NIEUWE
S)ag6laó voor <fflooró-en Suió-fJCollanö.
Brussclsche örieven.
No. 2651
Vrijdag 9 April 1897
22ste Jaargang.
BUITENLAND.
Van 16 regels f50 Cents
Elke regel meer 7^/s
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant.
Het verlaten kind,
HA4RLEMSCH
ABONZTEMEHTSPBIJS
Pet 8 maanden roor Haarlem. f 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr, p. p. 1,40
Voor het buitenland 2 80
Afzonderlijke nummer»ojoS
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BUBJIAD: St. Janstraat Haarlem.
HRIJS DEB ADVEBTENTIHW;
AGITE MA NOU AGITATE.
R e d a c t e ur-Uit g e v e t, W. K P P B R 8.
(Van onzen Brusselsehen Correspondent).
XIV.
't Heeft zoo z'n eigenaardige bekoor
lijkheid Land und Leute in den vreemde
te be.tudeeren, men ziet er altijd iets,
wat in de lieve Heimat onbekend is
of, zoo het er wel bekend is, dan toch
over de grenzen vaak een geheel ander
en eigenaardig karakter aanneemt.
Op den eersten April
Verloor Al va z'n bril,
luidt het in Holland, wanneer de eerste
dag van de grillige April-maand is aan
gebroken en men doet zjjn best om dezen
of genen er eens in te doen loopenmaar
de echte Aprilvisch is in het waterrijke
Nederland nooit goed inheemsch geworden
't blijft er altijd een die al de kenmerken
draagt van niet in zijn element te zijn
en 't is al heel mooi, als de eene of
andere krant eens eene aardigheid weet te
bedenken, die de lezers er in doet loopen.
Maar dat zijn uitzonderingen; de echte
Aprilvisch blijft een ik zou bijna
geschreven hebbenrara avis. Gelukkig
bedenk ik mij; hg blijft eene zeldzame
vtsch, diw in het land, dat volgens Vol
taire, kanalen en eenden ook nog iets
anders bezit, niet wil acclamateeren.
In Brussel brengt zoo'n eerste April
heel wat meer teweeg als in Nederland
en zjjn nadering wordt reeds eenige dagen
te voren aangekondigd, door de groote
menigte visschen, die men in de uitstal
kasten der zoetigheidverkoopers ziet ten
toongesteld. Daar zjjn er van alle soorten
en alle grootten, snoeken, karpers, alen,
zalmen, forellenandere, waarvan het
moeiiljjk zou zjjn den soortnaam op te
geven en die veel geljjken op het monster
dat op sommige plaatsen in oude boeken
den profset Jonas inslikt. Die visschen,
van kartoo, zjjn allerkeurigst en aller
nauwkeurigst nagebootst en zouden goed
dienst kunnen doen in eene aanschouwelijke
verhandeling over de visschen. Natuurlijk
moeten deze visschen, met de een of andere
lekkernjj opgevuld, of in hun hol lichaam
een of ander geschenk verbergende, de
traditioneele eerste - April - verrassing be
zorgen aan hem of haar bij wie zoo'n
beest komt binnenzwemmen. Naast die
FEUILLETON,
10
door L. e. O.
Wikold behoefde er zich geene zorg over te
maken, maar geheel gerust zijn dat tante Celes-
tiae zelfs geen ver verwijderd idee van had, aan
welke dolle gedachten hij zich op hare kosten
overgaf; anders zonde zjj hem op eene manier
beschaamd gemaakt hebben, dat hij op eens alle
tevredenheid met zich zeiven, die hjj in zoo
hooge mate bezat, zoude hebben verloren.
Terwjjl hjj zjjn weg door het woud voortzette,
genoot ook zjj van den schoonen avond in de
vrije natuur. Het park in zijn tegenwoordige
gedaante, was hare schepping, en ieder, die den
aanleg zag, kreeg eerbied voor haar smaak.
