N I E W E
&ag6laó VOQf
en Suió'éEïollanó.
Iets over het geheugen.
No, 2631
Dinsdag 16 Maart 1897
22ste Jaargang.
BUITENLAND.
Een bereikt doel.
JDuitschiand.
Transvaal.
H14R1EMS
ABOWHEMEWTSPRJJSJ
Pei 8 maanden voor Haarlem. 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fa p. p. 1,40
Voor het buitenland 2,80
Aiaonderljjke nummers0,03
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
B TT R E A TT: St. Janstraat Haarlem.
AG1TE MA WOW AGITATE.
PRIJS DER ADVERTBBTIBB,
Van 16 regels 50 Cents
Elke regel meerTVt
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie Contant.
E e d s c t e u r-Uit g e v er, W. K P P E B 8,
Men spreekt doorgaans met een soort
minachting over een goed geheugen. Ot men
soms vertelt, dat ons geheugen goed of
slacht is, bekommert ons doorgaans weinig;
als het slecht is, bekennen wij dit zonder
verlegenheid met een glimlach, ja min of
meer met voldoening. Iedereen klaagt opon-
lgk over zjjn gehengen, terwjjl nismaud
durft bekennen dat het hem aan verstand
Oötbreekt.
Die minachting, zegt de heer Camilla
Mélin and in de Revue des Deux Mondes,
komt mij een beetje dwaas voor. Hjj be
schouwt het geheugen als een onzer ge
lukkigste vermogens en gelooft, dat onze
beste gaven tot het gtheugea kunnen te
ruggebracht worden.
De schitterend,te eigenschappen van den
mensch zija verbeelding, warm gevoel,
menschenkennis, kiesehheid. En die be
rusten alle op heriunering.
Verbeelding ia het vermogen, zich leven
dig voor te stellen hetgeen men gezien,
ondervonden heeft. Dat is dus zuivere
herinnering.
Maar verbeelding bestaat ook in het
sich denken in toestanden of gebeurtenis
sen, dia men niet beeft bggewoond. Ook
dit is een verbinden van herinneringen,
een zich voorstellen van heden en toekomst
door het overzien van het verleden. Ver
beelding is het in beeld brengen zelfs
van de meest onwerkeljjke gedachten; bet
maakt denken tot zien en tasten.
De meeste ware schrjjvers en ware
dichters hebben die gave, en misschien is
er niemand met een gezond verstand, wien
zjj geheel ontbreekt; wjj begrjjpen eene
waarheid eerst volkomen op bet oogen-
blik, dat zjj in ons denken een beeld wordt,
vormen en kleuren aanneemt, die alleen
aan ons gehengen kunnen worden verleend.
Eene andere hooggewaardeerde gave is
bezieling. Men beschouwt ze bjjnn als
bovennatourljjk. Wat is zjj anders, dan
een plotseling opkomenda gloed van ideeën;
een krachtige stroom van klaarlichte ge
dachten en kristallen voorstellingen, recht
en scherp beljjnd. Het is nadenken, maar
plotseling begonnen en voltooideene
opwelling van herinneringen; eet. geest
driftige spurt van het gehengen. Het zjjn
alles herinneringen, die daarbij in onzen
geest opspringen.
FE UIL LET ON,
65.
Vervolg.)
Manon ant.voordde niet, zjj wist dat de ge
dachten der oude vrouw hardnekkig aan deze
zaak bleven hechten en ze nooit lieten varen.
"Heelt u mij alle couranten voorgelezen
juffrouw Bitter?//
//Ja, reeds tweemaal.//
//Dat is jammer, weet u dan ook geen on
geluk te vertellen?//
//Dat doet niets, vertel het mij toch maar."
//Manon dacht aan Amelie VYullbradt, en
vertelde der oplettend toeluisterende oude
dame haar ongelukkig uiteinde, ze deed zulks
zonder opwindende woorden, eenvoudig en
zaakrijk, zonder er iets bij te voegen.
Op de ellebogen geleund, en met gebogen
hoofd zat de vrouw in gedachten verzonken.
„Was zjj de nicht der directiice?// Ze schudde
het grijze hoofd.
//Wat bewoog haar dan, in het huis harer
buren te gaan?//
//Dat moge God weten, wellicht nieuwsgie
righeid.//
//Maar als ze daar in huis kwam, kon ze
üe op eene geheel andere wijze bevredigen.
