NIEÜ W E
)ag6laó voor <3%qqtó* en SZuió-JCollanó.
Herstemming.
Van Bastert tot Troelstra.
No. 2713
"Vrijdag 25 Juni 1897.
22ste Jaargang
B U IT E N L A;i D.
77»
Besc huldigd.
Frankrijk.
Duitschland.
China.
België.
Engeland.
lIAftLEISCH COVIÜIT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem ƒ1,10
Voor de overige in plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,40
Voor het buitenland2,80
Afzonderlijke nummers0.03
Dit blad verschijnt
dagelijksbehalve Zon- en Feestdagen.
BUEEAÏÏSt. Janstraat Haarlem.
PRIJS DER ADVERTENTIEN.
Van 16 regels50 Cents
Elke regel meer
AGITE MA NON AGITATE.
Groote letters -worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant.
Redaeteu r-U itgever, W. KüPPERS.
Voor de Herstemming op VRIJDAG 25
JUNI bevelen wij dringend asn de door ons be
sproken candidaten voor de Tweede Kamer der
Staten Generaal, n.l. de heeren:
Jhr. Mr. T. A. J. VAN ASCH VAN
WIJCK, te Alkmaar.
Mr. Th. L. M. H. BORRET, te Beverwijk.
Mr. F. J. M. A. REEKERS, te Haar
lemmermeer.
Jhr. J. W. J. C. M. VAN NISPEN TOT
SEVENAER, te Katwjjk,
Terwijl wij daar nog door den drang der
omstandigheden bijvoegen, den door ons giste
ren besproken candidaat den heer:
A. P. STAALMAN, te Helder.
De liberalen in Tjietjerksteradeel hebben
besloten den sociaal-democraat Troelstra
bij de herstemming te steunen tegen den
Anti-revolutionnair J. D. de Vries.
In 1888 verluidde het, dat er in Scho-
terland Anti-revolutionnairen waren ge
weest, die op Domela Nieuwenhuis
hadden gestemd. De geheele liberale Pers
trilde hierover van verontwaardiging zóó als
slechts liberalen «trillen» kunnen. Eigen
aardig echter dat er thans, nu van liberale
zijde hetzelfde wordt gedaau, van dien kant
gezwegen wordt. Wat moet men nu van
de verontwaardiging van 1888 denken
Maar dit is nog niet alles.
Met evenveel ijver als Troelstra in
het Noorden wordt Bastert in Utrecht
door de liberalen aanbevolen.
Naïef zooals het fJandelsblad somtijds
wezen kan, zegt het van een even-
tueele christelijk historisch-, conservatief-,
liberaal-, radicaal-, sociaal - democratische
meerderheid
«Juist! Dat is een breede, gezonde op
vatting van de groote liberale idée.
«Ook wjj hebben vertrouwen in de Re-
gierungsfahigkeit van een groote liberale
meerderheid, waarin de radicalen even goed
FEUILLETON
als de christelijk-historischen plaats kun
nen vinden.
«Want men zou aan de geavanceerde
zijden dan al spoedig bemerken, dat de oud
liberalen volstrekt niet wars zijn van de
sociale hervormingen en genoeg meegaand
heid bezitten om zich conciliant te betoo-
nen tegenover concilianten
Troelstra-Nolting-Ketel aar een
rondedans uitvoerende met Pjjnappel,
Bastert en Karnebeek, tereeredercon-
•ilianten politiek, waarvan de basis zou
wezen het clericale of liever nog het Room-
sche spook!
Ziedaar het ideaal der liberalen. op
dit oogenblik
Dat er door de Tweede Kamer wetsont
werpen moeten worden behandeld, daaraan
schijnt niemand in het liberale kamp te
denken en nog veel minder aan de vraag
op welke wijze die ontwerpen zouden moe
ten zijn ingericht om hun weg te vinden
naar het Staatsblad.
Men ziet het: het wordt hoe langer hoe
doller. Velen schijnen werkeljjk te denken,
dat men de natie alles op de mouw kan
1 spelden en met de kiezers precies sollen kan
zoo als men verkiest.
