NIEUWE
cTüooró
Brusselsclie Brieven.
No. 2643
Woensdag 31 Maart 1897
22ste Jaargang
BUITENLAND.
Het verlaten kind,
Frankrijk.
Griekenland.
UURLEHSdltlfllKUT
ABONNEMENTSPBJ J>3
Pei 8 maanden voor Haarlem.
Voor de overige plaatsen in Nederland fir p. p.
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummert
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
B IX B S A TT: St. Janstraat Haarlem.
1,10
1,40
2,80
0,08
PBIJS DEB ADVEBTENTIEN.
50 Cents
Van 1—6 regels
Elke regel meer *■.*.«•,..1 7^ s
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
AOITB MA NON AGITATE.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant.
R e d a c t e u r-Uit g e v er, W. KÜPPER8.
Van onsen Brusselschen Correspondent).
XIII.
't Begint zoo langzamerhand op de ope
ning der tentoonstelling aan te loopen,
althans op de feestelijke opening, of alles
ook open zal zijn? De vraag is voor
eene tweeledige uitlegging vatbaar. Veel
zal nog open, dat wil zeggen onafgewerkt
zjj.i; veel zal nog ongeopend en inge
pakt zijn. Dat is zoowat het lot van alle
tentoonstellingen en men zou haast gaan
gelooven dat het er zoo bij behoort, waDt
hoeveel uorld- fairs er ook reeds gehouden
zijn, altijd hoorde men hetzelfde deuntje:
de boel is nog niet half klaargewoonljjk
is de boel eerst voor goed klaar, tegen
het tijdstip dat men de kraam weer gaat
sluiten. In Brussel zal het wel niet anders
zijn, althans te oordeelen naar den staat
waarin de werkzaamheden voor het oogen-
blik verkeeren. Natuurlijk verzekert het
comité dat alles in de puntjes zal zjjn en
dat de feestelijke opening bepaald op den
24 April zal plaats hebben en wjj hebben
geen reden, wat dit laatste punt betreft,
om de verzekeringen van het comité in
twjjfel te trekken, maar of alles in orde,
elk ding op zijn plaats, alle kisten uitge
pakt zullen zijn, that is the question en
hieraan nemen wjj de vrijheid te twijfelen.
Enfin, waarom zou Brussel ook van de
eenmaal aangenomen gewoonte van incom
pleet te ziju, ook afwijken? De nieuws
gierigen zullen zich niet laten beet nemen
en de groote stroom van kijklustigen zal
eerst Juni of Juli komen afzakken. In
middels wordt er druk gerepeteerd aan de
cantate, die bjj de opening zal gezongen
worden en trainen de muzikanten hunne
longen om er goed op los te kunnen
blazen.
Wie heeft het eerst het denkbeeld op
gevat om op de tentoonstellingen die
snufjes van den nieuweren tijd het
oude, het verledene weer terug te roepen
door nabootsingen van oude steden of stads
gedeelten uit den ouden tjjd.
Oud-Antwerpen heeft een enorm succes
gehad, maar Amsterdam was reeds vóór
gegaan met zijn oud Marktplein, zijne oude
huisjes en geveltjes, en Brussel zal volgen
FE V1LLBTO X,
door L. e. O.
2.
Op den groeneD, met gras begroeiden weg,
die van een molen naar den straatweg liep,
welke door het woud voerde, kwam een knaap
aangeloopen, die een ezel, met zakken meel be
laden, voor zich uitdreef. Hjj hoorde het wee-
nen en roepen van het kind en liep den ezel
vooruit, om te zien, wat dat was. Tot zjjn ver
maak in het begin, bemerkte hjj het kleine
meisje, dat hij voor het kind eener houtraapster
uit het nabjjzjjnde dorp hield, en toen de kleine
bang werd voor hem, begon hjj op jongensma
nier, haar te plagen en haren angst te vermeer
deren. Toen echter het kind struikelde over
eenige uitstekende wortels en viel, kreeg hjj
toch medeljjden; hjj snelde toe, hief het op en
trachtte het gerust te stellen.
»/Wie ben je? Waar is je moeder?// vroeg hjj
telkens, maar de kleine was te bang en te be
droefd om te kunnen antwoorden; zij trachtte
zich los te worstelen en schreeuwde, omdat hij
haar vasthield.
