No. 2636.
Maandag 22 Maart 1897
22ste Jaargang
HDagSlaó voor <3tooró- en Zuió-öCollanó
Het Bakkers-Vraagstuk,
B IJ I TËNLAN lïT
BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem.
aöite ma non ag-itate.
Een bereikt doel.
België.
Frankrijk.
Griekenland.
Turkije.
Doitsohland.
Engeland.
lilllttïï.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland franco por post1,40
Voor liet buitenland 2,80
Afzonderlijke nummers 0,03
Dit blad verschjjnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
Redacteur-Uitgever, W. KÜPPERS.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 16 regels. 50 Cents.
Elke regel meer7llt»
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Con tant.
JtTMaWTlINP
Uoojdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale Publicité Etrangère
G L. DA UBE <Sf Co. JO UNF.JONESSucc.. 1 31 bis Faubourg Montmartrt.
Zg, die zich m6tdenaanv ng van
het nieuwe kwartaal (1 April) ale abonné
doen inschrjjveD, ontvangen van af lieden
de voor dien tgd verschonende nummers
van de NIEUWE HAARLEMSCHE
COURANT en het ZONDAGSBLAD
gratis.
Io het laatst dezer maand beginnen wjj
met een nieow boeiend feoilletou, getilel
Het verlaten Kind door L. e. O.
Het parlementair initiatief heeft ons
weder een wetsontwerp geschonken, dat
er zeker nie.t voor pleit om het gebruik
maken door de leden der Vertegenwoor
diging van hun recht om wetsvoorstellen
in te dienen aan te wakkeren.
Hiermede hebben wij het oog op de
zoogenaamde «Bakkerswet» van den heer
Pyttersen, een wetsvoordracht, die
zich slechts mag verheugen in de sym
pathie van zeer enkelen dergenen, voor
wie ze is samengesteld.
Wij behoeven hier niet in den breede
het doel van dit wetsvoorstel te ontvou
wen. Na al hetgeen reeds gesproken en
geschreven is over de afschaffing van
den nachtarbeid van bakkers, begrijpt
men reeds zonder het voorstel te kennen,
dat het hoofddoel er van moet wezen
den ongezonden nachtelijken arbeid van
velen onzer medeburgers af te schaffen.
Iedere poging om daartoe te geraken,
vindt in onze oogen toejuiching en als
zoodanig mag ook met waardeeriug van
deze wetsvoordracht worden gesproken.
Tot welke staatkundige richting men ook
behoort, men kan het niet anders dan
prijzen, dat beproefd wordt, om het lot
van den bakkersstand te verbeteren.
Iets anders is het, of deze poging zoo
danig is ingericht, dat zjj een gewenscht
resultaat kan hebben. Men moet niet
slechts het goede willen, maar het ook
op een goede manier willen tot stand
brengen. En wat dit laa'ste betreft, wij
gelooven, dat de heer Pyttersen op
een glad verkeerden weg is en, hoe uit
nemend zijn bedoelingen ook mogen zijn,
ze kunnen nimmer tot eane bevredigende
oplossing leiden.
Om maar te beginnen bij het eerste
artikel van zjjn ontwerp, luidende «ond r
arbeid verstaat deze wet alle werkzaam
heden in of voor het bedrijf van brood-,
beschuit-, koek- en banketbakker in
broodfabrieken verricht,moeten wij op
merken, dat hij zeer verkeerdelijk de
koek- en banketbakkers tot dezelfde
categorie van personen rekent als de
beschuitbakkers.
Het doel van zjjn ontwerp is toch be
paald om den nachtarbeid af te schaffen.
Maar bjj de koek- en banketbakkers
wordt geen nachtarbeid verricht, tenzij
misschien bij enkele buitengewone gele
genheden. Gaat men nu deze personen
rangschikken onder de gewone bakkers,
dan zal het voor hen onmogelijk wezen
om in die enkele buitengewone omstan-
FEV1LLETON
70. Vervolg
//Mogen wjj bij den koetsier op den bok
gaan? Paar kunnen we veel beter kijken. Van
hieruit zien we enkel de ruiters voorbijvliegen
en de paarden in 't geheel niet,// vroegen de
kleinen. Manon stond het verzoek gaarne toe
en trof voorzorgsmaatregelen, opdat de kinde
ren niet van hunne hooge zitplaats naar be
neden konden vallen.