Men ziet heelemaal niet in, dat 15 Juni
reeds geleerd heeft, dat het kiezersvolk uit
eigen oogen heeft leeren kijken en niet
meer gediend is van bombast. Maar zoo
gaat het: als de goden iemand verderven
willen, dan slaan zjj hem met blindheid;
zóó werd reeds door de ouden gezegd,
j En dat dit spreekwoord ook nu nog waar
blijft, zal, naar wij vertrouwen, Vrijdag
a. s. duidelijker dan ooit blijken.
16.
V ertolg.
Van uwe verklaring bangt misschien de
inhechtenisneming en de straf van den schuldi
ge af. Kom mijn vriend, wees hedaar.l en ant
woord mij zoo duidelijk mogelijk. Gij sliept in
dit bed, naast de brandkast, niet waar?
Ja, mjjnheir de commissaris, mijn arme
meester had mij gisterenavond gezegdBap-
tistin, ge moet dezen nacht de wacht houden,
maak uw bed gereed in het bureau naast de
kas en neem uw trouwen hond bjj u. Zoolang
ik kon, ben ik wakker gebleven, ik heb ver
scheidene pjjpen gerookt om den slaap te ver
drijven, maar eindelijk, ik ben niet jong meer
mjjnheer, en op mjjn leeftijd is het waken geen
gemakkeljjke taak, heb ik mij te bed begeven.
En ge zijt natuurlijk dadelijk ingeslapen.
Och, op mijn leeftijd slaapt men niet zoo
spoedig in, en bovendien heb ik een zeer lossen
slaapeen muis kan mij wakker maken maar
daar ik m|jn trouwen Hibi bij mij had, kon
ik tamelijk gerust zijn.
Inderdaad verwondert het mjj, dat uw
hond, die, naar men zegt zoo waakzaam is, niets
heeft gehoord, althans geen gerucht heeft ge
maakt, toen de man het bureau is binnen ge
komen.
O, zeker mijnheer, bjj heeft gebromd, het
goede dier, en m|j dadelijk gewekt, nog voor
men hier binnenkwam.
In de Fransche Republiek wil men de
lengte der recruten van 154 cM. brengen
op 152 cM. Men hoopt daardoor bjj elke
lichting 10,000 dienstplichtigen meer bij
het leger te krijgen.
De Gaulois wil, dat het muziekkorps
Ge hebt dus den man gezien
Zeker, mjjnheer de commissaris, het was
de heer Moulin.
Moulin de kassier:
Ja, mijnheer, hij zelf!
Jarilot zweeg, maakte eenige aanteekeningen
en vervolgde toen
Verhaal mij alles, wat er vervolgens is
voorgevallen.
Gaarne, mijnheer de commissaris, en hij
gaf een nauwkeurig verslag van het nachteljjk
bezoek van Jacques Moulin zooals w|j dat reeds
in het eerste hoofdstuk beschreven hebben.
En dus, hervatte de heer Jarilot, nadat
Baptistm zjjn verhaal geëindigd had, z|jt ge er
volkomen zeker van dat de heer Moulin in het
bureau geweest is.
Zeker, mjjnheer, ik heb niemand gezien
dan hem.
Ge herinnert u niet, iemand anders gezien
te hebben
Neen, mjjnheer de commissaris.
Niemand anders dan de heer Moulin
Niemand anders dan hem, mijnheer
Goed, wilt ge uwe verklaringen onder
teekenen?
En met bevende handen plaatste de oude
Baptistin zjjn grove handteekening op het papier,
dat hij vervolgens aan Jarilot toeschoof.
De oude man had werkelijk de waarheid ge
sproken, niettemin bevatte zjjn verklaring eeue
ernstige beschuldiging, maar hjj kon toch geen
verklaring afleggen, in strjjd met de waarheid,
te meer nog, daar hjj, even als zijn meester
de kassier zeer genegen was, en er bjj hem niet
der republikeinsche garde, dat zich in
Augustus naar Rusland zal begeven, op
de openbare plaatsen te St. Petersburg,
muziekuitvoeringen zal geven.
