NIEUWE
kfèagSlaó voor zSflïooró' Suió-JCollanó.
Kruisigt Hem!
Een onrustige Toestand.
No. 2658
Zaterdag 17 April 1897
22ste Jaargang.
BUITENLAND,
mm
Het verlaten kind,
Turkije.
Oostenrij k-Hongarij e
H tiKlIHSI H E (III RUT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p.
Voor het buitenland
Afzonderlijke nummers
Dit blad verschijnt
dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen.
BB BE A IJ: St. Janstraat Haarlem.
/1,10
c 1,40
«2,80
«0.03
AGHTE MA NON AGITATE.
PRIJS DEB ADVEBTENTIEN.
Van 16 regels50 Cents
Elke regel meer7
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Redacteu r-U itgever, W. KüPPERS.
Die woorden, achttien eeuwen geleden
uitgesproken, worden nog heden herhaald.
Er is in den loop der tijden geen groot-
scher, geen verhevener en geen tragischer
historie afgespeeld, dan de lijdensgeschie
denis van den Zaligmaker der wereld.
De goede Vrjjdag roept ons die won
dervolle en verhevene gebeurtenis in den
geest terug.
Achttien eeuwen zijn verloopen, maar
die achttien eeuwen hebben de eeuwig
jonge geschiedenis van den dood des Za
ligmakers niet doen verouderen.
Jezus, die op aarde rondwandelde en
de tnenachheid met zegeningen eu welda
den overlaadde, was onophoudelijk het
mikpunt geweest van de aanvallen en de
lasteringen door de Pharizeën tegen Hem
geslingerd.
Hoewel er geen schuld was in Hem,
steeg de haat der joden ten toppunt.
De hoogepriesters en de ouderlingen
des volks vergaderden te Jerusalem in 't
paleis van Caïphas, om te overleggen, hoe
ajj Jezus door list zouden vangen en ter
dood verwjjzen.
Judas, een zjjner leerlingen, kwam tot
hen en voor dertig zilverlingen leverde
hp zpn meester over in hun handen.
En toen de nacht was aangebroken,
togen zjj uit om Jezus gevangen te nemen.
Met stokken en zwaarden, alsof hp een
roover was, overvielen zp Hem in den
hof der Olpven.
De trouwe discipelen vluchtten weg van
Hem uit vrees, en de Zaligmaker werd
voor den hoogepriester Caiphas gevoerd,
waar de schriftgeleerden en Pharizeën te
samen waren om hun beschuldigingen te
gen Hem uit te brengen.
En toen begon dat rechtsgeding tegen
den Zoon Gods, dat het grootste gruwel
stuk is, dat ooit door menschen is vol
voerd.
In hun blinden haat schreeuwden de
joden: «Weg met Hem! Kruisigt Hem!»
Zp stelden den misdadiger Barrabas boven
den Godmensch; Pilatus, overtuigd van
de onschuld van Christus, wilde geen deel
hebben aan dat misdadig geding, en ver
kondigde het voor geheel het volk.
Doch de joden schreeuwden om zpn
bloed: «Zijn bload kome over onsen onze
kinderen
FMU1LLMTOM
do or L. e. O.
IS
De opzichter en bewaker van den Toren woon
den in een klein huisje aan den overkant en
verkeerde gewoonlijk met de gevangenen op zeer
vertrouweljjken roet. Frits, aan wien weinig
plaatsen in ue buurt onbekend waren, washier
ook menigmaal geweest en kende de plaatselijke
omstat-digbeden. Ook kende hij den tjjd, waarop
de cipier in den regel aan de gevangenen het
avondeten braeht en nog eens nakeek, of ze er
nog allen waren. Licht kregen zij niet. Toch
moest de bewaker, omdat de gevangenen niet
in het donker konden eten, een- lantaarn mede
brengen en daaraan kon men van buiten zien,
welke cellen bewoond waren. Op al deze om
standigheden had Frits zijn plan gebouwd met
de gevangene vrouw te spreken.
