NIEUWE
Wagèlaè voor cföooró~en Suiè-eXollanó.
l)e landlieden gaan heen.
No, 2626
Woensdag 9 Maart 1897
22ste Jaargang.
BUITENLAND.
Een bereikt doel.
Griekenland.
België. x
Frankrijk.
UI MU I T.
ABONWEMEWTSfB]
Pei 3 maanden voor Haarlem. 1 10
Voor de overige plaatsin in Nederland fr p. p.' 1^40
Voor het buitenland 2 80
Afaonderlyke nummers q]o3
Dit blad verschgnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUEBAÜ: St. Janstraat Haarlem.
AGITB MA WOW AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTBBTTIHH.
Van 16 regels 50C#nts
Elke regel meer7%
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte
Dienstaanbiedingen 25 Gents per advertentie Contant.
Redacteur-Uitgever, W. KüPPIRS.
«Da landlieden gaan heen,» das hebben
wjj reeds hooren klagen en met groot hart
zeer herhalen ook wjj die klacht. Maar
waar gaan eg dan henea, de ongelukkigen?
Helaas! Sommigen gaan licha nelpk hcea,
zjj verhuizen naar de steden, wair zg wel
stand en een rnim Ievensbestaan gaan zoe
ken, doch waar zg den meesten tjjd ellende
en gebrek vinlen.
Andereu gaan heen, zonder van plaats te
veranderen; zg gaan heen, zg verdwgaen,
omdat zg hoe langer zoo mesr de twee
schatten van de eenvoudigheidonschuld
en geloof verliezen. Wanneer wg een blik
in het ronde werpen op hot platteland,
dan zien wg niet zonder ongerustheid, hoe
de aloude zeden, de alonde traditie, de
aloude beginselen, die de kracht uitmaakten
van uitgestorven geslachten, ontaarden en
veranderen. Ooze tijd, aangetast door de
nieowigheids-koorts, schgnt de wijsheid van
vele eeuwen te verwachten, zonder te weten
wat in de plaats te stallen van de eeuwen
oude instellingen, welke hg verwoest en
verdelgt.
Na eerst de steden verwoest te hebben,
it de geeael der besmetting eindeljjk op het
platteland neergestort; eu daar verdwgaen
na de eenvoud en de oad-vaderlgke zeden.
De bsdriegelgke glans der steden, hunue
valsche vermaken en genoegens lokken de
landbewoners, die niet meer gelukkig weten
te zgn op het platteland, te midden van
de laudelgke bezigheden hunuer vaderen.
De landlieden gaan heen 1 En dit is een
ernstig kenteeken van verval.
Daar bestaan twee oorzaken van de ont
volking van het platteland, eu van het
aldaar zich openbarend bederfdis twee
oorzaken zgn de onverschilligheid in zake
het geloof ea de weelde.
Op sommige plaatiea zgn de measchen
zóórer gekomen, dat zg niet meer gelooven,
de werken des geloof# niet meer beoefenen.
Vandaar het egoïsme, hetwelk in zjja ge
volg de liefde voor stoffelijke genietingen
medestuwt, vandaar de weelde.
In de stad zoowel als op het platteland
scbjjnt alles voortaan geheel en al op te
gsan in het streven naar stoffeigken wel
stand.
De dag des Heereo, de Zondag, wordt
niet meer geheiligd en sommige landlieden
sobgnen het vergeten te zgn, dat het gebed
FRV1LLBTON
60. Vervolg.)
//Gelief in het rijtuig te stappen, juffrouw
Rit ter, binnen een half uurtje zijn we op de
plaats der bestemming.
Manon kon niet nalaten te zeggen, hoe liefe
lijk haar de streek voorkwam.
//Als het u maar goed hier bevalt," lachte de
bediende. //De dames, die voor u hier waien,
moest ik allen na een paar weken weer terug
rijden naar het station dezen beviel het
hier volstrekt niet.//
Over Manons gelaat sloeg een lichte schaduw
juist daarom wellicht had ze de betrekking
gekregen, omdat er wellicht geene tweede sol
licitante was! Toch maakte zjj het voornemen
hare plaats niet zoo lisht voor eene andere te
ruimen; nu kon ze ook een kwaden tjjd be
leven, nadat zij zulk een goed jaar had mogen
genieten.
