No. 2630. Maandag 15 Maart 1897 HDagBlaö voor eföooró- en De algemeene Dienstplicht. BUITENLAND. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. f 1,10 1,40 2,80 0,03 Een bereikt doel. Frankrijk. Duitsch'and. Italië. Griekenland. Beieren. Engeland. Turkije. ABONNEMENTS PBIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Voor het buitenland Afzonderlijke nummers Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zou- en Feestdagen. Redacteur-Uitgever, W. KÜPPERS. USI1EXDBÜ AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIEN. Van 16 regels. 50 Cents. Elke regel meer7'fj» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Con tant. - •'G'Ag HooJ dagenten voor het Buitenland;. Compagnie Générale Puhlicitè Etrangère G L. DA UBE fy Co. JOHN., F.JONESSucc., Bons 31 bis Faubourg Montmartrt. Zjj, die zich met den aanvang van het nieuwe kwartaal (1 April) als abooné doen inschrgven, ontvangen van af heden de voor dien tjjd verschijnende nummers van de NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT en het ZONDAGSBLAD gratis. In het laatst dezer maand beginnen wjj met een nieuw boeieod feuilleton, getiteld: Het verlaten Kind door L. e. O. Het is meer gezien, dat hoogst bekwame mannen, die doorkneed zgn in het vak, 't welk door hen wordt beoefend, zeer onpractisch zgn en den bal geheel mis slaan, wanneer het geldt conclusiën te trekken uit hun bennis met betrekkin? tot hetgeen wenscheljjk moet heeten op maatschappelijk of politiek geb'ed. Gewoonlijk wordt het standpunt, dat zulke mannen ten opzichte van de maat schappij innemen, te veel beheeracht door hun inzichten omtreDt het speciale vak, dat zg bestndeeren. Zjj kunnen zich Diet genoeg losmaken van hun dagelpksche stndie om zich voor een oogenblik slechts de juiste plaats voor te stellen, die hun vak in het raderwerk der groote maat schappij inneemt. Aan deze eenzijdigheid werden wü her innerd door een artikel in de Gids van den Oud-Minister van Oorlog A. L. W. Seyffardt. Het is bekend, dat deze militaire specialiteit g«6n man is, die zich naar den sleur schikt, maar veeleer er naar streeft om te breken met ver keerde gewoonten en daardoor de weer baarheid van ons leger tracht te^ver- hoogen. Daarvoor verdient hü den dank van ons geheele volk, want ofschoon wjj geen militaire Staat zgn en de taak van het Nederlandsche leger steeds een zeer be perkte zal wezen, moet er toch naar gestreefd worden om de vele millioeoen, welke het leger kost en die door" {de belastingaschuldigen moeten wordea opge bracht, zoo doelmatig mogeljjk aan te wenden. De heer Seyffardt wil dan ons leger verbeteren en tevens bezuiniging aanbrengen door bet te reorganiseereD op den eenvoudigsten voet. Een uitne mend streveD, dat alleszins waardeering verdient! Om slechts enkele zaken, die hjj voorstelt te noemen, wjjzen wij er op, dat hjj het aantal luitenants per com pagnie van drie tot twee wil terugbrengen. Voorts meent de heer Seyffardt, dat 's winters gerust 4 a 5000 man minder onder de wapens gehouden bunnen worden, dat het corps rijdende artillerie een on- noodige luxe is, en somt dan nog andere zaken op, die vereenvondigd of afgeschaft zoaden kunnen worden. Wjj behoeven niet te zeggen, dat zulke hervormingen groote besparing mede knnnen brengen, en waar een oud-Minis ter van Oorlog zulke zaken dnrft voor stellen, daar behoeven leeken in de leger- FS U1LLBTO N, 64. (Vervolg.) Sedert, vervolgde mevrouw Burkhart, heb ik Helena niet meer gezien, maar ik gaf mijn geheele fortuin, als ik wist, wat van haar is geworden. Als ik wist dat ze goed geborgen was, ver van alle ongemakken en gevaren, ja, als ik wist dat ze dood was dat zou eene geruststellende gedaehle zijn tegenover die kwellende gewetenswroeging. Ze is verdwe nen en vergeten, en ieder zegt haar niet ge zien of gekend te hebben./' //En Seefeld?" vroeg Manon vol spanning. //Hjj is verdwenen met haar: ik vrees, dat hij hier of daar zjjn misdadig leven voortzet.