N I E U W E Wag6laó voor cffiooró- en Suid-eXollanó. Rotterdamsche Brieven. No, 2617 Zaterdag 27 Februari 1897 22ste Jaargang. Een bereikt doel. HilRLEMSdHE C0DH1MT. A.BONITEM1SWTSPEJ J'j Pei 8 maandeD voor Haarlem. f 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland fj p. p. 1,40 Voor het buitenland 2,80 Afzonderlijke aummeri0,08 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. B U B H A U: St. Janstraat Haarlem. ACUTE MA KON AGITATE. FBIJ8 DEK ADVERTENTIE». Van 16 regels 50 Cents Elke regel meer7Vi Groot e letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie Contant. R e jl a c t e u r-Uit g e v e r, W. KÜPPER8. IV. Wat zjjn wjj, Rotter!immers, tooh ge- laksvogeh! We worden hier letterljjk over laden met weldadendaar zga we na weer eene vereeaigin* rjjker geworden en wel eene Nedertandsche Protestanten- Veréeniging, nist zoo een, als waarvan men te Utrecht eu te Arnhem al zoo'n pleizier heeft gehad! Sa dat de onze, niettegenstaande hare jeugd zich ook met onbetuigd Iaat, hebben de abonné'a dezer cou/ait 11. Vrjjiag kannen lezen; O, dat artikeltje van den Zeereerw. Heer Bot», zoo geestig, zoo trillend van vernuft, zoo heerljjk pétillant geschreven 1 Wat heb ik ea ongetwijfeld allen, die het gelezen hebben, eveneans me verlustigd in die kostelijke jokkernjj. Dadel jjk schreef ik onzen geaohten Redactenr of ZEd. de goedheid wilde hebben me een handje vol exemplaren van dit nummer zijner conrant te zenden, opdat ik eenige mjjner «aan Iiterataur doende» of daarin belangstellende bekenden, die nog niet op de Nieuwe Haarlermche geabonneerd zijn, in de gele genheid zoa kunnen stellen er óok van te genieten. Het zal voorzeker geen verdere verklaring behoeven, dat ik na keunis- making met deze dolle satyre van onzen geestigen publicist ten volle overtuigd was nn over de bewuste zaak in mjjn brief gerust het stilzwijgen te kannen bewaren. Maar om nn nog eens op de Protestan- Jen-vereeniging terug te komen zjj wil ook kunstavonden organiceeren en wel zulke waarop men nitslnitend «Protastantsche kunst» zal te genieten krijgen. Onze' Maas bode die ondengd vraagt heel onnoo* zei«Wat is dat Wat dat is Me dunkt, dat zollen we moeten afwachten. Of moet misschien de preek van dominee Q n a s t worden be schouwd als bnnBt, als Protestantsche «woord- kuüst Nu, dan kannen we er nog pleizier van beleven als de overige «speciaal Protes tantsche» schooDe konstep ons zullen wordtn gepresenteerd, dan ban er nog wat voor den dag komen Doch al dat schoons wordt voor ons, Ka tholieken, die van ivare kunst geen greintje begrip schjjnen te hebbeD, devoteljjk ver borgen geboudeD. Ons knistgevoel is tot het genieten daarvan niet genoeg ODtwik- keld.Nu zitten we Dog iu stikdonkeren r acht. Maar we zullen ze ook aanschoawen in al FE U1LLET O N, 51. Vervolg.) Bedroog ze Raimund ook hiermee? sidderend overschreed zij den drempel en bleef beweging loos sta»". //Baimund Bruneck.// zeide ze, //Raimund Bruneck, nu is alles uit." Hij zoude haar nooit terugroepen, daarvoor kende zjj hem te goed, eerder zou hij de liefde voor haar uit zjjn hart rukken Zij stond daar nog, en drukte beide handen tegen haar hevig kloppend hart Nu was de droom uit, hoe geheel anders dan ze gedacht had, was haar ontwaken. Het hart was zoo verwond, doodelijk gewond! Maar zij had (och eenen blik in het paradijs geslagen en die blik wai haar een rijkelijke belooning! Baimund Bruneck had aan haar voeten gelegen en om haar bezit gesmeekt, als om een beeld uit den hemel, en zij wist, dat hij Da haar niemand meer zou beminnen. Dit bewnstzjjn woog op tegen een geheel volgend leven. Met een zucht kwam zjj tot zich zelve, zij moest nu handelen, zeer snel zelfs. Zij haalde den grooten reiskoftcr uit bare slaapkamer