Jammer echter, dat freule van Sprangen zoo
zelden de gelegenheid aanbood haar park te
bewonderen. De oude dame, die met haar
hierheen gekomen was, stierf reeds voor enkele
jaren en de freule had den moed gehad, als
ruim dertigjarige, zelfstandig en alleen te blijven
leven. Zjj had zich niet eens eene gezelschaps
dame meer gekozen. In het begin had men
daarvan veel en niet altjjd op de meest voor
naastenliefde pleitende wjjzegesprokeD; zij moe.t
toch wel hare redenen hebben om zoo alleen
te bleven wonen. Maar de buurt had er zioh
weldra aangewenden men nam deuitnoodigin-
gen, die freule van Sprangen op gezette tijden
ronddeelde, gaarne aan, want men bevond er
visschen van karton ziet men er natuurljjk
ook van chocolade en, alle beginselen van
dierkunde ten boon, scbjjnt men ook aan
oesters, kreeften en soortgeljj ken de ge
schiktheid toe te schrijven om als April
visch te kunnen dienen. Maar wie zoekt
er ook wetenschap bij de suikerbakkers,
de eenige wetenschap, die zij beoefenen,
is die van geld slaan uit alle gelegenhe
den, en die wetenschap kennen zij tot in
de fijnste bjjzonderheden.
Behalve deze Aprilvisschen zijn er ook
nog van een geheel anderen en van veel
minder o /schuldigen aard. Men ziet na
melijk voor de vensters van de papier
winkels eene ongeloofeljjke verscheidenheid
plaatjes in kleurendruk, zeer fraai en met
zorg bewerkt wat de technische zijde aan
gaat, maar soms zeer Ie©lijk en afkeurens
waardig wat de beteekenis en de opschrif
ten betreft. Daar zjjn er bg zoo bjjzonder
flauw, dat ze alleen kunnen overtroffen
worden door ulevelrijmpjes of een groot
aantal Nieuwjaarskaarten, die in Nederland
ongelukkigerwijze zoo algemeen zijn ge
worden. Maar er zijn eraudere, die bepaald
gemeen en laag zijn en die men zendt
aan zijne goede vrienden om ze eens beet
te nemen, maar die in werkelijkheid niets
anders beoogen dan hem eene hatelijkheid,
laagheid of onbeschoftheid toe te voegen.
Van zijn vrienden moet men het toch
maar hebben!! Die Aprilkaarten hebben
al heel wat kwaad gestookt, omdat de in
sinuaties, op zoo'n vuil ding gedrukt, maar
al te vaak bij den ontvanger voor waar
heid worden aangenomen. Behandelde men
ze zooals zulke prullen verdienen, wierp
men ze met verachting weg, zooals elk
verstandig mensch een naamloozen brief
in 't vuur werpt, zonder eenige aandacht
aan den inhoud te schenken, dan zou den
ze zooveel leed niet stichten. Maar helaas!
zooveel objectiviteit schgnen de meeste
menschen niet te bezitten, 't Is van harte
te hopen dat deze Aprilvisch nooit in 't
Vaderland inheemsch moge worden.
Er is voor het oogenblik al bijzonder
weinig wat de vermelding verdient. De
loterij voor de Tentoonstelling maakt nog
altijd ftoresiedereen vleit zich met de
zoete hoop dat op zijn nommertje ot op
de vele nommers toch de 100,00 0, of
zich wel, op baar kasteel. De dame was, en dat
was niet te ontkennen, eene zeer beminnens
waardige gast rouw en gelukte het baar ook
niet altijd zich alle gevraagde dames tot vrien
dinnen te maken, zoo had zij toch spoedig een
gemengd gezelschap om zich heen verzameld,
die veel smaalt vond iu haar levendig en
geestig onderhoud. Zjj verscheen niet dikwjjls
in andere gezelschappeu en nam slechts zulke
uitnoodigingen aan, als zjj er zelf verzond. Voor
het algemeen leefde zjj dns stil en eenzaam. „Vertel
ons toch eens,// klonk het menigmaal in gezel
schap, „wat voert freule van Sprangen toch in
al haar leegen tjjd uit?»
O, had de wereld, die zoo spreekt, toch eens
eenig denkbeeld van de tooverkracht en de be
koorlijkheid der eenzaamheid op harten, voor
wie de wereld niets meer is, aan wie zij niets
meer schenken kan,
IV.
Weken en maanden gingen voorbjj in haren
regelmatigen gaBg; de herfstwind woei reeds
over de braakliggende velden en ontbladerde
boom?n van het woud, In het stadje was het
nog stiller, dan gewoonlijk. Het garnizoen was
uitgerukt; dezen keer niet tot het houden van
oefeningen met de troepen, waarna zij zoo veel
liever naar hunne standplaats terugkeeren, naar
mate de verhouding tussehen den militairen
stand en de burgerij van vriendelijker aard is.
