NIEUWE
kDagêlaó voor <3Zooró*en oLuió-óCollaiiö.
No» 2640
Zaterdag 27 Maart 1897
22ste Jaargang
Rotterdamsche Brieven,
BÜITElYLAN i)7~
Pet 8 maanden voor Haarlem. 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr p. p. 1,40
Voor het buitenland 2,80
Afzonderlijke nummers0,03
Dit blad verschjjnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
B IJ B E A U: St. Janstraat Haarlem.
Van 16 regels50 Gents
Elke regel meer7%
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Gents per advertentie k Contant.
Redaoteu r-U itgever, W. KüPPlRS.
VI.
Eene expositie van geheel bijzonderen
aard kregen we hier dezer dagen te ge
nieten, namelijk die van het schavot.
Nu zou men allicht gaan denken, dat het
in de bedoeling der autoriteiten lag hier
mede den misdadigers een heilzame schrik
in te boezemen, doch dit was het geval
niet. Men had, bij het ontruimen van
bergplaatsen in het Timmerhuis, toevallig
de her- en derwaarts verspreide stukken
van het schavot gevonden en met veel
moeite onze stads-timmerlui, die
zoo'n werkje nog nimmer onderhanden
hadden, konden er niet al te best mee
terecht de stellage in elkaar gezet.
Dadeljjk waren vaklui en amateurs bezig
het «griezelige ding» te fotografeeren
éen dier fotografieën benevens de voor
naamste brokstukken zal men nu in 't
archief opbergen. Volgens den stads
werkman, die er de wacht bij hield, zag
't er «nog goed uit» en «heel soliede»dit
oordeel uit den mond eens deskundige
schonk sommigen den moed de verroeste
brandmerkstangen met vuurbak en de
dubbele gekruiste zwaarden, die bovenop
lagen, eens van nabij te gaan beschouwen,
zoodat er thans in onze goede stad menschen
rondloopen, die er zich op kunnen beroe
men^) het schavot beklommen te hebben.
Om van deze eenigszins ongezellige expo
sitie naar de voor een gewoon mensch ook
al niet heel aantrekkelijke tentoonstelling
van honden te komen, behoeft men slechts
een korten afstand af te leggen. Is de
indruk, welke men van de eerste ontvangt,
die van een vreeselijk, onuitgesproken
dreigement, van de tweede, de «eerste
groote internationale hondententoonstelling
der Kynologen-vereeniging Nederland,»
zooals ze officieel heet, wordt iedere niet-
hondenliefhebber, zoodra hij een voet in
de expositiezaal gezet heeft, aanstonds
weder verjaagd door 't luidruchtig en
oorverdoovend rumoer der groote menigte
honden en hondjes, die, ieder op eigen
manier 't zij door middel van hartver
scheurende jammerklachten hun over-
kropt, naar vrjjheid smachtend hondenge
moed luchtgeven, 't zij door een schrik
aanjagend gehuil of kwaadaardig blaffen
en brommen hun ontevredenheid en recht-
FBÜ1LLETON
74.
Een bereikt doel.
Vervolg.)
Zonder een woord te spreken ging de oude
dame naar de brandkast, haalde een sleutel te
voorschjjn, en opende de zware ijzeren deur.
Ze boog en haalde er eene portefeuille uit, die
met bankbiljetten gevuld was. Elk biljet liet
ze hem afzonderlijk zien en hij telde de som
binnensmonds.
//l)e som komt uit. Nu dan, Helena was
zeer ziek, en verlangde slechts ta sterven, ik
wilde met haar naar eene badplaats aan de
Oostzee, onderweg verergerde haar toestand
zoo snel, zoodat ik met haar in een klein vis-
schersdorp moest blijven waar ze denzelfden
dag nog overleed
//Ik vreesde met de overheid in aanraking
te komen, want ik kon mjjne papieren niet
toonen en er waren nog andere oorzaken,
die mij van eene begrafenis deden afzien.
Daarom wachtte ik tot 's avonds; het weer was
zeer stormachtig, ik droeg het lijk naar het
strand, bond het de armen op den rug, om
zoo aan een gewelddadigen dood te doen den
ken en wierp bet in zee. Ik zelf vertrok des
anderendaags ongemoeid met eene ledige kist,
waarin zich, zoo verklaarde ik, het lijk mijner
overleden echtgenoote bevond, dat ik in haar
vaderland moest terugbrengen; de visschers
waren er getuigen van, dat dezen eeu natuur-
matige verontwaardiging uiten over den
toestand, waarin ze zich thans bevinden.
