No. 2682. Maandag 17 Mei 1897 22ste Jaargang r ïïagBlaó voor €$tooró* en SCuió-otland Vereenigd en toch zelfstandig. BUiTBJN LAND. BUREAU: St. Jansstraat. Haarlem. 50 Cents. Het Gezin van den Dokter. Frankrijk. Engeland. Italië. Prins Albert van Pruisen. De oorlog in het Oosten. ABONNEMENTSPRIJS. Per 3 maanden voor Haarlem.£1,10 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post1,40 Voor het buitenland 2,80 Afzonderlijke nummers 0,03 Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen. Redacteur-Uitgever, W. KÜPPERS. M'-'X: MAÏS TIENDKAT AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DER ADVERTENTIEN. Van 16 regels. Elke regel meer7ll%» Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Con taut. Hoojdagenten voor het BuitenlandCompagnie Génè rale Puhlicitè Etrangère G. L. DAUBEtyCo. J OHN., F.J O NES Succ., Parts 31 his Faubourg Montmarire, De liberalen zijn meesters in de kunst om de zaken scheef voor te stellen. In dien het in hun kraam te pas komt, noemen zij zwart wat wit is, en omge keerd. Het hindert hun niet, of zij anderen daardoor verkeerd beoordeelen of schade toebrengen, indien zjj er slechts voor hun richting munt uit kunnen slaan. Zoo geschiedt het ook thans met de door hen geleverde voorstelling van het zoogenaamde bondgenootschap, dat Katho lieken en anti-revolutionnairen bij de aan staande Kamerverkiezingen hebben aange gaan. Indietf men de liberale bladen moest gelooven, zouden zoowel Katholieken als anti-revolutionnairen bun beginselen hebben opgeofferd met het eenig doel om in Juni de overwinning bp de ver kiezingen te kunnen behalen. En toch is niets minder waar dan dat Geen der twee staatkundige richtingen denkt er aan om op politiek terrein iets te laten vallen van hetgeen door haar met het oog op de belangen vaa het gemeenschappelijk vaderland wenschelijk wordt geacht. De overeenkomst verdient volstrekt niet als een offerfeest van be ginselen beschouwd te worden. De samen werking bij de verkiezingen heeft uit sluitend ten doel den gemeenschappelijken vijand, het liberalisme, te bestrijden, maar overigens blijven katholieken en anti- ïevolutionnairen ieder hun eigenaardig standpunt behouden. Wij achten het niet onnoodig, hierop de aandacht te vestigen. Katholieken en anti-revolutionnairen hebben ieder een scherp omljjnd program. Dat program blijft de richtsnoer, wanneer het geldt in de toekomst de wetgeving en het staats bestuur te leiden en de samenwerking strekt zich dau ook slechts uit tot die punten, waarin beiden hun wenschen zien uitgedrukt. De liberalen stellen het anders voor. Herhaeldeljjk leest men in hun organen, dat de twee «kerkelijke partjjen» zich tjjdeljjk hebben verzoend en het plan hebben om, indien zij bij de verkiezingen overwinuen, eigen beginselen ter wille van het behoud der Staatsmacht, over boord te werpen. Deze voorstelling noemen wjj leugen achtig in de hoogste mate. Om maar iets te noemenKon het duidelijker dan dr. Schaepman te Utrecht deed, worden uitgesproken, dat wij niets met den alge- meenen dienstplicht, die door een deel der anti-revolutionnairen wordt gewenscht, willen te maken hebben? Woordelijk sprak de gevierde redenaar; «Maar dit staat vast, onwrikbaar vast, dat een Re geering, hoe voortreffelijk, hoe e lel, boe christelijk ook, die tot invoering van den persoonlijken of algemeeneu dienstplicht een voorstel zou doen, onmiddellijk, on voorwaardelijk, voor eens en voor goed, het vertrouwen van ons allen verloren zal hebben en op onzen steun niet meer heeft te rekenen.» Slechts zelden wordt op staatkundig gebied zoo stellig, zoo krachtig gespro- FSU1LLBTO N 6 Vervolg Het kon niet anders ot dit gedrag; drukte zijn .