NIEUWE
QagËlaó voor *3Tooró'®nSuiö-éColland.
Socialistische krijgskunde.
AGITE ma won agitate.
No. 2650
Donderdag 15 April 1897
22ste Jaargang.
iÜJJ TËNLAN
Van 16 regels 50 Cents
Elke regel meer7%
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte}
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie 4 Contant.
feuilleton,
Het verlaten kind,
België.
Engeland.
Frankrijk.
Duitschland.
ilRLEMSCHE C0DR4IT.
ABONNEMENT8 PBJ J<3
Pei 8 maanden voor Haarlem. f 1,10
Voor de overige plaatsen in Nederland fr p. p. 1,40
Voor het buitenland 2,80
Aiaonderlgke nummers0,03
Dit blad verschjjnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BOBEiïï: St. Janstraat Haarlem.
PBIJ8 DEK ADVEBTENTEBNJ
c-7*
R e d c t e u r-U i t g e v e r, W. KfiPPBR8.
Les nemen bij den vijand, is een goede
manier van krijgvoerenFas est ab hoste
docori. Het gedrag, de handelwjjze Van
den vjjand zal ons dikwijls leeren, hoe wjj
te handelen, hoe wjj ons te gedragen heb
ben. In de leerschool van den vijand zul
len wjj leeren, wat wjj moeten doen, maar
ook wat wjj moeten laten. Het is vooral
nuttig, met aandacht de kunstgrepen te
volgen, waaraan de vijand zich overgeeft
opdat wij hen niet, zonder het zelf te
weten, hulp verleenen. Het spel spelen
van zjjne vijanden is altijd eene slechte
tactiek. Indien wjj goed willen geïnspireerd
worden, moeten wjj doen, wat de vijand
wenscht dat wjj niet zullen doenmoeten
wjj nimmer doen, wat hij wenscht dat wjj
wel zullen doen. Door middel van dezen
grondregel der wijsheid, zal onze wjjze
van strjjdvoeren heel zelden in gebreke
bljjven.
Wjj hebben een heeten strijd te voeren
met het socialisme, om de werkende klasse
te veroveren De veldslag is vr.n het hoogste
belang en beslissend; want nu de werklie
den voor een groot deel het stemrecht
hebben verkregen, nu behoort de toekomst
alleen aan die partij, het vertrouwen
des volks zal hebben weten te winnen.
Welnu, voornamelijk in dezen strjjd moeten
de woorden en daden van onze tegenstan
ders voor ons kostbare lessen zjjn.
Het socialisme doet zjjne aanwervingen
uitsluitend in de arbeiderswereldhet
onderhoudt innige en onafgebroken be
trekkingen met den werkman het onder
zoekt de gedachten, de strevingen, de ver
langens van den werkman; het weet, aan
welk koord het trekken moet om invloed
uit te oefenen op de volksmassa, om de
volksmenigte los te maken van ons en ze
aan zijn banier te verbinden. Onder dit op
zicht geeft het socialisme blijk van een
tact en bekwaamheid, die onmogeijjk mis
kend kunnen worden. Het hart van den
proletariër heeft voor het socialisme geen
enkel geheim. Het socialisme heeft de diepste
plooien en schuilhoeken van dat hart be
studeerd.
Wanneer het socialisme tot zjjne aan
hangers spreekt, dan dicht het ons be
paalde uitdrukkingen en bedoelingen toe;
want het is er vast van overtuigd, dat die
door L. e. O.
16 {Vervolg.)
Voor een wagen had de waard moeten zorgen,
want de gendarme had haar geen oogenblik
verlaten. „Zij is zoo glad «la een aal,» voegde hij
er bij, //zij waa hem bijna onder de handen
weggevlucht."
//Is zij nog jong?// vroeg de pastoor.
//Mijne vrouw zegt jamaar mij kwam zjj
wel wat bejaarder voor,// antwoordde de her
bergier.
//Ik zou ze trouwens niet meer herkend heb
ben, sedert zij de vorige maal hier geweest is.
Dat is toch zoo lang nog Diet geleden. Nu,
eerwaarde, n hier keek hij om, of zjjn neef,
de koetsier van Sierenberg ook in de nabijheid
was, die hem niet mocht hooren.
