N I E W E ïïagBlaö voor tSfiooró'Gn SinócJColianó. Advertentiën Iets over den Boerenstand No» 2635 Zaterdag 20 Maart 1897 22ste Jaargang B U I T E N L AN Een bereikt doel. Transvaal. Griekenland. Engeland. Rusland. llil RL lil SI COIRAIT. ABONBTEMEWTSPBJJti Pei 8 maanden voor Haarlem. 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland fr p. p. 1,40 Voor het buitenland 2,80 Afaonderlgke nnmmers o,03 Dit blad verschjjnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. B U B E A TJ: St. Janstraat Haarlem. PBIJS DEB ADVEBTENTIEN, Van 16 regels Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. .50 Cents 7% AGITE UIA WOW AGITATE. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant. K e d a c t e u r-Uit g e v er, W. KüPPEBS. waarvan de plaatsing driemaal is op gegeven, worden slechts tweemaal in reke ning gebracht. In den l&atstan tjjd wordt bij herhaling gewezen op den achteruitgang van den boerenstand. Ea zeker met reeht, want daar is door het verminderen van den prjjs der producten die de landbouwer ter markt brengt en te veel oorzaken om hier te be spraken, verval van het boerenbedrijf te bespeuren. Het wil ons voorkomen, dat er wegen zijn door den Boer te bewandelen waar door hg zjjn stand zal kunnen opheffen uit den staat van verval, waarin menige landbouwer zich ziet geplaatst, n. 1. het vereeDigingsleven, dat is zich aan te slui ten bg den onlangs opgerichten Boerenbond en de zncbt naar weelde te beperken. Langs den weg van het verenigings leven moetan de landbouwers vast aaneen gesloten optrekken om in hunnen tegen woordig niet meer banijdenswsardigen toe stand verbetering te brengen. Voor het oogenblik willen wg aannemen, dat zg zulks inzienniet alleen, maar ook alle pogiageu zullen aanwenden om zich aaneen te sluiten. Verkeerd echter zou het voor onze boeren zjjn, zoo zg de meeoing mochtan zijn toe gedaan, dat langs dien weg alleen en uitslui tend voldoende verbetering zou zgn te ver- wachten.Veel, zeer veel zal het verenigings leven ten goede voor hen uitwerken; doch zij moeten niet vergeten dat er nog een anderen weg voor hen openstaat en dat ze ook dien anderen weg moeten inslaan, willen ze voor goed «het hoofd boven water houden.» De landbouwers dienen ieder voor zich zeiven persoooljjk handelend op te treden, en dan is er zesr veel, waardoor zg in minder gunstige omstandigheden zgn ge raakt en dat zg uit den weg moeten rui men. Zg dragan waarom de waarheid te verzwijgen voor een groot deel zelven de schuld van hun min guustigen toe- staid. Waardoor is onze boerenstand in verval geraakt? Door oorzaken, die onze land bouwers zelven hebben gesteld. FB U1LLBTON, 69. Vervolg.) //In het kasteel ga ik niet, dat is me veel te veel leven, voorloopig blijf ik hier heeft u Seefeld gezien,/' voegde ze er fluiste rend bij. //O!'/ Manon greep de haed der zieke. „Laat u toch de gedachte aan dien ongelukkige varen, hij is in de handen van het gerecht, ik zelf ben getuige geweest, teen bij naar de gevange nis werd gebracht.// //Dat is eene vergissing Geloof mij, verleden nacht zag ik hem rondom het pavil joen sluipen." //Dat is onmogeljjk, zelfs als hjj niet in den kerker zat, zou hij toch niet kunnen hierheen komen, alle deuren zijn 's nachts geslote //O, die kent geheime wegen over de muren, al waren ze duizend meters hoog,// riep de oude vrouw opgewonden uit. «Wat zou die hier komen doen, het zou toch een groot waagstuk zijn?