Het werd reeds donker en Frits betrok zjjn
schuilplaats aan den rand van de grachtachter
een dichten struik, die als de nood hem daartoe
dwong evengoed tot nachtverblijf kon dienen
al» de galerie van het Zwitsersche huisje in
het park van Sierenberg; indien bij maar eerst
zijn doel bereikt had. Met het geduld van een jager,
die een edel wild op het spoor is, bekeek hij
het huis tegenover bem, waarvan de vensters
nog steeds donker bleven. Eindelek ging ach
ter een van hen een flauwe lichtstraal op en neder.
De eipier bracht het avondeten. De vrouw
Na de wreedste mishandelingen en den
bittersten spot, werd het doodvonnis vol
trokken en op Kalvarie verrezen drie krui-
seD' ,yaarin misdaad en de onschuld
tegelijkertijd denzelfden dood ondergingen.
Geheel de natuur kwam in opstand
tegen de vreeselpke misdaad die de mensch-
heid volvoerde. Alle krachten werden
bewogen en beroerd en zelfs de dooden
stonden op uit hun graven.
Maar toen de Zaligmaker zpn hoofd
boog en stierf, toen klopten ds joden op
hun borst, en mompelden tot elkander:
«Waarlijk deze was de Zoon Gods.»
Ziedaar de grootsche en treffende ge
beurtenissen, waarvan de Kerk heden de
herinnering viert. Moge die herinnering
in ons hart het geloof versterken, de hoop
doen leven en de liefde vuriger doen ont
branden voor de groote waarheden en ge
heimen van onzen H. Godsdienst, de her
innering aan onze verlossing door het
Kruis.
Over de waarschijnlijkheid en onwaar
schijnlijkheid van een oorlog in het Oosten
wordt elke dag in de Couranten gerede
neerd. Men levert beschouwingen over
den toestand, de gebeurtenissen worden
vermeld en de kleinste bijzonderheden
ontgaan niet aan de activiteit der corres
pondenten.
Men is het er over eens, dat Grieken
land, oorlogzuchtig of niet, in geen geval
de verantwoordelijkheid van een oorlog
wil aanvaarden, en dat Turkije hoogst
voorzichtig is om niet krijgslustig te wor
den genoemd.
Grieken en Turken staan met hun ont
zagwekkende legers tegenover elkander
gereed tot den aanval en van weerskanten
va-sterken zij die legers nog met den dag,
de Grieken om het goed recht der Kre
tenzers voor te staan, de Turken om hun
grondgebied te verdedigen.
De Grieken komen voor de rechten der
Kretenzers op en willen een einde gemaakt
zien aan het wanbestuur op het eiland
Kreta, dat volgens zeden, taal en gewoon
ten der bevolking bij Griekenland be
hoort. Zij hebben troepen naar het eiland
gezonden om aan den wil der bevolking
te voldoen, en zij werden toegejuicht door
had zeker lang werk met eten. Geene enkele
andere cel werd verlicht. zij was dan de
eenige gevangene dezer nacht. Een groot voor
deel voor Frits. Maar wat was die vrouw toen
wel voorgezet geworden, dat zij zoo lang met
het avondmaal bezig bleef? Of had misschien
#de lamme spreeuw,//dat was de scheldnaam
van den cipier bij de straatjongens van het
stadje zich laten verteederen en de vrouw
toegestaan, licht bij zich te houden, omdat zij
te zeer bevreesd was in het donker P Fnts moest
eerst zeker zijn van zijn. zaak, want hij wilde
niet, dat zijn plan zoude mislukken.
Het sloeg zeven uur op de stadsklok, het
licht aan het venster schemerde mat en gelijk
matig door. Ook de knaap kreeg honger. Op
raad van Godfried had hij te Sierenberg wat
brood en vleesch in den zak gestoken, en hij
begon nu te eten met het voornemen tot acht
uur af te wachten, alvorens hij de poging zoude
wagen. Hoe lang viel hem die ure 1 Maar wat
deze knaap eens voorgenomen had, zette hjj door
met al de vastheid van karakter van een vol
wassen manEen goede, eene benijdenswaar
dige eigenschap voor zijn volgend leven.
Eindelijk acht uurt Het licht brandde nog.
