NIEUWE ïïagBlaó voor i3fiooró*en ëCuid-vCollanó. Brussolsche Brieven. No. 2637 Dinsdag 23 Maart 1897 22ste Jaargang BUITENLAND. Een bereikt doel. Oostenrijk-Hongarije. H MULLUS! li NIH RUT. ABOBTNEMEBT T8PBJ ja Pei 8 maanden voor Haarlemt 1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40 Voor het buitenland 2,80 AJxonderlgke nummers0,03 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. B U B B A O: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA HOE AGITATE. PBIJS DEB ADVHBTBHTIHH. Van 1—6 regels50 Ceats Elke regel meer 7% Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant. Red aeteur-Uitgev er, W. KfiPPIRS. Van onzen Brussslschen Correspondent). XII. Ik heb in een mijner vorige brieven be loofd dat ik op den Brusselschen Carnaval zou terugkomen en, ofschoon wat laat, zal ik het nu doen, gedachtig aan het «belofte maakt schuld.» Veel valt er dit jaar niet van te zeggen, want het wear liep nist al te zeer mede. De eigenlijke vasten-avond Zondag is hier de minst drukke dag en toen was het juist fraai weer, maar Maandag en Dinsdag roerde Maart terdeeg zijn staart en de daaropvolgende Zondag was het nogal erger en die dag is juist de drukst» van allen. De Vasten is dan al reeds begonnen, maar daar storen de Brusselaars zich niet veel aan, evenmin als zij het den Zondag van half-vasten doen, wanneer zjj opnieuw pret make* en carnaval houden. Tengevolge van het slecht# weder, een waar stormweder, beteekende de zooge naamde «tour» niet veel. Anders is zoo'n «tour» wel eens zeer aardig en vaak de «clou» van den dag. Wat is dan zoo'n «tour Ochniet anders dan een lange reeks rijtuigen gevuld met gemaskerden en ongemaskerden die met de voetgangers en de lieden in de vensters en op de balkons een verwoede confetti- en serpentjjn-oor- log voeren. De «tour» beteekende dan, zooals ik gezegd heb, heel weinig maar aan voet gangers, aan wandelaars en flaneurs geen gebrek en in de groote verkeersaderen, Boulevard du Nord, Boulevard Anspach, Grasmarkt, Kiekenmarkt en vooral in de Galerie was er een vreeselijk gedrang en was de confetti-krijg in vollen gang. Ik twijfel er aan of uwe lezers wel eens weten wat confetti en serpentim zijn en daarom is eene kleine verklaring niet overbodig. Confetti beteekent zooveel als suiker erwten en aan deze zoetigheid hebben zij dan ook hun ontstaan te danken. In Rome was het eertijds gewoonte om tusschen wandelaars in de straten en toeschouwers op balkons en aan de vensters, om elkan der met de vastenavondpret met suiker erwtjes te werpenmen gebruikte daartoe kleine blikken werphoorntjes en beschutte zich anderzijds het gelaat met een masker van ijzergaas of een soort waaier of cran van ijzergaas. Zoo'n confetti-schermutse- FB U1LLET O N, 71. Vervolg.) Manon snelde zoo spoedig ze kon de trappen af, door de menigte heen. //Het wedrennen is uitgesteld, het tweede gedeelte van het pro gramma gaat niet door,// hoorde Manon roe pen en zeggen. Zij vorschte overal rond, vroeg eiken agent, maar niemand had de oude dame in zwarte zijde gezien. Hiermede was veel tijd verloren gegaan en toch was alle moeite te vergeefsch. Het hart der arme Manon klopte vol angst. Wat zou de Barones zeggen? Dikke zweetdroppels stonden op haar voorhoofd, zij moest om adem te halen even tegen een boom leunen haar hoofd zonk er tegen en ze sloot half bewusteloos de oogen. Bliksemschichten flikkerden boven haar, en alles vluchtte haastig. Daar vloog een vreese- ljjke straal door de lucht en de donder deed de aarde dreunen. Daar ginds sloeg een staldeur dicht, een rijknecht had juist een kostbaar paard in veiligheid gebracht. De met mecschen volgepropte