NIEUWE 2)ag6laó voor <3tooró~ en uió~cfCo llan De Bisschoppen te Rome. No. &672 Woensdag 5 Mei 1897, 22ste Jaargang I BUITENLAND. /1,10 «1,40 «2,80 «0.03 Het verlaten kind, Frankrijk. Duitschland. Bulgarije. België. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het buitenland Afzonderlijke nummers "Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIBN. Van 1—6 regels50 Cent» Elke regel meer7J/s Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant. Redaeteur-Uitgever, W. KAPPERS, Nu de Aartsbisschop van Utrecht en de Bisschop van Haarlem in Rome zijn en ook de andere drie Bisschoppen van Nederland zich vermoedelijk binnenkort gereed maken naar de Eeuwige Stad te reizen, zoodat in den loop van dit jaar het geheel Hoog waardig Episcopaat van Nederland voor Z. H. den Paus zal verschijnen, geeft de geleerde priester D r. G. Brom zonder eenigen opsmuk in sHet Centrumenkele wetenswaardigheden omtrent deze bisschop pelijke, officiëele verplichte reis. De zoogenaamde evisitatio ad Limina Apostolorum* beteekent hier letterljjk: be zoek der kerken van de twee Apostelvorsten Petrus en Paulus. Oorspronkelijk beteekent het woord limen wel: drempel. Maar vol gens het Glotwrium van Ducange is het in dezen samenhang eensluidend met: eccle sia of kerk. Ja ook bij antieke, beidensche schrjjver» komt het meervoudlimina voor in de beteekenis vantempel. Van oudsher waren de Bisschoppen gewoon, nu en dan een bezoek te brengen aar. de zetelstad der Pausen. Wanneer dienaangaande zekere verplichting ontstond, is niet met nauwkeurigheid aan te duiden. Waarschjjnljjk was het veeleer een vrome gewoonte, die slechts door den H. Stoel werd aangemoedigd, dan een strikte ver plichting, totdat Paus GregoriusIX(1227- 1241) een positief voorschrift gaf. Deze Paus bepaalde, dat voortaau iedere te con- sacreeren Bisschop zich door een eed zou verplichten, om op gezette termijnen zjjn opwachting te komen maken bij den Apos- tólischen Stoel. Die termijnen waren echter verschillend al naar gelang van den afstand, waarop een Bisschop zich van Rome verwijderd bevond. Onze oude Bisschoppen van Utrecht verplichtten zich in de 13e eeuw, om iedere twee jaar Rome te gaan bezoeken, hetzjj in eigen persoon, hetzjj door een opzette lijk afgevaardigden «procurator». Tijdens «de Avignoneesche ballingschap», toen de Pauseljjke Stoel tijdeljjk van Rome naar Avignon was overgeplaatst (1309 1378), was het in laatstgenoemd stadje, dat onze Utrechtsche kerkvorsten telken jare hunne tvisitatio ad Liminaplachten te volbrengen. Want deze beteekent, in overdrachteljjken zin en practisch genomen, het bezoek der FEUILLETON door L. e. O. 3 3. //Maar, tante Celestine, hebt gij dat alles ge weten riep Wikold uit. //Of heelt men u dat nu eerst ontdekt «Ik zal het u zeggen. Op den avond voor dat het kind in het woud gevonden werd, had eene vreemde vrouw hier om eene aalmoes gevraagd en had een brief voor mij achter gelaten, om dat ik niet tehuis was.,/ „In dezen brief, in wonderlijke uitdrukkingen geschreven, ik zal hem u laten lezen,werd ik opgeroepen om bij' het aanbreken van den dag in het bosch bjj de ruïne te komen, waar ik een schat vinden zoude. De brief droeg de on miskenbare teekenen van door een krankzinnige geschreven te zijn en zoude mij niet bewogen hebben, aan de opvordering gevolg te geven, als er niet het onderschrift had ondergestaan. //Het geldt een menschenleven //Gjj weet, dat ik op dien morgen in het bosch den jongen van den //Boschmolen// met het kind ontmoette. Ik koesterde toen nog niet de gedachte aan die