// trachtte Manon haar gerust te stellen. //Hij voert niets goeds in het schdd zijne komst staat met het een of ander misdrijf in verband.// "Waar zou hij zich ophouden, al was het hem gelukt door list of geweld te ontkomen?// "Zich ophouden? Niets gemakkelijker dan dat, hem is elke verkleeding welkom, onervaren De voornaamste oorzakeu willen wg hier aanstippen. Vooreerst de zucht naar genot. Die zucht is ook onder onze landbouwers doorge drongen. Het eenvoudige, huiaeljjke leven kennen zjj niet mear. Het «Oost, West, 't huis best,» schjjut voor zeer velen een jjdele leus te zgn geworden. Het te huis zgn is voor hen een straf. Zg moeteD naar (lke kermis, naar elke markt, naar elkeu verkoop, naar elke openbare vermakelijkheid. De jongeren gaan des Zondags uit, na eens hier dan eens daar, en komen meestal niet eerder thuis dan des avonds om naar bed ta gaan. Zoo worden de zinnen meer gezet op de genoegens dan op bet land bouwbedrijf en zoo gaat het den landbou wers langzamerhand ontbreken aao energie en veerkracht, ook voor den boer zoo noodig in zgn bedrijf. Allerminst willen wjj den landbouwer, vooral niet de jeugd de genoegens des levens ontzeggen; de boog kan niet altjjd gespan nen blgven, maar tuaschen bet genieten van thans ea voorheen dit zullen de ouden tan dagen moeten erkennen be staat een groot verschil. Eene andere oorzaak is de pronkzucht. Hoe geheel anders is het du met de kleediog onder den boerenstand dan vroeger. Nu moeten de kleederen volgens de mode gemaakt zijn. Alles moet even netjes, alles even fijn wezen. Daarbjj wil de een bij den ander niet achterblijven. «Wat er een kau krjjgen, zoo wordt er gezegd, kan ik ook.» En zoo moet er veel geld worden besteed aan kleederen, aau goud enz. Zoo wordt er menige gulden boven het noodzakelijke aan het overdadige verspild. Een derde oorzaak is de sterke drank. Voor vijftig jaren zouden er weinig boe renwoningen zgn waar sterke drank dage lijks voorhanden was. Nu is dat geheel anders. Komt er nu een vriend of kennis, dan wordt hem aanstonds het welkom toe gedronken en ten afscheid ontvangt hg weer een «glaasje». Het heet nu: men moet toch met zgn tijd meegaan, en let er niet op, dat mee gaan maar al te dikwjjls, menigeen brengt in verval en ellende. Nooit ging de boer vroeger ter markt of ergens anders of het was voor zaken, en gebruikte niet meer sterkeu drank dan hoogst noodzakelijk was. In de herberg, waar hg zgn paard moest laten uitrnsteD, kind hij is veel, veel slechter dan u denkt!// //Zou u niet met hem willen spreken, om van hem iets over Helena te vernemen?// //Hij zoude niets zeggen, zelfs als ik ieder woord met goud betaalde Schurken en laffe raenschen zwijgen als de zee!// //De zee zwijgt niet al te goed, mevrouw Burkhart; ik zelf ben eens getuige geweest, dat de zee een lijk aanspoelde, eene mooie jonge vrouw, 't is nog niet heel lang geleden.// //En daarvan hebt u me nog niets verteld, ofschoon u wist, dat ik ongelukken zoek. Waar was dat?// „Aan de Oostzee, in de nabijheid der bad plaats Z.// //"Vertel me zulks.// //Dat is gauw gebeurd.