tent liet juist hare wasdoeken wanden neder, om allen tegen den regen te beschermen in de verte stierven de laatste menscheljjke stemmen weg. Weer ging een hevige knal koor de lucht, gevolgd door een geluid al s van een knetterend geweervuur. Gillende angstkreten weerklonken eD in eene wilde vlucht stormden de menschen uit de ling in het Corso was een allergrappigst en levendig tooneel, maar al spoedig wer den de echte suikererwten vervangen door eene nabootsing in kalk of gips en nu begon de pret minder aangenaam te wor den, want kalk en gips laten op de kleeren soms onaangename sporen achter en het stof werd niet zeldea gevaarlijk voor de oogen. In plaats van die kalk- of gips- erwten heeft men nu kleine ronde schijfjes gekleurd carton genomen en dit nieuwe werptuig heeft zooveel by val gevonden, dat het overal, waar carnaval gevierd wordt, een onmisbaar iets is geworden. Serpentjjn zjjn opgerolde reepen dun, maar taai zijdepapier, dat ook in allerlei kleuren voorkomt, zij zijn volkomen geljjk aan de opgerolde stukken smal lint of band. Het groote pleizier bestaat hierin om elkander van balkon tot balkon, van venster tot venster, of wel van de straat naar omhoog zoo'n serpentijn toe te gooien, die dan allengs over de gansche breedte van de straat een net van gekleurde en wappe rende banderollen vormen. De serpentijns zijn evenwel minder gewild dan de con fetti, van deze laatste worden ongelooflijke hoeveelheden weggesmeten. Zoo zag ik Zaterdag, voor den grooten carnavaldag, op den stoep van een papierwinkel niet minder dan 50 balen, ik zeg balen, van die gekleurde schijfjes karton liggen en men kan zeker zijn, dat de man er niet veel van overgehouden zal hebben. Een groot aantal winkeliers stallen dan ook met niets anders uit, dan met stapels of gewogen pakken van die confetti en de straten zijn er letterlijk onder bedolven. In de galerie lagen ze zoo hoog dat de voet er als in een mollig tapijt in weg zakte. Het vorige jaar liep ik, 's morgens na dien earnaval-Zondag, langs den munt schouwburg, een der brandpunten van dezen confetti-oorlog. De reinigingsdienst van de stad had juist het plein aangeveegd en de confettis op groote hoopen bijeengekeerd. Er waren verscheidene groote karrevrach- ten noodig om alles weg te voeren. Re- k<nt men nu dat die confetti geregeld aan een frank het kilogram worden verkocht dan kan men nagaan hoeveel duizenden er ook een enkelen middag aan deze din gen worden weggesmeten. Waarlijk, dat geld had beter besteed kunnen worden, vooral in eene stad al» Brussel, waar naast de grootste weelde vaak de nijpendste ar- tent, midden in het woedende onweer en den stroomenden regen. Ook Manon beproefde te vluchten, maar ze had er geene kracht toe, ze kon den boom niet verlaten. In donkere, onzekere trekken ontwaarde ze, als door een sluier, eene mannengestalte, die voor haar verscheen, en een grooten bescher menden mantel om haar schouders sloeg. Ze wilde schreeuwen en toch zweeg ze het onweer woedde te hevig. De wind zweepte den regen in haar gelaat en de smart deed haar weer tot- bezinning komen, nu zag ze ook ha ren redder duidelijker: Raimund Bruneck ze zwegen beiden, slechts Manons tranen meng den zich met den nedervallenden regea, die op haren schedel stroomde zijne hand sloeg den beschermenden kraag van den man tel dieper over hare lokken, opdat ze geheel bedekt was. //Daar ginds is de bliksem ingesla gen, de tent brandt,// zeide hij met bevende stem. En nu zag zij ook de vuurkolom, hoorde gillende menschen, die, alsof de furiën ze vervolgden, wegvluchtten; ze hoorde klagen, roepen en weenen, en hiermede kwam ze weer tot bewustzijn. //Mevrouw Burkhart// riep <?e uit, slingerde den mantel weg, en snelde heen. Doch ze kwam niet ver. de offervaardige Ma non, Brunecks hand hield haar terug //Blijf bedaard, ik smeek er u om en nader niet den chaos daar ginder; de verwarring is toch al groot genoeg, er behoeft geene grootere te ont staan. Kom weg van hier, mevrouw Burkhart is al lang op Woltersdorf, ze zat al lang in het rij tuig, toen de Barones met de kindereu aankwam.