Nu riep ook hij, zoo hard hij kon, in het
bosch, om de lieden te waarschuwen, bjj wie
het kind behoorde.
Alles bleef stil en hjj rist geen raad. Hjj
kon het arme kind niet verlaten, dat duideljjk
verdwaald was geraakt; het zoude immers om
komen. Kort geleden had hem nog de molenaar
met zijn oud-Brusselscha Kermis, die na
tuurlijk een gedeelte van oud-Brussel nood
zakelijk maakt.
Dat zal de clou van de tentoonstelling
zijn, zegt men, en inderdaad het belooft
veel en naar hetgeen reeds klaar is en
wat men nu reeds kan bewonderen, zal
oud-Brussel in nauwkeurigheid van na
bootsing niet wijken voor oud-Antwerpen
of oud-Amsterdam; integendeel, ook in dit
opzicht is men vooruitgegaan en heeft men
het in de kunst o;n ouden steen, oud h >uf,
oude huizen, in een woord, na te bootsen,
tot een waar meesterschap gebracht, en wil
men soms niet gelooven alvorens gelastte
hebben. Wanneer die vochtige straatjes
met hare zonderlinge maar schilderachtige
huizen gereed zullen zijn, wanneer die
oude toren van Nassau zich er boveD uit
zal steken, zal men zekerlijk een aardig
tooneel voor oogen hebben.
Ik mag die nabootsing van oude steden
of stadsgedeelten wel; zoo'n imitatie
wel te verstaan wanneer zij met alle zorg
eu kennis is gedaan leert ons meer en
beter hoe die steden er uitzagen, hoe ouze
voorouders woonden en leefden dan lange
verhalen en portefeu lies met platen het
vermogen.
Daar heeft men b.v.b. in het heerlijke
Brusselsche stadhuis eene heele reeks fraaie
schilderijen de meest schilderachtige, thans
grootendeels verdwenen gedeelten van Oud-
Brussel voorstellende. Met ware nieuws
gierigheid tn belangstelling beschouwt men
die nauwe en bochtige straatjes, die zon-
derliuge pleintjes en hoekjes, die sloppen
en zakstraten met zulke wonderlijke over
hangende geveltjes, torentjes, ekkertjes en
wat al meer. Maar zoo iets in werke
lijkheid voor zich te zien, door zulke
straatjes te kunnen slenteren, zulk een huisje
met venstertjes uit flesschenglas gemaakt,
te kunnen binnen gaan, zie dat is nog
wat anders, dan op eene schilderij te turen.
Nu, wat ook op de tentoonstelling bij de
opening nog onvolledig moge zijn, zeker
Oud-Brussel niet, want een groot gedeelte
is reeds gereed en de rest staat reeds in
geraamte en wacht nog slechts op de be
kleeding om de illusie van eene oude stad
volkomen te maken. Er moet aan de
andere deelen evenwel nog hard gewerkt
worden en zelfs de electrische tramlijnen,
die naar de tentoonstelling zullen voeren,
zijn nog lang niet gereed, ofschoon men
eene verschrikkelijke geschiedenis verteld van
een kind, dat bjj het maaien, ergens tusschen
het hooge graan was verdwaald geraakt en door
zjjne ouders eerst twee dagen later was terug
gevonden, dood, gestorven van koude en angst.
Bij deze herinnering kwamen den knaap de tra
nen in de oogenhjj sprak tot het kleine meisje
dat zich nu liet gezeggen, naar zijn beste ver
mogen toe en toen zjj eindelijk door hare tra
nen heen, hem aanzag, beloofde hij haar, dat
hjj ze naar hare moeder zoude terugbrengen, en
zjj ging vol vertrouwen met hem mede. Een
volwassene ware zjj misschien niet zoo spoedig
gevolgdkinderen hebben spoedig vertrouwen
in kinderen.
De knaap was ongèveer twaalf of dertien ja
ren oud en zag er voor zjjn ouderdom zeer ver
standig uit. Hij kwam van den molen, dien men
in de verte hoorde klapperen, en bracht meel
naar de stad, die ongeveer een uur daar van
^a.?n besloot het kind mede te nemen
Hjj wilde aangifte doen bij den burgemeester
of daar, waar hem de koopman, bij wien hij het
meel brengen moest, dat zoude aanraden te doen.