„Wat sta je daar te luisteren?// beet hij
Flits toe, //zeg aan den molenaar, dat de vrouw
gevonden is en daarmee uit, meer weet ik
ook niet.//
//Maar, mjjn beste,// zeide de pastoor, toen
Frits zich verwjjderd had, //gjj houdt het dus
voor eene onomstooteljjke waarheid dat deze
vrouw de moeder is van het kind, waarvan de
afkomst tot nu toe verborgen was.?'
//Dat heb ik niet gezegd, eerwaarde, en dat
kan ik ook niet zeggen. Dat zij het kind hier
heen gebracht heett, staat echter vast. Toen zjj
den eersten keer in deze streek kwam, en dat
uitdrukkingen en bedoelingen in staat zul
len zjjn om de sympathie van het volk
aan ons te benemen. Hier hebben wjj een
barometer, die altijd precies wjjst.
Wij moeten alzoo de zaken van het so
cialisme niet in de hand werken. Dit zou
erg onnoozel zijn. Nemen wjj als regel aan,
van nooit aan onze partij het program en
de bjjzondere oriëntatie te geven, welke het
socialisme ons toekent. Door op eene an
dere wijze te handelen, zouden wij in de
kaarten spelen van het socialisme.
En wanneer het ons denkbeelden of
handelingen toedicht, die niet le onze zjjn,
laten wjj dan met de grootste zorg trach
ten de waarheid aan den dag te brengen,
door onze woorden en door ons gedrag
aantoouen, dat men misbruik maakt van
de goede trouw van het publiek.
Het is eene welbekende waarheid, die
door de ondervinding van bijna eiken dag
duideljjker wordt bewezen, dat de vijanden
der goede orde, ten einde hunne misdadige
doeleinden te bereiken, n.l. de verstoring
van de goede orde, zich van allerlei mis
dadige middelen plegen te bedienen; en
onder die velerhande misdadige middelen
ter bereiking van misdadige doeleinden,
speelt de leugen allerminst de kleinste rol;
wij zouden bijna wel durven zeggenhier
speelt de leugen verreweg de grootste rol.
De vijanden der goede orde, echte volge
lingen van den goddeloozen Voltaire,
zjj kennen terdege de noodlottige macht
spreuk van hun voorvader. Die macht
spreuk luidtLieg er maar dapper op los,
er bljjft altoo3 iets van hangen. En ge
dachtig aan deze doemwaardige woorden,
en overtuigd door de ondervinding, dat
de belofte, in deze vervloekte woorden
vervat, niet onvervuld blijft, handelen zij
in den geduchten strijd des levens ook
volgens het eerste lid dezer machtspreuk
Zij liegen er dapper op losAan de be
vorderaars, aan de handhavers der goede
orde dichten zij op leugenachtige en be-
driegelijke wijze allerlei slechte oogmerken
en bedoelingen toe, ten einde aldus de
sympathie des volks te ontvreemden aan
de ordelievende leiders der maatschappij
en voor zich die sympathie des volks te
winnen. Het komt volstrekt niet tot leve
ren van bewijzen: want dit kunnen de
volksmisleiders niet. Zij rekenen op de
goedgeloovigheid der menigte; en het is
van ouds bekend reeds de heidensche
is ook de eenige maal dat zjj zich bjj mij heeft
laten zien, heeft zij mijne vrouw langs omwegen
ondervraagd over den molenaar en zjjne vrouw
en daarna heeft zij bitter geweend. Toen is zij
begonnen te spreken over de freule van Sieren
berg van alles door elkander mijne vrouw
heeft dat alles niet goed onthouden, en ik heb
haar verboden er over te spreken."
"Zoo, zeker allerlei insinuatie'» ik meen,
allerlei onbewezen beschuldigingen en achter
klap
//Ja, als ik dat duidelijk moest maken, dan
zou ik het zelf niet wetenw antwoordde de waard.
Mijne vrouw meent, dat het er zoo wat op neer
komt, dat, als alles volgens recht ging, de freule
als bedelares door het land zoude moeten zwer
ven en dat zij, de landloopster, den mond maar
had open te doen om haar in het ongeluk te
storten.
"Heel verstandig gehandeld.dat gij die boos
aardige uitdrukkingen, maar voor u behouden
hebt,// antwoordde de priester. „Zwijg er ook
maar verder over, indien gij u niet wilt plich-
tig maken aan het verspreiden van laster.,, Hij
keek naar de klok en ging naar het postkantoor
om zich te laten inschrijven.