Zoo kon een half uur verloopen zijn. Ter
wijl Manon zich alle moeite deed, om de vra
gen der kinderen goed te beantwoorden, kwam
plotseling de assessor Buchhall in bare nabij
heid te voorschijn, die haar met een vriende
lijk ernstig «goeden dag// begroette. //Ik heb
u laatst reeds herkend,// voegde hjj er snel
bjj om haar tjjd te laten, van hare verlegen
heid te bekomen, «en kon vandaag niet aan
de bekoring weerstaan, om u aan te spre
ken U is niet boos op mjj, niet waar.
Het ware missehen bescheidener u ongemoeid
te laten maar ik ben een oprecht vriend
van u, gelyk ook mjjne bruid gaarne aan u
denkt Ik zag u zooeven reeds, toen u
aankwam.//
//Ik dank uManon gaf bem de hand.
//Ik heb Lucie medegedeeld, dat ik u op Wol-
tersdorf heb getroffen en ze heeft me opgedragen
u te vragen of haar vader niets voor u kon doen.//
I dighe en, als bjj leesten, op St. Nicolaas
enz., aan het verlangen van hun clientèle
te voldoen.
Niemand heeft er dan ook aan gedacht
om de koekbakkers te beklagen, die slechts
op enkele drukke dagen van het jaar
genoodzaakt zijn een deel van hun nacht
rust op te offeren. Bij al het gepraat
en het geschrijf over den nachtarbeid
van bakkers heeft men natuurlijk uitslui
tend het oog gehad op het dagelijks
terugkeerend nachtwerken, dat de brood
bakkers moeten doen.
In de artikelen 4, 5, 6 en 7 van het
ontwerp worden voorts bepalingen gegeven
omtrent den werktijd, het aantal werk
uren enzdie naar onze meening hoogst
belemmerend zullen werken, vele over
tredingen zullen uitlokken en ten slotte
de wet nog impopulairder zullen maken,
dan de bestaande toestand is.
Men zal hiertegen aanvoeren, dat om
den nachtarbeid wettelijk af te schaffen,
door den wetgever ook uren moeten wor
den aangegeven, waarop de arbeid mag
aanvangen en waarop hij moet eindigen.
Zeer juist, maar er moet in de eerste plaats
voor gewaakt worden, dat de wetgever
niet te radicaal ingrijpt op toestanden,
die zich reeds langen tijd geleden hebben
gevormd en zoodanig zijn ingeworteld in
het maatschappelijk organisme, dat een
onverstandig woest optreden verkeerde ge
volgen kan hebben.
Dit geschiedt door het wetsvoorstel-
Pyttersen. Door te weinig gelegenheid
te schenken om in bijzondere gevallen
van de wettelijke bepalingen af te wijken,
dus door te veel te generaliseeren, wordt
het bedrijf te zeer bemoeilijkt. Men kan
groot medelijden hebben met de personen,
die door den nachtarbeid geen mensch-
waardig bestaan leiden, maar aan den an
deren kant mag dit er niet toe voeren om
eene tirannieke wet tot stand te brengen.
In het algemeen heeft de heer Pytter
sen gelyk. Vele bakkersknechts zijn on
gelukkige menschen, eerstens omdat zij te
veel uren ia de week moeten werken en
vervolgens omdat hun werkuren valleo in
den tgd, dat anderen gerust kunnen slapen.
Maar rechtvaardigt dit nu zijn voorstel,
om bijv. te bepalen, dat in de laatste vijf
dagen der week geen arbeid in de brood
bakkerijen mag worden verricht voor des
morgens 6 uren?
Nogmaals, wij gunnen den bakkers
knecht evengoed zijn nachtrust als ieder
ander, maar ons dunkt dat met zulke wet
telijke bepalingen te veel inbreuk wordt
gemaakt op de persoonljjke vrijheid.
