N 1
E
HDagBlaó voor cföooró' on Suid-oCollanó.
Terugkeer der Grieken tot de
Katholieke Kerk.
No. 2684
Woensdag 19 Mei 1897.
22ste Jaargang
BUITENLAND.
Het Gezin van den Dokter.
Italië.
België.
IlüttlElSCifl
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem 1,10
Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenlandj> 2,8 0
Afzonderlijke nummers0.03
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels50 Cents
Elke regel meer7'/s s
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Redacteur-Uitgever, W. KüPPERS.
Zooals bekend is, arbeidt paus Leo
XIII met geheel bijzondere zorg en met
grooten ijver aan de terugkeer der Ooster-
scbe volken tot de Katholieke eenheid.
Voornamelijk echter heeft de Opperpriester
der Kerk de bekeering der Grieken op
het oog, omdat van de Grieken de scheu
ring is uitgegaan en men een kwaad al
tijd in den wortel moet aantasten, wil men
het uitroeien.
In Konstantinopel bestond reeds gerui-
men tijd een kleine Grieksche Katholieke
kapel met eene school. Die gemeente is
altijd zeer klein geweest; en om deze ge
meente verder uit te breiden, daarvoor
zouden groote middelen en een grooter,
goed geschoold personeel worden gevorderd.
Maar op eene afgelegen plaats van Eu-
ropeesch Turkije, halverwege van Gallipoli
naar Adrianopel, te Malgara, vertoont zich
in den Iaatsten tijd onder de Grieken eene
groote neiging tot de Roomsche Kerk.
Deze beweging groeit nog steeds aan en
wanneer er bijtijds hulp komt opdagen,
dan kan de Katholieke eenheid aldaar wer
kelijkheid worden.
Om de reden van zulk eene bewegiqg
te kunnen leeren kennen, moet men zich
den tegenwoordigen toestand der Grieken
goed voorstellen. Het Byzantjjnsche Epis
copaat had reeds vóór zijne afscheiding van
Rome het echte kerkelijke merg verloren
door zijne vleiende en onderdanigheid aan
lnerachers vau Konstantinopel, die van den
beginne af gaarne over de Kerk hebben
geregeerd. Dat dit kwaad sedert de af
scheiding van Rome immer i3 verergerd,
is niet te verwonderen; want do tak, die
van den stam gescheiden is, moet lang
zamerhand verdorren. De ellende is echter
door den val van den Byzantjjnschen troon
nog veel erger geworden en tegenwoordig
'is die ellende dermate gestegen, dat het
nauwelijks meer erger worden kan. De
tegenwoordige Grieksche bisschoppen heb
ben hunne studiën meerendeels aan de
protestantsche hoogescholen van Duitsch-
land gedaan en daar natuurlijk menige
dwaling ingezogen en somwjjlerTzelfs schip
breuk geleden in hun geloot; hetgeen hen
echter volstrekt niet schjjnt te verhinderen
om hun ambt uit te oefenen.
FX U1LLXTOFJ
8 Vervolg)
//Maar ik meen toch wel het reoht te hebben
u daarnaar te vragen,// zeide de dokter en keek
hem strak in de oogen.
De officier bloosde en sloeg voor dezen blik
de oogen neer.
//Neem aan, dat ik het verspeeld heb,//bi acht
hjj eindelijk met moeite uit.
//Maar hoe is het mogelijkIk weet niet
hoe ik het mijn dochter zal zeggen. zij
heeft u zoo liet zij zal het niet te boven
komen. zjj beschouwde zich reeds als uwe
echtgenoote
Haastig sprong hij op, de gedachte aan zjjn
kind deed hem beven van toorn, en hoewel
anders de zachtmoedigheid in persoon, had hij
zich op dat oogenblik aan den officier kunnen
vergrijpen.
//Grij bebt. gespeeld, roekeloos gespeeld met
het geluk van mijn kind Gjj hebt u ingedron
gen in een familie, de liefde gewonnen van een
meisje Doch het is beter zoo, dan dat
zij na het huweljjk tot de ontdekking had moe
ten komen, dat gc een speler zjjtl//
Wulflngen zeide niets, maar zag hem zoo
treurig met zijn bruine oogen aan, dat de oude
heer zjjn zelfbeheersching terugkreeg.