«tempel op de stemming der huisgenooten, zoodat het werkelijk een uitkorrst was toen men meermalen luid hoorde bellen, en uit dit b-- kende teeken kon besluiten, dat eindelijk de schrijver aangekomen was. Het maal was reeds afgelooprn, men was echter keuvelend rond de tafel blijven zitten, onderwjjl de keeren een sigaartje rookten. Vollmer was een slank gebouwd man, van ongeveer dertigjarigen leeftijd. Een volle blon de baard en trouwhartige blauwe oogen gaven aan zijn voorkomen iets innemends. Vrooljjk pratend en lachend trad bjj binnen, gaf alle aanwezigen de hand, verzekerde dat hij een vreeselijken honger had en dat het buiten ake lig weer was, waarop hjj met grootea eetlust op de overgebleven spjjzen aanviel. Zjjn jongste schoonzuster gaf natuurlijk baar verwondering te kannen, dat een dichter zulk een hoDger had, doch hjj noemde haar een bakvischje, dat niet voldoende gaar was, en aei dat hjj haar onderwijzer eens zou opzoeken, I opdat deze haar wat strenger zou behandelen. Dat zij nog school moest gaan, beviel Bertha niet en zjj werd bepaald woedend als haar zwager haar met een half spottend, half ern stig gericht vroeg '/Deelt de onderwjjzer nog klappen uit, Bertha ken. Is dit dan i.iet het duidelijkste bewijs, dat wij er niet aan denken om iets van onze beginselen op te offeren ter wille van de samenwerking met eene andere partij, die wel in vele opzidhten met ons kan samengaan, maar toch ook beginselen heeft, welke niet de onze zijn Trouwens, de literalen behoeven niet bevreesd te zijn voor een te innige samen smelting der «clericale» richtingen. Daar zal Dr. Kuyper wel voor zorgen. Hij laat toch geen gelegenheid voorbijgaan om zijn geïsoleerd standpunt te doen uit komen, zelfs i die mate, dat het voor ons vaak hoogst moeilijk valt om naast hem te strjjden tegen denzelfden vijand. Het is in deze dagen ook een gelief koosd thema in de liberale bladen om alles aan te halen, wat zoowel aan onzen kant als aan dien der anti-revolution nairen gezegd en geschreven is, toen het Kabinet- Mack a y was gevallen. Het spreekt wel van zelf, dat er in die dagen teleur stelling heerschte aan beide zijden en dat zoowel wij als de anti-revolutionnairen toon weder ieder afzonderlijk hun weg gingen. Eu dat zoowel aan den Katho lieken kant als anti-revolutionnairen eene zuivering plaats had door de eigen begin selen weder duidelijk op den voorgrond te brengen, dit behoeft geen verwondering te wekken. Juist deze houding heeft voor thans den weg gebaand. Beide richtingen treden ieder met program van beginselen op, dat sedert is aangevuld naar de eischen van het oogenblik en nu als een richt snoer kan dienen bij de gemeenschappe lijke handelingen der twee prrtijen. En dat deze partpen kunnen samen gaan, behoeft het verwondering te wekken? Hoever het Protestantsch standpunt ook verwijderd is van het Katholiek geloof, beide zien in de liberalen de vijandeu van God, Koningin en Vaderland. Er. wanneer men een ideaal wenscht, waar voor men strijden wil, welk schooner kan men zich dan denken dan dit drievoudig: God, Koningin en Vaderland? Dan reikt men de hand aan ieder, die zich in dien heiligen kamp naast ons plaatst en door de kracht zijner wapens onzen tegenstand versterkt. Dan verdwijnen voor een oogenblik de kleinere geschilpunten, omdat het eene hoogere eenheid is, die ons verbindt en een hooger streven, dat ons vereenigt. En is eenmaal de overwinning behaald, dan hebben wij geene