NIEUWE
Vrije Concurrentie.
So. 2650
Donderdag 8 April 1897
22ste Jaargang.
U I T E S L A N D.
Van 16 regels 50 Cents
Elke regel meer ...i...,*.. 7^ s
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant.
fbvillbton,
Het verlaten kind,
Engeland.
Italië.
IlilRLGHSCUECODRilT
kfragêlaó voor cftooró-en Zuiö-tJCollanö.
ABONHEMENT8PBJJ3
Pel S maanden Toor Haarlem.
Voor de overige plaatsen in Nederland fr p. p.
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
1 1,10
1,40
2,80
0,03
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BÏÏB1AD: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA HOS AGITATE.
PBIJS DHB ADVEBTENTIBZT.
Redacteu r-U itgcver, W. KüPPERS.
Het hoolddogma van het liberalisme is
vrijheid en gelijkheid voor allen. Hierom
moet de maatschappij tot een gelijkvormige
menigte omgeschapen worden, opdat de
krachten der individuen zich ongehinderd
kunnen ontwikkelen.
Ten dien einde worden door het libera
lisme de volgende eischen gesteld. Aller
eerst spheffing van den adel en van zijne
voorrechten. De adel mag als stand niet
meer bestaan; hij komt niet overeen met
de behoeften en met de eischen van den
modernen geest. De geboorte-adel is slechts
een verouderd overbïjjfsel uit een tijdperk,
hetwelk zich niet meer meten kan met
dezen tegenwoordigen tijd van vooruit
gang. Derhalve is de adel een anachro
nisme, en moet als zoodanig afgeschaft
worden.
Vervolgens eischt het liberalisme on
voorwaardelijke vrijheid van handel en
ambacht. Maar door die onvoorwaardelijke
vrjjheid zal de boerenstand als stand ver
nietigd worden, en zullen de ambachts-
en handelsstand hun karakter van op zich
zelf staande standen verliezen.
Verder eischt het liberalisme voor ieder
een, tot welke gemeente, tot welk land of
natie hij ook behoort, het recht zich te
vestigeD, op welke plaats hg wil, aldaar
het burgerrecht te verkrijgen, een huwe-
ljjk aan te gaan en naar eigen believen
een bedrijf uit te oefenen.
Dat nu is de grondslag van de sociale
theorie van het liberalisme. Daarbij hul
digt het liberalisme het beginsel van vrije
concurrentie, waardoor aan alle individuen
der maatschappij de mogelijkheid gegeven
wordt om met alle andere individuen te
concurreeren; het hangt slechts at van de
geschiktheid, van de bedrijvigheid en werk
kracht van een enkelen persoon, om den
voorrang te verkrijgen boven anderen en
de concurrentie van alle anderen zegevie
rend te overvleugelen. Uit deze algemeene
concurrentie zoo heet het - kunnen
voor de maatschappij slechts de grootste
voordéelen voortkomen. Want iedereen zal
daardoor genoodzaakt zijn, de voortbreng
selen, welke voor de maatschappij nood
zakelijk zijn, in zulke hoeveelheid en hoe
danigheid te leveren, dat hij daarmede
anderen vooruitstreeft, en die voortbreng-
door L. e. O
9.
"Dat vond men anders niet,// antwoordde de
♦ante. „Wij geleken zeer weinig op elkander,
misschien heeft echter de loop der jaren ons
korter tot elkander gebracht.//
Zjj sloeg de oogen neder en werd ernstig, toen
zij aan het verleden e dacht. Dan voegde zjj er
bjj//Uwe moeder is niet veel ouder dan ik.//
//Hoe, tante Celcstine,// riep Wikold verwon
derd uit, daar hij den ouderdom zjjner moeder
kende, „zij1 gij jonger dan mama
Zij glimlachte, zonder zijne verwondering die
menige jjdele dame als eene soort beleediging
zoude hebben opgevat, kwalijk te nemen. //Ja,
mjjn waarde. Ik ben een jaar jonger als
uwe moeder al zie ik er ook ouder uit dan
jjj wat ik wel wil gelooven, dan verandert dat
toch niets aan de zaak op de gezondheid uwer
Moeder 1//
Zfj hief het glas op, waaruit zij nauwelijks een
druppel gedronken had, hij stiet met haar aan
en dronk uit, waarop zij zonder hem nogmaals
in te schenken, de tafel ophief.