// XVI. Beeds vijf maanden verblijft Manon op Woltersdorf; ze hseft zich snel genoeg bekend gemaakt met hare nieuwe plichten, ze neemt hare taak goed op, tracht er zich met geduld en toewjjding van te kwijten. Wat ze reeds aanstonds vermoedde, namelijk, dat mevrouw Burkhart niet krankzinnig was, doch door bittere wroeging wreed gekweld werd en er bijna onder bezweek, werd langzamerhand zeker heid voor Manon. Toch kwamen er dagen d«t ook zij twijfelde aan het verstand dezer organisatie niet ongerust te wezen, dat deze veranderingen de weerbaarheid des volks zouden verminderen. Van een oud- Minister kan men toch niet verwachten, dat hg met opzet voorstellen zal doen, welker aanneming ons leger minder ge schikt zou maken tot het vervulleu der taak, die in oorlogstgd er van kan en moet worden gevergd. Tot zoover bnnuen wjj dus volkomen medegaan met de reorganisatie, dié de heer Seyffard t ons leger wil doen ondergaaD. Al zjju wjj geen anti-mili- tairisteu, toch kliukt het ons aangenaam in de ooren, dat er op de hooge oorlogs- nitgaven kan worden bezaiuigd. De fiscus eischt van de belastingschuldigen voortdurend hooger bedragen, zoodat elke bezuiniging op de Staatsuitgaven door een ieder met genoegen zal worden be groet. Maar na dit alles te hebben uiteenge zet, komt de beer Seyffardt tot eene conclusie, welke men niet uit het voorafgaande kau opmaken, eu waardoor bewezen wordt, wat wij zooeven zeiden, dat hoogst bekwame mannen zeer dikwijls eene verkeerde conclusie trekken oit de waarheden, door hen oaderzocht en ver kondigd. De heer Seyffardt wil nameljjk de gelden, welke op de Oorlogsbegrooting vrjj kwamen als gevolg van de door hem gewensebte reorgauisatie van het leger, besteden aan de verbetering der leger reserve, welke volgens zjjn eigen woorden gegrond moet worden op de volksweer baarheid. En die volksweerbaarheid zou dan naar zijn meeaiug verkregen worden door de invoering van den algemeenen dienstplicht. Men zou bet betoog van den oud- Minister van oorlog dus kunuen samen vatten in deze gedachte: Bezuiniging op de legeruitgaven onder voorwaarde van de invoering van deo algemeenen dieast- plicht. Gaven wjj aanvaukeljjk onze ingenomen heid te kennen met de vereenvoudigingen in de leger-orgauisatie, welke de heer Seyffardt vporstelt, die ingenomenheid maakt echter plaats voor anti-pathie, waar asn het s'ot van zgn betoog de aap uit. den mouw komt. In caudum venenum in den staart zit hst venjjn. De beer Seyffardt sohgnt een nieuw middel te hebben aangegrepen om de te genstanders van den algemeenen dienst plicht te bekeeren. Hg spiegelt bezuinigin gen voor op de leger-uitgaven, maar dan moet men ook genoegen nemen met den algemeenen dienstplicht. Naar onze ziens wjjze verliest door deze conclusie het betoog van den ond-Minister alle waarde voor ben, die uit beginsel en overtuiging krachtige tegenstanders van den algemeenen dienstplicht zgn. De schrjjver had naar wjj meeneo veel ver standiger gedaan de vereenvoudiging der leger-organisatie Diet vast te