N I E U W E 12)ag6lad voor <3%oorö- on SCuió-xfCollanó. Caspar Joseph Martinis No. 2620 Woensdag 3 Maart 1897 22ste Jaargang# m de Geestelijkheid en de Geloovigen Tan ons Bisdtm BUITENLAND. DOOR DE GENADE GODS EN DE GUNST VAN DEN APOSTOLISCHEN STOEL BISSCHOP VAN HAAELEM. ^Zaligheid in den J-Jeer. FS V1LLET O N, Een bereikt doel. Griekenland. Turkije. ABONNEMENTSPRIJS Pet 3 maanden voor Haarlem. Voor de overige plaatsen in Nederland fr p. p. Voor het buitenland Aizonderlgke nummers Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BÏÏBSAU: St. Janstraat Haarlem. 1,10 1,40 2,80 0,03 AGITE MA HOST AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIEN, Van 1—6 regels 50 Cents Elke regel meer71/* Groote letters worden berekend naar plaatsruimte Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. R e d a c t e u r-Uit g e v er, W. KfiPPERS. HUISPRELAAT VAN Z. H. LEO XIII, ASSISTENT BISSCHOP BIJ DEN PAUSELIJKEN TROON, Een geheel bjjzondere reden dringt Ons, Beminde Geloovigen, n in het Vavte-Man- dement van dit jaar te onderhouden over de Christelijke naastenliefde. Niet om u aan te toonon, dat zjj u geboden ii: hiervan zjjt gjj allen overtuigd. Maar om n «enige vermaningen en waarschuwingen te geven, welke gij iu het oog moet houden, om in de beoefening dier schoon e deugd niet te kort te schieten. De reden, welke Om daartoe aampoort, is de toestand van ons vaderland. Er heeischt eene algemeens onzekerheid, wat de toekomst ons brengen zal. Die onzekerheid veroor zaakt spanning en onrast, men bereidt zich voor tot zekeren strjjd, waaraan gij n niet knnt onttrekken; en daarom meent nw Bisschop u te moeten toeroepenvergeet in geen geval het groot gebod van uw godsdienst, het gebod van Jeins Christus ebemint uwen naaste als u zeiven.* I. Allereerst, B. G., moet gij door eene onderlinge liefde met elkander verbonden zjjn. Gg zjjt allen esa in geloofgij moet allen ook volkomen één zjjn in liefde. Daar- aao, zegt onze goddeljjke Verlotser, daar- <aan, dat gij liefde hebt voor elkander <*noeten allen zien, dat gij mijne leerlingen zijt*})', en Hg bidt Zjjnen bemelscheu Vader, dat zjjna leerlingen ^volmaakt Un mogen zijn,* opdat de wereld geloove, dat Hg door den Yader gezondea is*). Deze waarheid deed voor eenige maanden de Bisschoppen vao Nederland beiluiten aan de scbrjjvers van dag- en weekbladen eene vermaning te geren, om met zorg alles te vermijden, wat de onderlinge liefde kwetsen kan. Maar diezelfde vermaning wordt thans aan u allen, B. G., gegereu door uwen Bisschop. Toont a als kinderen der ééne Katholieke Kerl; zoigt éaarr n det gjj r iet docreigen- wjjsheid, etgfhcofdigheid, bartitogteljjkheid, de onderlinge éénheid der liefde verbreekt, hierdoor aan u zelren het 1 enteeken cnt- •1) Joan. XIII, 35. 2) Ibid. XVII, 23. S4. Vervolg.) „U heeft de getuigenis ren freule Von Hu- ber gehoord, wat heelt u daartegen te zeggeD?// //Niets,// antwoordde ze toonloos, //Bljjft u bij uwe verklaring?/' »Ik houd elk wooid ervan staande.// Eene beweging deed zich bjj de heeren der rechtbank vernemen. Ze waren dichter bjj el kander getreden, en ze spraken onderling. De Staatsanwalt had in de hBnd een wetboek waarin hjj las. In den gang was een groot rumoer ontstaan, er werden vele stemmen verneembaar en daar onder vooral de jammerende tonen vao ma dame Wulbradt. Het leven en de teweeggebrachte stoornis waren zoo groot, dat men een bediende naar buiten moest zenden, om stilte te gebieden.