NIE TJ W E
HDag6laó voor <£föooró~en Suid-dCollanó.
Iets over het geheugen.
No, 2632
Woensdag 17 Maart 1897
22ste Jaargang.
BUITENLANJ),
Een bereikt doel.
Duitschiand.
Amerika.
Griekenland.
Transvaal.
■AiBIlISCHE CfBAAIT.
ABOBBKMEHTSPBJ J a
Pei 3 maanden voor Haarlem. 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr p. p. 1,40
Voor het bnitenland 2,80
Afaonderlgke aummen0^08
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BÏÏBBAÏÏ: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA WON" AGITATB.
PBIJS DEB ADVBBTKNTIBN.
Van 16 regels 50 Cents
Elke regel meer 7^
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents por advertentie h Contant.
Ti o d s c t e u r-Uit g e v or, W. KAFFERS.
(Slot.)
Alle dwalingea in oas dageljjksch laven
moeten bjjna zonder uitzondering aan on
wetendheid worden toegeschreven. Indien
ik verkeerd «generaliseer,» bjjv. door te
verklaren dat alle zwanen wit of alle Dait-
sohers dik, of alle vrouwen onbegrijpelijk
zgn, is dit omdat ik de andere gevallen
niet ken of vergeet.
Wanneer een beoordeelaar, een geschied-
kandige, een natuurkenner, een wjjsgesr
zich vergissen, is dit altjjd doordien zg
sommige feiten of beschouwingen van hanne
voorgangers niet kennen. Een goei onder
scheidingsvermogen is Dist bestaanbaar
zonder kennis, d. i., zonder een trouw ge-
hengen. Eenais en ervaring zijn zelfs niet
geheel voldoende: men moet ook de bezwaren
en tegenwerpingen voorzien. Vele vronwen
die overigent zeer begaafd zgn, oordselea
verkeerd, omdat zg haar denkbeeld wel
joist en scherp zien, maar afgezonderd van
de rest. De schadnwegde, de moeielgfehsdeo,
de verschillende zienswgzen, die inen alleen
kent door het zich herinneren van feiten,
die het waargenomene tegenspreken
ontsnappen haar.
Verstand en geheagen tegenover elkaar
te stellen is dus zoo onjuist mogelgk. Ver
stand is het licht, geheugen de kaars.
Maar zjjn er dan gevallen, waarbg een
rgk geheugen 't verstand eer schaadt dan
baat
De heer M 1 i n a n d kiest 't voorbeeld
van een buikspreker. Telkens als ik dien
man naast mg hoor spreken, zegt hg, wil ik
denken, dat deze stem uit de verte komt
en telkens vergis ik mg. Die vergissing
Bchgnt een gevolg te zgn van een over
vloed van herinneringen, die zich tusschsn
mg en het werkelijk waargenomene plaat
sen en men zou dus kunnen beweren, dat
het beter zon wezen, wat miuder van zulke
herinneringen te bezitten. Dit is echter
schgn. Er zgn evenwel niet te veel, maar
te weinig herinneringen; had ik meer buik
sprekers gehoord en kon ik mg hnn stem
nanwkeuriger herinneren, dan zou ik op
mjjn hoede zgn en de dwaling vermijden.
Men spreekt ook wel van menscheu, bij
wie het rjjfee geheugen het oordeel verstikt.
Waarheid is alleen dat men met een zeer
goed geheagen begiftigd kan zgn en toch
een zeer slecht oordeel kan hebben. Maar
FEUILLETON
66. Vervolg.)
„Ik dank u ja, ik geloof de zou
plotseling dansteD allerlei sterretjes voor mijne
oogen
Ik ben wezenljjk zieker dan ik zelf dacht
mevrouw ik zat n derhalve verzoeken u
„U uit uwe betrekking ta ontslaan? Niets
daarvan, voor het einde van uw dienstjaar nooit.
Meent u, dat ik aanhoudend naar eene ver
pleegster mjjner moeder wil zoeken? Ik ben blij
dat ik eindeljjk weer eens rust heb voor eeni-
gen tijd, daar ik u noodzakelijk moet gebruiken
om mijn toekomstige leefwijze te bepalenHaalt
u zich maar niet zulke dwaasheden in het
hoofd, mjjue lieve juffrouw, ik heb met u con
tract gesloten, ik verhoog uw honorarium en
zorg voor de noodige afwisseling, dan zijn we
beiden geholpen.