// moede heerscht. En vraagt men, wat er eigenlijk voor vermaak in zit om elkander van die papiertjes in 't gelaat te smijten, dan zou menigeen verlegen zijn met bet antwoord. En toch wordt er soms met een waren hartstocht, met een wezenlijke woede gevochten en gesmeten en hoe langer de weerstand duurt des te verbitterder worden de strijders, een psychologisch verschijnsel dat zich bij elke worsteling voordoet, en in die opgewondenheid, die furie ligt dan ook het geheele geheim van die dwaze verspilling en die onverantwoordelijke geld- vermorserij De carnaval des vitnnes heeft weinig bij zonders opgeleverd, ook hierop oefende het ongunstige weer zijn invloed uit. Nog een weinig napret met halfvasten en dan is het voor dit jaar uit summa summarum: veel drukte maar weinig bijzonders. Veel napraten over den Carnaval is er dit jaar niet geweest, want de belangstelling van het publiek en de kolommen der dag bladen werden reeds onmiddellijk daarna in beslag genomen door de zaak-C o u r t a i s. Zooals uwe lezers wel zullen weten, werd ten vorige jare in de maand April in de gewijde Boom-straat te Elsene, een der voor steden van Brussel zekere Mevrouw H e r ry vermoord gevonden. Al spoedig bleek het, door het verdwijnen van een brandkast, dat diefstal aanleiding tot den moord had gegevende opengebroken geldkas werd eenige dagen later in een braakliggend veld gevonden. Een paar dagen na den moord kwam op een Zondagmorgen een artillerie-officier bij een wisselagent eenige effecten inwisselen, die effecten bleken toe behoord te hebben aan de vermoorde dame. Het signalement dat de wisselagent van den zoogezegden artillerie-officier gaf, stemde volkomen overeen met dat vanzekerenCo ur- t a i s, een gewezen onder-commissaris van politie, die wegens minder prijzenswaardige handelingen zijn pensioen had moeten nemen. De zaak baarde groot opzien, maar het met veel bekwaamheid gevoerde onderzoek stelde de plichtigheid van Courtais zoo buiten twjjfel, dat hij werd aangehouden. Na deze eerste aanhouding volgden er nog talrijke, zoo zelfs, dat op een gegeven oogenblik een twaalftal personen zich in hechtenis bevonden, onder vermoeden van plichtigheid of medeplichtigheid aan de //Ze zijn weg en ik?" onbeschrijfelijk klagend was hare stem. Hij wendde zich naar een anderen kant. //Ik had me aangeboden om voor u te zorgen mijn rijtuig staat daar ginder bij die een zame herberg. De koetsier had paard en rjj- tuig in de loods gebracht Misschien vinden we nog een plekje, waar we kunnen wachten totdat het onweer is afgedreven.// Hij hulde haar weer in den mantel en sloeg met haar in dat vreeselijke weer den weg naar de herberg in. Hij had zich over het arme meisje ontfermd dat alleen en verlaten ronddwaalde, om zijne meesteres te vinden zijn karakter was te edel, om in het oogenblik van gevaar klein geestig te zijn, O, ze kende hem zoo goed! En als hij nu gezegd had//Kom, we zullen dadelijk samen tot aan het uiterste einde der wereld gaan," vol vreugde ware zjj meegegaan maar hij zeide het niet, zijn hart sliep, het sloeg niet meer voor haar. Zij zweeg in het bewustzjjn harer zware SGhuld tegenover hem. Daar op nauweljjks twee schreden van haar