vrouw, want zij was bjj het kasteel niet met het kind gezien geworden en daarom kon ik niet besluiten het kind mede te nemen. Deed ik echter niets in het openbaar voor het kind, zoo deed ik het toch in het geheim. Ik overlegde mat den heer passtoor en deponeerde bjj zjjn Eerwaarde eena voldoende som gelds om alle plaats, waar de H. Stoel tijdelijk geves tigd is. Nieuwe en thans nog geldende voorschrif ten op dit stuk werden gemaakt door Paus Sixtus V, in zijn bulleRomanus Pontifex, gedateerd 21 December 1585. Volgens het Pontificale Romanum moet een Bisschop vóór zijne consecratie den plechtigen eed van trouw zwereno. a. zich verplichten: «Apostolorum Limina singulis trienniis personaliter per me ipsum visitabo», de kerken der Apostelen zal ik elke drie jaar persoonlijk bezoeken. Deze termijn is nochtans verschillend van duur. Het kerkelijk re.ht is in dit opzicht nauwkeurig omschreven door de boven aangehaalde bulle van Paus Sixtus Y. De cfn'e-jaarlijksche termijn geldt alleen voor de Bisschoppen van Italië. Die om de vier jaar naar Rome behooren te gaan, zijn de Bisschoppen van Frankrjjk, Duitsch- land, Oostenrijk, België en de Nederlanden. Om de vijf jaren rust dezelfde verplich ting op de Bisschoppen van Spanje, Por tugal en Engeland. De Bisschoppen van Amerika eindelpk en in de overige Mis sielanden zijn slechts om de tien jaren daartoe gehouden. Nu het uitgangspunt der meerjarige termjjnen. Veelal gelooft men, dat het uitgangs punt ligt bij de consecratie of bij de aan stelling van den betreffen de a kerkvoogd. Dit is onjuist, zooals blijkt uit het feit, dat Z. D. H. Mgr. Van de Wetering eerst in 1895, nog geen twee jaar geleden, den zetel van St. Willibrord innam. Even min ligt het uitgangspunt bij de oprich ting van den respectieven Bisschopsstoel, wat voor ons land wezen zou het jaar 1853, toen hier de kerkeljjke hiërarchie werd hersteld. Neen, het uitgangspunt is de genoemde bulle van Paus Sixtus V of het jaar van haar uitvaardiging, 1585. Wij tellen nu 1897, hetgeen met het jaar onzes Heeren 1585 een verschil maakt van 312een getal, hetwelk door 4 deelbaar is. Daarom dan ook valt in dit jaar de verplichting, dat al onze vijf Bisschoppen de officieele bedevaart naar Rome moeten volbrengen. Natuurljjk behoudens wettige verhindering en uitdrukkelijk oorlof. Hetzelfde geval doet zich voor iu ieder jaar, dat onmiddel- uitgaven, die vroeg of laat mochten noodig zijn te bestrijden. Het was eene zedelijke verplich ting, die ik gevoelde want bij meer nadenken, kwam ik tot de overtuiging, dat die vrouw mij het kind had toegedacht. Waarom de moeder niet den eenvoudigen weg, in plaats van dat phan- tastisch middel gekozen heeft, was mij in den beginne onbegrijpelijk, maar later, door haar gees tentoestand zeer goed te verklaren. Eene gedachte, waaraan ik echter toen nog geen voet durfde geven, kwam het eerst bij mij op, toen ik eeni gen tijd later het kind weder zag op den mo len en toen eene gelijkenis meende te bespeu ren met de dochter van Paul van Eversberg, welke ik eens in mijn leven had gezien, en wier scbooo gelaat nimmer uit mijn geheugen werd gewischt. Daarbjj kwam, dat die vrouw zich weder in de omstreken begon te vertooneu. Waarschjjn ljjk hierheen gedreven door hare moederljjke liefde, luid sprekende niettegenstaande de duis ternis van haren geest. Ik vernam, dat ze te Schleeuwjjk over mij had gesproken, en gezegd haddat, als alles naar reoht ging, zjj op het kasteel moest wonen in mijne plaats. Nu werd het licht in mjjn ziel en ik begon te bevroe den, dat het de ongelukkige