verplichtingen aan onze tijdeljjke bondgeuooten. Wij kunnen dan in vele opzichten samenwerken, ten einde de vruchten der overwinning niet te loor te laten gaan, maar dan is iedere richtiDg vrij om te trachten die wenschen bevredigd te zien, welke voortspruiten uit eigeu beginsel. De liberalen vergeten ook, dat wij sinds 1891 wel wat geleerd hebben. Toen viel het bondgenootschap uiteen, omdat van te voren niet voldoende op den voor groud was gesteld, tot hoever zich de samenwerking van Katholieken en anti- revolutionuairen zou uitstrekken. Het was de schoolstrijd geweest, die ons met de party van dr. Kuyper vereenigde, en De jonge vrouw streek haar man, die nadat zijn eersten honger g stild. was getuakkeljjk achterover leunde, met de hand over het haar, wat bij Bertha natuurlgk een lachbui te voor schijn riep. //Arme man, ge hebt u gewiszeer overspannen?// //Nu, dat gaat nogal Imeende hjj en bedien de zich onderwijl nog vaneen sardie tj //Hoeveel hebt ge wel //Nu, zoo zeven of acht denk ik!// „Maar dat is wel een geheel bedrijf I//zei- de de jonge vrouw ten hoogste verbaasd. //Een bedrijf hoe dat zoo //Nu zeven of acht tooneelen «Onzin, ik bedoel mijn partijen biljard //Wat, hebt ge dan niet zitten werken «Wel neen// Dat is te zeggen in bet koffie huis heb ik nagedacht. Ik kon thuis maar niet in de vereischte stemming komen, en ik dacht, waarvoor zou ik mij dan plagen, dus ging ik uit. Natuurlijk heeft het mij weer heel wat geld gekost, en als ik niet zoo'n mooi idee opge daan had jammer genoeg had ik geen aan- teekenboekje bij mij, zoodat ik het vergeten ben. Nu wat is het? Waarom lacht ge zoo Niet weiuig verbluft over de uitwerking zjjiier woorden keek hij den kring rond en zag slrchts lachende gezichten. Vooral Bertha liet deze gelegenheid niet voorbijgaan om haar dich terlijken zwager den "kastjjdenden onderwijzer// betaald te zetten. De stemming van het gezel schap werd weer vrooljjk, en toen de viouw des huizes punch liet binnenbrengen, zorgde de aardige jonge diehter wel, dat het gezellig bleef. toen deze ten slotte was beslist, ontbrak eene duidelijke formuleering van ieders standpunt, en ontstond in onze partij door toedoen der anti-revolutionnairen twist en tweedracht. Dit zal thans niet meer geschieden. Indien de verkiezingen eens in ons voor deel uitvielen, en een christe'ijke Regee ring optrad, zou zij onmiddellijk aan den arbeid kunnen tijgen om de gemeenschap pelijke wenschen te vervullen. En indien het eens zoover kwam, dat gee.i satnen- werkiug meer mogelijk was, omdat beide richtingen geen gemeenschappelijk belang meer hadden, welnu, dan zouden wij we der ieder hun eigeu weg kunnen gaan, zonder ook maar iets van hun standpunt te hebben prijs gegeven. De liberalen geven dus eene verkeerde voorstelling van ons samengaan met de anti-revolutionnairen, waaneer zij beweren, dat wij er onze zelfstandigheid bjj zouden inboeten. Wij vreezen hiervoor geen oogenblik. Mystificaties van de zijde on zer tijdelijke bondgeuooten duchten wij evenmin. Zij weten het te goed, dat de Katholieken de thans op politiek gebied verworven eenheid te lief hebben en op te hoogen prijs stellen, dan dat zij zullen beproeven om er een aansl g op te doen. Daarom hopen wij, dat alle Katholie ken in den lande getrouw zullen wezen aan het wachtwoord, in de vergadering te Utrecht gegeven en slechts hun stem zullen verleenen aan den candidaat, die door de Kiesvereenigiug als de meest wenschelijke is aangewezen. Geen mooie woorden van liberalen kant mogen hun invloed doen gelden, want slechts een stem kan de