//Het^ is goed,/r zeide hjj zacht en stak den
brief bjj zich. //IJ zult inzien, dat het voor bei
de partjjen het beste is, dat u van garnizoens-
Daarbij komt nog de algemeen in zwang
zijnde Simonie. De Patriarch van Konstan
tinopel moet aan de Porte eene hooge
som gelds betalen, om in zijne verkiezing
bevestigd te worden en van den Sultan de
investituur te verkiijgen. Insgelijks be
denke men, dat de steeds aan geldverle
genheid lijdende Turken wel ervoor weten te
zorgen, dat de patriarchale zetel niet te lang
door denzelfden persoon wordt bezet en dat
door eene nieuwe keuze de berooide Staats
kas wederom met nieuwe geldsommen
worde gevuld. De Patriarch, door zijne
verheffing gewoonlijk met zware schulden
beladen, heeft daarom niets spoediger te
doen dan bisschoppen te verplaatsen en,
zoo noodig, te wijden, waarvoor hij telken
male eene flinke som gelds vordert, onge
veer 500 Turksche ponden.
De Bisschoppen volgen natuurlijk het
voorbeeld van hun Patriarch en trachten
zooveel mogelijk af te persen van het
volk; vandaar dat de gewone Grieksche
geestelijkheid, die meestal uit de lagere
klassen voortkomt, en in de grootste on
wetendheid voortleeft, zich in de grootste
ellende bevindt. Rekent men daarbjj, dat
door de Turken aan de Grieksche Patri
archen en aan hunne plaatsbekleeders, de
Bisschoppen, alle macht is gegeven over
hunne geloofs- en stam-genooten, die zelfs
in burgerlijke aangelegenheden van hen
afhankelijk zijn en daarom ook tot in
merg en been worden uitgezogendan
kan men zich ongeveer den toestand voor
stellen, waarin de geloovigen der schisma
tieke Grieksche Kerk zich bevinden. Men
meene nu volstrekt niet, dat wij bij deze
voorstelling ons aan overdrijving schuldig
maken. Üe vrije pers van Griekenland
heeft nog geheel andere zaken aan het
daglicht gebracht.
Evenals de meeste in het Oosten levende
Christenen, streven ook de Grieken naar
verbetering van hun toestand onder stoffe
lijk en geestelijk opzicht, en men kan
zeggen, dat zelfs in Turkije zich vele be
schaafde Grieken bevinden. De heden-
daagsche Grieken hebben volstrekt niet
hunne aloude voortreffelijkheden geheel
en al verloren. Men kan zich derhalve
voorstellen, hoe weinig moreelen invloed
de hierboven geschetste geestelijkheid he
dendaags hebben kan. De werkzaamheid
des Pausen wordt echter niet onachtzaam
gadegeslagen en zelfs in de kringen van
plaats verandert, dai kan bet voorloopig geheim
gehouden worden.
Wuifingen knikte bevestigend en zonder eeni-
gen groet verwijderde zich de dokter. Het was
of hjj zich schaamde zich zoo bloot te hebben
gegeven. Hjj had den brief, die zjjn dochter het
jawoord teruggaf met trotsche minachting moe
ten beantwoorden.
Arm, arm kind! En zjj beminde haar bruide
gom, zooals alleen een jong fijngevoelig meisje
dat kan, dat nog al de illusies der jeugd heeft.
Hoe zal men haar deze tjjding kunnen mede-
deelen, en wie zal deze moeilijke taak op zich
nemen
Deze gedachten doorkruisten het hoofd van
den dokter terwjjl hjj langzaam als een slaap
wandelaar zjjn weg vervolgde. Het viel hem
moeilijk zich staande te houden. Hjj lette niet
eens, waar hij liep, en bemerkte niet, dat tal
van voorbijgangers hem groetten. Werktuigelijk
zette hij den eenen voet voor den anderen, en
overdacht hoe of alles in zijn werk zou gegaan
zjjn. Een man als Wuifingen, waarop allen zou
den gezworen hebben zou zoo lichtzinnig zoo
j gewetenloos gehandeld hebben! Onmogelijk! Maar
wat is tegenwoordig onmogelijk? Ziet men niet
dageljjks nog vele grootere vermogens, zelfs wel
van mannen met huisgezinnen aan den speel-
duivel ten offer brengen, hetzjj op de Beurs, op
de renbaan of aan den speeltafel? En een jong
officier stond aan zooveel verleiding bloot.
