik meen, dat de man Roomsch was!
A propos, ik begin te vreezee, dat bg
de aanstaande verkiezingen de plattelands
bewoners aan de steden een lesje zuilen
geven van toewijding, lie domme boeren
aan hst denkende deel Op het platteland
hoort men van geestdrift, van honderden
en honderden, die zich bjj de kiesvereni
gingen aansluiten, die zorgen op de kiezers-
ljjst geplaatst te worden. In de steden, ook
kier is, geloof ik, die geestdrift niet zoo
bijster groot.
«Geef het volk het stemrecht, of zjj zul
len het met geweld nemen heette het.
Na kan het volk het stemrecht op eene
gemakkeljjke wjjze krjjgen en velen, zeer
velen, verzetten er geen voet voor.
«Schaf de plaatsvervanging af en laat
heb ik groote* haast,// kwam het onwillekeurig
over Manons lippen.
//Och zoo?// klonk het spottend terug. //U
heeft toch anders niet de gewoonte u van uw
prachtig hoofdsieraad te scheiden.//
Emmy Von Huber spaarde Manon het ant
woord, zij rukte de deur van een der salons open
en riep: „Ik wilde u juist komen halen Barones,
wil u de heerlijke dingen niet zim, die ons de
reiziger van de modezaak Lamprecht ons hier
toont. Er zijn prachtige dingen bij, kom u
toch eens kijken, wellicht vindt u er iets moois
voor mij bij.//
//Ik heb geen tijd," verontschuldigde zich
Manon.
//Emmy herhaalde haar verzoek, en toen zij
het spottende gelaat van Amelie Wullbradt be
merkte, die zeker veronderstelde waarheen ze
zich zoo snel wilde begeven, gat Manon toe en
betrad de zaal. Maar reeds op den drempel
wilde ze vluchten. Dezen man met zijn brutalen
indringenden blik eu afgeleefde trekken kende
zjjja, zij zou hem onder duizenden hebben
herkend.
Ereule Von Huber en Amelie Wullbradt
sloegen haar verwonderd gade, het ontging
haar niet dat Manon vreeselijk ontsteld was.
//Och, bekijk me eens goed, lieve Ba
rones, daar heb ik me juist een prachtig
manteltje omgedaan; zeg u me nu eens of
het me goed staat?" zeide mevrouw Hertwig
lachend en draaide zich in den mooien mantel
van atlaszijde als een wasbeeld naar alle kanten.
De hooge spiegel weerkaatste hare weelderige
gestalte.
iedereen soldaat worden of bet volk zal...!»
De plaatsvervanging werd niet afgeschaft
en iedereen behoeft niet soldaat te worden en
het volk maalt er niet om.
«Als gjj dit ministerie iaat vallen en de
liberaleu weder aan de Regeering komen,
dan zal de nieuwe schoolwet met hare gun
stige bepalingen voor de bijzondere scholen
weder worden afgeschaft,» heette het iu 91.
De Katholieken lieten het ministerie vallen,
de liberalen kwamen aan de Regeeriug
en de schoolwet ie geen jota veranderd.
Niet dat ik daarmede de liberale Regeering
een pluimpje wil geven. Dauk je barteljjk
Maar, o die voorzeggingen o, die bang-
makerjjen Adieu
De Weener Politisclie Correspondent deelt
mede dat de Czaar van Rusland aan de
Bulgaarsche en Servische Regeeriogen heeft
doen weten dat bjj er stellig op rekent,
dat te Sofia en te Belgrado niets onderno
men wordt tegen het vredestichtende werk
van Europa.
De Eogelsche expeditie tegen den Torst
van Benin ondervindt in het voorwaarts
msreheereu niet veel tegenstand.
Een paar officieren en eeirige soldaten
zjjn licht gewond. Een Engelsche matroos
is gestorven aan zonnesteek. De hitte is
er ontzettend. De landing van de marine-
brigade vond geen verzet, masr eenmaa' aan
wal bood de vjjaud twintig minuten lang
tegenstand. De zwarten schoten meest uit
boomen eu moesten door geweervuur daar
uit verdreven wordeü. Zjj kregen waar-
scbjjnljjk 60 doodeD. Bij het overtrekken
van een fereek weer geweervuur van de
inlanders, en de tegenstand werd iets krach
tiger gedurende den opmarscb.
Uit de We8t-Afrikaan8che mail het
volgende bericht
Eenigen tjjd na den moord op het gezel-
echap van Phillips kwam bjj een be
heerdervan een Engelsche factor jj te Nieuw-
Benin een bode van den Koning. Hjj ver
toonde een afgesneden vinger van een
blanke, met nog een gonden stempelring
aan, voerende de letters T. G.; Thomas
//Nu, wat dunkt uf//
Manon zweeg nog altijd, de geweldige schrik
verlamde hare stem. De indringende reiziger,
die zich indertijd zoo ergerlijk had gedragen,
stond in levenden ljjve voor haar en keek haar
met onbeschaamde blikken aar; een spottende
glimlach gleed over zijn gelaat. Hij herkende
haar Manon zag en gevoelde dit en hare
knieën knikten, maar zij bedwong zich met
geweld. Voor dezen mocht en wilde ze niet wij
ken, voor dezen niet. Met onbeschrijfelijken trots
verhief zij het hoofd en wierp hem een blik
toe, vol diepe minachting. Met de grootste on
verschilligheid onderzocht ze den zeer modernen
mantel, en sprak haar oordeel op zeer zaakrijke
wijze uit, doch zij was zoo koel en afgemeten,
dat mevrouw Hertwig en madame Wullbradt
elkander verwonderd aankeken.