En dat was in het kleine stadje vooral het
geval, waar tussehen beide partijen de meest
gtwenachte harmonie bestond.
minstensn de 20.000 zal vallen en al zij
dan ook "/joo ree(ïs herhaalde malen te
leurgesteld, toch loopt men storm om een
lot te koopen, zoodra eene nieuwe serie
wordt aangekondigd. Tot dusverre zijn de
groote prijzen nog altijd in de provincies
gevallen op nommers in het bezit van
werklieden of zeer kleine burgerluidjes en
de goede Brusselaars, die zich de oogen
uitkeken naar het prachtige uit eenige
honderd stuks bestaande tafelservies van
zilver, bij de groote hofleveranciers in de
Arembergstraat, of naar de diamanten
parure in de Ridderstraat, hadden het na
kijken; enfin, zij hebben het fraais toch
mogen zien en wie weet hoeveel lucht-
kasteelen er op die zilveren schotels ot op
die diamanten steenen gebouwd zjjn. De
ondernemers van die loterij kenden hunne
Pappenheimerzij wisten wel dat het ha
zardspel de Belgen tot een tweede natuur
geworden is en dat de loterij aftrek ge
noeg zou vinden, 't Nommer zit er in
zeggen zij, en 't moet er uit en ik heb
evenveel kans als een ander.» Natuurlijk,
maar die kans is voor elk nommer maar
een millioenste en dat is wel wat al te
min,
Wanneer men de voorspellingen mag
gelooven, dan zal de Tentoonstelling hier
een onnoemelijk getal vreemdelingen lok
ken; 't zal eene ware overrompeling zijn,
waarvan de neringdoenden zich natuurlijk
gouden bergen beloven. Iedereen is daa
ook druk in de weer om zijn zaakje op
't voordeeligst te doen uitkomen de groote
hotels hebben hunne fafades eene ver-
nieuwings- en verjongingskuur doen onder
gaan de winkeliers hebben hetzelfde op
bescheidener wijze gedaan en het stedelijk
bestuur is niet ten achter gebleven. Het
stadhuis is gerestaureerd en St. Michiel
staat weer boven op den toren, nadat hij
zoowel als de drsak aan zijne voeten in
een goudbad nieuwen glans en frischheid
had verkregen. De oude gildehuizen, met
huune vergulde en gebeeldhouwde gevels,
het Broodhuis met zijn gouden beeldjes
en torentjes, al die fraaie oude huizen, die
van de Groote Markt alhier een unicum
in de wereld maken, zijn opgeknapt, op
geluisterd, opnieuw verguld. En zoo kon
men door geen straat van eenige beteeke
nis gaan, of men ziet alles in volle be
drijvigheid. Op de Brouchere-plaats, nadert
het standbeeld van Anspach, dat ter
De afwezigen werden dikwijls vriendelijk in
herinnering gebracht.
//Mjjn waarde heer burgemeester,// zeide Koorn
op een Octobermorgen, toen het slechte weer
de gasten in zjjn lokaal verzameld had, //ik ken
dis heeren allenheel nauwkeurig! Zelfs de
kleine Diependaal is eene w are bron van goed
heid des harten éen woord van mij, dat hier
of daar behoefte was en hij greep met beide
handen in de beurs 1//
//Hij drijft zijne edelmoedigheid wel eens wat
te ver," bzmerkte de Burgemeester lachend.
„Weet gjj wel, dat hjj absoluut voor de kleine
op den Boschmolen wilde zorgen?//
//Ja, ja, als regimentsdochter,// lachte Koorn.
//Nu, daar buiten is zjj beter op haar plaats.
Nog niets ontdekt?//
«Buiten, wat gij weet niets!// zeide de Bur
gemeester. „En zoo zal het wel blijven. Het is
nu de vraag, of het kind niet naar eene wees
inrichting dient gebracht te worden. Men kan
van den molenaar toch niet vorderen, dat hjj
dien last op de schouders houdt. Wilt gij dezen
middag eens met mij er heen rjjden?
Ik heb toch nog iets op de Boschmolen te
doen.»
Koorn stemde toe en beiden reden er dien
middag heen.