en wierp daar alles in, wat hasr toebehoorde, zjj verwisselde het balkleed tegen een gemakkelijk reisgewaad en bracht bare bagsge in orde. Zij had niet op het slaan der klok gelet hoe laat zou het zjjn? Ze keek op haar horloge, doch dit was bljjven stilstaan. Daar viel haar in, dat op den corridor eene groote klok stond, in eene oudtr- hare heerlijkheid, de Protestantsche kunst; daarvoor zal de nieawe vereeniging zorgen! En dan zullen we onzer licht-5chuwe, slechts aan duisternis gewende oogen sluiten voor de machtige afstraling van zooveel schooD; dan zullen we het hoofd buigen in ootmoe dig erkennen van onze vroegere onwetend heid, oas stumperig kunstbegrip, dat ons bewonderen deed de werken van ean Fra Aogelico, een Raphael, een Palestrina, een Sint Alphonsus de Liguori, een Vondel om van zooveel anderen uit vroeger eu later tjjd maar niet te spreken, terwijl er toch sedert de hervorming voor onze oogen opbloeide en nog opbloeit de kaast bjj uit nemendheid, de «Proteetantsche korist!» Daarvan hebben wjj ia onze onnoozelheid nu nooit iets bemerkt Laten we dus oot moedig op de borst kloppen en beljjdeu onze onbegrjjp9ljjke blindheid, onze kolos sale stompzinnigheid Ja, dat komt ervan, als men het oor leent aan schrjjvers als b. v. Dr. S c h a e p m a n, waar deze zegt «De dorre bodem (van het Protestantis me) heeft nog nimmer deze heerljjke bloem (de kunst) vooitgebracht. Het ontaarde kloosterleven heeft geen begrip van den Verlosser op de bruiloft te Kana en verstaat zich allerminst met eene Maria, die haar Zoon toewenkt«Heer zjj hebben geenen wjjn meer Da wijn der levensvreugde is in het Protestantisme evenzeer verboden als het druivensap in den Koran van Mahomed. Zonder die levensvreugde echter, zonder dat hemellicht hier in deze aardsche dre ven, geen knüst. In het Katholieke leven vindt het schoon ste kind der menschheid, de kunst, de ge wilde en geliefde ruimte, de vóórhaar ge schapen atmosfeer. Daarbniten prjjkt zjj nimmer in volle pracht.1) 't Was nog zoo dom niet van Ds. Q u a s t, juist met den Doctor aan te komen in zjjne preek Neen, dan weet Ds. Groonewegen, die hier predikant is bij de Remonstrantsch Gereformeerde gemeente, er meer vandie is den Rotterdamschen leden van den Ne- derlaod8chen Protestantenbond eens komen vertellen wat eigenljjk «Protestant/che kun^t» is. Dominee begon met het eene grove dwaling te noemen, dat Protestan tisme en kunst lijnrecht tegenover elkander Dr. H. J. A. M. Schaepman: Menschen en Boeken' eerste Reeks. Mevr. A. L. G. Bosboom-Toussaint de DeKtsche Wonderdokter. wetsche kast. De lamp brand te buiten nog, deze wachtte op de thuiskomst der dames. Manon stak den sleutel van den koffer in haar zak en keek nog eenmaal rond of ook alles in orde wa«, dan ging ze naar de deur en opende ze zachtjes door den grendel weg te schuiven, en keek Daar de klok. Zij kon het cijferblad zeer goed zien, 't was nog vroeg, pas één uur. Manon zeide bij zic'u zelve, dat zij al te veel haast had gemaakt hij haar werk, en nu be speurde ze pas, dat op haar voorhoold groote zweetdroppels stonden. Juist wilde ze weer de deur sluiten toen een verschrikkelijke gillende schreeuw door den stillen nacht weerklonk onmiddellijk gevolgd door een donderend dreu nenden val. De deur beefde in Manons handen en nu kwam het als een wilde jacht aanstor men. Br vloog iemand de trappen af, van den zolder komend, in vliegende vaart, nauwelijks werden de treden aangeraakt eene don kere gestalte gleed aan Manon voorbij, met verbonden hoofd, zij zag ze met een sprong in de gang verdwjjnen. Manon was verstijfd van schrik en niet in staat eene enkele beweging te doen nog altijd klonk die vreeselijke kreet in hare ooren en verlamde al hare vermogens. Kitty, door het vreeselijke geraas gewekt, kwam toegesneld met een licht in de hand. //Om Gods wil, wat is hier gebeurd, gena dige Barones? Wil u vertrekken u is geheel gekleed?