Men wil tegenwoordig alles langs wet-
teljjken weg tot stand brengen. Herhaal
delijk hoort men beweren, dat iets niet
kan tot stand, komen, watineer de almach
tige Staat er zich niet mede bemoeit. Maar
wg zjjn een ander gevoelen toegedaaD. In
dep jongsten tijd is de beweging ten gunste
van de afschaffing van den nachtarbeid
der bakkers zoo populair geworden, dat
niemand er zich op degelijke gronden
legen verzet. Zou men het nu niet eerst
kunnen beproeven zonder dwangmaatre
gelen van den Staat De overtuiging is
//Neen,// hernam Manon zacht.
Er was toch eene korte, pijnljjke pauze ont
staan. De verlegenheid van beiden was te
groot. //Als het rennen u bevalt, wil ik u
gaarne al de regels ervan verklaren.//
//Oom Buchhall, ga toch hij juffrouw Bitter
in het rijtuig, daar kunt ge beter zien.// De
kleine Liza Woltersdort' klapte in de handen
van genoegen over dit voorstel.
De assessor lachte en knikte het lieve kleine
meisje vriendelijk toe. Hjj ging op de trede
van het rijtuig staan, en leunde op de kus
sens, en praatte ovei alles, over de wedden
schappen, die tusschen de ruiters waren aan
gegaan, 07er de paarden, over zijne bruid, over
bekende dames, over al het mogelijke, enkel
niet over Bruneck of over N, Terloops stipte
hij de verloving van zijn zwager aan, en vroeg
of ze wiat, dat hij met juffrouw De Heesen
was verloofd.
//Ik weet het sedert korten tijd,// hernam
re zacht. Als er eene was, die ze hem tot
echtgenoote wenschte, dan was het deze, en
toch glinsterden hare oogen in een vochligen
glans.
«Is hjj gelukkig?" vroeg zjj bjj het afscheid,
terwijl ze een oogenblik lang de hand vast
hield, die hjj haar had gereikt.
«Hjj wordt het nog met den dag meer,//
antwoordde hjj zonder haar aan te zien.
Ze had nog zoo veel te vragen doch ze
had er den moed niet toe, ze knikte hem
nog nadenkend toe, toen hjj zieh te midden
der menigte nog eens naar haar omkeerde
om haar te groeten.
zoo goed als algemeen, dat het lot der
bakkersknechts moet verbetereu. Zouden
nu niet belanghebbenden en belangstel
lenden eerst eens, voor de Staat er zich
i mede bemoeit, de handen iu een kunnen
slaan en trachten met goeden wil en
wederzydsche samenwerking te verkrijgen,
wat de heer Pyttersen door de wet
wil bereiken?
Neen, zegt de heer Pyttersen in
zijne memorie van toelichting, herhaalde
pogingen om door samenwerking van
het publiek, de patroons en de gezellen
vermindering te verkrggen van den over-
matigen arbeidsduur en afschaffing van
den nacht- en Zondagsarbeid werden niet
door een goeden uitslag bekroond.
Wg willen dit niet tegenspreken, maar
gelooven toch, dat de heer Pyttersen
den moed wat heel spoedig laat zakken.
De beweging tegen den nacht- en den
Zondagsarbeid is nog heel jong en naar
wij zeker gelooven, zal zij, indien ze
even energiek wordt volgehouden als zij
is aangevangen, wel resultaten opleveren.
Maar, Keulen en Aken zijn niet in een
dag gebouwd en het lot eener klasse in
de samenleving is niet op eenmaal te
verbeteren. De Hollanders zijn niet
spoedig te overtuigen, maar heeft de
meening zich eenmaal van hen meester
gemaakt, dat in een verkeerden toestand
verandering moet komen, dan bezitten
zjj wel zooveel wilskracht om zonder
dwangmaatregelen die verandering tot
stand te helpen brengen.
Van dit standpunt gaat waarschijnlijk
ook de Minister van Binnenl ndsche Zaken
uit die verklaarde het verbieden van
Zondags- en nachtarbeid in het bakkers
bedrijf niet met zjjn beginselen te kunnen
overeenbrengen, ook al zou hij het niet
sterk betreuren in de minderheid te
bljjven en wel eens willen zien, dat de
proef genomen werd.