Ook Godfried kwam weder te voorsehijn met
dezelfde bedoeling voor Frits Kroos. Hij keek
echter te vergeefs naar hen om. //De jongen is
zoo vlug als haarpoeier bromde hij en riep
hem bjj den naam. //Wal moet jjj dan met hem
aanvangen,// vroeg de waard.
//Hem op weghelpen, wat anders antwoord
de Godfried lachend en herhaalde zijn roepen.
Maar Frits liet zich niet zien. De waard vroeg
Grieksche redenaar Demosthenes heeft
er in het grijze verleden op gewezen
dat men spoediger geneigd is het kwade
zij het dan ook werkeljjk bestaande of
slechts bestaande in de verbeelding van
den kwaadspreker te gelooven, dan het
goede in den evenmensch.
Wanneer nu de tegenpartij op schitte
rende wijze het bewijs levert, dat het
opgedischte niets anders is dan leugen en
bedrog, wat is dan het gevolg? Een
gedeelte van hen, die het leugenbericht
gehoord hebben, verneemt ook het tegen
bericht en de tegenbewijzen; wij zullen
maar veronderstellen in het gunstige ge
val, dat zij de tegenbewijzen ook werke
lijk aannemen. Maar het andere gedeelte
van hen. die het leugenbericht vernomen
hebben, zal niets hooren van de tegen
bewijzen en zóó inderdaad blijft er veel,
zeer veel van de uitgestrooide leugens
hangen.
Hier alzoo zien wij, dat de leugen, hoe
ook achterhaald door de waarheid, steeds
verderfelijke gevolgen na zich sleept. Hier
van zijn de leugenaars ook ten volle over
tuigd en ziedaar, waarom zjj het wapen
der leugen, zoo behendig hanteeren.
In de Belgische Kamer heeft de Minis
ter van Binnenlandscbe Zaken de heer
Schollaert verklaard, dat hjj geen socia
list tot burgemeester zal benoemen. De
socialisten, zeide hy, beschouwen den eed
van trouw aan Koning en Vaderland als
niet te bestaan, zij hebben zich buiten de
wet gesteld. De burgemeesters vertegen
woordigen niet alleen de meerderheid der
kiezers van hun gemeente, ziji zijn ook de
gedelegeerden des konings, het hoofd der
politie! Hoe kan men zulke bevoegdhe
den toevertrouwen aan aanhangers van de
roode vlag?
Het Engelsch blad de Daily Chronicle
schrijft naar aanleiding van liet jongste
sarrende optreden van sommige Britsche
Ministers in de Transvaalsche Zaken het
volgende
«De Engelsche Regeering vindt het blijk
baar onnoodig de Zuid-Afrikaansche Re-
verder en hoorde nu dat freule van Sprangen
den jongen op de post had laten brengen, wat
hem nog al zonderling toescheen.
//Hg is hier niet meer," verzekerde hg zjjn
neef, toen deze een poosje naar Flits had ge
zocht. //Hij is weggeloopen om het bericht van
de gevangenneming der vrouw naar den Bosch
molen te brengen. Die komt vandaag niet meer
terug, zeg dat maar aa* de freule Het zal toch
wel zoo'n haast niet doen, om hem weg te zen
den. Morgen komt er weer een post!"
Het was al laat in den avond toen freule
van Sprangen de boodschap kreeg, dat haar
koetsier eindelijk teruggekeerd was. Zjj liet hem
dadeljjk bjj zieh ontbieden en vroeg hem ge
streng, waarom hij zoo laat was weggebleven.
Deze verontschuldigde zich met te zeggen, dat
hjj had moeten wachten, of Frits, die wegge
loopen was, weder terug zoude komen.
//Weggeloopen?// riep de dame verstoord.
„En men heeft hem niet terug kunnen vinden?
Nu, dan trek ik ook mjjne hand van hem
terug."