Dat alles moge nu voor een echten
hondenliefhebber oog- en oorstreelend zijn
om de reukorganen nu maar buiten
rekening te laten een leek, wiens qua-
liteit hondenliefde toch al niet bijzonder
groot is, doet beter zoo gauw mogelijk te
maken dat hij weer op straat komt. Doch
als men, er nu toch eenmaal zijnde, erin
slaagt, alle overwinning op zichzelf te be
halen en even rondkijkt, heel voorzichtig
voortgaand tusschen de hokken door, dan
komt men exemplaren tegen, bepaald om
van te rillen, b. v. de Duitsche doggen met
hun «kom-'ns-öp-als-je-durft» uiterlijk en
de bulldoggen met hun nijdig-opgetrok-
ken, doorkerfden snoet! Bij sommigen staat
dan ook een bordje «kwaadaardig». Enkele
«snoesige» beestjes zijn erbijde Malthezer-
hondjes; ze liggen koket op prachtige zij
den kussens en hebben allerbekoorlijkste
strikjes aan den hals; 't zjjn angstvallig-
vertroetelde dames-lievelingetjes met iets
«raak-me-alsjeblieft-niet-aan-achtigs» over
zich. Nu, daar zou men tegenwoordig wel
op passen, ook al heeft men in plaats van
zoo'n «bijoutje» een heel gewone
straathond voor; dat ondervond dezer da
gen een heer, die in een der drukste stra
ten bij ongeluk zoo'n exemplaar op den
poot trapte. De man kon 't werkelijk niet
helpen; maar daar schiet plotseling een
der Rotterdamsche leden der Vereeniging
tot bescherming van dieren op hem af en
dondert hem toe: «Dierenbeul, kon je dien
hond niet zien, die voor je voeten liep?»
De «boosdoener,» door die allerwellevendste
toespraak volstrekt niet van zjjn stuk ge
bracht, vroeg dood-kalm«Moeten we dan
tegenwoordig voor een beest op zjj gaan?»
«Ja?» luidde het kort-maar-krachtige,
uiterst beleefde bescheid.
Toen nam de aldus terechtgewezene
den hoed af', maakte eene reverentie-volle
zijwaartsche beweging en liet den honden
vriend passeerenDeze lof kan den
Rotterdamschen dierenbeschermers niet ont
houden worden, dat ze door een even
krachtig als tactvol optreden van hun ijver
voor de goede zaak weten blijk te geven
En nu wil ik ten slotte nog even spre
ken over iets heel ernstigs, over «roeping»
of liever, ik wilde navertellen wat de heer
W. F. P. Enklaar leeraar in de klassieke
talen te Deventer daarvan gezegd heeft
lijken dood gestorven was, aldus ontdeed ik
mij van haar, zonder met de overheden in
aanraking te zjjn geweest.//
Seefeld was ongemerkt naderbij gekomen en
wilde zich met een sprong meester maken
van de bankbiljetten, doch de oude vrouw
voorkwam hem; bliksemsnel wierp ze de por
tefeuille in de brandkast, sloeg de deur dicht
en trok den sleutel af.
//Uw verhaal is nog niet geëindigd, Seefeld,
het slot ervan ontbreekt.//
//Duivel// knarste Seefeld, zjjne oogen flik
kerden wild, eB 't was een booze, onheilspel
lende blik, dien hij op de oude dame wierp.
//Ga voort, waar is het ljjk van Helena aan-
gespoel 1
//Het is nog dienzelfden nacht gevonden en
naar Z. gebracht, alwaar de lijkschouwing plaats
had. Dat is alles, ik weet enkel nog, dat ze
daar begraven is."
//Booswicht meer verlangde ik niet, dan
van uwe lippen de bekentenis uwer nietswaar
digheid en laagheid te hooren hier is uw loon.//
//De kast ging open en de brieventasch met
bankbiljetten viel voor Seefelds voeten neer.
Nu was de zelfbeheersching van den schurk
verdwenen als een tijger wierp hij zich op
de oude vrouw, kneep zjjne handen om haren
hals en wierp haar ter aarde.
Manon slaakte een kreet en stortte het ver
trek binnen. //Hulp! hulp!//schreeuwde ze.