Zeker, eene proefneming zou ook ons
wel aanstaan, maar eene wet, die eenmaal
is ingevoerd, dient toch eenigen tjjd ge
handhaafd te worden, en streng ook,
maar de proef met de wet-P yttersen
rneenen wjj beslist te moeten ontraden.
De eenige verdienste van het wetsont
werp achten wij dan ook de omstandig
heid, dat de beweging voor de afschaffing
van den nachtarbeid er door gaande wordt
gehouden. Al wordt de voordracht door
de Kamer verworpen, dan nog heeft zij de
verdienste gehad, dat de zaak ook bespro
ken is in onze regeercolleges, waar zeker
nog wel eenig nieuw licht zal geworpen
worden op de aanhangige quaestie.
Daardoor zal men weder een stap nader
komen tot de beëindiging van het moei-
ljjke vraagstuk, dat wjj zoo gaarne zagen
opgelost zonder dwangmaatregelen van
den Staat. Men mag toch ook niet voorbij
zien, dat, indien eene wetteljjke regeling
van den arbeidstjjd der bakkersknechts
tojt stand kwam, ook de werklieden in
andere vakken recht zouden hebben op
wetteljjke bepaling van hun arbeidstjjd en
zoo zou men komen tot een reglementee
ring van Staatswege op velerlei gebied,
die niet anders dan hoogst belemmerend
Nadat het eerste gedeelde van het wedren
nen was afgeloopen, ontstond eene linge pauze
waarin alles naar de restauratie-tent drong om
iets te gebruiken. De kinderen der Barones
klaagden over dorst en Manon zond Jacques
om limonade te halen. Hjj was zeer lang
weggebleven en toen hij eindelijk ferugkwam
was hjj zeer verhit, maar bracht niets. //Ik
i heb me bijna laten dooddrukken, om slechts
j een glas water te krjjgen, de wanorde is zoo
groot in de tent, kijk u maar, jufftouw, hoe
warm ik ben, en ik heb tcch niets kunnen
krjjgen Hjj deed de pet af, en liet zijn
verhit voorhoofd zien, waarop groote zweet
droppels stonden.
Do kinderen begonnen bjj dit troostelooze
bericht hevig tc weenen: //We willen naar
mama,// snikte Liza tamelijk stout.
«Wij willen er zelf heen gaan!// Manon
stond op den grond eD nam de kinderen bjj
zich, //Wees stil Liesje, we gaan ons water
halen,// trachtte Manon het schreiend kind te
bedaren.
Het was bjjna levensgevaarlijk zich dicht
bjj het buffet te wagen, zoo groot was het ge
drang. Manon zag dit spoedig in en nam
snel een besluit; ze wenkte Jacques, die haar
was gevolgden liet hem bij de kinderen
blij «en.
//Ze spande al hare krachten in om door de
measchenmassa heen te dringen; eindeljjk ge
lukte het haar na vele vergeefsohe pogingen,
omdat eenige heeren zoo galant waren voor
haar plaats te maken. Na eenige oogenblikken
kreeg ze een glas limonade, en aanvaardde daar-
zou werken op den algemeeuen maatschap-
peljjkeu toestand.
Moge daarom het voorstel-P yttersen
een spoorslag wezen voor een ieder, die
aan de oplossing van het bakkers-vraag
stuk kan medewerken, om dit te doen
zooveel in zjjn vermogen is.
Te Brussel heeft de politie eene bende
valsche munters ontdekt. Zjj had haar
werkplaats in een dakkamertje in de Rue
Saint Laurent waar ds valsche munters op
heeterdaad werden gesnapt en in hechtenis
genomen. Het zjjn twee beruchte anar
chisten, die sedert geruimen tgd in Spanje,
Amerika en Engeland vervolgd werden.
De een is in 1857 geboren te Buenos
Aires, de andere in 1871 te Rias.
Keizer Frans Jozef van Oostenrjjk
heeft in gezelschap van prins Rudolph
Liechtenstein met den trein uit Cap
Martin, koningin Victoria, die te Nice
vertoeft, bezocht. Kolonel Carington
bevond zich ter begroeting aan het station
en geleidde den Keizer naa' de apparte
menten der koningin, waar zich ook prinses
Henry van Battenberg, prins en
prinses Louis van Battenberg en
prinses Victoria van Sleeswjjk
H o1s t e i n bevonden. Het onderhoud
duurde twintig minuten.