Indien niemand hem van het kind wilde ont
lasten, dan zoude hij het weder medenemen naar
den molen, waar zich dan de bloedverwanten
wel zouden aanmelden, Zoo geleidde hij dan
het kind langs den straatweg. Het kind volgde
hem gewillig en hield zjjne hand stevig vast,
als vreesde het ook deze hulp te verliezen,
maar niettegenstaande al zijne vragen, was zij
niet te bewegen tot spreken. Hjj zette het kind
op den ezel en hield het met de hand vast ter-
wjjl hjj er langs ging. Toen zjj we der begon te
in de Webstraat sedert een dag of wat
begonnen is met het leggen der onder-
grondsche kabels; voor eene goede verbin
ding met de tentoonstelling is dus gezorgd
en dat is niet overbodig, want de terreinen
liggen nog al tamelijk ver van het cen
trum der stad, gedeeltelijk op de plaats
van het oude kasteel van Tervueren en
gedeeltelijk, wat Oud-Brussel betreft, in
het Pare du Cinquantenaire. Zij die zich
de vorige tentoonstelling alhier nog her
inneren, zullen de plaats kennen; de elec
trische tram zal er den kijklustige even
wel in eenige weinige minuten heenbrengen.
Spoedig hoop ik, na een nieuw bezoek,
wat meer volledige bijzonderheden te
kunnen geven.
Zooals ik in mijn laatsten brief deed
voorzien, heeft het proces-Oourtois wei
nig bijzonderheden over den moord op
Mevr. Herrj aan den dag gebracht, die
niet reeds uit de acte van beschuldiging
en uit vroegere mededeelingen van de pers
bekend waren, de pleidooien bevatten even
min iets wat bijzondere vermelding verdient,
tenzij misschien het welsprekend pleidooi
van Mr. Jan son ten gunste van De Vos.
De uitslag, dien wij Zondag reeds me
dedeelden, was dan ook wel te voorzien.
Courtois en Restiaux zijn ter dood
veroordeeld, De Vos werd door de jury-
niet plichtig verklaard en onmiddellijk,
na de uitspraak van het vonnis, in vrij
heid gesteld.
In de laatste dagen was er in de hou
ding van de twee thans veroordeelden
eene merkbare verandering gekomende
loop van het proces liet hun weinig goeds
verwa-hten en daar de vragen, aan de jury
gesteld, eu die allen betrekking hadden
op den moord, de voorbedachtheid daarvan,
de diefstal enz. door de Jury met een vol
mondig ja werden beantwoord, geen enkele
verzachtende omstandigheid gepleit noch
aangevoerd kon worden, kon het vonnis
ook wel niet anders dan een doodvonnis
zijn. Evenwel behoeven Courtois en
Restiaux niet bevreesd voor hun hoofd
te zijn, want otschoon de doodstraf in België
niet is afgeschaft, wordt zij niet meer
toegepast. Men zegt dat Koning Leopold
bij den aanvang zijner regeering gezworen
beeft geen doodvonnis te zullen ondertee
kenen; in hoeverre dit waar, is kan ik
schreeuwen, zeide bjj haar, stil te zijn en zjj
gehoorzaamde oogenblikkeljjk.
Toen de kleine niet meer verlaten was en de
stem van den knaap, die haar vergezelde in het
bosch begon te verflauwen, kwam de omhulde
gestalte weder te voorschjjn. Bij het volle dag
licht was h jt zichtbaar, dat het eene vrouw
was. Zij keerde naar het verwoeste kerkje terug.
Hare houding was gebogen, baar gang waggelend
en onzeker. Zjj bemerkte de bloemen, welke op
de borst van het kind gelegen hadden, zjj bukte
zich en raapte ze op om ze tusschen haar kleed
te verbergen Ook het schortje en het stuk brood
bemerkte zjj, en een krampachtig weenen deed
haar borst en hare leden trillen. Zjj zonk op de
knieën neder, drukte het hoofd op het mos en
zuchtte: .-/Jezus, Maria, hebt medeljjden!// Dan
lag zij eene lange wijle bewegingloos. Bad zjj voor
het kind, dat hier verlaten was geworden en
nu door anderen opgenomen, eene onzekere
toekomst te gemoet ging? Zij stond op, trok
het lange, donkere kleed nog dichter om hare
leden en verborg weder zoo veel mogeljjk haar
aangezicht Dan verliet zij de plaats.