// Kitty werd weldra gestoord in haar verwonderde opmerkingen, want in de nabijheid vernam ze een zacht gekerm, dat onheimelijk door de stilte klonk. zonden staan, naar men altjjd beweert, en dat het eerste de laatste uit de kerk heeft gebannen. 't Is een vooroordeel, niefs anders dan een vooroordeel, meende domineedoch zulk een, dat moeieljjk is weg te nemeu, omdat nu ja, daar moest ZEw. toch eerljjk vooruit komen «omdat het Protes tantisme wèl alles heeft gedaau om dat vooroordeal te bestendigen. «Het Protestan tisme is wel begonnen met den beelden storm en vervolgens heeft het wel alle kunst vooralin de kerk als«des duivels» gebrandmerkt, maar daaruit moeten we vooral niet besluiten, dat het der kunst vjjandig gezind is, o volstrekt niethet houdt er alleen maar eene bjjzondere manier op na om zjjue kunstliefde te n'iten 1 «Let maar eens op de eerste Christenen» roept dominee uit, «hoe die in de catacomben van Rome hunue heilige kunstliefde en gods vrucht uitgebeiteld, uitgemaald en uitge zongen hebben!» Maar ZEw. vergeet daarbij dat die «eerste Christenen» de eersteliagen der Christeljjke d. i. der Katholieke Kerk waren Doch zoo nauw neemt dominee 't met dergeljjke dingen nietWat moeten die eerste Christenen genieën geweest zjjo, dat ze, een dertien, veertien eeuwen vóór het ontstaan van het Protestantisme reeds «zuiver protestantsche kanst» voortbrachten 1 't Is wonderbaarMet dat al was het Protestantisme van deze «Protestantische kunst» al evenmin gediend als van de «schandelik misbruikte» zooals dominee 't gelieft uit te drukken der Katholieke Kerk. Zou er misschien tóeh ean «Paapsch kleurtje» aan geweest zjjn Wat daarvan dan ook moge wezen* de gulden tjjd zal nu aanbreken ie kuust komt thans weer van alle kanten de kerk binnen Als dominee 't zelf zegt, zal 't wel waar zjjnik heb me tenminste al voorgenomen oogen en ooren wjjd open te zetten, om zoodoende ook iets van die heerljjkheid te genieterj. Tot op beden zijn het echter nog zoete woordeD, de hoog-artistieke kanselwelsprekendheid van ds. Q u a s t nn eens buiten rekening gelaten. Enfin, de Protestaotenvsreen i- ging leeft nog van daar uit zal het groote licht de wereld overstralen Ik noemde daar zooeven Vondel en toen dacht ik opeens aan de toespraak van de eerste Nederlandsche doctoresse in de letteren, mej. Dr. J. A. V r g 1 a n d. Ja, ik ben weer eens naar de Vereeniging ter //Het is hier, Manon wees op den muur naast hare kamer. ;,HierP Daar is de rommelkamer, daar be waren we allerhande gereedschappen, koffersen oude meubels." Kitty rammelde aan de in den muur onzichtbare deur, die in den gang uit kwam, er rukte ze open, eene donkere rnimte breidde zich voor beiden uit. Het doffe gekerm was nu duidelijk verneembaar. Een akelig vermoeden, kwam met de snel heid van den bliksem bij Manon op. //Geleidt er uit deze kamer nog eene tweede verborgene deur in mijne woonkamer?" //Ja, achter de Chineesche draperie, maar ze wordt nooit gebruikt,// vertelde Kitty, terwijl zjj met hare lamp over de kisten trachtte heen te lichten, die in de donkere ruimte hoog op el kander stonden gestapeld. „He, hier zijn de kisten op zijde gezet en daar ligt iets, eene gruwelijke, witte gestalte verschrikkelijk om aan te zien ik ga niet verder.// Kitty was bleek van schrik, hare stem beefde, zjj beproefde naar buiten te vluchten. //Geef mij het licht en laat mij voorgaan, wees toch niet zoo bang, het is slechts een mas ker, dat u schrik aanjaagt.