Keizer Wilhelm heeft weer eens eene
besliste uitdrukking ten beste gegeven over
de sociaal-democratie.
Z. M. ziet noch in de Mongoolsche her
leving, noch in de sociaal-democratie een
ernstig gevaar voor Europa. Vroeger zag hij
dat er wel iu, maar in onzen tjjd heeft
dat gevaar zich verplaatst naar Engeland
en Amerika.
«Ik vrees», zoo heet de Keizer volgens
de Times-correspondent te hebben gezegd,
«het gevaar van een zekere rusteloos aan
groeiende macht, waardoor Europa wordt
bedreigd door een van zijn volken, in 't
bezit van alle middelen welke de bescha
ving in dienst heeft gesteld van zijn eer
zucht en nog in dienst daarvan zal stellen.
En ik vrees ook de interventie van de
Nieuwe Wereld, die lusten begint te ver-
toonen, welke haar tot nu toe vreemd
waren. Zjj zal eerlang zich willen mengen
in de zaken der Oude wereld en halver
wege worden tegemoet gekomen door de
eerzuchtigen, die ons altijd omwoelen.
«Dat is het wat ik vrees en wat mjj,
voor mijn part, belet om mij te laten mee
slepen door eerzuchtige plannen, welke
mij al te grif worden toegeschreven door
hen die den vrede van Europa wenschen
te Verstoren onder 't voorwendsel dat zij
mij willen verhinderen zulks te doen.»
De langstaarten zijn er weer op uit om
de Europeesche godsdienstige instellingen
in hun Rijk te vernietigen. In de provin
cie Kiangsi o. a. te Lioetsjing hebben zij
de Fransche Roomsch Katholieke missie
verwoest en pater Mazel vermoord.
Ook de Engelsche Zendingspost te Woets-
jeu in de provincie Kiangsi moest 't ont
gelden. Vijf vrouwelijke leden der missie
zijn, in de nabijheid van de woning van
den zendeling E. J. Blandford gedood,
de overigen zijn naar Kioekiang gevlucht.
Te Brussel is een hoedententoonstelling
geopend, die werkelijk heel interessant is
het minste vermoeden bestond, dat zjjie
verklaring dezen noodlottig zou kunnen zjjn.
Hij wijst rechtstreeks Jacques Moulin als
den schuldige aan, sprak Savignol tot zijn chet.
Ongetwijfeld, hernam deze, maar daaraan
moeten we niet te veel waarde hechten. Hjj kan,
en dat is op zjjn leeftijd niets vreemds, onder
den invloed van ren vreeselijken droom verkeerd
hebben. We moeten dus, alvorens een oordeel
te vellen, de verklaring van den kassier zeiven
afwachten. Niettemin hebben we toch den schul
dige gevonden, al weten we nu nog niet recht
streeks, wie het is
Door den sleutel
Ja, door den sleutel
Maar ik begrijp nog niet.
Savignol, Savignol wat zjjt ge toch nog
een kind. Bekjjk dezen sleutel eens, het is geen
looper, die op meerdere sloten past, maar een
echte sleutel, met het merk van den fabrikant,
dat overeeostemt met het merk, op het slot
aangebracht, er is dus van dezen sleutel slechts
een zeer beperkt aantal vervaardigd, hoogstens
twee of drie, met sterretjes genummerd, we
moeten alzoo de personen opzoeken, die er een
van in hun bezit hebben, en hen verzoeken,
hem ons te toonen, en hjj, die daaraan niet
kan voldoen, is ongetwijfeld degene, die zijn
sleutel verloren heeft, en dus, de ware schuldi
ge. Volkomen juist en mevrouw Bertin zal
ons ongetwjjfeld weten te zeggen, hoeveel sleu
tels er waren.