beslissendste gevolgen heb ben voor de toekomst van ons vaderland. Wij herhalen daarom de woorden van dr. Schaepman te Utrecht gesproken, dat het onze dure plicht i3 om in den aanstaanden verkiezingsstrijd schouder aan schouder te staan en aaneengesloten den vjjand de overwinning te betwisten. De President der Republiek heeft den Rnssischen Gezant Baron Mohrenheim ontvangen die hem een eigenhandig ge schreven brief van den Czaar kwam brengen. In dezen brief drukt de Keizer van Rusland zijn deelneming uit in de ramp die de stad Parijs beeft getroffen met deze woorden «Mijnheer de President zeer waarde en groote vriend; de Keizerin en ik geven uitdrukking aan de diepe verslagenheid die ons getroffen heeft op het bericht van de vree3elijke ramp van den Weida- digheidsbazar. Gij kent onze gevoelens ten aauzieu van Frankrijk te goed, om niet overtuigd te zijn van onze oprechte en hartelijke deelneming in het ongeluk dat. zoo velen te Parijs in dfepen rouw en wreede smart gedompeld heeft. Wij voelen met ons geheele hart mede bij hetgeen gij persoonlijk moet lijden onder Slechts Adèle en haar aanstaande bleven ernstig, doch ram lette er niet meer op, want: „Verloofden zijn altij 1 zoo zonderling, wij heb ben in dien tijd ook zoo santimentdtl gekeken," meende de blijspeldichter. Juist was Vollmer van plan kaarten te vragen om er eenige kucst- jes mede te doen, toen de officier op zjju hor loge keek. Adèle schrok, //Wilt ge nu reeds heengaan, Erich //Ik moet, ik heb nog werk, dat af moet.// "Ge wilt toch niet's nachts gaan werken //Ja, er schiet voor mij niets andera over!// Het was der bruid opgevallen, dat hij den geheelen avond geen enkel aardig vriendelijk woord, waarmede hij ar ders zoo gul was, tegen haar had gezegd, en zij wist niet wat zjj van hem denken moest, Wuifingen nam tamelijk koel afscheid van al de aanwezigen, die hem voor het eerst niet ongaarne zagen vertrekken. Adèle bad dj gewoonte hem tot aan de trap te begeleiden, wat volgens Bertha altijd een "halfjaar" duur de. Ook heden deed zij zooals gewoonlijk en duisterde onder het voortgaan //Toe Erich zeg mij wat je scheelt, gij hebt iets, dat je j drukt, zeg het mjj toch!// rtulfinaen schudde van neen. „Hebt gij mjj nog even lief als vroeger ,,Nog even lief, ja nog veel liever, gij zijt mjjn alles.// Nog een langen weemoedigen blik, en met de muts diep in de oogen gedrukt, snelde hjj met groote passen de trappen af, en de straat op. zulk eene beproeving. Wij willen u den weerklank zenden van onze sympathie evenzeer als die van geheel Rusland. Vergun mij, mijnheer de President, zeer waarde en groote vriend, opnieuw^ de verzekering te geveu van mijn oprechte vriendschap. Nikolaas.» Do lyst van de Figaro bevat nu reeds 1,054,069.25 franks. Daarvan zijn ongevesi 60,000 frs. uitdrukkelijk be stemd voor de redders, 26,700 frs. voor de familie Jullian en 5,500 frs. voor de familie David, die door de ramp in behoeftige omstandigheden gekomen zijn. De heillooze plek waar de Welda- digheidabazar gestaan heeft, wordt door veel Parijzenaars bezocht. Velen werpen bij hun bezoek bloemen en ruikers over de omheining als een bewijs van piëteit jegens de slachtoffers van den brand. Turkije. De beschaatde natiën van Europa spre ken voortdurend van den zieken man van Turkije, die echter blijk heeft gegeven zijne zaken nog zoo heel slecht niet in orde te hebben. Was het leger van den Sultan niet goed georganiseerd voor den strijd tegen de Grieken gestreden Heb ben de Turken de krijgsgevangenen niet behoorlijk behandeld? Hebben zij de gekwetsten