// Manon ging zitten en begon; ze vertelde iedere bijzonderheid, en vergat zelfs niet het gezicht van den man, aan het venster van het lijkenhuisje. De oude dame luisterde met de belangstelling, die ze altijd voor dergelijke gevallen betoonde. Zij knikte herhaaldelijk met het hoofcj, alsof ze hare te vredenheid wilde uiten, en toen Manon geëin digd had, nam ze hare hand, en drukte deze hartelijk. //U is een goed kind,// zeide ze. Eene buitengewone kalmte lag over haar wezen, zij hield het hoofd in beide handen, en keek nadenkend voor zich uit. //Het kleine portret stelde eene vrouw voor niet waai? Eene jonge vrouw met een zwaar moedig uiterlijk?" //Ik herinner me de trekken daarvan niet meer. De baron Von Stamm heeft het in zijn dronk hjj zgn borrel en vervolgde dan zgn weg. Nu moet elke herberg worden aange daan, en zoo gaat erdoor het jaar menige stuiver in overdaad verloren. Willen de boeren zich aan de «slechte tjjden» ontworstelen, dan moeten zg, naar onze meening, wegen inslaan die voor de hand liggen. Zg moeten persoonlgk, ieder voor zich, zooals een ieder verplicht is te doen, zich toeleggen op zuinigheid en spaarzaamheid. De zucht naar genot, de zucht naar weelde, de zucht naar den sterken draak dienen zg te beteugelen. Laten zjj hel overdadige achterwege, dan zal dat voor heD jaarlijks een niet geriDg voordeel zgn. Daarenboven moeten zjj zich nauw aan eensluiten om hunne wederkeerige belan gen wederzjjds te steunen waartoe de Boe renbonden hun eene uitstekende gelegen heid aanbieden. Langs deze wegen zuilen onze boeren zeker komen tot bet doel waar zjj moeten zjjn: verbetering van hun lot. Op da eerste plaats moeten de boeren zich zelven helpen, persoonlgk ieder zjjn best doen, en ver volgens in de vereenigiug etenn en kracht zoeken. Een Duitsch spreekwoord zegt het zeer juist: Hilf dir selbst, so wird dir Gott helfen! Help u zelven, zoo zal God u helpen! In deze Zuid-Afrikaansche Republiek is het niet plnis. Er wordt gestookt en ge kuipt tegen de Boeren-Repnbliek door de Engelschen op allerlei manier. Britsche troe pen uit Kaapstad, zegt de Daily Mail hebben last gekregen, zich op gebenrteljjkheden voorbereid te houden. De Volksstem, van Pretoria, bevat een oor logszuchtig artikel, naar het heet. Engeland zoo wordt daarin beweerd, zou 60.000 man moeten zenden om de Boeren te onderwer pen, en te Pretoria zgn er genoeg geweren om alle Afrikaanders te wapenen. Verder loopt het gerncht: n. 1. dat president K r u- g e r naar Bloemfontein vertrok, om zich te wapenen tegenover den dreigenden staat van zaken. De Regeering te Athene beeft nu aan bezit, u zou hem erom kunnen verzoeken, hij zou het u gaarne afstaan; en de Barones zeide dat hij in den loop van den zomer hierheen zou komen." //Het is goed, ik dank u. En nu wil ik met u uitrijden naar de wedrennen, niet waar, u neemt me mede?// Eene aangename verrassing sprak uit Manons gelaat: //Dat is heel lief van u!// //Weet u waarom ik met u uit wil gaan? Ik wil Seefeld ontmoeten. Help me nu snel aankleeden en laat door vrouw Heinemann mijne dochter ervan verwittigen, dat ik meerijd. De barones Woltersdorf was niet weinig ver wonderd, toen ze vernam, dat hare moeder meeging; ze lachte heel luid en zelfs eeD weinig oneerbiedig, toen ze spoedig daarna de oude dame in zware zijde zag aankomen. //Dat is een heerlijk idee, moeder, en doet me veel ge noegen!" riep ze de oude dame reeds uit de verte toe. „Wil u met de kinderen in den pon- nywagen meerijden." //Dat is mij om het even.// „Des te beter, ik heb drie dames uit de buurt verzocht, bij mij in het rijtuig te komen. U is bij juffrouw Bitter en de kleinen veel vrijer om uwe gedachten te volgen. Jacques zal met jelui rijden, u mocht hem eens noodig hebben.