„U zult toch niet wreed genoeg zjjn, mjj
hier te houden nu u zelf moet bekennen, dat
ik dringend rust noodig heb.//
„Die zal u in ruime mate genieten, of denkt
u, dat ik uwe krachte i wil uitputten en u dan
ziek zou wegzenden? U gaat met mij en de
kinderen naar Z. iD 't bad; Bruneek sprak
erover, daar eveneens heen te gaan.
//Bovendien zullen er nog een menigte be
kende families zjjn. We zullen ons heerlijk amu
seeren, wee: zonder zorg, bjj onze terugkomst
het goede geheagen is hier niet de oorzaak
van het bekrompen verstand Zjj, die on
danks hnn goed geheugen slecht oordeelen,
zouden nog onverstandiger zgn indien zg
geen geheugen hadden.
Zijn er dan geen gevallen, waarbg het
oordeel zeer juist is ondanks een slecht
geheugen
«Men zal ons voorbeelden genoeg daar
van opnoemen,» zegt de heer M 1 i n a n d,
«maar in antwoord merken wg eenvoudig op,
dat er verschillende soorten van geheugen
bestaan, en dat hier alleen sprake is vau
het geheugen van het leven, het zich helder
te binnen brengen van ondervonden ge
moedsbewegingen, van ervaring. Geen man
van gegrond oordeel zal dit geheugen
missen.»
Uit al de nieuwste studiën over het ge
heugen schjjnt te blijken, dat iedere ge
heugen-zwakte het oordeel benadeelt. Bjj
proeven van suggestie begint men met het
geheugen van het sujet in de war te bren
gen. «Men vestigt zijn aandacht op één
enkele zaak en doet hem zoodoende al het
andere vergeten de plaats waar hg zich be
vindt, de voorwerpen eu personeu die voor
hem staan, de voorschriften van het gezond
verstand, die bjj doorgaans volgt. Dit ver
geten brengt den geest nit zgn evenwicht
ia eau toestand die aan waanzin grenst.
Wanneer oude lieden het geheugen verliezen,
wordt het voor hen moeielgk, al wat jonger
is te begrjjpea en te waardeeren. Bjj den
hartstocht moet de beneveling van het ver
stand waarschgalgk ook worden toegeschre
ven aan eene verduistering van het geheu
gen all-/ gedachten zgn opéén voorwerp,
op één denkbeeld samengetrokken. In den
hartetochtelgken toestand vergeet men al wat
niet rechtsteeeks met dien hartstocht in
verband staat, vergeet men waar belang,
de lessen der ervaiiog, oude vriendschap,
gewone gedragswijze, ja zelfs pas gegeven
wijzen raad.
Waarom is nu het geheugen, dat zoo
noodig is, zoo weinig in tel
Ten eerste juist omdat het zoo noodig
is, antwoordt de heer M 1 i n a n d. Hoe
trouw en nauwkeurig ook, er is altijd ge
vaar dat het ons op het goede oogenblik
in den steek laat, dat onze herinnering niet
scherp meer is. Verklaren dat oes geheugen
niet best is, is dan een soort vau ver
ontschuldiging, die bet verstand schgnt ta
redden. Verricht daarentegen het geheagen
is u zoo gezond als een visch in 't water.
Het hielp Manon niet, dat ze hare vraag
herhaalde, dat zag ze spoedig in; die slimme
bekoorlijke dame naast haar had hare hulp
noodig en hield haar vast. Ze zweeg derhalve
ten einde hare ontroering te verbergen, O, hoe
klein was toch de wereld, dat ze wear den man
zoude ontmoeten, dien ze tot eiken prijs wilde
ontvluchten!
//Reeds de volgende week hebben we veel be
zoek op Woltersdorf te verwachten, dat zal
leven en vreugde geven; natuurlijk moet u ook
aan het genoegen deelnemen. Ik zou gaarne een
voorwendsel vinden om u in onze kringen te
brengen, opd^t u ten minste zi;t, hoe het
daar toegaat. Zingt u soms of speelt u
piano?//
//l)at is jammer, Dan zal 't moeielijk wezen
iets passends voor u te ontdekken; nu, we zul
len zien, we vinden stellig iets.//
//Och ik bid u mij buiten spel te laten, me
vrouw, ik ben zeer bevreesd in gezelschappen.//
//A.ls toeschouwster?// De jonge Barones lachte.