koppelen aan de invoering van den algemeeneu dienst plicht. Indien bet zgn voornemen geweest is om voor dat lievelingsdenkbeeld van ver- schillende opeeavolgende Ministers van Oorlog een laus te breken, dau had bij moeten trachten de grieven te ontzenuwen, die vaa onze zjjde tegen de invoering van den algemeenen dienstplicht herhaaldelijk op den voorgrond zgu geplaatst. Hjj had niet tot uitgangspunt moeten nemen een verlangen,dat door ieder verstandig Neder lander wordt gekoesterd, nameljjk de ver mindering derlegerkosteu, maar onmiddel lijk moeten zeggen, dat hg op nieuw wenschte te traebteu het goed recht van den algemeenen dienstplicht te verdedigen. Nu spreekt hjj van bezuiniging zonder dat eigenlijk bezuinigd zal worden, want het geld zal volgens zjjn plan op andere wjjze dan thaas worden besteed. Die fictieve bezuiniging noemen wjj dan ook slechts een lokaas om zoo mogeljjk het denübeeld van den algemeenen dienstplicht meer in gang te doen vinden. Dit aan te toooen was eigenljjk het doel van dit opstel. Wel behoefs men niet be vreesd te zjjc, dat de plannen van den beer Seyffardt spoedig in wetten zullen worden omgezet, maar toch komt hol ons gewenscht voor om de aandacht te vesti gen op de door hem gevolgde tactiek om propaganda te maken voor den algemeenen dienstplicht. Het denkbeeld van vermeerdering der volksweerbaarheid door middel vaD den algemeeoeu dienstplicht verdient beslist afkeuring, geljjk vroeger herbaaldeljjk d^or ons we/d uiteengazet, en daarom moet men er voor waken, dat de algemeeoe dienstplicht na hg de hoofddeur niet kaubinnen gaan, door een achterdeurtje wordt ingeloodst. Straks zal de oude Vertegenwoordiging worden ontbonden, en plaats maken voor een nieuwe Tweede Kamer. Deze zal wel- l'Cht spoedig weder worden gesteld voor het beoordeelen vau de vraag of de in voering vaa den algemeenen dieastplich voor ons land noodzakaljjk moet heeten. Zou het nu niet verstandig zgn om de cacdidaten, die door de Roomsch Katho lieken in de verschillende districten wor- d n gesteld of gesteund, scherp ta onder vragen over hun standpunt met betrekking 'ot den algemeenen dienstplicht Een gewichtig belang is hiermede gemoeid eo men zon zich te laat baklagen, wauueer door onvoldoende informatie in da Tweode Kamer eene meerderheid werd gevormd, die op het punt vau deo algemeenerf dienstplicht de denkbeelden van den heer Seyffardt deelde. Zijne voorstellen zouden slechts tenge volge hebben eene verplaatsing (misschien wel eene vermeerdering) der militaire lasten en daarbjj zou de algemeens dienst plicht worden binnengesmokkeld. Dit moet worden voorkomen ea met allen eerbied voor de militaire kennis van den heer Seyffardt, met waardeeriog voor zgn streven om de weerbaarheid van het volk te verhoogen, maar tevens met bezorgdheid voor den toestand vaa 's lands schatkist en met vreeze vervuld voor den nienwen aanslag op de vrijheid in den vorm van den algemeenen dienstplicht, hopen wjj, dat de besproken plannen nimmer tot uitvoering zullen komen. vrouw, die woedend om zich heen sloeg en alles vernielde wat onder haar bereik viel. Op zulke tijden was ze voor niets ontvanke lijk en veroorloofde niemand bij haar te ko men, zelfs voor haar eigene dochter bleef ze dan onzichtbaar. I)at waren treurige dagen, die loodzwaar op Manon drukten; dan werden weer al de herinneringen aan vervlogen tijden in haar levendig en met weemoed dacht ze aan het jaar harer onafhankelijkheid. O, wat was dat een gulden tijdperk in