De rijweg liep door bosichen sn landerijen.
Groote kudden runderen graasden op de uit
gestrekte weiden en de herders bliez.cn op hun
hoorn allerlei melodieën. Nu rolde het rijtuig
door een flink dorp, het kasteel lag in de on
middellijke nabijheid van het vlek, een hooge
ijzeren poort scheidde het van den straatweg.
Een breede, goed onderhouden weg, met kiezel
bestrooid, voerde tot juist voor den hoofdin
gang. Het kasteel was een mooi, nieuw gebouw
den zegen des Hemel# moet aftrekken op
hun oog«t, op hunne landerjjen, op hun
hnia en erf.
Tgdperken zonder geloof zgn altgd ge
troffen geworden en geslagen door wreede
geeseis en door verschrikkelijke rampen,
welke Gods Voorzienigheid juist voor zulke
tgden ia bewaring houdt, ten einde ons te
waarschuwen. Maar ach 1 hoevelen slaan
die waarschuwingen achteloos in dan wind!
Men roemt tegenwoordig het onderwjjs,
hetwelk op de dorpen gegeven wordt, en
men verwacht daarvan ontzagljjke voor-
deelea en vruchten voor de dorpsbewoners.
Zeker, ook wij houden veel van verbrei
ding van licht; maar dat licht moet niet
halve of kwart-geleerdheid voortbrengen,
want halve wetenschap, kwart-geleerdheid
is de bron van ontelbare teleurstellingen,
de oorzaak van tallooze afdwalingen en
buitensporigheden.
Ouder wjjet de kinderen van het platteland,
maar past er wel voor op om van dia kin
deren te maken kleine vrijdenkers, dwaze
lezer# van zedelooze en vnile romans, van
de zoogenaamde nentrale bladen en blaadjes
die het vergift der valsche verdraagzaam
heid aanmoedigen, domme bespotters van
de ongeschapen waarheid en van eerbare
beginselen, zonder welke de maatschappg',
de Staten ten gronde gaan, verzinken tot
puin.
De mensch, die den eerbied voor de god
delijke dingen, den eerbied voor geloof en
deugd, heeft weggeworpen en verloren,
wordt de alaaf van zjjne ongeregelde lusten,
de alaaf van zgue booze, bedorven harts
tochten. Waaneer de me isch niet meer zjjne
hoop stelt op den Hemel, dan offsrt hij
alles op aan de genoegens dezer aarde. Dan
ook worden de zorgen voor het huisgezin
veracht en verwaarloosd,om plaats temaken
voor de laagste lusten.
Met een weiuig ruwe maaieren, met een
onbeschaafde taal, maar waar toch goede
trouw, eerbaarheid en deugd zetelen inplaats
van bedorven gemoederen, die booze lustea
kweekeu, kau het volk toch goed eu krachtig
en gespierd wezea. Mear berooft dat volk
van zjjne edelmoedige denkbeelden, dau
kunt gjj, zooveel ge wilt, dat volk bescha
ven en gewennen aan de weelde, en spoedig
zult ge met al het werk der moderne
beschaving niets anders meer hebben dan
bedorven burgers, soldaten zonder kloek
moedigheid, ontzenuwde geslachten.
met verschillende torentjes versierd en midden
in een prachtig park gelegen,//
Een prachtige hazewindhond lag op de groote
trap en keek naar het rijtuig, dat hier stilhield,
maar hij verroerde zich niet alsoi hij wist, dat
een onbeduidende gast aankwam ook binnen
in het slot scheen men van deze meening te
zijn, want er werd geen mensch zichtbaar.
Van eene zachte mstbank, die achter prach
tige uitheemsche planten verborgen was, stond
een tweede bediende op, die hartelijk groetend
zijne hand aan de pet bracht, zonder ze echter
af te nemen.
'Nu, Willem, als mevrouw dat gezien had
was het weer geen goed weder geweest voor
den grooten trap rijden, en dat nog wel in
vollen draf. Ik geloof je bent nu niet goed bjj
je Terstand.
//Waar moet ik de juffrouw dan brengen?//
//Voor mijn part in de groote ontvangzaal....