//Ja, freule, die jongen is niet te helpen."
zeide Godfried. //Gisteren heeft men ook de
vrouw gevangen, aan wie het kind in de Bosch
molen toebehoort.//
De ireule keek op. Een ander, die niet min-
ongevoelig was, dan de plompe Godfried, zoude
den lichtstraal bemerkt hebben, die uit hare
oogen schoot. De waard van Sleeuwjjk vertelde
het," vervolgde kalm de koetsier, //en wjj dach
ten allen, dat Frits naar den Boschmolen zoude
geloopen zijn, om het nieuws te vertellen. Ik
wachtte nog wat, de postwagen was al lang
publiek langer onpartijdig, laat «taan
welwillend, te bejegenen. Zij klaagt voort
durend over schendingen van de Londen-
sche Conventie, maar gaat tevens voort
met zich te mengen in de Binnenlandsche
Zaken van de Republiek, hoewel dit door
die Conventie wordt verboden.
«Onze houding tegenover de Boeren
staat inderdaad gelijk met eene bedreiging
van hun onafhankelijkheid, en de Boeren
zien dat in. Wij zijn aan den vooravond
van een zeer groot onheil.»
De Chronicle waarschuwt de Engelsche
Regeering voor een oorlog met de Boeren.
In de Fransche Kamer van Afgevaar
digden is de oud-Minister Rouvier on
derhanden genomen. Hij werd beschuldigd
van Panamistery en 50.000 franks te heb
ben aangenomen.
De heer Rouvier was brutaal genoeg
te erkennen, dat het hem niet schelen kon
iets lakenswaardig te hebben verricht, nu
het bewezen is, dat hij die gelden als
Minister, niet voor zjjn profyt, maar ten
voordeele der Fransche Republiek had
aangenomen.
Hij verklaarde, dat hy, toen de geheime
fondsen uitgeput waren, de afdeeling
«Publiciteit» van de Panama-onder
neming aanvaard had alleen om de Repu-
blikeinsche dagbladpers in hare campagne
tegen de Boulangistery te steunen.
Het strekt de Fransche Republiek niet
tot eer mee geknoeid te hebben in de
afschuwwekkende afzetterjj, waardoor fami-
liën in ellende gedompeld zjjn. Geen
wonder dan ook, dat men de Panama-
schurken in der tjjd, zooveel dat kon,
ongemoeid liet rondloopen.
De regeerende Vorst van Reuss Z. D.
Hendrik XXII, heeft Keizer Wilhelm
bij zijn terugkeer uit het Zuiden zijn ver
ontschuldiging aangeboden over de be-
leediging tijdens zijn afwezigheid de Prui
sische vlag te Greiz aangedaan.
De beambte, die het vergryp heeft ge
pleegd, is gestraft en van de hem toever
trouwde post ontheven.
Keizer Wilhelm heeft daarop den Vorst
in een schrjjven zijn dank betuigd en het
incident voor geëindigd verklaard.
voorbijeinueljjk dacht ik, op den grooten om
weg komt het niet aan, als ik de freule maar
de tijding brengen kan, waar hjj gebleven is.
Ik reed dus langs den Boschmolen om, maar
daar is hjj gisteren weggeloopen en heeft er
zich van daag niet laten zien. Mjjnheer de
pastoor was ook te Sleeuwjjk."
Het was freule van Sprangen niet aangenaam,
dat de meienaar en zjjne vrouw vernomen had
den, wat zjj voornemens was geweest met Frits
te doenvoor zjj zelve er met hen over ge
sproken had, het konde verkeerd uitgelegd en
haar kwalijk genomen wordenook dat de
heer pastoor door anderen daarvan kennis kreeg,
was haar niet bjjzonder lief, maar freule
Celestine was niet gewoon te murmereeren over
zaken, waaraan niet te veranderen was, zelfs
niet, wanneer zij geheel alleen zat. Nu nam
bovendien het bericht, dat Godfried maar zoo
losjesweg Leer had geworpen, haar denkvermo
gen geheel in beslag. Hjj moest alles hasrfjjn
vertellen, wat hjj wist en werd toen heenge
zonden.
In den Boschmolen, had het bericht, dat
Godfried daar had achtergelaten, eveneens groote
onrust verwekt en de molenaar was dadeljjk
naar de stad geloopen om inlichtingen in te
winnen. Hjj had daar echter al heel weinig ge
hoord. //Geduld, lieve man," had men hem ge
zegd. //Nu moet alles den wetteljjken loop heb
ben. Eene zoo ingewikkelde zaak kan maar niet
voor de vuist worden afgewikkeld. Ga maar
eens naar den Rechter-commissaris."
{Wordt vervolgd).