haar leven ge weest! Waar waren nu die lachende dreven, die sprekende gestalten Smartelijk-zoete wee moed maakte zich van haar meester. Raimund Bruneck stond dan weer levendig voor haren geest, zijne ernstige diepe liefde, hoe hij tegen het opwellende wantrouwen had gestre den, hoe vast hjj zjjne oogen had gesloten, toen hij haar had bereikt, opdat de bedrieg lijke beelden hem niet zouden verschrikken! En toen sloeg het uur, dat over haar lot be sliste. Waarom moest juist zjj het wezen, die hem het geloof aan de rechtvaardigheid der men- schen uit het hart verbande, daar hij er toch reeds vroeger aan had leeren twjjfelen. Dat was een droevig- smartelijke terugblik voor Manon; met reuzenkracht streed zjj tegen de bekoring, het vieugdelooze bestaan aan de zjjde der krankzinnige vrouw vattrwel te zeggen en weer heen te gaan naar eene andere familie, waar voor haar wellicht eene kleine bloem dsr dankbaarheid zou ontluiken. Ze voerde eenen dubbelen strijd, als ze op het kasteel geroepen werd bij de jonge Barones, om deze de verveling te helpen verdrijven en de vele zorgen der verwende jonge vrouw, die levendig haar ongenoegen daarover uitte, op zich te laten laden. "Eene prettige gezelschapsdame is u niet!// had deze eens gezegd "Ik bad in hat begin, dat u hierheen kwam, en mij uwe heerlijke verschijning een weinig verblindde, het plan opgevat, u geheel en al op het kasteel te nemen, miss Brown, het meest vervelende mensch dat ik ken, kon uwe plaats bij mijne moeder innemen maar ik ben van mijne voorliefde voor u geheel genezen. Als het mo gelijk was, zou u nog onuitstaanbaarder zijn dan miss Brown. Wat is het toch, dat als een ban op uw wezen rust? Me dunkt, u moet heel gezellig weten te keuvelen, als u die on natuurlijke koelheid en onverschilligheid; waar in u om zoo te zeggen wegkwijnt, wist af te schudden.// „Koel en onverschillig,// vroeg Manon ver schrikt, haar gevoelig hart kromp bij deze besehuldiging smartelijk ineen. Veroorloof mij de opmerking te maken, mevrouw de Barones, dat ik in elk opzicht heb getracht gedien stig en „Vervelend te zjjn, zeker mijne liefste! Als er toevallig een gast uit de stad hier is, dan kijkt u rechts noch links, u neemt volstrekt geen deel aan het gesprek en zit stom daar te kijken. Hoe dikwijls heb ik daarover opmer kingen hooren maken, en 't is toah alleB be - halve aangenaam zulk een weinig iuterreisante In de Fransche Kamer van Afgevaar digden zal a. s. Maandag een interpellatie over het Oosten gehouden worden. Te Noisy-le-Sae heeft president F a n r e, koningin Victoria vaa Eageland ge complimenteerd. Da Koningin bleef in haar spoorwagen. Het onderhoud duurde een kwartier ea was zeer hartelijk. Te Lyon heeft dezer dagen een hoogst ernstig onzelak plaats gehad. De huis eigenaar G u i 1 1 a r d uit Montplaisir, liet op den hoek »aa de chaassées Graage- Rouge ea Croix-Morlon een gebouw plaatsen, waarvan de kelder reeds uitge- gravea en de moren tot eeue hoogte van een meter opgetrokken waren. Zondag avond omstreeks acht uur kwam hjj op het denkbeeld, eeus te zien of de ge welfde maar boven den kelder reeds ste»ig genoeg was otn de steunbalken weg te nemen. Na eene nauwkeurige inspectie meende hij, dat de balken zonder gevaar konden verwgder 1 en onmiddellijk daarop toog hjj met zgn 20jangen zoon ea een metselaar V e r d e a u aan den arbeid. Het werk was bjjna afgeloopen ea de drie mannen waren reeds van plan, weer naar boven te gaan, toen het gewelf plotseling krakend