// Manon bukte naar de in wit'e lakens gehulde gestalte, ook zij kon niet verhinderen, dat eene hevige rilling haar overviel, maar zij greep met vaste hand naar het masker en rukte het af. //Jnfl'rouw Wullbradt// riepen beiden, als uit éen mond. //En nu wees Kitty met de hand naar boven, waar eene gapende opening in de zoldering bebatfiging van de belaugen ,der vronw geweestook al zoo'n weldaad|voor Rot terdam en in 't bjjzonder voor onze dames pardou, ik bedoel vronweo. Ik had ge hoord, dat er over Vondel gesproken zon worden en 't was eene openbare ver gadering en dan was ik ook wèl een beetje benieuwd naar die doctoresse de dames lezeressen zullen wel begrjjpen, dat ik de last niet kon weerstaan even te gaan luis teren. Nu, onze Vondel bad het geluk, den Zeergeleerde nogal te bevallen, iets, wat me voor den dichter veel genoegen deed ik wed, dat zulk eene goedkeuring den poëet meer verbljjd zou bebben wanneer hg ze bij zjjn leven had kunnen ontvangen dan de uitgezocbtste woordjes van sym pathie en de bekoorljjkste glimlachjes van Roemer Visscher's geestvolle doch ters En dat Vondel Katholiek ge- wordea was kon spreekster zich heel goed begrjjpen, want het vrge «Protestantisme van onze dagen» was er toen nog niet, had de dichter dit gekend, hij zou niet Roomsoh zjjn geworden, geen deuken aaa Men moet toch maar doctoresse in de letteren zjja om tot zóo schitterende resul taten te kunnen geraken Maar ik bemerk, dat ib mooi op weg ben om van mjjn brief een praatje over kuDBt te maken dat is eigenljjk de Bchuld van dominee Q u a s t. ZEw. brengt een mensch uoodzabeljjk op de gedachte aan schoune en verhevene dingen 1 Ik zal trach ten uit die hoogere sfeer, waarin dominee mjj «bóog, héog, tot in de wolken heeft opgeatooten» zooals vanDeysselzeg gen zou weer op aarde terug te komen, om ten slotte nog even melding te maken van een allervermabeljjkst incident, dat aan de uiteraard nogal saaie zittingen van ons Kantongerecht wat vrooljjkheid is komen bjjzetfen. Dezer dagen moest een Sabbathist iemauf, die krachtens de in het Protestantisme heerschende koninklijke vrjjheid van denken bjj voorkeur de zevende dag als de God-gewjjde rustdag viert als getuige voor den rechter van instructie verschjjuen en wel op Zaterdag.'t Is licht te begrjjpen, dat de mao aan die uitooodi- ging geen gevolg gaf: dat was nu eens eene mooie gelegenheid om zjjne beginselen te luchten! Op een Vrjjdag maakte hg ziob, met een grooten bjj bel gewapend, tot dit verhevende doel op doch nu morst hjj zich uatuarijjk tevreden stellen met vanuit het zichtbaar was, waardoor men tot den nok van den zolder zien kon. //Daar is eene katrol, die tot het dak reikt; vroeger hebben wij daarmee de zware manden met wasch naar boven getrokken daar is ze naar beneden gestort, doch hoe komt ze aan die spookachtige vermomming?// riep Kitty hevig verduikt. Manon vermoedde de toedracht der zaak, al was het ook niet in hare geheele uitgestrekt heid. „Wek die anderen hier in huis en ga aan stonds naar den geneesheer, ik geloof, dat juf frouw Amelie zwaar gekwetst is,// beval ze. Toen Kitty op het punt stond de trap at te gaa-, weerklonk de bel aan de voordeur. Ma dame Wullbradt keerde huiswaarts, vergezeld door hare dames. //Ik kom al.// Kitty stormde de trappen af en vertelde met groote snelheid aan de binnen tredende dames het vreeselijk ongeluk, dat had plaats gegrepen, ea bracht allen in de grootste opgewondenheid. Ze sprak ook van de zonder linge vermomming, waarin ze Amy hadden ge vonden, en dat de Barones haar het masker had afgerukt De jonge dames blikten elkander vol ver standhouding aan. //Wat, het zou Amelie zijn? Is ze dan krank zinnig?" zeide Madame Wullbradt. Toen echter haastte zij zich, Amelie te bed te doen brengen en de hulp van den geneesheer in te roepen. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 1