niet verpleegd? Wij zijn volstrekt niet Turksch gezind, maar, waar de Europeesche Mogendheden, door onderlingen naijver den warboel in het Oosten hebben bevorderd, past het hun niet, dat zij zich het air geven van be- sikavers, terwijl zij door een nijdig wan trouwen den oorlog tusschen Griekenland en Turkije uitgelokt en de bevolking van Thessalië en het eiland Kreta in de diepste ellende hebben gedompeld. De Oostersche quaestie is niet op te lossen te Konstantinopel, maar in de Kanselarijefi der Europeesche hoofdsteden. Te Londen is het verschrikkelijk koud, de menschen loopen in winterbleeren bib berend rond als ware het Januari. In vele Engelsche steden heeft het hard gesneeuwd, zeer hevige sneeuwvallen wor den gemeld uit Herfordshire en Perth. Dinsdag-avond vielen er in de laatste plaats hagelsteenen zoo groot als boonen. Die maat geeft nl. de Westminster Gazette op, en al zullen de boonen, waarmede het blad de hagelsteenen vergeleken heeft, wel klein in hun soort zijn geweest, de Engelscken zullen terecht uit hun humeur zijn, nu zij in dezen tijd van het jaar, door hagel en sneeuw worden bezocht. De Engelsche generaal P e r cy F i e 1- ding, een der helden van den Krim- oorlog in het Britsch-Indische leger, is bij Epsom, waar hij de wedrennen ging bijwonen, aan den voet van een heuvel, dien hij wilde beklimmen, terwjjl hij zijn rijtuig had doorgezonden, door roovers aangevallen. De kerels beroofden hem van zijn horloge en portefeuille, sloegen hem en lieten hem bewusteloos liggen. Een half uur later werd hij door eenige Toen Wulfiagen de kamer uit was, sprong de schrijver plotseling op, sloeg zich voor het hoofd en zeide: //Dat h-b ik waarschijnlijk vergeten! Waarom zeide hij het ook niet?// //Wat is het, hebt ge uw idee teruggevonden?// vroeg hem zijn vrouw snel. //Wel neen, maar ik heb groot nieuws. H u-ft Erich niets verteld vroeg hij verwonderd'. //NeeD, maar spreek dan toch,wat weetje?// //Wel dat Wnlfi/gen van zijn commandant de wel niet officieele maar to :h stellige mede- deelitig heeft gekregen, dat hij tot kapitein bevor'erd is.// Allen keken verwonderd op. „Dat kan bijna niet,// zeide eindelijk de dokter ersstig. "Hij zou bet ons immers dade lijk verteld hebben!// //Misschien wil hij het niet zeggen voor het officieel is,// meende Vollmer. „In ieder geval^is het vreemd! Eu hij was zoo stil en verstrooid.// //Is u dat-ook opgevallen, vader?// vroeg Marie. „U moest morgen eeDs bij hem aangaan. „Dat zal ik doen, miar laat ons nu over wat anders praten, en laat vooral Adèle niets merken. Het zou haar sleehts ongerust maken De binnenkomst van het jonge meisje maakte een einde aan het gesprek. De prettige stem ming was echter vervlogen, en veel vroeger dan gewoonlijk, vei wijderde zich het jonge echt paar, dat tegen de gewoonte in, zeer ernstig keek. II Wuifingen was den volgenden dag juist van dienst thuis gekomen, en had het zieh reeds voorbijgangers gevonden. Hij heeft ern stige inwendige kneuzingen bekomen. Die roofaanval werd op klaarlichten dag, op honderd meter afstand van een drukbezochten weg, gepleegd. Te Palermo is het lijk van deD Hertog van Auraale dat naar Frankrijk wordt overgebracht op hoogst indrukwekkende wijze uitgeleide gedaan. Het geheele gar nizoen was onder de wapenen, en eene groote volksmenigte deed op ondubbel zinnige wijze van hare deelneming blijken. De Italiaansche Regeering werd vertegen woordigd door dsn minister Codronchi, en van d6 familie waren aanwezig de Hertog van Orleans, de Hertog van Chartres en de Prins van Alcanta ra. De stedelijke