2e wilde of iets uitvorschen, of wel iemand
anders doen wantrouwen Wil u me niet zeg
gen, wie <lat huis bewoonde?"
Manon verbleekte. //De Staatsanwalt Bru-
Wel komen die herinneringen onge
ordend; het verstand moet kiezen, schik
ken. Maar het verstand is machteloos
waar iets is en zjjn grondstof pnt het uit
het gehengen. Zoo vindt een schrijver
op het juiste oogenblik de gewenschte
beelden. Zoo doen een Newton en een
Edison ontdekkingen, ja dat grillig, ge
heimzinnig vermogen van kunstenaars,
dat hnn nu de meest verheven werken
ingeeft, dan hen verlaat en onmachtig
doet neerzitten, moet msn al sohijaï
dit wat alledaags onomwonden het ge
hengen noemen.
Gevoel wordt niet minder op prjjs ge
steld, n.l. het vermogen om de gemoeds
bewegingen van anderen te verstaante
ondervinden wat in een ander hart omgaat.
George Eliot's sympathie voor kinde
ren, haar meegaan met hunne gedachten en
gevoelens, hun lief en leed, kan slechts
verklaard worden nit een leven-herinneren
van eigen ervaringen, eigen verdriet en
eigen biijdschap. Daarom kunnen liedeu,
dié weinig geleden hebben, moeilijk mede-
ljjden gevoelen met anderen en de meeste
deeruia toont ieder voor smarten, die bjj
zelf heeft ondervonden.
Meoschenkeonis, het vermogen om diepe
gemoedsbewegingen en gedachten teraden
in anderen, die zich daarvan zeiven mis
schien niet eens bewust zijn, is zonder her
innering ondenkbaar. Iemand kan geen
gemoedsbewegingen raden, die bjj niet kent;
bjj most diezelfde of soortgeljjke emoties
hebben ondervonden. Het is dus niet aaders
dan een trouw en levendig gehengen van
onze zielsgeschiedenis. Te gemakkeijjk
spreekt men van «objectieve» aanschouwing.
In waarheid beschouwen wij slechts ons
zeiven. Zeker, we kantten eene houding,
een gebaar, een woord opmerken, maar
wanneer wjj ze moeten verklaren, moeten
wjj altjjd onze eigen ervaring, onze herin
neringen te hulp roepen. Om een hartstocht
waar te nemen, moeten wjj dien hartstocht
hebben gevoeld, hetzij dat wjj ons eraan
overgaven, hetzjj dat wjj hem over wonnen.
Diepa opmerkingsgave is daarom nooit
iets anders dan bjjzonder scherp gehengen
welk een groot kunstenaar is hjj, die
in zichzelf geheel een wereld terugvindt.
Om te oordeeleu, maken wjj altjjd ge
bruik van ons geheugen. Oordeelen bestaat
in het vergeljjken van een nieuw geval
met bekende feiten.
neck met zijne moeder en eene bejaarde dienst
bode.//
//Ik zal over het geval nadenken, door zulke
mededeelingen worden mijne gedachten bezig
gehouden. Later vertelt u me nog meer, niet
waar?//
Manon antwoordde niet dadelijk, 't was haar
te binnen geschoten, welke rol Seefeld in het
voorval had gespeeld, dat ze juist had verteld.
//Weet u nog iets, juffrouw Bitter?//
//Ik wist nog wel eene omstandigheid hierbij
te verhalen, maar ik weet niet, ot zulks goed
voor u is, geachte mevrouw Burkhart.//
//Vertel u maar gerust verder, mij windt
niets op.//
//Misschien toch wel, want daarbij komt een
naam te pas, die u slechts met afschuw ver
vult.//
//Seefeld?//
Manon knikte.
//Hij dus ik vermoedde het vroeger
reeds, toen ik ervan sprak, dat de man u moest
bekend wezen. Hier is mijne, hand, u kan zich
overtuigen hoe bedaard ik ben.//
Manon nam plaats tegenover de zieke vrouw
en vertelde haar woordelijk hare eerste ont
moeting met den man, en ook de tweede teN.
die voor haar zulke groote gevolgen had ge
had, zij stipte het bedrog aan, door den ge-
wetenloozen man tegen Bruneck gepleegd, en
eindelijk zijn inhechtenisneming door dezen
laatste.