//Hebt gij nog geene verklaring van dat raad
selachtige briefje van den 80ste April,// vroeg hjj
haar later, geheel verwonderd.dat hem eerst nu
inviel, met haar daarover te spreken. Han hem
dan het onderzoek harer schoonheid zoo geheel
en »1 ingenomen, dat hjj alles vergat?
sele* toch voor een zoo billijk mogelijken
prijs van de hand te zetten. En dit heeft blijk
baar het voordeel, dat de verbruikers zooveel
mogelgke en zoo goed mogelijke waren
voor zoo gering mogelijken prijs verkrijgen.
Dit beginsel van concurrentie heeft ech
ter voor het liberalisme slechts de waarde
van een grondslag voor het sociale systeem,
hetwelk het eigenlijk vert-genwoordigt.
Het is namelijk duidelijk, dat, om met
goed gevolg te kunnen concurreeren met
allen, het volstrekt niet enkel aankomt
op geschiktheid, bedrijvigheid en werk
kracht van het individumaar vóór alles
eu op de allereerste plaats moet het indi
vidu, wanneer hij met allen wil concur
reeren, een groot kapitaal bezitten, om
zulk bedrijf te kunnen uitoefenen, hetwelk
tegen de algemeene concurrentie is opge
wassen. Zonder een groot kapitaal kan
het individu er volstrekt niet aan denken,
tegen de algemeene concurrentie op te
tredenwant hoe groote moeite hjj ook
zou doen, om in het kleine bedrijf de
beste producten te leveren, toch zou hij
het niet kunnen uithouden tegen het groote
bedrijf, hetwelk alles èn spoediger èn
billijker leveren kan.
Daarenboven komt nog iets anders hier
bij. De handenarbeid der menschen wordt
heden ten dage verdrongen door den ar
beid der machine. Steeds verder en verder
breidt zich het machine-wezen uit. De
menschelijke geest is onuitputtelijk in de
uitvinding van immer nieuwere werktui
gen, waardoor de arbeid der menschen
verdrongen wordt. En met de machine
kan niemand concurreeren. Zjj arbeidt
rusteloos dag en nacht, niet met louter
menschenkracht, maar met de kracht van
vele paarden. Terwjjl de arme naaister
afgemat ineenzinkt, werkt de naaimachine
voort met eene snelheid, welke ontelbare
handen niet kunnen bereiken.
De machine nu is wederom inderdaad
in den dienst van het kapitaal. Alleen
de kapitalist is bij machte, om zich de
machine aan te schaffen en om de machi
ne voortdurend te laten werken.
En aldus trekt zich ten laatste alle
maatschappeljjke werkzaamheid in de han
den van het kapitaal samen. Uit den
ziedenden ketel der algemeene concurrentie
komt het kapitaal zegevierend te voor
schijn. En aldus baant het beginsel der
concurrentie, zoozeer gehuldigd door het
//Geene 1// was het vaste antwoord..
//Gij zijt er toch van overtuigd, tante Celesti-
ne,// antwoordde hjj op een zoo harteljjken toon,
als zjj tot nog toe nooit van hem gehoord had,
//dat ik het niet geweest ben, die zich met u
een zeer weinig passenden soherts veroorloofd
heeft
//Indien het u verontrust, dat ik zoo iets van
u zoude kunnen gelooven, dan zeg ik u, dat
ik u niet tot zoo ietsin staat acht.//
Hjj greep hare hand en drukte er een kus op,
wat hjj vroeger ook wel eens gedaan had, maar
met eene soort van spotzuchtige plechtigheid.
//Nsemt gij het mij kwalijk, dat ik mij wel
eens onschuldigen scherts veroorloof?// zeide hjj.
//Integendeel, Wikold, soldatenbloed moet
vrooljjk zijn,// antwoordde zij.