- //De beide getuigen hebben zulke verwarrende en daarbij zoozeer tegenstrijdige verklaringen afgelegd, dat ik met het oog op het ernstige der zaak, wjj staan hier voor een opzettëlijk, of door schuldige nalatigheid veroorzaakten dood; aan u mijnheer de Staatsanwalt de vraag richt, of u het niet raadzaam oordeelt een be vel tot inhechtenisneming uit te vaardigen.// «Dit vTaag ik voor freule Von Huber." De genoemde schrikte hevig en wierp eenen venijnigen blik op Bruneek, welke aan de rooft vbd den leerling van Jesus Christus, en aan Hem, uwen goddeljjken Meester, voor zoover zulks mogelijk is, het ken- teeken Zijner goddeljjke zending. II. Ten tweede en dit willen Wij U vooral op het hart drukken het gebod der Chritteljjke naastenliefde verpligt n, ook uwe onkatholieke landgenooten lief te hebbeo. Bemint allen zonder uitzondering en sluit niemand van uwe liefde nit, hoe zeer hjj ook van u moge verschillen, hetzij op godsdienstig, hetzjj op maatschappeljjk, hetzjj op staatkundig gebied. Gij moogt zonder twjjfel uwe beginselen handhaven en verdedigen tegen anderen, ja, dit is zelfs nw pligf; doch bjj die verdediging, bjj dien strijd meet altjjd de liefde volkomen bewaard worden; Alle harde en scherpe woorden moeten derhalve met zorg vermeden wordeü; nooit neme men zgn toevlugt tot spotternjjen, die slechts verbitterenwat onze Katholieke vaderen in vorige eenwen hebben geleden, brejge men zonder nood zaak nietfn herinnering; en de sfrjjd voor be ginselen worde nooit een strjjd tegen personen. Houdt deze waarschuwingen bijzond r in betoog, wanneer gg zeiven op onaange name en bittere wjjee wordt aangevallen door anderen. Voorzeker, wanneer men u persoonlijk ia awen goeden naam of nwe tjjdeljjke belangen zou benadeelen, dan moogt gg u daartegen verdedigen, altjjl met kalmte en bedaardheid. Wanneer ech ter die aanvallen n niet in persoon be- treflen, bewaart dan liever het stilzwjjgea. Bedenkt, dat zulke aanvallen niet alle n door o, maar ook door de meesten nw*r tegenstanders worden afgekeurddat zjj meestal niet aan haat of kwade trouw moeten worden toegeschreven, maar hit gevolg zgn van vooroordeelen door over levering of opvoeding diep in den gewt geworteld en dat zjj dikwerf in lateren tjjd, wanneer zgoe hartstogteljjkheid is voor- bjjgegaan door den aanvaller zeiven worden betrenrd. Inzonderheid zeggen Wjj dit t.-t alle schrjjrers, vooral tot die der dsgbladei laten zjj nooit zonder da oiterste noodza kelijkheid, melding maken van dergeljjke bateljjkbeden. Zjj zouden daardoor slechts bartitogt en liefdeloosheid opwekken bjj hnnae Katholieke lezers; zeiven zouden ?jj gevaai loepen bjj die vermelding in hart/- togt en liefdeloosheid te Vfrvalhn; terwjjl zjj gewoonlijk den tegenstander meer zouden verbitteren, tafel stond, waarop het zoo eren opgemaakte proces-verbaal lag, dat hij nog eens overlas. De Rechter was naast hem komen staan. //En de Barones vroeg deze zacht?// //Persoonlijk neem ik voor baar alle verant woordelijkheid op mjj!// antwoordde hij met luider stem. //Ik hoop, dat u zich niet laat geleiden door uwe persoonlijke indrukken, mijnbeer de Staats anwalt, maar neem aan, dat, daar uw huis in direct hij de zaak betrokken is, u zich vee! beter kunt orienteeren dan ik, die eerst de op neming der bewijzen moet sluiteD, alvorens meer licht te krijgen.