Wees zoo goed,Baptistin, mjj bij mevrouw
Bertin aan te dienen en haar te verzoeken, mjj
een oogenblik verhoor te willen verleenen.
en nog interessanter is het bezoek der
dames, 't Is me eene drukte van belang,
oud en jong stormt er heen want alle
modellen van dameshoeden dezer eeuw zijn
er te zien. De leelijkste zijn, naar onze
tegenwoordige zienswijze, die tusschen 1845
en 1860; men zou ze nu voor vogelver
schrikkers geschikt vinden. Gracieus daar
entegen lijken na die van 1825 tot 1835;
ook is daarin eene strooming, een geest
merkbaar, evenals onder het eerste keizer
rijk; daarentegen vertoont de mode onder
het directoire en het tweede keizerrijk de
meest volkomen anarchie; allerliefste vin
dingen wisselen er af met de wonderlijkste
verzinsels wat moeten de vrouwen mooi
en gedistingeerd zijn geweest om deze
dingen te dragen en niet belachelijk te zjjn.
Naar alle beroemde schilderijen heeft men
verder de hoeden en kapsels nagemaakt,
naar Teniers en van Dijck en Ru
bens; de oudste is naar een stuk van
Holbein, uit 1535.
Aan het 60-jarig jubilé van Koningin
Victoria, dat met buitengewonen luister
te Londen wordt gevierd, nemen de volgende
vorstelijke personen deel:
Keizerin Friedrich, de kroonprinses
van Saxen-Meiningen en Prinses F e o d o r a
van Saxen-Meiningen, Prins en Prinses
Heinrich van Pruisen, Prins en Prinses
Adolf van Schaumburg-Lippe, Prins en
Prinses Friedrich Karl van Hessen,
grootvorst Sergius A'exandrowitsj,
grootvorstin Elizabeth Feodorovna
en Groothertog Cyrillus Wladimiro-
witsj, Aartshertog Frans Ferdinand
van Oostenrijk, Prinses Albert van Prui
sen, Prins Rupert van Beieren, üertog
Albert van Wurtemberg, Hertog van
Oporto, Prins en Prinses van Napels,
Hertog en Hertogin van Sparta, de Kroon
prins van Montenegro, Prins Friedri ch
van Saxen, de Kroonprins van Denemarken
(of zijn oudste zoon Prins Christiann),
Prins Karei van Zweden en Noorwegen,
de Groothertog-troonopvolger van Luxem
burg, de Groothertog van Hessen en waar
schijnlijk de Groothertogin, de Prins en
Prinses van Leiningen, de Hertog van
Augustenburg, Prins Max van Baden,
Prinses L o d e w ij k van Battenberg, Prins
en Prinses F i 1 i p van Saxen-Koburg-Koha-
We vinden het huisgezin van den heer Bartin
in diens slaapkamer bijeen. Op het bed is het
lijk van den vermoorde neergelegd,
Maurice aan een zjjtafel gezeten, met het
hoofd in de handen, liet zjjn tranen den vrjjen
loop.
Jeanne weende door smart overmand.
Arme vader, riep ze, dat ik u slechts een
oogenblik heb kunnen verlaten. Aoh, ik had er
een voorgevoel van, dat er iets vreeseljjks ge
beuren zou, daarom was ik den geheelen avond
zoo treurig gestemd, en dat ik uwe smartkreten
niet gehoord heb, Ach ware ik slechts bjj u
gebleven, dan zouden wij u thans nog hebben,
lieve, goede vader!
En in de overmaat van hare droefheid be
schuldigde zij zichzelve tot het ongeluk dat hen
getroffen had, te hebben bijgedragen.
De markies was bleek, ontsteld en scheen
ten prooi aan eene hevige ontroering.
Mevrouw Bertin was buiten zich zelve van
droefheid en wanhoop en uitte hare klachten
op de meest luidruchtige wijze.
Neen, riep ze uit, terwijl ze hare woorden
met heftige gebaren deed vergezeld gaan, neen,
het was den moordenaar nog niet genoeg, hem
te dooden, hij moest hem ook nog zoo lang,
zoo vreeseljjk doen lijden.
Ach, had hij maar naar mijn woorden ge
luisterd, hoe dikwijls heb ik hem niet gezegd
Bertin vertrouw toch dien jongen niet, vroeg
of laat zult ge het u beklagen, ziehier nu, wat
er van geworden is
(Wordt vervolgd.)