//Schaft gij u weder een jockey aan?7/ vroeg
zij toen en hjj had nu eene lichte ironie in hare
stem wel kunnen bemerken, maar hjj nam do
vraag, die hem trouwens ineer interesseerde dan
vele andere dingen, ernstig op en antwoordde:
'/Ik had mijn oog laten vallen op Frits van den
Boschmolen. Die jongen zoude een ware schat
voor mij zijn maar de molenaar wil hem niet af
staan; hij zegt, dat de jongen dan een geheeleu
deugniet zoude worden. Daarenboven heeft de
jongen nu vaderplichten te vervullen.//
De tante keek hem met dien blik aan, dien
hij reeds lang kende. Zjj hield niet van deze
soort van scherts. De neef liet zich echter niet
van het pad afbrengen.
«Werkeljjk, lieve tante; hjj heeft zich op de
publieke markt in de stad ten aanhoore van
Holman en mij en in het bjjzjjn van den heer
liberalisme, den weg tot de onvoorwaar
delijke heerschappij van het kapitaal. In
de plaats van den geboorte-adel, dien het
liberalisme wil afschaffen, treedt de geld
adel, die met zijn kapitaal zich eene heer
schappij weet te verschaffen, waarvoor
alles wijken moet en buigen.
Waarlijk, het uithangbord der algemeene
concurrentie is op het eerste gezicht wèl
verlokkend, maar in den grond der zaak
sluit het de absolute verdrukking van het
doode kapitaal in zich.
Is het dan nog te verwonderen, dat het
liberale systeem rampzalige toestanden
geschapen heeft, zooals wij tegenwoordig
beleven? Kwijning van den boerenstand,
ellendig verval van den arbeidersstand,
ziedaar de voornaamste noodlottige ge
volgen.
In het Engelsch Lagerhuis hebben de
Ministers de houding der Regeering tegen
over Griekenland trachten te rechtvaardigen.
Zij noemden het geknoei daar ginds in
het Oosten en het tyranniek optreden der
Europeesche zes grootheden, noodzakelijk
voor het behoud van den vrede. Enge
land, vertelde de Minister Balfour, zal
aan het blokkeeren van Griekenland deel
nemen, in afwachting en de verklaring,
die de Mogendheden te Athene en te
Konstantinopel zullen doen en door welke
zij hopen, dat de vrede zal gehandhaafd
blijven.
De afgevaardigde Harcourt heeft
hierop gezegd, dat, aangezien de Regee
ring niet bereid is tot het doen van eene
politieke verklaring, per adres gevraagd
zal worden de Engelsche macht niet tegen
Griekenland en de bevolking van Kreta
te gebruiken.
Waarop Balfour heel lief heeft ge
antwoord, dat indien de bedoeling was
een votum van afkeuring uit te lokken,
Harcourt daar aanstaanden Donderdag
gelegenheid voor kon krijgen; maar dat,
indien het Harcourt's bedoeling was
eene herhaling van de gedane politieke
verklaringen, de Regeering haar tjjd niet
nutteloos geven kan aan discussiën zonder
doel.
Koorn tot vader van het arme gevonden kind
gepiockmeerd, toen niemand de kleine wilde
opnemen en zoo als ik hoor begint de kleine
ook eene echt kinderljjke genegenheid voor hem
te toonen.//
//Het kind is op den Boschmolen in goede
handen,'/ antwoordde de tante, die de zinspe
ling van haar neef zeer goed had begrepen en
gevoeld.
//Weet gij, dat zjj dezer dagen een nieuwen naam
heeft gekregen?" vroeg Wiiold. „Ik ontmoette
dezen morgen de geheele familie en stelde vrouw
Klaassen voor een doopmaal te hóuden. Zij heet
Sibyla.//
//Sibylla," herhaalde de tante. //Ik wensch
van harte, dat het kind zijne onnatuurlijke moe
der nooit zal missen. Vrouw Klaassen is eene
brave vrouw, die het meisje wel zal opvoeden,
zooals het behoort.//
//Zeker, zeker, maar geene romantische toe
komst I/» hernam de offieier. „Indien het kind
nu eens van hoogere afkomst ware? Men kan
toch niet weten, welke mysteriën om zijne ge
boorte zweven 1"
//Juist omdat men dat niet weten kan—//
antwoordde de freule erg bits. //Laat rusten,
Wikold. Dat is een thema, waarover men met
een cavalerie-officier van twintig jaren niet kan
praten.»
vEen en twintig jaar en zeven maanden,
tante Celestine,* was het bescheid.