// Nog voordat de Staatsanwalt den Rechter ge noegzame opheldering kon geven, werd de deur zeer onzacht geopend, en een commissaris trad binnen, vergezeld van den handelsreiziger, die eenige dagen geleden het huis van madame Wullbradt had bezocht en daar alles in repen roer had gebracht. //Mijnheer de Staatsanwalt, deze heer hier vertelde mjj zooeven, dat eene der dames van het instituut, de barones Karger, die, gelijk ik hoor, eene der voornaamste getuigen in deze zaak is, bier onder eene valschen na/m is binnengeslopen; bij is van meening dat deze onthulling gewicht genoeg bezit, om dadelijk den Rechters te worden bekend gemaakt, daar ze wellicht een beslissenden invloed zal hebben op 't gebeele verloop der instructie. Ik heb den heer medegebracht, voor het geval, dat e-sne confrontatie noodig mocht wezen. Ik ver lang derhalve, dat deze heer gehoord worde. De bewijzen, die hjj tot staving van zjjne ver- Misschien mishaagt, B. G., dergelijke bedaardheid aan sommigea uwer, die liever in feilen strijd vreugde en geaoegen vin den: voor hen gelde Onze laatste opmer king. Gedurende de vjjftig jaten van Ons priesterlijk leven hebben Wg in woorden ia geschriften in dadenOns altjjd niet al leen bezadigd betoond, maar welwillend en liefderjjk jegens ODze onkatholieke land genooten; Wg gevoelen er geen spjjt over en bjj het klimmen der jaren beseffen Wg duidelijker de jjdalbeid vau het genot, dat men zoekt in eene overwinning op zgn medebroeder. Ook voor u, die zoo gaarne strjjd voert, zal de wereld voorbjjgaan, en, wat de H. Kerk op den eersten dag der Vaste cm allen toeroept, zeggen Wjj tot u: tgedenk, o mensch, dat gij stof zijt en <tot stoj zult wederkeeren\* de overwe ging daarvan zei u leeren, dat gij, in plaat* van toe te geven aan jjdele harts- togtelijkheid, éénvoudig uwen pligt moet doen en de toekomst moet overlaten aan de be schikkingen van Gods vaderlijke Voorzie nigheid. Volgens gewoonte vermanen Wij u, veel te bidden gedurende dezeD Vastentgd, al lereerst voor u zeiven, maar vervolgens ook voor de belangen der H. Kerk eu voor haren grjjzen Opperherder, Paus Leo XIIT; voor het heil ea de rust van ons Vader land, voor onze jengdige Koningin en hare Koninkljjke Moeder de Koningin-Regentes, en voor al uwe overheden, zoo geeateljjke als wereldljjke. O •ereenkomstig de Ons daartoe door den Apostolischen Stoel verleende volmsgt, ge ven Wg U dit jaar de gewone Dispensa tion in de Kerkelijke wetteu van onthouding onder de gewone voorwaarden: welke Dis- peusatiëu en voorwaarden door de Wei- Eerwaarde Pastoors en Rectoren zullea worden afgekondigd. Krachtens Apostolischen volmagt verlee- nen Wjj aan de geloovigen van ons Bisdom, weder voor dit jaar, d. i. tot aan de 40- caagsche Vaste van het volgend jaar, dis pensatie in de Onthoudingswet op'alle Za- turdagen, uitgenomen die Zaturdagen welke geboden vastendagen zjjn. Echtsr vermanen Wg U om door aal moezen en andere goede werken aan te vollen wat door het gebruik maken van deze dispensatie aan uwe boetedoening ontbreekt. En zal dit Ons herderlijk schrjjven op klaring leverde, heb ik onderzocht en bevon den, dat er niets tegen te zeggen valt.» De wool den van den Commissaris hadden eene groote uitwerking. Het hart van Manon dreigde te bljjven stil staan, ze viel niet in onmacht, geljjk ze had ge hoopt, maar verstond elk woord met vreeseljjke duidelijkheid. Bruncck had, na deze rede ten einde te heb- btn gehoord, zijn omfloersten blik een oogen- blik op baar geriebt, een vluchtig oogenblik slechts haar met angst en berouw vervuld gelaat zeiden en bevestigden alles. Daarom dus wilde ze vluchteu daarom! Nog weerstreefden zijn trots en zjjne liefde, bij wilde het niet gelooven, het was te oubegrijpe- lijk. Met trots en geweld onderdrukte t>jj de opkomende verdenking zijne geheele inwen dige edele natuur kwam in opsland tegen zulke beschuldiging! Met eene wilde beweging keerde hjj zich af van de schuldige, gebroken ge stalte der gevierde Barones, wier gelaat zoo wit geworden was als pas gevallen sneeuw. O, welke slechtheid was er toch onder de men- schen, dat ook de schoonste bloemen der schep ping, met den vloek van allen beladen, daar voor hem stonden. //Welke bewijzen heeft u om deze verslaving te staven?