Amona, zóó had Paul zijne dochter genoemd, konde zjjn en ik deed alles wat ik kon, om de ongelukkige op te sporen, maar te vergeefs. Dit vermoeden, dat Sibylla haar kind was, zette ook de overheid aan, haar op te Eporen. Men hoorde uu en dan van haar, omdat zjj de liefdadigheid moest inroepen, maar het ge lukte eerst haar gevangen te nemen, toen zjj voor den derden keer in deze streek verscheen. lyk op een schrikkeljaar volgt. En toevallig is 1897 ook de termjjn, waarop de Bisschoppen van Italië behoo ren op te gaan naar Rome; want 312 is tevens deelbaar door 3. Het zal dit jaar in de Eeuwige Stad dus wemelen van gemijterde hoofden. Ten slotte nog een woord over de vraag waarin bestaat de Visitatio Limina De bulle van Paus Sixtus V geeft hier alweer den maatstaf. Iedere Bisschop, die zijn visitatie verricht, moet lo. een uitvoerig verslag indienen over den hul digen toestand zijner dioces3e («Relatio status»); 2o, zjjn hulde betuigen aan den H. Vader door een persoonljjke audiëntie; 3o. een godvruchtig bezoek brengen aan de eigenlijke e Limina Apostolorumte weten te Sint Pieteiskerk en de basiliek van Sint Paul buiten de muren. Dr. Brom noemt het een verheven schouwspelde ruim vijftienhonderd patri archen, Aartsbisschoppen en Bisschoppen 1 der katholieke Kerk, over den ganschen aardbol verspreid, eerbiedig opgaande naar den Stoel van Petrus, om zich telkens wederom in persoonlijke verbinding te stellen met het levende middenpunt der katholieke eenheid, den Paus! Een voort- j durende vervulling van de opdracht, welke de goddeljjke Stichter der Kerk aan zijn zichtbaren Plaatsbekleeder gedaan heeft, niet aan Petrus alleen eü voor diens levens duur, maar aan alle Pausen, tot aan het einde der eeuwen toe: tConfirma fratres tuos», bevestig Gjj uw medebroeders in het heilig Apostelambt. Te Parijs heeft een zonderling van 64 jaren oud in 24 dagen geen voedsel ge bruikt. Pete rW a r k a u woonde in een dak kamertje en had besloten zich dood te laten verhongeren. Hij antwoordde aan zjjne buren, die nu en dan eens aan de deur klopten, dat hij niet behoefde uit te gaan, omdat hij levensmiddelen genoeg bezat. Feitelijk echter vastte hjj, op het bed liggend, totdat eindelijk de vrouw van den concierge, die zag hoe mager bjj werd, op zekeren morgen, toen- W a r k a u in onmacht viel, den dokter liet halen. Warkau had 24 dagen lang in 't geheel //Geestes- en gemoedsklanken bezitten vaak eene zeldzame lilt en sluwheid,// merkte Van Diependaal op. Men vond geene papieren bij haar en hare bekentenissen, waarop velen met ongeduld wacht ten, werden door den dood voorkomen. Zjj stierf in de gevangenis, waar zij den eersten dag ziek was geworden en onbekend werd zij begra ven. Ook toen nog berustte alles, wat ik over haar en haar kind dacht op vermoedens, tot mjj een brief ik handen kwam, dien de onge lukkige voor hare gevangenneming in een vreem de stad op de post had gedaan.// De tante haalde meerdere papieren te voor- schjjn, koos den bewusten brief en legde de andere voor zich op den lessenaar Wikold las de weinige woorden die in den brief stonden. Zjj luidden: //In goud en rijkdom gevoelloos geworden, hebt gij mijn kind verstooten. Aan dat kind behoort, alles, wat gjj bezit. Ik ben de erfge name mijns vaders, ik, Amona, gravin van Eversberg en ik zal niet rasten, alvorens ik u de geroofde erfenis heb ontrukt voor mijne Armida. Dan zult gij in mijne plaats den bedelstaf opnemen en van huis tot huis gaan en slechts rust vinden in den dood.