boven ben instortte. De onm'ddellgk ter hnlp saellende politie en ee?e afdeeling der brandweer mochten er in slagen, na een zwaren arbeid ds dria ongelukkigen spoedig weer te voor8chjjn te breDgen. De metselaar V e r d e a u had slechts eenige onbedui dende blessaren bekomen de jonge G u i 1- lard was echter zwaar gekneusd. Wat den ouden G n i 1 1 a r d betreft, hg was letterlijk verpletterd en zgn lichaam, waarvaD de ledematen door de vallende steen- en puinmassa hjjna waren afgernbt, inoe3t met de grootste voorzichtigheid ontgraven wordeD. Keizer Wilhelm heeft" uitgedacht om een eGedenkhalle» te laten bouwen, waarin de namen van de gevallen en on geneeslijk gewonde officieren en soldaten zouden vermeld worden op in het gebouw te plaatsen kolommen. Maar in eenige bladen wordt de vraag gesteld, of men wel gedacht heeft aau de ontzagljjke ruimte, die voor al die namen (volgens eene schatting van de Kolnische Ztg., de soldaten die tengevolge van de vermoeienissen en ontberingen van den veldtocht omgekomen zjjo, medegerekend 130 tot 150,000) beschikbaar zou moeten zgr>, en aan de lang uiet fraaie uitwerking van deze eenvormige oamenreeksen De hal in het Invalidenpark geaft te dien aanzien een afschrikwekkend voorbeeld. Waarom niet liever de gevallenen herdacht in hun geboorteplaats of in de kazerne van het regiment waartoe zjj behoorden? «In plaats van opnieuw eeu dood ge- deukteeken op te richten voor de dooden, zegt de Kolnische Ztg., zou bet wellicht dame tot gezelschap te hebben bij de theeta fel. Vertel toch ten minste iets, al was het de meest klinkklare onzin, eene mooie mond kan zich alles veroorloven. Spreek over alles wat u wil, als u 't slechts mooi weet in te kleeden! Is u nooit verliefd geweest? O, daar heb ik u op de rechte plaats getroffen, u kleurt, God dank, u heeft toch eenig gevoel, ik meende, dat u geen hart bezat, Vertel me daarom eens bij gelegenheid uwe geschiedenis, wees maar niet bevreesd, want ik ben op dat punt vol strekt geen voorbeeld van deugd, maar ben reeds wel een dozijn malen verliefd geweest en zonderling genoeg, altijd met mannen, met wie ik toch niet in het huwelijk kon tredeD. Nu, ik weet het wel, in elk leven is eene episode, die men niet gaarne verteltdie behoeft u mij niet te verhalen, doch u begint met uwenaeersten droom der liefde. Wij lachen er samen over, en sluiten hem dan weer weg bij de rariteitenverzameling.// //Mijne geschiedenis is te treurig, om erover te kunnen lachen.// „Vertel me dan een dommen streek, dan amuseert men zich ten minste; ik kan toch met mjjne zeven-en-twintig jaren geene eer biedwaardige matrone zijn!// De blik van Manon viel op de twee aller- lerliefste kinderen, die argeloos in hun spel verdiept naast de Barones zaten; eene vraag zweefde op hare lippen: of de waardigheid van 't moederschap nog met //dolle streken// kon jsamengaan. Maar ze zweeg, zou ze deze «choone, voorname vrouw iets mogen zeggen? De luelit- hartige, levenslustige dame der groote wereld beter zgn, bg het eeuwfeest van den grooten Keizer te denken aan de levenden en de nagelaten betrekkingen der strjjders, die voor Duitschland's eenheid en eer ge- Tallen zgn, en de twee millioen die het gedenkteeken zou kosten, onder hen te verdoelen als eene feestgave. Dat zou te meer aanbeveling verdienen daar, zooals men weet, het invalidenfonds niet voldoen kan aan de eischen die tegenwoordig ge steld moeten worden. Uit Napels is een ltaiiaansch stoomschip naar Massowah vertrokken met