Koning George ziet rol vertrouwen
in de toekomst. Tot hiertoe zegt de Ko
ning betreur ik niet wat wjj in het belang
onzer stam- en rasgenooten ter wille van
den vrede op Kreta hebben gedaan.
Niet minder dan ruim duizend Grieken
en Bulgaren uit Oost-Rumenië zjjn te
Athene aangekomen. Voor het meeren-
deel zjjn het gewezen soldaten. Zjj zjjn
met muziek voorop naar het koninkljjk
paleis gemarcheerd, waar eene groote be
tooging plaats had.
In mofcieljjke tjjden voor Turkjje die
oorlog en ellende brengen, wordt de vaan
van den profeet ontplooid.
Over deze vaan heerschen zeer ondui-
deljjke begrippen. De eigenljjke vlag van I
den profeet, de «Sandsjad-Sieriff» (edele
vlag), die zich als het kostbaarsterfstuk
in de familie der profeten bevindt, en voor
de heiligste reliquie van den Islam wordt
gehouden en daarom ook in de schatka- 1
mer van het Esti-Serail wordt bewaard
deze vlag werdt in 't geheel niet
ontrold. Zjj is te oud er voor, men is
bang haar aan te raken. Er is een an
dere vlag uit zeer ouden tjjd, maar toch
een namaak van de oorspronkeljjke vaan,
groen met gouden franje, zonder opschrift,
alleen het woord Mous aan de punt ge
graveerd, deze wordt op Ramadan
aan het volk getoond. Als er oorlogsge-
mee den terug tocht, Maar op den hoek, waar
de kinderen stonden, was het tooneel erg ver
anderd. Bij hen stond de Barones met eenige
dames, vergezeld van verscheidene heeren,
waartoe ook Bruneck behoorde; de schoene
vrouw was rood van toorn.
//Juffrouw Bitter, hoe dorst u het wagen, I
de kinderen te midden van het gewoel te
brengen, en ze alleen met Jacques Uier te la- j
ten?" riep ze verontwaardigd.
Manon stond als aan den grond genageld.
Het zoo moeilijk verkregen glas beefde in hare
handen, haar blik, waarin de angst te lezen
stond, vloog naar Bruneck, die haar aankeek j
gelijk de anderenHen lange, wezen-
looze blik Hemel en aarde draaide voor
hare oogen ze wilde spreken dacht
na over de woorden, die ze juist op de lip
pen had.
//Geef ons de limonade// smeekte de kleine
Liza en greep naar het glas.
//Geef den kinderen het water, en haast u
dan, want er komt een onweer op, we moeten
dadeljjk weg. Jacques waar is Jacques.//
De Barones scheen er erg slecht-geluimd en
rag den bediende niet, die met zijn livreipet
in de hand voor haar stond. Maak snel voort
dat alles voor het vertrek in gereedheid komt!
Juffrouw Bitter, de kinderen bljjven bjj mjj.
Zie u, als 't u belieft, naar mjjne moederdie
heb ik onder de hoede eener bekende dame
mevrouw Kolbert achtergelaten, u kan ze vin
den op de groote tribune breng u moeder
dadeljjk naar het Tjjtuig. De Barones had
Manon reeds lang den rug gekeerd, en me
vaar is, wordt zjj aan de moskee uitge
stoken. Alleen wanneer de khalief zelf
te velde trekt, wordt ze meegenomen, dat
is echter nog maar eenmaal gebeurd in
1595. De echte Sandsjad-Sjerif moet uit
de oorlogen tegen de Omajaden en de
Abassiden afkomstig zjjn en zou bjj da
verovering van Egypte aait Selim l ge
komen zjjn.