Frits stond op, verborg zijn bundeltje dat hjj
in Sleeuwijk niet had laten liggen, sloop als
een marter door de gracht en klom aan den
anderen kant in een vlierboom, dien hij reeds
lang tot dat doel had uitgekozen. Klom hjj
daarin zoo ver als de breekbare takken het
veroorloofden, dan kon hij nog wel niet door
het venster kjjken, dat verlicht was, maar hjj
kon toch door een zacht roepen of flniten de
het volk, als helpers in den nood. De
jaloezie der Europeesohe Mogendheden
heeft het werk der Grieken op Kreta be
dorven. De Zes Europeesche Mogendheden
hebben in het Oosten een gespannen toe
stand in het leven geroepen, zonder dat
omtrent het lot der Kretenzers iets is
beslist, zonder dat de gewetenlooze Turk
tot zijn plicht is gebracht. Iu plaats van
den vrede te brengen, hebben de Mogend
heden een toestand geschapen, die een
oorlog brengen kan waarvan de ellende
niet is te overzien.
De zes Mogendheden Oostenrijk, Duitsch-
land, Frankrijk, Engeland, Rusland en
Italië, hebben zich vastgewerkt in hun
onderlinge afgunst over het verdeelen der
Turksche nalatenschap. Zij hebben met al
hun moderne humaniteitsbegrippen niets
uitgeroerd, om hun machtsvertoon hebben
de Grieken en de Kretenzers gelachen.
Ten einde raad hebben de Mogendhe
den de volgende nota aan Griekenland ge
zonden: «wij laten u geheel vrij in het
oorlog voeren met Turkije, doch zullen in
geen geval toestaan of erkennen eene
uitbreiding van grondgedied noch van
uwe zijde, noch van die van Turkijeook
behoeft geen uwer op onzen steun te re
kenen.»
Nu mogen de Grieken en Turken aan
het vechten gaan, bloed en tranen mogen
gestort worden, maar het lot van het eiland
Kreta wordt niet beslist.
Wat hebben de Mogendheden iu bet
belang van den vrede in het Oosten uit
gevoerd? Letterljjk niets. Zij hebben dui
zenden Christenen laten uitplunderen en
vermoorden, Zij [hebben de Grieksche en
Turksche legers tegenover elkaar geplaatst
en nu hebben zij in de aan Griekenland
gezonden nota die legers ten aanzien van
geheel de wereld losgelaten om elkaar te
verpletteren. En dau noemen zich zulke
grootheden, handhavers van den Euro-
peeschen vrede!
Volgens de nota der Mogendheden is
het den Grieken en Turken geoorloofd den
oorlog te beginnen. Er is dus geen sprake
meer van eene vreedzame oplossing.
De kalmte die m de laatste dagen te
Athene heerschte, is verdwenen, de oorlogs-
drukte is ingetreden, duizenden vrijwilligers
melden zich aan, want men is overtuigd
dat de oorlog binnen enkele dagen zal
uitbarsten.
gevangene voor de traliën roepen en zich haar
verstaanbaar maken.
Klimmen was zijn lust en zijn leven, de mo
lenaar had dikwjjls naar zijne halsbrekende
toeren staan kijken. In een oogenblik bad hij
de hoogste takken bereiktwaarop hjj zich
durfde wagen. Met een afgebroken tak hahij
tegen het tralievenster kunnen werpen. Maar hij
had een ander middel bedacht, dat veel zeker
der zoude werken en de gevangene zelfs uit
deu diepsten slaap zoude gewekt hebben.
Tot de vele brood looze kunsten, zooals de
molenaar ze noemde, die de knaap zich eigen
gemaakt had, behoorde ook het sprekend na
bootsen van dierengeluiden en ook van men-
«ohenstemmen. Dikwijls had hij daardoor de
menschen in den molen wakker gemaakt of ze
tegen elkander in het harnas gejaagd. Heden
zoude die kunst hem hare diensten bewjjzen.