Heb je dan vergeten, dat ze bij mevrouw Burk-
hart in het paviljoen moet wonen?//
nO zoo!// Willem draaide met zijn rijtuig
naar links en reed den schaduwrijken parkweg
in. Weldra wees hij met de zweep naar eene
zijlaan, waar op eenigen afstand eene lange
dorre vrouwengestalte zichtbaar werd, die twee
kinderen bij de hand hield.
//Daar is miss Brown, de gouvernante met
de kinderen van mevrouw" ztide hij tot Manon
gekeerd, //en wees nu zoo goed, even op te
letten, we zijn aanstonds aan het oude pavil
joen.//
Onder de zware takken van de reusachtige
eiken werden de grauwe muren beter zichtbaar.
Da weelde verdrjjft den eerbied voor den
eigendom, want zg beschouwt de armoede/
al# eene sohande. Da weelde verwoest zoo
wel de fortnin van elkeu mensch afzonder-
lgk als van geheele Staten. De ondengd
ontwikkelt zich altgd ter gunste van hare
aanlokseleD. Dit begrgpen de moderne we
reldhervormers en socialisten heel goed.
De weelde maakt den landman eraan ge
woon om zich over te geven aan buiten
sporig drinken van sterken drank, om de
verzamelde spaarpenningen op te offeren aan
misdadige genoegens en vermaken. Da weelde
dringt aan op kostbaar uiterlijk vertoon,
maar hiervan zal bet eiude zgn een onver
mijdelijke ondergang.
Gelukkig het platteland, gelukkig de
dorpen, waar, met het degeljjk geloof vao
vroeger eeuwen, ook nog de geest van een
voud leeft l Moge de menschenbedervers in
het algemeen vergeefs trachten dat geloof,
dien eenvoud nit te dooven.
De Grieken zij a vol vuur ea verlangen
hartstochtelijk eene afrekening met de Tur
ken te mogen honden. Geestdrift heeracht
in het Grieksche leger eu vrijwilligers
korpsen vormen zich uit alle naties om de
zaak der Christenen tegen de Mahomedaan-
sche moordenaars te verdedigen.
Ia Griekenland wantrouwt meu niet den
Daitscheo Keizer al staat hjj thans tegen-
eer het verlangen der Grieken.
Men gelooft dat keizer Wilhelm,
wanneer het oogenblik daartoe is gekomen,
de wereld zal verbazen door de «ene of
andere groote daad, waardoor sjjn naam
onsterfelijk zal worden gemaakt in de ge
schiedenis. Welke houding zon hjj aanne
men, waaneer het tot eeu Europeeseh con
flict kwam? Dat kan hjj zelf aüeen zeggen.
Iq de organen, die officieel geïospireerd
worden, is geen enkel bewijs te vinden,
dat de Keizer zich iets om. zijne boodge-
nooten bekommert; integendeel, hjj beweert
te handelen met absolute onafhankelijk
heid en deze onafhankelykhei 1, gebaseerd
op absoluut vertrouwen in zjja kracht en
wjjsheid, geeft aanleiding tot het geloof,
dat «het gunstige oogenblik» niet ver
meer is. Keizer Wilhe lm moet dag
't Was een hecht gebouw, dat zich smal en
hoog verhief; het bovenste gedeelte, waaraan
een balkon was, bestond uit hout en scheen in
lateren tijd op het aloude voetstuk te zijn op
gericht; voor de deur zat een oud paar, man
en vrouw, op eene tuinbank, hij rookte zjjne
pijp, zij breide eene kous.
Het rijtuig hield stil en Manon stapte uit.
Willem plaatste den grooten koffer op den
grond en legde er de kleinere pakjes biven op,
daarna wendde bij het rjjtuig en de paarden
draafden heen.
v Ik ben hierheen gekomen ter verpleging
van mevrouw BuTkhnrt. Zijt u wellicht de be
waarders van dit huis," zeide Manon bedeesd,
en een weinig verwonderd over de zonderlinge
ontvangst.
//Ja, dat zijn we./» De oude vrouw legde
zorgvuldig hare breikou» naast zich op de bank,
stiet haren man in de zijde en riep: //Heine-
mann, draag de koffers naar boven. Alles
is in orde, u kunt aanstonds uwe kamer in
gebruik nemen!// zeide ze een weinig zachter
sprekend tot Manon, en stond op.