//Het is Jörge Von Seefeld, Heiena's echtge
noot, daaromtrent bestaat geen twijfel, beschrijf
me een weinig zijn uiterlijk,//
Dit doen wij ieder oogenblik. Wanneer
door de kier der deur een klein zachtharig,
bevallig, viervoetig dier sluipt, weet ieder,
dat dit eene poes ismen vergelijkt het
binnenkomende dier onwillekeurig met die,
welke mea vroeger gezien heeft; men oor
deelt met zjjn gehengen. Eeo kind dat voor
het eerst een ezel hoort balken, denkt,
dat het een hond ie die blaft: het brengt
hat nieuwe geval terug tot het meest daar
mee overeenkomende dat het kent.
Het is eene bekende waarheid, dat erva
ring noodig is voor rijpheid vau oordeel.
Onze meeningen, onze overtuigingen, onze
theoriën zjja alleen iets waard door
de ervaring op welke zjj berusten. Een
besluit is des te verstandiger, naarmate
men zich de gevolgen van dergelijke be-
slaiten, vroeger genomen, levendiger heeft
herinnerd. Van het meeste belang is ons
oordeel over meascheu met wie wjj in aan
raking komen. Dit komt nitslnitend neer
op bet vergeljjken van den bewasten per
soon met anderen die wij hebben ontmoet
of over welke wjj gelezen hebben. Daarom
wordt nu en dan zoo verbazend mis geoor
deeld door lieden met een bekrompen er
varing en sen kleinen geest.
(Slot volgt).
België.
De Gezant van de Republiek Dominica
te Brussel, heeft aldaar eene veigadering
bggewoond van het Belgische comité tot
behartiging der belanghebbenden in de
Dominicaansche schuld.
De Gezant zette de omstandigheden uit
een, die aanleiding gaven tot het staken
der betaling van den coupon der Repu
bliek en drong aan op eene reorganisatie
der fiuautiën in Dominica; de inkomsten
van Dominica veroorloveu een» regeling,
die een vasten waarborg oplevert aan
de houders der staatsschuldendeze re
geling zou gebaseerd moeten worden
op eane ineeusmelting der verschillende
schulden.
Het gouvernement overweegt den toe
stand waarin de houders der schuld ver-
keeren met alle belangstelling en koestert
den ernstigen wensch om een totstand
komen van eene bevredigende oplossing te
zien. Het comité heeft hierop geantwoord,
dat eene schikking moest worden gebaseerd
Manon deed zulks zeer uitvoerig, maar me
vrouw Burkhart schudde het hoofd: //Dat komt
niet goed overeen, maar hij is in staat om zieh
een geheel ander voorkomen te geven, zijn
tooneelspelerstalent zou hem daarbij uitmuntende
diensten bewijzen, hij is in staat elke rol te
spelen dus nu is hij handelsreiziger? waar
lijk, het moet hem slecht genoeg gaan! Doch
nu geno'g daarvan, rijd nu met de Barones
naar de stad, kom u echter nog eens hierheen,
voor u zich ter ruste begeeft.//
Toen Manon des namiddags met de Barones
naar de stad reed, was deze zoo vroolijit ge
stemd, dat Manon onwillekeurig door hare luimige
Itui werd aangetast, ze lachte over de grappige
uitvallen der Barones en de welluidende lach
beviel haar zoo goed, dat deze met eene plot
selinge verwondering zeide//Waarom lacht u
zoo zelden? Dat is juist uwe grootste bekoor
lijkheid. Weet u wel, ma chère, dat u heel
mooi bent. Die roode fluweelen blouse staat u
verrukkelijk. De warme zon schijnt tot in het
hart der menschen en doet het dikste ijs ont
dooien. Soant u niet uw zonntscherm open? De
zon zou uwe zachte gelaatskleur bederven
„Dat doet niets, mevrouw!//
//U moest daarmee niet zoo roekeloos om
springen, doch zooals u verkiest. We zijn da
delijk aan de stad, we zien al de torens en de
schoorsteenen voor ons. In den laatsten tijd,
toen u aan het ziekbed mijner moeder zat, had
ik veel bezoek uit de stad, en zeer interessant
bezoek." hen blijde glimlach gleed over het
gelaat van de Barones. „Nu wil ik dadelijk
eene grap vertellen. Zooais u weet, verbeeld ik
op eene directe overeenkomst met de Rs-
geering. Da inkomende rechten zouden
geadministreerd moeten worden door de
houders der staatsschuld zeiven.