Ondertusscben was het kleine meisje wat ver
trouwelijker geworden jegens den knaapdien
zij een paar malen wat schuw van ter zijde had
aangezien. //Breng je mij naar mijne moeder
vroeg zjj.
„Zeker,// antwoordde hjj en zij lachte met van
vreugde stralende oogen. 1 at deed hem zeer en
hij kon haar niet goed in het aangezicht zien,
Hjj vreesde, dat zij dadelijk zoude bemerken,
hoe hjj haar bedroog.
niet uitmaken, zeker is het evenwel dat
tijdens de regeering van dezen Koning in
België geen halsrechting heeft plaats ge
had. Of men er zich over verheugen mag?
Ik meen zulks sterk te mogen betwjjfelen
dit is zeker dat het aantal moorden en
zware misdaden hier eene schrikbarende
hoogte heeft bereikt en er gaat geen dag
voorbij ot men kan in de couranten mins
tens een half dozijn doodslagen, moorden,
zware verwondingen, diefstallen met en
zonder braak lezen. Eene lange lijst van
misdaden die een treurig licht werpt op
de moraliteit van dit onder menig opzicht
zoo voortreffelijk land. Hierover evenwel
misschien later breedvoeriger. Yoor heden
heb ik er genoeg van gezegd.
Over het jodendom, dat in de Fransche
Republiek een verschrikkelijk lawaai ver
koopt, moet men zich niet ergeren, veeleer
moet mea de 100.000 joden bewonderen
in hun optreden, waar zjj over eene be
volking van 38, zegge acht en dertig
nillioenbijna allen katholieken, heerschen.
Die nietige minderheid van 100,000 joden
nu levert op49 joodsche prefecten of
onderprefecten; 19 joden in dan Raad van
State; 10 joden in 't hooggerechtshof;
10 joodsche raadsheeren in het gerechts
hof te Parjjs; een aanzienlijk en niet met
juistheid bekend aantal joden in de andere
gerechtshoven, in de rechtbanken en in
het onderwijs; 11 joodsche ambtenaren in
het Ministerie van Landbouw; 21 joden
aan de directie der posterjjen30 joden
aan het Ministerie van Openbare Werken
27 joden aan dat van Financiën 35 joden
aan dat van Openbaar Onderwjjs.
Als nu de 38 millioen Franschen zuch
ten onder den druk van het jodendom of
onder de vrijmetselaars, dan is dat toch
hun eigen schuld.
De Grieken begrijpen dat een gewapende
vrede groot onheil en ellende brengt onder
de volken en dat er eene beslissing moet
genomen worden.
De Grieksche bevolking weet, dat de
//Hoe heet gij toch kleine?// vroeg hjj.
//Popje,// was het antwoord.
Hij lachte. //Ja, een popje ben je// zeide hjj.
■vEn dat je geen jongen bent, dat zie ik. Maar
hoe heet je?//
„Popje,// daar bleef zjj bjj.
//Maar je moet toch een naam hebben. Hoe
ben je gedoopt, vraag ik,// riep hjj wat onge
duldig.
Dat scheen zij niet te verstaan. Zjj zag hem
met groote oogen aan.
„Zie je, ik heet Erits; zoo roept moeder mjj
en de vrouw van den molenaar en alle menschen."
//Frits,// herhaalde zjj en knikte hem toe. *Je
heet Frits."
//Welnu, hoe roept je moeder je?// vroeg hjj
weder.
„Popje,// iets anders wist zjj niet.
//Je bent toch al te dom!" riep hjj uit, //nu
van mjjn kant dan, popje 1" Maar hoe heet je
moeder? Waar kom je vandaan? Waar woon je?//
Ook dat verstond zij niet. Hjj liet haar een
oogenblik met rust en liep zingend en fluitend
naast den ezel. Hjj zag e n open rjjtuig langs
den straatweg komen aanrollen en herkende het
dadeljjk aan de schoone schimmels, die er voor
draafden. Hèt behoorde aan de Freule van Sie-
renberg en zjj zelve zat dan ook achter den
dikken koetsier. Toen het rijtuig naderbij kwam,
dreef Frits zjjn ezel met eenige moeite uit het
spoor en de dame, voor wie hjj eerbiedig de
pet afnam, bemerkte met verwondering het kind
dat hjj met zich medevoerde.
Wordt vervolgd.)