Hij lachte stil tevreden. En toen klonk het
tusschen de fluisterende twijgen van deu vlier
boom met de zoetste kinderstem naar het ge
traliede venster omhoog: //moederI/'
Hij meende, een geruisch te hebben gehoord;
hij luisterde met ingehouden adem. Alle» bleef
stil, sleehts de avondwind ruiscbte door de half
ontbladerde takken. Toen liet hij den betoove-
renden naam nog eenmaal van zijne lippen
vallen en besefte volstrekt niet, hoeveel wreedheid
er lag in dat roepen; nog inniger, dan den
eersten keer, zoo als hij hem vaak van de lip
pen van zijn lief //popje// had gehoord: moedert//
Daarboven hoorde hjj een zwaren val, als van
eene tafel of een stoel, die omvergeworpen
wordt. En 'een oogenblik later daar aan hef
Koning George van Griekenland heeft
bevolen, dat met den meesten spoed nog
een nieuw regiment infanterie en een regi
ment genie-soldaten zal gevormd worden.
Een reporter heeft prins George, be
velhebber der Grieksehe vloot gevraagd,
wat hij dacht te doen. De Prins ant
woordde: «Ik zal doen wat Koning en
Yolk van mij verlangen.»
De Grieksche prinsessen Sophie en
Marie hebben te kennen gegeven, dat zij
naar Volo zullen vertrekken om persoon
lijk het bestuur over de ambulances op
zich te nemen.
De Sultan heeft zijne keurtroepen, de
bataljons Albaneezen, naar de grens van
Thessalië gezonden Deze keurbende wordt
geroemd om hun gehardheid en de zeker
heid van hun schot. De uniform der
Albaneezen gelijkt veel op de uniform der
infanteriein plaats van de roode pet,
dragen zjj een witte vilten muts, een z.g.
lebda, zonder kwasten. Bp hun vertrek
naar de grens barstten zij los ia een
donderend «Padischahira-tschock jaschah
wat voor de Albaneezen een groote uiting
van geestdrift is.
Gisteren hebben de Turksche Mi
nisters een slapeloozen nacht doorgebracht.
Den geheelen Bacht hebben ze met den
Sultan in hun midden beraadslaagd, zonder
tot een resultaat te zijn gekomen. De
Sultan zelf besluit elk oogenblik iets
anders.
Bij de komst van Jen Duitsehen Keizer
te Weenen zullen keizer Frans Jozef
en alle Aartshertogen den hoogen bezoe
ker ontvangen aan het station; de Duit-
«che en Oostenrijksche vlaggen zullen op
het Burgpaleis geheschen worden.
Om zes uur des avonds van den dag
der aankomst heeft een diner plaats, ter-
wjjl des avonds om half acht een bezoek
wordt gebracht aan de Keizerlijke Opera.
Den volgenden morgen wordt eene revue
over de troepen gehouden; te zes uur
groot gala-diner, waar 150 gasten zullen
aanzitten. Te tien uur vertrekt keizer
Wilhelm naar Dresden.
venster 1 Hoe was zjj er bjj gekomen, hoe had
zij het geopend? Eene witte hand blonk door
de traliën, van de maan beschenen en hield ze
krampachtig omsloten. Den knaap sloeg het
hart met wilden slag! O, had hij die vrouw
kunnen helpen, kannen verlossen, de jjzeren
bouten kunnen verbreken. Hoe gaarne had hjj
haar de vrijheid teruggegeven, die hjj zelf zoo
hoog waardeerdeDaar verscheen boven de
hand een hoofd, een menschel ijk aangezicht en
de anders zoo moedige knaap beefde voor zjjn
eigen werk.
//Roept gij mij hoorde hij eene stem zeggen
op een toon, die hem door merg en beenderen
drong. In dit oogenblik had hij geen moed en
ook geene kracht om de moeder te antwoorden.
„Wilt gjj mjj op engelen vleugelen medevoe
ren, naar de plaats, waar geene misdaad meer
is en geen vloek mjj vervolgen kan klonk het
huiveringwekkend door de stilte, Hjj moest
zijn moed te samen nemen en antwoorden.
//Uw kind is hier niet# zeide hjj. Eeu door
dringende kreet sneed alle verdere woorden af,
het aangezicht verdween voor het venster
weder hoorde men een val het licht doofde
nit. Frits verschrok; hjj moest gelooven, dat de
vrouw, die zich met inspanning van al hare
krachten tot de hoogte van het veDster opge
werkt Had, naar beneden was gestort. Met ver
achting van alle gevaar klom hjj nog een tak
hooger, maar de tak brak af en slechts zjjne
buitengewone vlugheid redde hem van een ge
vaarlijken val.
Wordt vervolgd.)