Met deze vlag wordt gewoonljjk een
andere heilige vlag verwisseld, die echter
bljjkbaar geen reliquie zjjn kan. Men
beweert nldat Mahomed uit de tulbanden
der vermoorde Koreischieten een witte
vlag had gemaakt en deze meegenomen
in het veld. Als de witte vlag uit de Moskee
steekt moet ieder Muzelman zich gereed
maken om ten oorlog te trekken, zoo
beweert althans Hammer Purgetal, een
oriëntalist van den eersten rang. Daar
bjj den laatsten oorlog in 1876 in 't ge
heel geen vaan werd ontplooid, weet men
niet, of thans, in geval van oorlog, een
vlag zal worden uitgestoken, en men weet
zelfs niet, of ze dan zwart, groen ef wit
zal zjjn.
Keizer Wilhelm II moet woedend
zjjn over den tegenstand dien hg onder
vinden moet over zjjn plan der Marine
uitbreiding. Zjjn vertrouweling Freiherr
Von Stumm, liet dat bljjken in den
Rjjksdag, waar ieder die 't hooren wilde,
vernam, dat, als de posten werden ge
schrapt men een spektakel zou beleven,
zooals men nog nooit gezien had. Alle
ministers zonden de verwerping van het
marineplan met hun portefeuille betalen.
Wilde de Rjjksdag het tegenwoordige
ministerie behouden, dan moest hjj het
plan goedkeuren, anders konden de mi
nisters «met hun allen naar den duivel
loopen.»
Deze laatste woorden zouden eene toe
speling zjjn op den bekenden wensch
van het Centrum en de linkerzjjde: om
Hohenlohe, Marschall en B t-
t i c b e r, mannen die handig zjjn in de
politiek van het schipperen, aan het
bewind te houden.
Men verwacht dus, dat als de Rjjksdag
een of twee kruisers die den Keizer wil
hebben, durft weigeren, Z. M. zal ingrjjpen
in het staatkundig raderwerk over de
hoofden der verantwoordeljjke raadgevers
heen.
Het is bepaald opvallend zooals in de
hooge kringen der Engelschen te Londen
gehakt wordt op het doen en laten der
Boeren in de Transvaal. Gisteren vertelde
de Engelsche minister Chamberlain
in het Lagerhuis te weten dat er invoer
van oorlogsmateriaal in Transvaal plaats
had, maar hg wist niet dat een dergeljjke
invoer in de Zuidafrikaansche koloniën of
staten schending was van plaatseljjke
rechten of van het volkenrecht.
Zulk een taal van den Engelschen Mi
nister verraadt kwade trouw en geen goede
gezindheid ten opzichte de Regeering der
Transvaal. Van Cecil Rhodes en Dr.
half afgewend hoofd tegen haar gesproken.
//Ik zie daar een ledig tafeltje, zullen we
eene verversching gebruiken Ik heb verschrik-
kelijkeu dorst// zeide eene der dames en wees
op eene ledige plaats in de tent, waar juist
eene familie vertrok.
//Ik ben bang voor 't onweer, u is veel
gauwer in de stad, dan wjj op het kasteel.
Ik hoorde het reeds den tweeden keer donderen
en nu veel sterker," zeide de barones Wolters-
dorf.
//Maar ik verga van dorst,// lachte de dame
Manon hoorde niet verder, ze liep dwars
over de renbaan, om langs den kortsten weg
de tribune te bereiken, waar mevrouw Burk-
hart zou zjjn. Onuitsprekelijke bitterheid en
moedsloosneid vervulden haar hart. Kramp
achtig snikken belette haar adem te halen, en
hare schreden werden onzeker. Ze vond me
vrouw Burkhart niet, hoe ze ook rondkeek en
navraag deed. Mevrouw Eolbsrt was met haar
echtgenoot bijna alleen op de tribune; zjj was
bjjna radeloos en niet weinig ontsteld; juist
toen ze haren eohtgenoot begroette, die aan
het wedrennen had deelgenomen, was mevrouw
Burkhart verdwenen. «/Ze is weggegaan zonder
taal noch teeken te geven," jammerde de
dame. //Ik heb in de buurt overal rondgeke
ken, maar kan ze niet vinden; toen de Barones
naar de restauratie ging, wilde ze met geweld
hier blijven en nu is ze weg, ik weet geen
raad!//
Wordt vervolgd.)