Zjj schee* echter niet tot scherts geneigd, de
uitdrukking van haar gelaat was streng gewor
den zjj scheen den offieier niet meer zoo jong
toe, als bjj het begin yan zjju bezoek.
De Engelsche minister Curzon
heeft zich Zaterdag te Southport leelyk
verpraat, hij zeide daar:
//De Mogendheden deelden den Sultan en
der Grieksche regeering mede, dat zij voorne
mens zjjn Kreta van het Turksche Rjjk te
scheiden, den Sultan in naam de souvereiniteit
te laten, en aan de bewoners van het eiland
zelfbestuur te geven. Van het oogenblik dat
dit voorgenomen was, stond de onafhankelijkheid
van Kreta vast wat ik zou kunnen noemen
Home Rule voor Kreta.//
Oumiddellgk staat de Westminster Ga
zette gereed met den Minister voor de voe
ten te werpen, dat het kabinet, voortge
komen uit de oppositie tegen Home Rule
voor Ierland, nu reeds tweemalen Home
Rule voorstelt voor vreemdelingen. De
eerste maal deed den minister Chamber
lain het voor de üitlanders aan den Rand,
thans het geheele kabinet voor de Kre-
tensers.
«Wij zijn benieuwd te weten,» zegt de
Westminster Gazette«of er ook een inter
nationaal Hoogerhuis is, om betontwerp-
Home Rule voor Kreta ta verwerpen.»
Daar kan de Engelsche Regeering die
tegen Home Rule voor Ierland is het
voorloopig mee doen.
Koning U m b e r t o van Italië heeft in zij n
uitgesproken troonrede zich verheugt in
de vriendschappelijke betrekkingen waarin
Italië tot alleMogendheden staat.
Zulke uitdrukkingen zijn nu toch al te
bespottelijk al laten wij de Romeinsche
quaestie rusten dan toch staan de Ita
lianen tot de tanden gewapend tegenover
Griekenland en wij zouden kunnen vragen:
laten de Italiaansche oorlogsschepen niet
in vereeniging met de zeemonsters der
Mogendheden de bommen vliegen op het
eiland Kreta om dood en vernieling te
brengen onder de Griekenen Kretensers?
De Koning van het Italiaansche roo-
vergouvernement zegt verder, dat zijne
Regeering in hare handelingen vereenigd
is met het Europeesch Concert, voor het
handhaven van den vredeHet ziet er in
het Oosten dan ook zoo vredelievend uit,
dat elk oogenblik duizenden Grieken en
Turken elkaar in het haar kunnen vliegen,
terwijl dagelgks gemoord en geplunderd
wordt onder de oogen der vredestichters,
die door onderling wantrouwen over het
Eene wandeling door den tuin en het park,
waarbjj zij hem eenige nieuwe perken toonde,
besloot zjjn bezoek en toen hjj afscheid had ge
nomen en weer in het zadel zat, dacht hjj, ge-
ljjk vroeger: vdat is weer voor vier weken achter
den rug.»
In het wsud waar hem da wonderschoone
avond uitnoodisde langzaam te rjjden, schudde
hjj zich plotseling af als een poedel, die nat
geworden is, en een zeker gevoel van schaamte
kwam over hem. Was hij niet werkeljjk op weg
geweest om zjjne tante Celestine om hare vrjj
goed geconserveerde gestalde en figuur nog voor
lieftallig en beminnenswaardig te houden? Was
hij niet op weg geweest, zich in haar te ver
lieven? Hoe kolossaal belacheljjk zoude hjj zich
daardoor in de oogen der wereld gemaakt heb
ben! Vrooljjk gestemd door dat denkbeeld,
schilderde hij zich zelvea al de gevolgen van
dit vcrmakeljjke ongeluk afzjjn schuchter aan
zoek, de aanvankelijke tegenstand der tante,
hare boosheid ondertussc&en, eindeljjk haar
toegeven, haar stotterend ja, de verloving, het
publiceeren in de wereld, het homerisch gelach
dat overal zoude losbreken, de spotzieke felici
taties en plagerjjen, misschien het een of ander
duel, eindeljjk de gelukkige trouwdag weer
gaf hij zjjn paard de sporen, alsof hjj de beelden
zjjner scheppende phantasie zoo spoedig mogeljjk
wilde ontvluchten.
Wordt vervolgd.)