het eerste deel van de acht millioen lire aan boord die Italië aan den Negns zal betalen voor het onderhond der gevangenen. Zekere Amilcare Cipriani, een Itaüaansch6 volksvertegenwoordiger, is te Athene aangekomen met 15 Fransche vrjjwilliger8 en 1 Rus. Zjj werden door het volk en de studenten met geestdrift begroet. Ook Garibaldiauen met hunne roode hemden en petten hebben zich helaas als vrijwilligers te Athene aange meld. Het op te richten vreemden-legioen zal een mengelmoes van alle naties en richtingen bevatten, met één doelden Turk te verjagen. Het laud der Beieren heeft volgens de laat3te volkstelling 5.818.544 inwoners, onder welke 242.512 niet-Beieren. Van laatstgenoemde zgu 163.133 Duitsche onderlanen eu 80.399 vreemdelingen.' Sinds 1871 is het aantal niet-Beiersche Duitschers in het land verdrievoudigd en dat der vreemdelingen verdubbeld. Het geheel aantal inwoners is echter slechts met J/i vermeerderd. Koningin Victoria zal naar haar verbljjf iu Fraokrjjk naar Darmstadt vertrekken om daar eenige dagen te ver toeven. Over Vlissingen keert de Koningin met haar koninklijk jacht naar Engeland terug, zoodat zjj op den 30en op Wind sor Castle zal aankomen. Hot antwoord der Eogelscbe Regeering op de weigering der Grieken om zich aan de Mogendheden te onderwerpen, zal zoodra de toestemming van den zaak gelastigde zal zgn verkregen, in het Lagerhuis worden bekend gemaakt. In het Rjjk van den Saltan zgn weer aieuwe vervolgingen uitgebarsten tegen de Armeniërs in het vilajet Adana, vooral te Pajas, aan de golf vaa Alexandretta, zgn de Muzelmannen ernstig bezig. En wat doen na de zes groote vredelievende Mo gendheden. Ze doen niets. Alleen de En- gelscbe ambassadeur Sir PhilipCurr ie heeft de ernstige aandacht van de Porte er voor ingeroepen, daar de toestand daar onmiddellijk maatregelen eischt tot beteu geling van de moorden. Er worden dus weer Armeniërs (Christenen) vermoord. en zij pasten niet bij elkander, maar ze ont stelde toch hevig, toen de Barones op het einde van het onderhoud zeide: "Me dunkt, u is eene echte schijnheilige, vroeg of laat verneem ik toch eens iets heel vreemds van u In den laatsten tijd was mevrouw Burkhart zeer veel ongesteld geweest, en Manon meer en meer aan de ziekenkamer gebonden, waar ze met eindeloos geduld de uitvallen der zieke opgewonden vrouw verdroeg. Nu en dan kwan vrouw Heinemann wel voor een uurtje, en des namiddags verscheen soms de Barones en vroeg naar den toestand harer moeder, voor het overige was Manon geheel van de buiten wereld afgezonderd. De eenzaamheid werkte weldadig op haar afgetobt hart, meer en meer dacht ze over haren toestand na en maakte plannen voor de toekomst. De brieven van Toni waren voor haar de eenigste lichtpunten ze hield haar trouw op de hoogte van alles wat in de onderwfjzerswoning te Dernthal ge beurde en hoe in den tuin alles uitbotte en bloeide, want zonder dat Manon zulks had gemerkt, was de lente in het land gekomen. //Vader heeft de oude boomen gesnoeid, eenige onbruikbare uitgeroeid en door jonge vervan gen,// sehreeft ze in haren laatsten brief. Wij verheugen ons op uw bezoek, want u moet komen, op zjjn laatst tegen Pinksteren, vraag eenige dagen vacantie, wij moeten zien en ons overtuigen of uwe "betrekking niet al te ver moeiend voor u is, volgens onze meening is ze veel te zwaar voor u. Hier onderbrak de Barones Manons lectuur, ze kwam zeer snel het vertrek binnen. De

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 1