overheid en het officiers corps gingen mede in den stoet, die het overschot (op een door zes paarden ge trokken kanon-affuit geplaatst) eerst naar de St. Jozefskerk bracht, waar een zeer plechtige lijkdienst werd gehouden, en vervolgens naar het station, vanwaar het met een extra-trein naar Frankrijk werd overgebracht. Prins Albert van Pruisen, Hegent van Brunswijk, heeft Zaterdag zijn zestigsten ver jaardag en tevens zijn 50-jarig dienstjubileum gevierd. De Prins is, zooals men weet, een kleinzoon van koning Friedrich Wilhelm III, een zoon van den in 1872 overleden Prins Al bre ebt en van prinses Marianne der Nederlanden. Volgens de gewoonte van het Pruisische koningshuis kreeg de jonge Prins reeds op zijn tiende jaar zijn aanstelling als tweede luitenant bij het eerste garde-regiment. Van 1855 tot '57 studeerde hjj te Bonn, in 1859 werd hg tot ritmeester bjj de gardedra gonders benoemd, in 1860 tot majoor, in 1861 op 24-jarigen leeftijd, bekleedde hij reeds den rang van kolonel. Achtereenvolgens nam Pri is Albert deel aan de veldtochten tegen Dene marken, Oostenrijk en Frankrijk. Hij kwam o. a. in het vuur bjj' Skalitz, Königgratz, bjj Bapaume, Sedan, de Hallue, St. Quentin en voor Parijs. Tot luitenant- generaal bevorderd in 1870, tot divisie-generaal in 1871, vestigde de Prins zich in dat jaar te Hannover, als commandant van de 20e divi sie in 1874 volgde zjjn benoeming tot com mandant van het 10e legerkorps, in 1875 werd hjj, nog geen 38 jaar oud, generaal der cava lerie, in 1888 inspecteur-generaal der eerste lege/inspectie. Zgn militaire loopbaan is dus bjjzonder voorspoedig geweest. Sedert 1891 is de Prins ook voorzitter Van de defensie-com missie hjj is voorts - eere-chaf van een Rus sisch en een Oostenrijksch regiment, en sedert 1883 Herrenmeister der Johanniterorde in de baljje Brandenburg. Tot regent van Brunswijk werd hij gekozen op 21 October 1885. Uit het huweljjk van den Prins met Primes Marie van Saksen-Altenburg zjjn drie zoons geboren. Zijn jubileum wordt in alle stilte gevierd de Prins vertoeft sedert een paar dagea in Karlsbad Indien niet spoedig de vrede gesloten wordt en de oorlog wordt voortgezet ziet het er voor een beetje gemakkelijk gemaakt, toen zjjn op passer hem meldde, dat de vader zijner ver loofde hem wenschte te spreken. Haastig sprong hij op van de chaise-longue waarop hjj zich vermoeid had neergevlijd. Wulfiagen bewoonde twoe tamelijk uetjes gemeubileerde vertrekken bij e ne ambtenaarswedawe, dio niet. weinig trotseh was op haar eersten luitenant. Toen de dokter binnentrad, zag hjj dadelijk aan het verlegene ernstige gezicht, waarmede de officier hem ontving, dat er iets gebeurd was. De doktor ging op de aangeboden stoel zitten, kuchte eens en zeide//Gij zijt waar schijnlijk juist klaar met den dienst, Erich, heb ik je gestoord //Neen, in het geheel niet Een pijnljjke stilte ontstond. Ieder der beide heeren verwachtte, dat de andere spreken zou. „Nu, niets nieuws gebeurd vroeg einde- ljjk de dokter, en zag den tegenover hem zit- tenden man, gespannen aan. Wulfiagen fronste het voorhoofd. Een ant woord scheen hem op de lippen te zweven, doch hij zeide niets. </lk geloof toch wel,// ging de dokter einde- ljjk ongeduldig wordende voort, //dat ge mjj een mededeeling te doen hebt! Ik hoor daar, dat ge tot kapitein bevorderd zijt.'/ //Ik ben het nog niet!„ //Maar het is zoo goed als zeker, uw com mandant heeft het u medegedeeld. Waarom houdt ge zoo iets voor oos geheim, miju zoon?// Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1897 | | pagina 1