verwjjderd ging de man, dien ze met smart beminde. Hoe dikwijls had ze zich in slapelooze nachten verbeeld, dat het toeval hem nog eens op haren weg zou voeren, en hoe had ze alles bij elkander gedacht, wat ze dan zeggen zou! En nu zeideze volstrekt niets, haar kwam geen enkel van die schoone woor den te binnen, die zij wilde gebruiken om zjjn hart te vermurven. En toch was ze niet bewusteloos, integen deel, ze lette er goed op, waar de weg onder misdaad in de Gewijde Boomstraat. Na eenige weken werden achtereenvolgens de meeste verdachten wederom in vrijheid gesteld en bleven nog alleen drie beschul digden Courtais, RestiauxenDe Vos over. Dit edel drietal verscheen nu de vorige week voor het eedgerecht van Brabant. Het ligt niet in mjjne bedoeling, om al de bijzonderheden van dit proces te behandelen; veel merkwaardigs zal het wel niet opleveren en sensatie-onthullin gen zjjn niet te verwachtenhet getuigen verhoor brengt niets aan den dag, wat men niet reeds sinds lang kende, zoodat deze rechtszaak zeker geen plaats onder de causes cillbres zal vinden. Evenwel leert zij toch iets. Zjj vergunt ons een blik te slaan in sommige toestanden, die in België geen zeldzaamheden zjjn al is het dan ook niet altijd in het politie-korps dat men ze aantreft. Wjj zien hier in Courtais een adjunct commissaris van politien, die zjjn ambt mis bruikt om dief en diefjesmaat te zjjn, die omgang heeft met personen en plaatsen bezoekt, die verre van aanbevelenswaar dig zjjn, die bekend stond als een die «'m «raag lustte,» kortom een adjunct-com missaris van het slechtste allooi en die alleen toen gedwongen werd ontslag te nemen met toekenning van pensioen toen hjj zich in zjjne functie en in ambte- ljjke stukken aan vervalschingen had schul dig gemaakt. Hiermede wil nu niet gezegd zjjn, dat alle ambtenaren Courtais' zyn maar dat een vent als Courtais, wiens levenswijze en handelingen als onder-com missaris volstrekt geen geheim voor zjjne overheid was, zoolang in dienst werd ge houden, wijst er op dat er something rotten m the State is. De heer S trobach, burgemeester van Weenen, heeft zjjn ontslag gevraagd, om zjjn ambt over te dragen aan Dr. L u e- g e r, thans vice-burgemeester en leider der anti-semitische beweging Dr. Lueger werd, geljjk men weet, herhaaldeljjk tot Burgemeester gekozen. Maar de Keizer weigerde die benoeming te bekraehtigen. Thans zou echter naar water stond, en waar een steen lag, dien ze moest ontwjjken. Ze zag elke zijner schreden hoe hjj regelmatig en op betamelijken afstand naast haar ging, ze voelde zijne hand aan den kraag van den mantel, dien hjj over haar hoofd had geslagen en daar vast hield, om den regen van haar te verwjjderen Het was de laatste gunst, die het lot haar bewees; Manon wist, dat ze niets meer te hopen had. De herberg was eindeljjk in de nabjjheid; de hevigheid van het onweer was wel is waar ver minderd, maar toch nog altjjd erg genoeg, om voor Manon een onderkomen noodzakelijk te maken. Na veel heen er weer praten met den herbergier, in wiens woning de vluohtende feestelingen een onderkomen zochten en hier opeengehoopt het einde der bui afwachtten, ge lukte het Bruneck in het kamertje van den knecht een onderkomeu voor Manon te krjjgen. Hjj nam haar den druipenden mantel van de schouders, en hing hem over een stoel. //En u?« vroeg Manon, toen ze bemerkte, dat hjj zich wilde verwijderen. //Op zulk een oogenblik mag men de be» leefdheid een weinig ter zjjde schuivea Bljjf hier, Bruneck, ik weet zeer goed, dat het onze laatste ontmoeting zal wezen ik zal sterk wezen I// 'Woedt nrvolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 1