//Wij zijn nu onder ons,// zeide de Burge
meester met een wenk op den koetsier, die op
den hoogen bok ver genoeg van hen afzat om
hen niet te kunnen verstaan, //laat ons nu eens
openhartig met elkander spreken. Wat denkt
gij van het gerucht, dat zich al langer hoe meer
zachtjes en heimeljjlt uitbreidt, zonder dat iemand
gelegenheid van de Tentoonstelling onthuld
zal worden, zijne voltooiing; 't zal met
zijn prachtig granieten basementen en
bronzen motieven, met zijne reusachtige
krans van bronzen kandelabre» op granieten
voetstukken een waarlijk vorstelijk monu
ment zijn en op dit plein, het middenpunt
van het boulevard-verkeer, van de groote
verkeersader der stad, een prachtig effect
maken. Wat eene verandering binnen
een jaar of tien, twaalf, toen dit plein
nog werd ingenomen door de oude Augus-
tijnerkerkdie als postkaatoor dienst
deed. Waarlijk, Brussel kan zich met de
voornaamste hoofdsteden van Europa meten
en het neemt er zeker niet den laagsten
rang in.
Spanje.
De oorlog op Cuba heeft niet alleen
dit eiland maar ook Spanje finantieel ten
gronde gevoerd. Op Cuba zgn de indus-
triën die anders groote voordeelen op
brachten, geheel geruïneerd. De tabaks
velden zgn verwoest. De machinerie
huizen zgn in de lucht gevlogen en de
ruïne is er nog van over Tn plaats van
11,000,000 ton suiker, verwacht men dit
jaar slechts 25,000 of 30,000 ton. De
uitvoer van tabak en sigaren, die gewoon
lijk 25,000,000 p. st. bedraagt, werd ver
laagd tot 7,500,000 p. st. De uitvoer
van fruit, aardappelen enz., die gewoonlijk
5,000,000 p. st. bedraagt, zal dit jaar
slechts 1,000,000 p. st. zijn, terwijl de
uitvoer van ijzererts meer dan de helft
zal verminderd worden. De haat tussehen
de Spanjaarden en de Cubanen wordt bg
den dag erger, en al moest Cuba het
verliezen, er zou toch spoedig weder een
opstand komen. Dan er nog bij, Cuba
kan den interest niet betalen van de schuld,
die bij de schuld van den oorlog nog is
toegevoegd. De schuld van Cuba is op
het oogenblik 500,000,000, p. st., daarbjj
wordt dit, zoolang de oorlog nog duurt,
elke maand met 10,000,000 p. st. ver
hoogd. Cuba heeft 1,500,000 inwoners,
dat is dan 333 p. st. per hoofd. De jaar-
lijksche interest van de schuld op Cuba
is 30,000.000 p. st. of 20 p. st. per hoofd.
De oorlog zal nog wel aanhouden zoolang
Spanje geld kan leenen.
kan zeggen, van waar net komt Ik behoef u
niet te zeggen, wat ik bedoel.//
//Ik begrjjp u volkomen, waarde zwager,
antwoordde Koorn. «Wat zal men daarvan zeggen?
Alles loopt uit op een bloot vermoeden en
mompelen en als men geen goed aangrjjpings-
punt en geen degelijke bewjjzen beeft, doet mea
beter zich den mond niet te verbranden.»
„Wie zou dat ook doen?// antwoordde de
Burgemeester. «Ik wilde maar eens weten, of ge
het ook voor mogelijk hield, dat de fretle in
die zaak betrokken is?//
De beide zwagers keken elkander aan, alsof
ze elkanders gedachten willen raden. De Burge
meester zoog op den knop van zjjn stok en Koorn
scheen de pas geploegde akkers aan een scherp
onderzoek te willen onderwerpen.
//De kerel rjjdt immers, dat men nauwelijks
een woord kan spreken,// zeide de Burgemeester
na eene vrjj lange pauze. „Maar ik heb nog
geen antwoord van u, zwager. Gjj meent dus,
dat de zaak niet mogeljjk is en dat de freule
volstrekt niets weet van het achtergelaten
kindP He?//
«Mogelijk ia alles in de wereld. De freule is
braaf en goed als een engel, al kjjkt ze wel eens
wat zuur en geeft ze wel eens een scherp ant
woord. Maar wat kan er zoo al niet in eene
familie voorvallen. En van de hare weten wjj al
heel weinig.»
Wordt vervolgd.)