Seefeld keek verwilderd rondtoen hij
zich echter door een sprong naar de deur ver
zekerd had, dat er buiten niemand was, die
op hem loerde, greep hjj met een ruwen
in de laatste Protestantenbond-vergadering.
De vrouwen hebben allen, volgens spreker
eene roeping te vervullen. Zij moeten bo
venal luisteren, meer dan naar menschen-
woorden, naar de stem van het geweten
en in overeenstemming met die inspraken
handelen. Daar viel nu niets tegen te zeg
gen, dunkt me, maar tegen het volgende
zooveel te meerde heer E. ging nu aan 't
voorbeelden noemen, voorbeelden van nauw
gezette plichtsbetrachting, van gehoor
zaamheid en onderwerping aan Gods wil
en toen kreeg men wat te hooren; een
allerzonderlingst namenlijstje: Jesaja, Pro
metheus, Antizane, Socrates, de apostel
Paulu» met wien dergelijke lui bij voor
keur schijnen te sollen Maarten Luther
exemple van deemoedige onderwerping,
allernederigste gehoorzaamheid en gewe
tensvolle nauwgezetheid John Knox;
verder Jeanne d'A r c in gezelschap
van ....Mahomed voor wien we eerbied
moeten hebben en Gambetta. Aan
Luther en Knox ontbrak echter eene
eigenschap éene slechts? die niet mag
ontbrekenbeminnelijkheid, humaniteit.
Dit klonk ons, wat Luther betreft, wel
wat vreemdwe hielden hem, na al wat we
van hem gehoord hebben, nogal voor zoo'n
beminnelijk mensch! Enfin men kan zich
vergissenMaar waar 't vooral op aankomt,
is volgens de heer E. dit: men moet mensch
zijn, echt raenscheljjk, humaandat is de
zaak! Spreker noemde immers ook Ma
homed! Zóo zullen we de quaesties van
den dag helpen oplossen, zeker met de
genoemde illustre voorbeelden voor oogen;
zóo paren we kracht aan liejelijkheid. Eene
«heilige» roeping hebben ze, meent de heer
Enklaar!
De laatste Protestantenbond-lezing sluit
zich alzoo waardig bij de voorafgegane aan
en nu er toch sprake van sluiten is, zal
ik het mijn brief en passant ook maar
doen.
Oostenrijk-Hongarije.
Door de schitterende overwinning bjj
de stembus van de anti-semieten is de
groepeering der gekozenen in den Rjjks-
dag nu als volgt: 68 Polen, 63 Tsjechen,
19 Italianen, 16 Slovenen, 13 Serbo-
Kroaten, 11 Roethenen, 6 Roemenen, 46
spotlach hare armen, wierp haar ter aarde
naast de bewustelooze nadat hjj baar de han
den met het afgerukte schellekoord op den rug
had gebonden, raapte het geld op, en verdween
terwijl hij binnensmonds zeide: //Het schjjnt,
dat het meisje geroepen is, om mjj te tergen."
Toen Manon weer tot bewustzjjn kwam, was
het haar, alsof ze op de folterbank lag uitge
strekt. Het hoofd veroorzaakte haar ondrage
lijke pijn en al hare ledematen waren totgeene
beweging in staat. Een verschrikkelijke walm
benauwde hare borst, en voor hare oogen dans
ten tallooze lichtjes. Met geweld schudde ze
de haar bevangende onmacht af en opende de
zware oogleden daar zag ze het vertrek vol
dichten zwarten rook en aan de deur lekten
reeds de vlammen. //Barmhartige hemel//,
kreunde ze, en trachtte zich op te riehten,
maar dit was onmogeljjk. //Mevrouw BurkhartI//
riep ze, „het paviljoen staat in brand, ziet u
de vlammen niet mevrouw Buikhart!// Een
zacht gekerm was het eenige antwoord.
Manon wilde nog eens roepen, zich oprich
ten, doch de poging mislukte. Bedwelmd
zonk ze op den vloer neer en bleef roerLos
liggen.
De vlammen knetterden lustig in het oude
vermolmde hout en sloegen reeds hoog ten
hemel, toen er eindeljjk leven kwam beneden
in het paviljoen en het park.