Of was alles maar comediespel, een voor
wendsel om op eene gemakkelijke manier zijn
verloving te verbreken. Berouwde het den
knappen, flinken officier nu hjj carrière ging
leeken wordt reeds veelvuldig gesproken
over de mogelijkheid van een terugkeer
tot Rome. En dit is op zich zelf reed3,
vergeleken bij den vroegeren toestand, een
ontzaglijke vooruitgang.
Doch keeren wij tot de beweging naar
hereeniging, die zich in Malgara en om
streken voordoet, terug. Een ijverig Grieksch
katholiek priester, IsaiaPappadopoulo,
sinds verscheidene jaren in genoemd stadje
werkzaam, heeft zich bijna uitsluitend tot
het uitgeschudde gedeelte der Grieksche
kudde, tot het gewone volk gewend. Vree-
selijke vervolging en gevaren heeft hij te
verduren gehad. Tweemalen werd de
woning van den armen missionaris boven
zijn hoofd in brand gestoken en hij verloor
geheel zijne armzalige haveja men heeft
zelfs openlijk hem naar het leven gestaan.
Maar de onversaagde priester is dapper
en onverschrokken op zijn post gebleven.
Thans schijnt zijne standvastigheid te
zullen bekroond worden. Geheele dorpen
hebben zich voor de terugkeer tot de
Roomsche Moederkerk verklaard. Maar
nu helaasontbreekt het aan missionaris
sen van den Griekschen ritus en ook aan
de noodige geldmiddelen om de dringend
noodzakelijke kerken en scholen te bouweD,
om de noodzakelijkste meubelen voor kerk
en school aan te schaffen, om de leer
meesters te bezoldigen enz.
Derhalve ziet men thans de noodzake
lijkheid in van de maatregelen van Z. H.
Leo XIII, die last gegeven heeft om
Grieksche kapellen, scholen en seminariëu
te stichten, ten einde in de behoefte aan
Grieksche priesters en leermeesters, welke
behoefte zich na korteren of langeren tijd
zal voordoen, te kunnen voorzien. De
kweekelingen van het heiligdom, welke
in het seminarie naast de onlangs inge
wijde Grieksch-katholieke kerk in Kum-
kapu worden opgenomen, zijn allen katho
liek, weliswaar van Grieksche afkomst,
maar uit den Latijnschen ritus tot den
Griekschen ritus overgegaan.
Wanneer aldus langzamerhand een ijve
rige, vrome en wetenschappelijk gevormde
geestelijkheid zal zijn samengesteld, dan
behoeft bet Grieksche' volk niet langer
meer zjjne verdrukkers te volgen, die aan
dat volk in stede van het brood des god-
delijken woords en van zegenrijke zorg
den steen van gierige hebzucht en onmee-
doogendheid voorhouden.
maken zijn naam en hand zoo gemakkelijk ver
geven te hebben.
Adèle bezat niets dan een middelmatige buid-
schat, als het moest kon haar de dokter, doch
slechts met behulp van veel opofferingen, jaar
lijks een kleine toelage geven, doch meer kon
hjj niet doen. Hij moest reeds veel meer dan
hem lief was, zijn oudste dochter Marie bij
springen.
Misschien was Wuifingen van meening ver
anderd en wilde liij liever een rijk meisje trou
wen. Behalve zijn innemend voorkomen toch,
droeg bij een ouden geëerden naam, wat dikwijls
bij een huwelijk heel wat gewicht in de schaal
werpt. Doch dit zou men nu heelemaal niet
van hem gedacht hebben, maar wie had dan
kunnen denken, dat hij zijn vermogen verspe
len zou
Het was te veel voor zjjn oude hersenen Hjj
moest er met iemand over spreken en hij be
dacht ook reeds met wie hij dit doen zou. Met
moeite sleepte hij zich door de straten der oude
stille stad voort, tot hij eindelijk stilhield voor
een huis, dat er uitzag alsof net reeds eenige
eeuwen over zich had zien heengaan. Hij be
klom een breede ruime trap en klopte op de
tweede verdieping aan een deur, waarop een
eenvoudig plaatje was aangebracht dat den naam
droeg //Dahlen/,.