// Ernstig en zwijgend gaf hij het papier aan zijne tante terug. //Zij was dood, de arme, die in haren waan zin mij dit verwijt toevoegde. God is mijn ge tuige, dat ik het niet heb verdiend en toch trof het mij diep. Ik had echter het recht niet in deze treurige zaak handelend op te treden zonder de toestemming van den ouden graaf geen voedsel tot zich genomen en te grooter waren daarbij zjjn kwellingen ge weest, wijl hij gedurende 20 dagen en nachten achtereen niet had konnen slapen. Nadat eenige artsen hem twee dagen lang hebben behandeld, hoopt men hem in 't leven te houden. De eerste Meidag is in de Fransche Republiek kalm voorbijgegaan. Slechts te Lyon en Carmaux hadden een paar op stootjes plaats. Het grappigste van het geval is, dat de maire van Carmaux, ze kere Calmette reeds des morgens al door de huzaren was gearresteerd wegens eene onhebbelijke toespraak. Men liet de zen burgervader den geheelen dag achter slot en grendel zitten. Keizer Wilhelm heeft zijn Gezant te Konstantinopel een extra-audientie doen aanvragen, om den Sultan wegens het krijgsbeleid zjjner legeraanvoerders geluk te wenschen. Het is bekend geworden, dat officieren uit het Duitsche leger tijdelijk aan Turkije hun diensten verleenen. Men kan, nu dergeljjke zaken aan den dag komen, kwaljjk meer van onzijdigheid spreken. Zaterdag is te Sofia in de vroegte op verschillende plaatsen een revolutionair- anarchistisch opruiend stuk, gedrukt met roode letters, aangeplakt. Onder het stuk stondMacedonisch-socialistisch-revolution- naire partij. De politie scheurde de plak katen af en nam deu aanplakker in hech tenis. Sedert eenigen tijd is de verhouding tusschen koning Leopold en zjjn Minis ter van Oorlog zeer gespannen. Bij be noemingen heeft de Koning herhaaldelijk de namen der door den Minister voorge stelde candidaten geschrapt en er anderen voor in de plaats gesteld. Tot dusver heb ben de betrokken minister» zich daarin geschikt om botsingen te vermjjdeD. Dezer dagen echter moest er een luite nant-generaal worden benoemd. De Minis ter van oorlog ad interim, de heerVan- denpeereboom, tevens minister van van Ever»berg, den grootvader der ongelukkig» doode. Ik noodigde hem uit, hierheen te ko men en deelde hem alles mede. Hjj zag ook Sibylla, maar verbood mjj ten Btrengste iet* te openbaren en zijn geslacht met grootere schande te bedekken. Het kind trouwens had niets te vorderen. De moeder was, het ouderljjk huis ontvlucht en haar vader was geheel geruïneerd gestorven, nadat hij tengevolge van zijn onge- lukkigen hartstocht meer had uitgegeven, dan ooit het zijne zou hebben kunnen zjjn. Ik vroeg on zen braven herder om raad en met zijne goedkeu ring bewaarde ik het geheim, liet Sibylla onder de hoede der eerlijke en brave menschen, waar zjj is en een gelukkiger toekomst misschien te gemoet gaat, dan te midden der pracht en weelde in de wereld, die hare moeder ten verderve voerden. Ook Selmar, die zoo plotseling op het tooneel is verschenen, weet niet, dat ik een bewjjs in han den heb van de geboorte van het kind, dat hjj nu als zjjne doehter komt opeischen. Hjj ver moedt het echter en dreigt mjj een ee 1 te laten afleggen. Daar tegenover heb ik hier eene ge tuigenis over zijn, niet zoo ver verleden, dat hem missschien zoude kunnen bewegen, heen te gaan en den vrede van het ongelukkige meisje niet te verstorenwant komt zjj in haar» vaders handen, dan is zjj diep rampzalig. Deze getuigenis is een brief van Frits. Gjj weet, dat die jongen een degeljjk man geworden is, en in Amerika een flink bestaan heeft gevonden. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 1