Hulp en angstgeschreeuw klonk verward door
elkander Bjjlslagen weergalmden, tegen
de gesloten huisdeur beukte men met hevig
heid, eindelijk gaf zij toe, en een dikke zwarte
rook drong naar buiten, de trap brandde reeds
Duitsch-liberalen, 46 nationaal-liberalen,
4 aanhangers van Schönerer, 41 Duitsch-
conservatieve katholieken, 28 christeljjk-
socialisten, 28 liberale landeigenaars, 21
conservatieve landeigenaars en 16 socia
listen.
Duitschland.
Nog zijn de Berlijners nietbekomen van
de feestvreugde ter eere van keizer Wil
helm I, wiens kleinzoon de tegenwoordi
ge Duitsche Keizer aan niemand anders
dacht dan aan zijn Grootvader, of daar
komt, en zeer terecht, de Voss, Zeitung in
herinnering brengen, dat er nog andere
mannen zijn,die groote dingen hebben gedaan
voor het Duitsche Rjjk.
Naast, wellicht boven keizer Wilhelm
I, noemt het blad keizer F r i e d ri c h en
YonBismarck. Om hen beiden schaarden
zich, VonMoltke, RoonenSteinmetz
en zoovele andere,wier namen thans zjjn
veigeten of verzwegen. Zjj behoorden bjj
het feest waar de grondlegging desDuit-
schen Rijks werd herdacht te worden ge
noemd, als het meest te hebben gewerkt
voor de wedergeboorte van het Duitsche
Rjjk.
Frankrijk.
Niet minder dan twaalf parlementsleden
zjjn betrokken in den Panama-zwendel,
waarin de zelfmoordenaar Baron d e R e i-
nach, CorneliusHerzende verrader
A r t o n met millioenen hebben gespeeld.
Het zijn twee Senatoren en tien afgevaar
digden van de Fransche Kamer die door
den jood A r t o n zijn verraden. Zaterdag
zal machtiging worden gevraagd om hen
te vervolgen.
Transvaal.
Het is niet te verwonderen, dat de En-
gelschen begeerige blikken slaan naar de
goudvelden in de Zuid-Afrikaansche Repu
bliek. De waarde van het goud, dat
verleden jaar in Transvaal is gedolven
bedraagt 8,603,821 p. st. Gedurende de
laatste twaalf jaren bedraagt de waarde
van het gedolven goud meer dan 42,000,000
pd. st.
Dr. L e y d s zal in de aanstaande week
naar Ei ropa vertrekken, als vast opvolger
van wjjlen jhr. BeelaertsvanBlok-
1 a n d, te 's-Gravenhage.
en maakte bet binnendringen totaal onmogeljjk.
Het gebeele paviljoen was in vlammen ge
buid en de vurige scbjjn was ver ziebtbaar. Het
was dien schurk van een Seefeld uitmuntend
gelukt; als hjj op zjjn vlucht omkeek, kon hjj
op mjjlenverren afstand de brandfakkel zien. De
boomen van het park schenen in vollen gloed
te staan en het gebladerte der diehtstbjjstaande
werd geschroeid door de felle hittehet sissen
de geluid der vlammen, ging den van tafel op
gesprongen gasten door merg en been.
//Zijn juffrouw Hitter en mevrouw Burkhart
hier?// vroeg Jacques, die nu eerst met sjjn lange
beenen kwam aangeslenterd.
Niemand der aanwezigen had aan die twee
gedacht. Aan tafel had men wel de oude dame
gemist, maar op haar verdwjjnen had men niet
bijzonder gelet, daar hare ziekte ze verontschul
digde. Groote ontsteltenis beving allen. Een
haastig heen en weer loopen onder roepen en
vragen volgden, en nu vermeerderde de al-
gemeene verwarring.
Barones Woltersdorf dwaalde klagend rond.
//Mijne moeder mjjne arme moeder,"
riep ze schreiend.
De verwarring had haar toppunt bereikt, om
dat men op al het geroep en geschreeuw uit het
paviljoen geen antwoord ontving.
Nadat men alle hoeken van het kasteel had
doorzocht, kwam men tot de overtuiging, dat
de beide dames in het paviljoen waren, dat op
onbegrijpelijke wjjze in brand geraakt was.
'Wotdivtrmlgd.)
iiRIlllSdlfE H01IR4IT
ABONNEMENT8PB] JU
FBIJS SBB ADVEBTBNTIBN,
AGHTB MA NOW AGITATE.