De oude Heinetnann was eveneens opgestaan
krabde zich achter de ooren en bekeek nader
hand de meegebrachte bagage, die Willem voör
de deur had geplaatst, ,/t Is het beste, dat ik
den grooten koffer maar hier beneden laat, de
juffrouw blijft toch niet lang hier, en ik heb me
de moeite gespaard van hem weer naar beneden
te dragen.//
//Denkt u
//Nu ja, er zjjn er reeds velen voor u hier
geweest en allen zjjn weer vertrokken; na een
en nacht aan den arbeid zgn en Z. M.
etaat steels in verbinding met degenen,
wier inlichtingen hem van nut kannen sjjn.
De militaire partjj heeft vertrouwen in da
stem van den joDgen Keizer. Men verwacht
van Z. M. ridderlijke daden in het concert
der Europeesche Mogendheden.
Het wetsontwerp betreffende de hazard
spelen is in den Belgischen Senaat in zjjn
geheel aangenomen. Door deze wet worden
de hazard- en bankspelen op openbare of
voor het publiek toegankeljjke plaatsen
verboden.
Eene uitzondering is echter gemaakt
voor de steden Spa en Ostende, waar een
speelbank veroorloofd is. En waarom, mag
men zich afvragen. Met welk recht mag
het kwaad daar geschieden wat elders op
zware straffen verboden is
Wg zullen ons nn maar niet ic gissin
gen verdiepen, de heeren zullen het wel
weten, hoe en waarom de lieden die Spa
en Ostende bezoeken, mogen dobbelen tot se
zich zelfmoorden en ondergang brengen in
hunne betrekkingen tot schande ran het
land waar verderfelijke beginselen, zg het
dan ook op enkele plaatsen, worden in
praktjjk gebracht.
Da Brasselsche socialisten hebbes
besloten den verjaardag der Commune van
Parijs te vieren door een groot banket in
het Maieon du Peuple. Kregen zg maar
eens het bewind in baaden, dan zouden
zg de Commune «bloediger gedachtenis,»
op de vreeizame eitoijen» op vrseselyke
wjjze gedenken.
In de Fransohe fabriekstad Roubaix staat
de boel op stelten. Wegens de heersobende
crisis in de woliudustrie hebben de fabri
kanten besloten een dag per week en wel
Zaterdags de fabrieken te sluiten.
Da werklieden (allen sociaal-democraten)
kwamen daartegen ia verzet. Eene woe
lige vergadering werd gehouden en ds so
cialistische burgemeester M. Carette
stelde met zgn eveneens socialistisch gemeen
tebestuur twintig duizend franks ter beschik
king van getroffen werklieden. Die som
was han te gering. Citoijen Carette
werd uitgejouwd, de arme kerel kon niet
meer geren, er was niet meer in de kas.
paar dagen waren ze 't moede."
//Wij zullen toch probeeren,/» zeide Manon
vast besloten, en volgde de vrouw naar binnen.
Voor ze echter in het huis was gegaan, vernam
ze een eigenaardig gedruisch, en keek naar den
kant, waar het vandaan kwam. Bene slanke
bheke vrouw, van ongeveer vjjftig jaar, hsd
luid in de lia'den geklapt za stond op de
open plaats en sloeg woest om zich hem, toan
trok ze de zwarte muts van haar hoofd, liep
naar de pomp, en pompte zoo hevig, dat het
water in groote stralen in den gootsteen stroomde
dan hield ze het grijze hoofd in het ncder-
stortende water, zoodat 't geheel nat werd.
*We mogen ze niet gadeslaan, want dan
wordt ze herig vertoornd.//
De dienstbode stiet Manon even aan. „Kom
weg var. hier, ik bid er u om en gjj,
Heinemann, maak een beetje voort met je werk.
De kamer van Manon was klein, en met eene
bel Terbonden met die Tan het oude echtpaar
waarnaast zjj gelegen was. Boren, waar Manon
het balkon had bespeurd, was de woning der
zieke Trouw. //Ze is niet altjjd als Tandaag,
heden heeft se weer eens een kwaden dag. Wees
echter niet bevreesd, ze is volstrekt niet ge
vaarlek, en doet niemand «enig leed aan. Zeker
als u niet te jong is, om aan alle vreugde der
wereld te verzaken, zal u het hier goed hebbes.
Doch haast u een weinig, mevrouw de Barones
kan niet goed hebben, dat men haar ;laat
wachten.
Wot éi verveifd.)