// Het terrein, voor de wedrennen bestemd, was door een dik touw afgebakend, en met bonte vlaggetjes versierd. Eene onafzienbare menigte bewoog zich op het terrein, muziek en men- schenstemmen klonken door elkander. Een menigte dames in prachtige toiletten zat op de de Mogendheden voorgesteld om de Grieksche troepen die op Kreta zga onder kolonel V a s s o 8 saam te trekken op een ander pant van bet eiland, op voorwaarde, dat de Turksche troepen aldaar nog aanwezig, hetzelfde zouden doen; ongemoeid zouden de Mogendheden alsdan de rust kunnen herstellen en zich gemakkeljjker een juiste meening vormen van de houding der Kre- teusers ten aanzien van de voorgestelde autonomie. Men ii te Athene er zeker van, dat zoo dra de oorlog van Griekenland en Turkjje aan den gang is, de belangen der Mogend heden toch niet met elkaar in conflict komen. Het Grieksche leger op Kreta, zegt de Regeering te Athene zal het Grieksche eiland niet verlaten. En het zal geen onderscheid maken tusschen de Turken die het, volgens zgn orders, van daar verjagen moet, en han nieuwe bondgenooten, die erger zgn dan de Tnrken. Turkije. De Turksche troepen naar de grenzen ge trokken om tegen Griekenland te ageeren,zgn samengetrokken van Platamón (bet ooste lijk uiteinde van de Grieksche grens) tot Préveza (het westeljjk uiteinde). Een leger honderdduizend man sterk, staat daar ge reed. Volgens inlichtingen door maarschalk E d h e m pasja ingewonnen, heeft de Griek sche regeering bjj Larissa twaalfduizend mau staan met acht batterjjen. De Saltan heeft een iradé uitgevaardigd en laten af kondigen waarbjj gelast wordt dat een vloot van tien pantserschepen eo twintig torpe dobooten zee zal kiezen. Men denkt dat die vloot over drie dagen den Gouden Hoorn zal verlaten. De Noordpoolreiziger Dr. Namen is Dinsdag te Cambridge geweest en daar met plechtigheid door de Universiteit tot Doctor honoris causo gepromoveerd. Te Oxford wacht hem geljjke eer. De beroemde en thans zeer gevierde reiziger vertrekt naar Parjjs om van daar in de eerste dagen van April Berljjn te bezoeken. De kanonontploffing op het Russische schip Sissoy Veliki in de wateren van tribune. Alle oogen, met verrekjjkers gewapend, richtten zich op de bonte jockey-costumes der heeren, die aan de wedrennen deelnamen en in groepjes stonden binnen het terrein, waar ze de renpaarden in oogenschouw namen. De Woltersdorfers waren te laat; toen ze in vollen draf een beetje ter zijde aankwamei, gingen juist de twee eerste paarden af, en trachtten in geweldige sprongen het doel te bereiken, dat overal zichtbaar was; de dicht op elkaar gepakte menigte barstte in luide juich tonen uit, die als een verwijderde donder weer galmden. De Barones sprong uit het rijtuig en snelde naar hare moeder die bedaard het gewoel gade sloeg. „Wordt u het leven niet hinderlijk? Op de groote tribune waren eenige plaatsen voor mij gereserveerd, neem u er eene van. Juffrouw Bitter, de kinderen en Jacques, om ze te be schermen, blijven hier.// //Ja, ik ga met u, daar kan men beter zien en ik wil zooveel als mogelijk overzien.// Gesteund door de Barones en Jacques, steeg mevrouw Burkhart uit het rjjtuig en ging in de richting, waar de tribune was opgeslagen. De andere dames volgden. Manon met de beide kinderen waren alleen achtergebleven. 'Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 1