//U behoeft immers geene voordrachten te hou
den blijf u maar bedaard. Ik bedoel slechts
uw eigen welzijn, later zal u er mij dankbaar
voor zijn.//
//Komen de assessor Buchhall en zijne bruid
ook
//Bij nu en dan natuurlijk, ik kan immers
riet anders dan 'tem inviteeren; zijne bruid
woont hier niet. Doch u zal een broeder van
haar leeren kennen, een baron Von Stamm.//
Dit keer was Manon beter op hare hoede,
geen klank verried hare groote verrassing. Had
een meesterstuk, dan komt het ons voor,
dat zjj die het roemen te kort doen aan ons
verstand, onzen geest. Bovendien bewjjst
het geheugen ons onophoudelijk zooveel
diensten, zonder dat wjj het zelf weten,
dat het niet in ons opkomt, daarvoor dank
baar te zgn.
Dientengevolge spreken wg over het ge
heugen zooals we ons niet eens over ons
gelaat zoaden dnrven uitlaten. «Ik heb een
geheugen,» verklaren we met het grootste
gemak. «Ik beu niet dom,» gaat reeds iets
moeieljjker, «ik ben niet leeljjk,» is beslist
belache'.jjk en zot, «Daar ziet gjj de hie-
rachie onzer jjdelheden,» zegt de heer M é-
1 i n a n d: het geheugen staat onderaan!
Het wil keizer Wilhelm niet vlotten
met de uitbreiding der Marine. Hevig heeft
hg te worstelen tegen de begrootings-com-
misaie der Marine die zich verzet tegen
het vermeerderen der oorlogsvloot met twee
kruisers. Er is zelfs sprake van eene ont
binding van den Rgksdag indien deze zich
schaart aan de zjjde dar begrootingv-com-
miasie, misschien staat ean miaisterieele
crisis voor de deur. Waut weliswaar staat
de Rijkskanselier, vorst Hohenloh e
geheel buiten de marine-quaesfcie, doch
volgens da Hamburger Nachrichten moet
de heer H o 11 m a n n, chef van het marine-
kabinet, uitdrukkelijk hebben verklaard dat
hij ziju ontslag zon nemen, wanneer hem
de beide kruisers zouden geweigerd worden.
De Freisinnige Zeitung heeft reeds beweerd,
dat de heer Holltnann nu zgn ontslag
had aangevraagd, hetwelk door den Keizer
evenwel was geweigerd; maar deze bewe
ring wordt tegengesproken.
Da nieuwe Regeering der Vereenigde
Staten heeft eene zeer vredelievende ver
klaring gegeven omtrent haar te volgen
politiek in zake Cuba. De Regeering ta Was
hington wil gean oorlog met Spa/je. Eik
denkbeeld van een annexatie vau Cuba heeft
de heer S li e r man, minister van Bniten-
landsche Zaken, varworpen. Hjj is van mee-
ning, dat de Vereenigde Staten reeds groot
genoeg zgn. Geen aanval naar welken kant
de gelieele wereld hier rendez-vous? Sn waar
om moest het nu juist Woltersdorf wezen, waar
ze bij elkander kwamen O mocht ze op dit
oogenblik dwars door het veld vluchten, zoover
als hare voeten haar konden dragen Wat
zou haar hierin verhinderen? De Barones, hare
moeder, of het contract? Er was slechts sprake
van een enkele persoon, en voor deze kon heel
gemakkelijk eene plaatsvervangster gevonden
worden. Dan moest men haar ontslaan. Ze zou
nooit door hem in de rol eener dienstbode hier
worden aangetroffen, dat ging boven hare krach
ten. Manon verzamelde al haren moed, om te
vragen: //Is de assessor met eene freule Yon
Stamm verloofd?//
//Juist met Lucie Von Stamm, en haar broe
der met eene juffrouw Lilly De Heesen.//
Toen Manon niets zeide, ging de Barones
voort. //Nu is mijne wijsheid eens flink be
schaamd gemaakt.//
//Luid juichte Manons hart Raimund
Bruueck had Lucie dus niet gekozen! Heur
hart stelde honderd vragen doch geene enkele
drong over hare lippeu. Dagobert Von Stamm
had haar spoedig vergeten. Dat hij eene andere
aan zijne zijde had geroepen was haar een be
wijs, dat hij niet ongelukkig was geworden.