//Is mijnheer Dahlen thuis
//Voor u wel, heer Dokter.//
Zjj liet hem door een portaaltje in een kamer,
die zeer eenvoudig volgens de hedendaagsche
begrippen, zelfs sober gemeubileerd was. Een
oude man zat in een grooten leunstoelvoor het
Een gevaarlijk dorp mag wel genoemd
worden het plaatsje Artena. Van 1879
tot 1886 werden daar vier burgemeesters
op klaarlichten dag op de Markt dood
geschoten.
In eene studie door prof. S i g h e 1 e
over misdaden in Italië blijkt dat in Artena
vijfmaal meer diefstallen, zesmaal meer
moordaanslagen, zevenmaal meer moorden
en negen-en-dertigraaal meer rooverijen
plaats hebben dan in eenige andere stad
van Italië. Prof. Sighele maakte een
uitstapje naar die interressante plaats en
bleef er eenige dagen. Hij zegt, dat zij
allerscbilderachiigst op een hoogte in de
nabijheid van Velletri gelegen is; maar
hij voegt er bij, dat er van elke familie,
die er woont, een is, die wegens misdaad
in de gevangenis zit. De bevolking, bij
welke nog bloedwraak in zwang is, staat
onder streng toezicht der politie. Bij de
politie vernam S i g h e 1 e, dat vele families,
uit drie en vier personen bestaande, wegens
moord en roof veroordeeld zijn.
Een tijdgenoot placht te zeggen, dat hij
de bewoners van Artena tot elke misdaad
in staat achtte.
In de Belgische Kamer heeft de heer
Coremans, eene krasse anti-militaristi
sche redevoering gehouden om te doen
uitkomen dat het land der Belgen zich te
matigen heeft in zijne krijgsuitgaven.
Hij deed uitkomen wat de vaderlands
liefde van een soldaat beteekent en wees
daarbij op de geschiedenis van doorluchtige
krijgslieden: Con dé en Turenne be
vochten Frankrijk aan 't hoofd van Spaan-
sche troepen! De doorluchtige M o 11 k e, om
zijn krijgsmaasverdiensten te doen gelden,
ging eerst over naar Rusland, vervolgens
naar bet Turkech leger. Eindelijk trad
hij in 't Pruisisch leger, waar hij zich, zoo
als men weet, beroemd maakte.
Liet Dumouriez Frankrijk niet los
om over te loopen naar de legers, die zijn
land bevochten? Het doel van den krijgs
man van beroep is eerst en vooral zjjn
weg te maken.
Hoeveel officieren verlaten niet bet leger,
zoodra zij de kans hebben fortuin te ma-
raam te lezen. Hij knikte den binnenkomende
vriendelijk toe. en wees zwijgend op een stoel,
die dicht bij den zijnen stond, aan welke zwij
gende uitnoodiging door Eromann even zwijgend
voldaaD werd. Men zag op het eerste gezicht
dat deze man zijn woorden niet onnoodig ver
spilde. In zijn scherpgeteekend gelaat stonden
een paar donkere oogen, die u dreigend van
onder de borstelige sneeuwwitte wenkbrauwen
aankeken. De schedel van het overigens fraai
en edel gevormde hoofd was geheel kaal, alleen
aan de zijden kon men nog een kransje bespeuren.
Deze man, waarin de dokter een groot ver
trouwen stelde, leefde Dog slechts enkele jaren
in de stad. Niemand wist wie hij was, en van
waar hij was gekomen. Eenig vermogen moest
hij wel bezitten, want hjj maakte nergens schuld.
Voor de rest leefde hij uiterst eenvoudig met
zijn oude, ook niet vriendelijke huishoudster.
Zijn eenige weelde wareD zijn boeken. Dezeston
den in groote glazen kasten netjes geordend in
zijn werkkamer.
Hjj ging met niemand om, uitgenomen met
Eromann en zijn huisgezin, doch ook deze om-
gaDg was zeer eenzjjdig, want Dahlen ontving
wel bezoeken van den dokter, en zag hem zeer
gaarne komen, doch bracht hem nooit een tegen
bezoek. Men nam dit echter den ouden zonder
ling, wiens vriendschap de dokter op zeer vreem
de wijze gewonnen had, niet kwaljjk.
{Wordt vervolgd.)