// Bruneek wa» verwonderd over zich zelveD, dat hjj nog kon spreken. En hoe had hjj gesproken Hij sprak met eene krachtige koude stem, die niet het minste van den hevigen storm verried, die in zjjne ziel woedde. vlk heb drie personen, die voor de waarheid. den Zoadag van Quinquagesima in alle tot Ons Bisdem behoorende kerken alsmede in de Kapel'ea waarover een Rector is aange steld, op de gebruikeljjke wjjze worden voorgelezen. Gegeven to Haarlem, d)n22etea Febraarjj 1897. f CASPAR, BISSCHOP VAN HAARLEM. Op last vaa Z. D. H)igvaardigheid, C. J. JUFFERMANS, Secretaris. De Koning van Griekenland heeft bjj het overhandigen van de Nota der Euro- peesche Mogendheden vier d»gea bedenk- tjjd gekregen. Waarccbjjaljjk zal koning George gaarne aan den drang der Mogendheden willen toegeren. Maar of hg het kan? Deze vraag treedt op den voorgrond vooral na de Grieken volhoadeo, dat nooit iemand meer iu zjja recht was, dan zjj thaus. Een hooggeplaatst Grieksch diplo maat heeft zelfs aau den vertegenwoordi ger van het Berliner lageblatt verklaard: «De Mogendheden hebben ongelijk, wan neer zjj ons in eene vergrooting van grond gebied belemmeren; want hoe meer wjj ons uitbreiden, hoe gemakkelijker het ons zal vallen onze scholdeu ta betalen.» Koning Geo rjg e van Griekenland heeft aan dea Czaar van Rusland en aau de Keizerin-weduwe te kennen gegeveD, dat bg niet voornemens is af te treden, waaneer de Mogendheden in hau actief optreden bljjven volhouden. Z. M. noemt het gerucht omtrent zgn voornemen van aftreden een verdichtsel. De New-York Herald beweert, dat de volgende hervormingen voor Turkjje zgn vastgesteld: Benoeming vau een Groot-Vizier met toestemming der Mogendheden. Benoeming van een Europeesch minister van financiën. Benoeming van een Europeesch minister van justitie. Benoeming een9r controle-commissie, mijner verklaringen kunnen getuigen. Het zijn de koopman Muller te M. en zijne twee bedien den, die mjj ook den naam der juffrouw bekend maakten,// zeide de reiziger. //Hoe is die //Manon Ritter, ze was voor ruim een jaar de dienstbode eenor te M. overladen mevrouw Von Stamm. Tengevolge van een voorval in de woning van madame Wullbradt won ik per brief inlich tingen in bij mijnbeer Muller, te M. Ik gaf ze reeds den heer commissaris om te worden onder* zochtze verklaren dat Manon Bitter een kind uit het volk is, tot haar achtste jaar werd zij, doordien zij reeds vroeg wees was geworden, door een arbeidersfamilie opgevoed, die haar uitzond om te bedelen. Mevrouw Von Stamm ontfermde zich over het arme verlatene kind en nam ze bjj zich in haar huis. Vraagt u aan de juffrouw zelve, of ze kan ontkennen dat ik haar te M. zelt heb gesproken,// riep de beschuldiger met zegevierenden spotlach uit. Niemand in de geheele zaal twijfelde aan de waarheid dezer woorden, hoe ongeloofeljjk zij ook klonken. Manons uiterljjk gat den kwaad- aardigen man geljjk. «En hoe verklaart u dan de buitengewone ontwikkeling en de goede manieren der dame Misschien was ze de pleegdochter van boven genoemde adellijke dame.// „Neen, ze was hare dienstbode, maar mevrouw Von Stamm was eene zee; ontwikkelde dame.// Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 1