't Was reed3 laat, toen Manon ihet de Ba-
renes uit de stad terugkeerde. De oude Hei-
nemann bracht dadelijk het bericht, dat me
vrouw Burkhart juffrouw Hitter nog wenschte
te spreken, vooraleer deze naar hare kamer
ging-
Manon voldeed gaarne aan dit verzoek, en
ook, geen verlangen naar een anders be
zittingen, geen opgewonden politiek, eene
vriendelgke overeenstemming met alle Mo
gendheden, en vrede met de gansche wereld
dat zgn denkbeelden die de nieuwe Re
geering van de Vereenigde Staten zich ter
behartiging stelt.
KoDing George van Griekenland is een
persoonlijkheid geworden, waarover veel
wordt geaprokeD. Een der Atheensche Cor
respondenten, een medewerker van een der
Kopenhaag8che bladen, beschrijft het leven
van den Eoning aldns
Z. M. staat om 8 uur op en ontvangt
dan onmiddellijk de poit. Tegen 10 nar
kleedt hg zich ia uniform en houdt audiëntie
tot 1 nnr. Daarna neemt hg een nar rost
om te déjeaneeren en te wandelen. Van 2
tot 7 unr houdt de Koning Ministerraad
en deelt orders en instructies uit. Na ziju
middagmaal trekt hg zich in zgn werkkamer
terug en werkt daar vaak tot 2 uur des
nachts.
Wel ziet bjj er wat vermoeid uit, maar
ia toch gezond en vel energie, en toont zich
ten allen tjjde helder en opgewekt. Hg is
onbeschrgfelgk populair, zóo zelfs, dat hij
zich niet in bet openbaar vertoooen kan,
zonder stormeo van ovaties nit te lokken.
Een der Deenache bladeu heeft, om aan
de talrijke aanvragen om inlichtingen be
treffende de vooruitzichten van vrijwilli
gers bjj het Grieksche leger te voldoen,
een telegram naar Athene gezonden. Het
antwoord hierop was: «De Grieksche wet
verbiedt vreemdelingen in bet Grieksche
leger toe te laten. Da Regeering denkt
echter over het oprichten van een vreem
delingenlegioen. Maar daarvoor moet eerst
eene wet aangenomen worden. De stad is
vol vrijwilligers. Dat getal nog te vermeer
deren is bepaaldeljjk te ontraden.»
Uit Kaapstad wordt medegedeeld, dat er
een stilstand is gekomen in de onderhan
delingen omtrent eene nauwer aaneenslui
ting tusachen de Z nd-Afrikaansche Repu
bliek en den Oranje Vrijstaat. De verte
genwoordigers van den laatsten Staat moe
ten van oordeel zjjD, dat de eiachen van
de Zuid-Afrikaansche Republiek te hoog
zgn.
naderde zacht het ziekbed, in de boop, dat de
oude dame zou slapen, maar 't was zoo niet
de oude dame sliep niet, maar had op hare
beurt gewacht. „Zet u een oogenblik bij mij,//
zij wees op den stoel naa3t hare legerstede. //Ik
wilde het raadsel oplossen, dat u mij dezen
morgen heeft verteld, ik heb het einde gevonden,
wil u 't hooren? Amelie Wullbradt beminde den
Staatsanwalt Bruneek en vermoedde niet haar
scherp instinct in u eene beguugstigde mede
dingster, en vergunde u het verkeer niet in de
woning van den beminde; zij besloot derhalve
u in de oogen van Bruneek te benadeelen,
en koos hare vermomming zoo, dat men er
u achter zou vermoeden. Emmy Von Hu-
ber maakte echter eene streep door de rekening,
zjj was het en niemand anders, die het luik
opende, om der vermomde eene goede les te
geven; ze maakte de zeer juiste veronderstel
ling, dat Amilie niets onbeproefd zou laten,
om het gouden sieraad terug te vinden, en het
huis harer tante niet te benadeeleu door 't
verlies ervan Amelie verzocht te zwijgen
tot den volgenden dag, teneinde tijd te winnen;
zjj hulde zich, nadat de dames naar 't bal waren
gereden, ia hare verkleediug en doorsnuffelde
de kasten van den Staatsanwalt, doch te
vergeefs, hij had het kleinood te goed geborgen.
i
Wordt vervolgd.)