//Wat heeft barones Karger vandaag toch?//
vroegen zij elkander, toen de deur zich achter
Manon gesloten had; zij had eene verontschul
diging gezocht, om heen te kunnen gaan.
//Zij had het zoo even erg druk,// bemerkte
Amy met spottenden glimlach.
//Waarom?// vroeg madame.
//Misschien ben ik wel de schuldige, welke
de Barones gelijk u deze dame gel efde te
noemen, tot de vlucht heeft genoodzaakt." De
vreemdeling streek met tiotseh zelfbehagen over
zijnen baard en lachte sluw.
«U?// Emmy Von Huber, die toch waarlijk geene
vriendin van Manon was, scheen heel verontwaar
digd over de ongelooflijke verwaandheid van
dezen man.
„Ja, dat meen ik, freule,// zeide hij, ter-
Gord on was een van de kooplui, die met
het gezelschap was meegegaan. De bode
bad voorts een boodschap van den Koning,
en die bield in«Zeg aan den blanken
man, dat zjj hun verdiende loon hebben.
Hjj had Diet noodig in mjjn Dzjoe-Dzjoe-
maand (d. i. de maand, waarin de Dzjoe-
Dzjoe-offers worden gebracht) in mjjn land
te komen.Hij kan na een massa blanke man
nen zenden om mjj te vangen als hg kan.»
Volgens een gerucht wordt de Koning verbor
gen gehouden door zijne opperhoofden.
Cecil Rhodes onlangs in Enge
land aangekomen ondergaat voor eene
Commissie van onderzoek in zake dea in
val van Dr. Jameson in de Transvaal
een verhoor. Hij toont zich bg dit alles
zoo onverschillig, dat zelfs de Engelsche
bladen er schande van spreken. De West
minster Gazette geeft een viertal afbeeldin
gen van Rhodes tjjdens dat verhoor,
die zeer karakteristiek zjjn. Doorgaans zat
Rhodes zeer nonchalant met de hand
onder het hoofd, en zjjne antwoorden, voor
zooverre met ontwijkend, waren veelal kort
bjj het brntale af. Hjj maakte den indruk
van onrust en verwardheid. Moeite, om zjjne
medeplichtigheid of zsdeljjbe mede-verant-
woordeljjkheid te ontkennen, heeft hg in
het geheel niet gedaan wat hem in zeker
opzicht tot eer strekt, maar vnn schuldbesef
geen Bcbjjn cf schaduw, al sprak zjju mond
ook de woorden: «Het kan zjjn, dat ik on
gel jjk had» of ik wil toegeven, dat het ver
keerd was.» Zjjne, op het eerste oog, han
dige vergelijking van Jameson's inval
in de Transvaal met dien van de Grieken
op Cieta gaat, bg nadere beschouwing,
tamelijk wel mank en is daarenboven eene
onbeschaamde beleediging aan het adres
der Transvaalsche Regeering, welker moge
lijk eenigszins langzame en ouderwetscbe
wjjze van besturen daardoor feiteljjk wordt
geljjk gesteld met bet Turksche wanbeheer
en moord-régime. Zelfs Eugelsche bladen
erbeonen, dat dit brgin lang niet fraai was.
Tegenover den heer Labouchère
was Rhodes even opvallend beleefd als
hjj kortaf was tegen Sir William. Hjj
behandelde hem baast met eerbied.'t Kan
misschien zjjn omdat hjj 't dichtst bg hem
zat. Hij keek hem steeds met de meeste be
langstelling aan, en als hjj iets zocht, een
boek of een papier, stond hg op, om het
hem aan te reikeD. Het heeft algemeen zeer
de aandacht getrokken.
wijl hij eene onberispelijke buiging maakte.
„Kent u de Barones?//
//Ja, ik heb deze eer echter ken ik haar
niet onder den titel van Barones. Is die dame
wellicht gehuwd?//
//Als u zegt haar te kennen, moet u ook
haar rang bekend zijn.//
//Hoe komt zij aan dien titel, als zjj niet
getrouwd is.// Hij lachte zeer mysterieus, die
sluwe doortrapte koopman.
„Wat u vertelt is onzin, deze dame is eene
geboren barones Kargei." Madame Wullbradt
had gesproken, zij scheen zeer verdrietig en ge
negen, den brutalen koopman aan de deur te
laten zetten,
„Neem me niet kwalijk, mevrouw ik kende
de dame, die zooeven de zaal verliet, onder den
naam Manon.//
//Ja, dat komt uit, zoo heet ze,// bevestigde
Emmy met schitterende oogen en onmiskenbare
nieuwsgierigheid om meer te vernemen.
„Nu ja, juffrouw Manon zag ik voor rnim
een jaar in de provinciestad M
//Maar zij is immers uit Oostenrijk afkomstig!//
riep Amelie vol boosaardigheid.
//Ik houd het gezegde staande, ik zag haar
te M., maar toen wes ze volstrekt geene Baro
nes niet eens een juffrouw, maar
//Maar?// Amelie vergat alles wat haar
omringde, en luisterde met ingehouden stem.
//Maar eene dienstbode.//
Wordt vervolgd