Het gaat er in de wereld al heel gek
aan toe. Steeds haken de mensch naar iets
nieuws en de malste dingen worden verzon
nen. Het «aller-fio-de-sièele-ate» op het
gebied van het gezellig verkeer zjjn thans
de diners de têtes. Mevrouw S t u r b e, de
echtgenoote van den Mexicaanschen gezant
voor Berljjo en Parjjs, gaf Maandag in haar
woning in het paleis van vorst Stolberg
te Berlijn een feest, zooals men er te Ber
lijn nog geen had bggewoond. Meer dan
honderd personen waren uitgenoodigd, de
dames in balgewaad, de heeren in roodec
rok, san kleine tafeltjes werd gedineerd.
Yan deskundige zjjde wordt hieraan toege
voegd: Parijs heeft reeds den vorigen winter
da eigenaardige sociétés de têtes voortge
bracht, die, in tegenstelling met Rabbi ben
Akiba's bekende uitspraak, een nog niet
«dagewesene» en in ieder geval zeer geestige
niting der gezelligheid zjjn. Men verschjjnt
in deftig saloncostunm. Slechts de hoofden
worden door allerlei bjjwerk, door middel
van poeder en misschien ook wel door
middel van Schmink gemaskeerd en op de
meest karakteristieke wjjzo gecostomeerd.
Het masker der gastvrouw werd hoogeljjk
geroemd. Het hoofd der gemalin van den
Wurtembtrgschen gezant was gepoederd en
met rozen omwonden.»
Het is gelukkig, dat de smaken verschillen!
De President van de Oranje-Vrjjstaat,
de heer S t e y u, heeft zjjn collega nit de
Transvaal, den heer K rug er, bjj een
déjeuner te Bloemfontein geprezen als
den bekwaamstee Staatsman van Afrika.
Paul Kroger, die den President
van den Oianje-Vrjjstaat bezocht om eene
nauwe aaneensluiting met zijn land te
verkrjjgen, wil niets ondernemen tegen de
rechten der Engelsche Koningin. De tjjd
zal toonen, dat bjj steeds Hare Majesteit
verdedigd beeft en zjjn volk heeft aanbe
volen baar te eerbiedigen. Hg hoopt dat de
beide staten zich steeds meer znllen aan
sluiten, zoodat niemand hen zal kannen
scheiden.
me nog al wat op mijne men9chenkennis en ook
een beetje veel op mijn persoontje. Nu kwam
er in den laatsten tijd met eene bekende fami
lie een kleine, allerliefste assessor naar Wolters-
dorf, die me, om de waarheid te zeggen, zeer
goed beviel. De vroolijke gast wist veel moois
over mijne kleine burcht te vertellen en vlocht
in zijne rede zoovele complimentjes aan het adres
der burchtvrouw, dat ik werkelijk dacht, dat
de kleine heer der rechtbank wezenlijk verliefd
op me wasDaar ontving ik gisteren een kaartje
met gouden rand verbeeld u mijne verwon
dering daar is waarlijk assessor Buchhall met
eene Barones verloofd!//
//Buchhall?// MaDon sprong verrast op.
//Buchhall, zeker kent u dien heer?//
//Ik weet het niet zeker,// trachtte Manon zich te
verontschuldigen over deze plotselinge hevigheid.
//Hij was vroeger to N. en werd eerst voor
eenigen tijd met den Staatsanwalt Bruneck hier
heen verplaatst.//
Manon drukte hare lippen vast op elkander,
om te verhinderen, dat een enkel geluid haar
ontsnapte. Een vreeselïjk gedruisch klonk in
hare ooren, ze sloeg met de handen in de lucht
en zonk half bewusteloos m de kussens van
het rijtuig.
//Zeide ik u niet, dat u uw zonnescherm zou
openen, de zon brandt hevig.// De goede luim
der Barones scheen gestoord door deze gebeur
tenis. //Een anderen keer laat ik u thuis en
neem miss Brown mede, die heeft geene zenu
wen en behoudt in alle omstandigheden hare
stoïcijnsche kalmte. Is u nu beter?//
'Wordt vervolgd.)